Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Tijd (Pagina 2 van 3)

Uiteindelijk heb je Declipse

Na letterlijk jaren geschreven te hebben, kom je uiteindelijk uit bij de hedendaagse tijd. De geschiedenis duurt maar zo lang, immers, en de tijd laat niet op zich wachten. Vorige week beschreef ik het proces waarmee we uiteindelijk bij de bekendste vijand in fictie ooit uitkwamen. De weken ervoor over het prille begin en de eerste kunstwerkjes. Deze week wil ik uitwijden over de allerlaatste pogingen. De iteraties waarvan ik er zeker was dat ze het waren.

Gezien de boeken nog niet in de winkel liggen, denk ik dat de conclusie al vaststaat. Ook deze iteraties mochten het niet zijn.

Hard werk geeft uiteindelijk resultaat

Zoals ik wel eens eerder heb verteld, doe ik regelmatig mee met NaNoWriMo. Het doel is om in een maand tijd een verhaal van 50.000 woorden te schrijven. Tijdens verschillende jaren… ben ik daar nogal overheen gegaan. Tot ik mijn schrijfstijl aan begon te passen, haalde ik eenvoudig 1000 woorden per half uur. Mijn hoofdstukken waren destijds tussen de 5000 en 10.000 woorden lang. Uiteindelijk kom je bij een gemiddeld boek dan uit op zo’n 12 hoofdstukken.

In 2019 kwam ik tot de conclusie dat een jaar 52 weken heeft. Als je de (ruwweg) vier weken van november daar van aftrekt, blijven er 48 over. 48 is door twaalf te delen, wat op vier neerkomt… en ik had vier boeken van Declipse gepland.

Uiteindelijk kom je op een logische verdeling uit.

Ik was trots op deze logica.

In de eerste week van januari begon ik met schrijven. Eén hoofdstuk per week zou uiteindelijk, tegen het einde van maart, naar het eerste boek leiden. Het zou de Hemingway Versie zijn, maar het was in ieder geval een verhaal. De tweede en derde boeken werden op dezelfde manier geschreven. Enkel het vierde boek werd kort onderbroken… omdat november midden in het schrijfproces viel.

Dat was raar.

Een verhaal met problemen

Het was een versie die vol zat met onregelmatigheden en problemen van verschillende vormen en maten. Een romantisch subplot werd uitgewerkt op hetzelfde tempo als ik het eerder had gedaan voor een schrijfwebsite, maar op die website lag het tempo heel anders. Daar schreef ik doelloos, zonder echt over een plot na te denken, maar de romance kreeg in ieder geval de tijd om te groeien.

In deze versie hield ik hetzelfde moment voor de romance aan, maar lag het tempo hoger. Alex en zijn partner waren halverwege het eerste boek al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Helaas (of misschien gelukkig) bleek dit naast onwaarschijnlijk, ook zeer onbevredigend.

Daarnaast had ik een roleplay geleid in dit verhaal en was ik er op gehamerd om de acties van de spelers terug te laten komen in de boeken. Helaas deed ik dat onhandig en ongestructureerd, waardoor een lading nieuwe karakters opeens onaangekondigd in het vierde boek verscheen.

En ik had veel te veel karakters. Ik had een handjevol hoofdpersonen, maar ruim veertig bijpersonen die ik onmogelijk allemaal kon belichten. Toch probeerde ik elk van hen een emotioneel gewicht mee te geven.

Dit lukte dan ook niet.

Al in al was het een heel ruwe versie van een uiteindelijke visie. Ik heb dingen wel eens beter aangepakt, maar er kwam ook iets goeds uit: ik vroeg feedback. Een van mijn vrienden heeft elk verhaal bijna religieus gelezen en bekritiseerd. Hij heeft zich als een soldaat door alle spellings- en grammaticafouten heen gewerkt. De rommelige schrijfstijl, de grove verhaallijn… en hij heeft ongezouten kritiek gegeven.

Aan het einde van het jaar had ik wel wat bereikt. Ik had mijn Hemingway versie. Ik had feedback. Het was een kwestie van deze feedback meenemen.

Uiteindelijk moet je gaan verwerken.

