Tijdens mijn zomerkamp publiceerde ik een blogje over de wedstrijden waar ik dit jaar aan heb meegedaan. Tijdens die wedstrijden is er één ding dat weer werd bevestigd: feedback is zeldzaam. Net als uitgeverijen hebben de uitgevers van wedstrijden het druk. De jury krijgt al genoeg werk om te beoordelen en lang niet alles is even goed geschreven. Om er positief onder te blijven is moeilijk, hoe graag je het ook wil.
Met al dat beoordelingswerk krijgt het geven van feedback geen prioriteit. Puur door al het leeswerk is er gewoon geen tijd meer om inhoudelijk op een inzending in te gaan. Dat maakt de mensen die de moeite er wel in steken alleen maar waardevoller.
Positief nieuws: er was er een!
Van de vier wedstrijden waar ik aan heb meegedaan, heeft er één inhoudelijke feedback gegeven.
Inderdaad, zelfs de wedstrijd die schrijfbegeleiding beloofde, gaf geen feedback.
Uiteindelijk was het de jury van de Goeken Prijs die feedback gaf op De Kwetsbaarheid van Vrede. Omdat er 128 inzendingen waren, bestond deze feedback uit verschillende rondes:
In de eerste ronde scheidden vrijwillige juryleden het kaf van het koren. 33 juryleden lazen elk een aantal verhalen en maakten een selectie. Elk verhaal ging zes verschillende juryleden langs, die samen een score bepaalden. Aan de hand daarvan is een top 16 bepaald: de shortlist.
Iedereen kon rekenen op feedback van de zes mensen die hun verhaal beoordeelden. Sommige van die beoordelaars zaten meer op hun praatstoel dan anderen. Waar ik van de een een hele paragraaf kreeg… kreeg ik van een ander enkel twee bemoedigende woorden:
Niet slecht.
(klik op de afbeelding voor een leesbare screenshot!)
We hebben de neiging om te concentreren op de slechte dingen. Het schaamrood stond me dan ook op de kaken bij de woorden van beoordelaar 4. ‘Afraffelt’, ‘spanning geheel verdwijnt’, en ‘jammer’ zijn geen dingen die je graag wil horen. De woorden over het taalgebruik waren jammer, maar… die deden me iets minder.
Maar toch merkte ik dat ik gloeide. Vijf van de zes lezers waren positief over wat ze hadden gelezen. Tenminste, als ik ‘niet slecht’ even tot ‘positief’ mag omdopen. Het is overwegend positief en ik vond mezelf dan ook in de shortlist van de wedstrijd.
Het kaf is grondig van het koren gescheiden
Nadat van de 128 inzendingen nog maar 16 over waren, kon het echte beoordelen beginnen. Vijf schrijvers namen de verhalen nog eens door en gaven wederom beoordelingen. Aan de hand van die beoordelingen werd de volgorde van de top zestien bepaald.
Lex Noteboom had het volgende te zeggen:
Mabel van Zijl was wat korter van stof, maar heel goed te spreken:
Suzette Eikelenboom was nogal wisselvallig van mening:
Arend Smits is kritisch en weet de vinger op aardig wat zere plekken te leggen. Ook het gebrek aan proeflezen dat plaats heeft gevonden valt hem wel op:
Jeanet Moorman, uiteindelijk, geeft nog een mooie afsluiter:
Zoals wel te lezen is, zijn de professionals wat minder positief dan de mensen die alles moesten doorspitten. Vooral Arend Smits is duidelijk iemand die aandachtig leest. Het zou me niets verbazen als hij iemand is die een schriftje en post-its klaar heeft liggen bij het lezen. Zelf heb ik dat nooit gekund, maar hij lijkt het onder de knie te hebben.
Alle kritiek heeft een kern van waarheid. Ik heb fouten gemaakt door te veel druk op mijn schouders te leggen. Vergeet niet: in die tijd schreef ik vier verhalen per maand. Dan glipt er wel eens wat doorheen.
De focus lag voor mij dan ook op het positieve, in plaats van het negatieve… en daar waren de tegenstellingen.
Waar de een positief is, is de ander negatief
De manier waarop deze feedback wisselt, laat maar weer zien hoe verschillend mensen zijn. Waar de een over mijn slordigheidsfouten heen las, stoorde de ander zich er enorm aan. Niets is zo onduidelijk als smaak en iedereen geniet van iets anders.
Destijds was ik heel positief over deze feedback. Het gaf me niet alleen dingen waar ik goed in was, maar ook de missers die ik had gemaakt. Het gaf me hoop voor de toekomst, ook al was ik uiteindelijk ‘slechts’ de veertiende van zestien.
Of de veertiende van 128.
De een bekijkt het anders dan de ander.