Ik probeerde in 2020 enthousiast te beginnen met herschrijven. Het romance subplot werd omgegooid en Alex en zijn partner eindigden het eerste boek als goede vrienden, in plaats van als partners halverwege het boek. Onnodige bijpersonen werden geschrapt. Een tweede versie van het eerste boek is zelfs afgerond…

Maar ik verloor motivatie tijdens het herschrijven van het tweede boek. Hele hoofdstukken werden geschrapt. De tijdlijn werd van de grond af opnieuw opgebouwd… maar ik hield te strak vast aan mijn twaalf hoofdstukken. Het was mijn leidraad, mijn houvast, en uiteindelijk mijn ondergang. Uiteindelijk had ik een aanzienlijk deel van een hoofdstuk in het midden weggekopieerd, zodat ik het aan het einde kon gebruiken. Significante delen daarvan moesten herschreven worden, maar als ik bij het einde kwam, kon ik ook aardig wat hergebruiken.

Daar ben ik alleen nooit gekomen. Ik heb het enorme project opzij gelegd en ging me op iets anders concentreren. Na anderhalf jaar vond ik dat ik het wel verdiend had. Het enige dat jammer is, is dat ik het vervolgens niet meer op heb gepakt.

Tijdens NaNoWriMo schreef ik nog wel voor Declipse, maar voor de vervolgboeken. Het verhaal dat ik voorzichtig aan het uitwerken was en dat op het viertal boeken zou volgen. In 2020 en 2021 schreef ik daar ook twee verhalen voor, hoewel ze nog steeds niet helemaal klikten.

En toen, in 2022… kreeg ik het op mijn heupen.

De laatste versie

In maart van 2022 kreeg ik een idee voor het eerste deel van Declipse. De laatste paar versies van het verhaal hadden ruwweg dezelfde lijnen gevolgd en ik kreeg het gevoel dat ik vast zat. Ik moest het opschudden, er moest verandering in komen.

Ik besloot dat te doen door de aanblik te veranderen. Sommige punten kon ik loslaten, maar ik introduceerde ook twee nieuwe hoofdpersonen. Yelena en Danil konden een blik op de Russische kant van het verhaal werpen terwijl Alex de Declipse kant belichtte. Om ze allemaal een gelijke hoeveelheid ‘schermtijd’ te geven, heb ik hun verhalen heel hard opgesplitst. Elk hoofdstuk belichtte ik eerst de ene, daarna de volgende, en daarna de derde. Het vierde hoofdstuk begon weer bij de eerste.

Deze structuur was ook niet zonder problemen. Omdat het eerste boek vooral was bedoeld om een opzet te geven, liepen de drie verhalen nogal los van elkaar. Als het drie verschillende boeken waren geweest, hadden de verhalen net zo goed gewerkt. Ze hadden allemaal hun eigen begin, midden, en eind. Allemaal hadden ze een spanningsboog en een climax. Er waren wel wat verwijzingen tussen de verhalen, maar daar was het wel mee gezegd. Tijdens volgende boeken zouden deze hoofdpersonen elkaar tegen moeten komen, maar in dit eerste boek leefden ze langs elkaar heen.

Daarnaast had ik minder tijd om het verhaal te vertellen dan ik gewend was. De originele Declipse verhalen waren elk twaalf hoofdstuken en concentreerden zich volledig op Alex. Nu moest ik drie hoofdpersonen belichten, dus zou ik maar vier hoofdstukken hebben. Ik besloot het boek dan ook uit te breiden naar 30 hoofdstukken, om iedereen tien hoofdstukken te geven. Daarmee hadden alle karakters minstens 50.000 woorden om mee uitgewerkt te worden.

Het werkte. Ik liet al mijn heilige huisjes in elkaar storten en maakte een opzet voor een compleet nieuwe Declipse. Een nieuwe generatie van het verhaal, een volgende opzet.

Uiteindelijk werd dit monster van een verhaal tijdens NaNoWriMo 2022 geschreven.

Wat is uiteindelijk het resultaat?

Het resultaat… is dit blog. Ik had zo veel vertrouwen in deze versie van Declipse, dat ik het hele proces ben gaan beschrijven. Na een controleronde en een feedbackronde ging het manuscript eind 2023 naar uitgevers.

Het is afgewezen door elke uitgever die ik het heb aangeboden.

Dit is wat er gebeurt als je als amateur denkt dat je een meesterwerk neerzet. Soms heb je een parel, maar de meeste amateurs zijn precies dat: mensen die maar wat doen.

2024 heeft me echter een hoop geleerd en we gaan door. Hoewel Declipse even op de warmhoudvlam is gezet, ben ik het niet vergeten. Ik concentreer me nu alleen even op andere projecten.

Projecten die misschien uiteindelijk wel resultaat gaan bieden.

De tijd zal het leren.

De Tegenstanders van Declipse

In dit derde autobiografische bericht wijd ik verder uit hoe Declipse tot stand is gekomen. Het heeft een lange reis doorstaan. Van een vluchtig bij elkaar gegooid karakter voor een roleplay, tot een hoofdpersoon van een verhaal. Of, dat was het plan. Ondanks het feit dat er jaren voorbij zijn gegaan, had ik nog steeds geen idee van de tegenstanders voor mijn hoofdpersoon.

Of een naam. Ze hadden ook nog steeds geen naam.

Eerst de tegenstanders.

Wat had ik wel? Tegen de tijd dat ik mijn korte stripje had geschreven, wist ik wat Declipse was. Het was een mysterieuze onafhankelijke militaire organisatie die de wereld ging redden. Ze waren verscholen van het oog van de samenleving en waren klaar om iedereen te helpen. Het enige wat ik nog vast moest stellen, was waar tegen ze iedereen moesten beschermen.

Het was een tijd dat ik veel films keek. Ik ging regelmatig naar de bioscoop en werd veel blootgesteld aan allerlei soorten thema’s. De mysterieuze organisatie met een ondergrondse basis was geïnspireerd door xXx, bijvoorbeeld. Ik wilde dat ze bedreigd werden door iets waarvan iedereen het eens was dat het een probleem was.

Tijdens een eerste iteratie waren het simpelweg terroristen. Vergeet niet: Declipse werd midden in de War on Terror geboren. In Nederland waren we veilig, maar terrorisme was iets waar we elke dag wel van te horen kregen. Het was bijna vanzelfsprekend om een terroristische organisatie te verzinnen… en ik begon te schrijven.

Het werkte niet.

Ik weet niet waarom, maar het klikte niet met me. Een willekeurige terroristische dreiging was spannend, maar gaf me niet de inspiratie die ik zocht. Misschien was het zelfs wel te eenvoudig in die tijd, omdat we er elke dag mee te maken hadden. Het sprak niet tot de verbeelding en het wierp blokkades op die ik niet kon, of niet durfde, te nemen. Wat als het te realistisch was, of iemand zich er te veel in zou herkennen?

Het waren dingen waar ik me mee bezighield. Ik weet niet goed waarom. De actualiteiten zijn immers iets waar veel over geschreven wordt.

Een volledige ommekeer

Als de actualiteiten me niet konden helpen, dan zou de science fiction dat misschien wel kunnen. Op een gegeven moment besloot ik dat menselijke tegenstanders te alledaags waren en dat iets bijzonderders nodig was. Ik besloot te kijken naar buitenaardse wezens en andere monsters. In een van mijn eerste schetsen kwam de ‘multidimensionale kip’ voor, iets dat absoluut tot de verbeelding sprak.

Nee, ik ben niet sarcastisch, dat lijkt maar zo.

Ooit, in een ver, ver verleden, heb ik twee of drie hoofdstukken geschreven met dit concept. Het klikte nog minder goed dan de terroristische dreiging deed. Ik kon geen motivatie bedenken, geen reden voor het verschijnen van deze dreiging. Het was te absurd, te vreemd, en Declipse was in mijn hoofd te geaard in de echte wereld. De monsters en buitenaardse wezens vielen zo ontzettend uit de toon dat ik het niet over mijn hart kon krijgen om er over te schrijven.

Ook dit idee werd opzij gezet, hoewel het nog wel is blijven leven voor andere verhalen. Mijn hoofdpersoon bleef iemand zonder drijfveer, zonder conflict om hem een reden tot bestaan te geven.

De meest voorkomende tegenstanders

Uiteindelijk, na lang nagedacht te hebben, kwamen we toch weer uit bij de grootste vijand van de mensheid.

Andere mensen.

Ik was in een Westerse samenleving opgegroeid, in een Europa dat verwoed probeerde om zich te verenigen. Amerika werd op school aan ons geïntroduceerd als de grote broer die iedereen veilig hield. Het was een avontuur om naar dat enorme, welvarende land te gaan.

Aan de andere kant van Europa was Rusland, en daar was het allemaal koek en ei mee. Ja, er was op een gegeven moment een hoop spanning, maar… dat behoorde allemaal tot het verleden. De wereld was verder gegaan en we waren vrienden geworden.

Sommige dingen kunnen zo snel veranderen.

Toch besloot ik uiteindelijk een greep te doen in de oude verhalen. De boeken en films van vóór 1990, die wild speculeerden over van alles en nog wat. Het was een veelbesproken onderwerp…

En een spel dat ik veel speelde, Call of Duty 4, gebruikte de Russische bevolking als een prominente mede- en tegenstander.

Gesterkt door een vlaag van inspiratie en een Command & Conquer fanfictie besloot ik deze wereld uit te schrijven. Destijds schreef ik voor een verhaalwebsite die ik vandaag niet meer terug kan vinden. Alles werd in Word geschreven, dus zelfs die eerste versie staat nog…

Ergens.

Ik gooi nooit wat weg.

En de naam?

De naam van mijn hoofdpersoon is door een paar iteraties heen gegaan. Ze begonnen natuurlijk simpelweg als ‘Gamma 2’. Helaas was die naam niet bestand tegen een groep nieuwsgierige tieners, dus moest ik snel denken.

Door de wijze waarop de scènes destijds in mijn hoofd ontstonden, had ik de neiging om mezelf in te beelden als hoofdpersoon. Deze hoofdpersoon kreeg geidealiseerde trekjes van mezelf mee en het duurde niet lang voor ze naar mijn forum avatar vernoemd werden. ‘Rikko’, is hoe ik mezelf destijds noemde.

Kijk of je nog iets van me terug kan vinden. Ik ben benieuwd.

Maar dat is een naam die niet werkte in het Nederlands. Ik heb een tijdje geprobeerd om de self-insert volledig te omarmen en deze hoofdpersoon ‘Rik’ te noemen. Voor Darren O’Shaughnessy werkte het immers ook fantastisch en hij schreef uitstekende boeken.

Ik kon het echter niet. Voor mij voelde het vreemd en pretentieus. Ik heb mezelf door een paar iteraties van het verhaal heen geduwd en heb het uiteindelijk opgegeven.

Uiteindelijk viel de naam op ‘Alex’. Ver genoeg verwijderd van mijn naam om het idee van een self-insert opzij te kunnen zetten…

Maar net als ‘Gamma’ terug is blijven komen in de Declipse verhalen, is het nog steeds een verwijzing waar het vandaan kwam. De mensen die mij al langer kennen, weten waarom.

Volgende week

Deze kleine introspectie gaat nog één week volhouden. Dan heb ik een maand lang teruggekeken. Volgende week zal ik de meest recente iteraties langsgaan en een greep doen in de feedback die ik kreeg. Daarna wordt het weer tijd om vooruit te kijken.

Tot dan!

De verdere Declipse geschiedenis

Vorige week ben ik begonnen met het uitwerken van de geschiedenis van Declipse. Het is een verhaal dat al sinds de middelbare school in mijn hoofd zit. Misschien was ik wat ambitieus om te stellen dat ik het hele verhaal in één blogje uitgewerkt zou krijgen. Ik maak geen beloftes over hoe lang ik hier over kan schrijven, het is gewoon te veel. Laten we kijken hoe ver we vandaag komen!

De eerste benoeming

‘Declipse’ viel voor het eerst in mijn gedachten op de fiets naar school. De naam betekende niks, wat naar mijn idee een perfecte naam maakt. Er zijn genoeg namen in de geschiedenis met betekenissen, maar in dit geval was het onnodig. Een betekenis voegde complexiteit toe waar dat niet nodig was. Het enige wat ik op dat moment nodig had, was een vervanging voor ‘The Centre’. Dat was immers gestolen, volgens een van mijn vrienden, en dat wilde ik niet. Ik wilde van die beschuldiging af en Declipse volstond.

Het logo, het omgekeerde oog dat ik regelmatig onder Declipse-gerelateerde posts zet, volgde snel. Wederom was het iets dat weinig uitmaakte. Iets waar geen context voor nodig was en waar geen betekenis aan hing. Hier is geen proces van iteratie na iteratie te vertellen. Ik begon met tekenen en een paar variaties verder had ik dit symbool.

Met de tekening was er echter wel iets anders dat belangrijk was. Ik had iets om aan Declipse te koppelen, een symbool dat een organisatie kon behartigen.

Een symbool dat ik in tekeningen kon laten terugkomen.

Mijn geschiedenis van tekenen

Het was een tijd dat ik veel tekende. Ik bakte er niet veel van, maar het was leuk en ik kon het stiekem doen tijdens de les. Ik tekende op van alles: overgebleven formulieren, de achterkant van handouts, in kladblokjes. Een van mijn favoriete artiesten vertelde me dat hij graag in Moleskine notebooks tekende, dus ik kocht er ook een. Het opende een wereld van gemak voor me, maar bood ook een hoop uitdagingen.

Ik was namelijk niet onder de indruk van de kwaliteit van die tekeningen als ik ze inscande. Negentig procent van mijn sociale leven bestond destijds op het internet, dus ik wilde die tekeningen delen. De Moleskine pagina’s waren echter getint, iets dat onvermijdelijk te zien was op een scan.

Daarom deed ik wat alle redelijke mensen doen: ik kocht een tekentablet. Ik was in de volle veronderstelling dat het me toe zou staan om hoge kwaliteit tekeningen te maken. Ik zou er beter mee worden en ik zou dingen neerzetten waar ik trots op kon zijn. Met een gekraakte versie van Photoshop die ik maar amper begreep ging ik aan de slag. Ik kon een strip gaan tekenen!

Het resultaat… staat hieronder.

Een blik op de visuele geschiedenis van Declipse.

De geschiedenis is niet altijd iets om trots op te zijn

Het logo komt er al in terug!

Waar keken we net naar?

Het was een periode waarin Declipse eindelijk vorm begon te krijgen. Mijn hoofdpersoon had bijkarakters en een uiterlijk dat ik vast kon zetten. Hij had een plek in de organisatie: Team Gamma, een verwijzing naar zijn prille begin. Project Gamma 2 leefde nog steeds voort in zijn team en collega’s. Het idee van een verhaal begon zich werkelijk in mijn hoofd te planten. Het logo kwam dan ook vaker en vaker in mijn tekeningen voor, ook waar mijn hoofdpersoon nergens te bekennen was. Ik tekende en fantaseerde en probeerde het allemaal in dezelfde wereld te plaatsen.

Het was de tijd dat ik op school vaker in de mediatheek te vinden was.

Het was de donkere tijd, de tijd voordat iedereen een computer tot zijn of haar beschikking had. Er werd verwacht dat je notities met de hand maakte en dat je met pen en papier aan je werk zat. Je had ringbanden vol papier en tientallen schriftjes om je tas mee te vullen…

Maar er was een mediatheek! Rijen van computers die iedereen kon gebruiken. Iedereen had een account, zodat je elkaar niet in de weg zat. Je mocht niets opslaan op je account, dat kon nog niet, maar er werden 3,5″ floppydisks verkocht achter de balie!

Mooie tijden. Tijden waarin we in de mediatheek zo min mogelijk schoolwerk deden. Een van mijn vrienden schreef aan zijn roleplay campagne, ik schreef voor Declipse. De verhalen nam ik zo mee naar huis, waar ik ze veilig op mijn computer kon opslaan.

Ik gooi bijna nooit bestanden weg.

Het waren er aardig wat en ik gooi nooit een bestandje weg.

Een geschiedenis van experimenteren

De strip heeft het niet lang overleefd. Het duurde niet lang voor mijn interesses verschoven en ik inzag dat deze tekeningen misschien niet voor mij waren. Daardoor kon ik me concentreren op wat mij makkelijker af ging: verhalen schrijven. Het waren simpele verhaaltjes, vaak niet meer dan een pagina of twee lang. Enkele honderden woorden, misschien iets meer dan duizend.

In die periode had ik mijn hoofdpersoon bepaald. Ik had zelfs al bepaald wat voor ongevallen ze zouden overkomen, wat voor lange verwondingen. Sommige dingen zouden veranderen, anderen zouden verdwijnen. In zijn eerste iteraties had hij een litteken over zijn oog dat op een gegeven moment verdwenen is. In plaats van polo’s ben ik pantsers voor ze gaan ontwerpen…

Maar ik wist nog steeds niet wat voor antagonist hij moest verslaan… en hij had nog steeds geen naam.

Dat is waar ik volgende keer tijd aan ga besteden.

De eerste iteraties van Declipse

Declipse begon zich al te vormen toen ik nog in de brugklas zat. De eerste iteraties zijn, zoals je wel verwacht, geïnspireerd door de dingen waar ik me toen mee bezig hield. Een hoop van die eerste ideeën zijn door de tijd verloren gegaan, waardoor het ophalen van die herinneringen moeilijk gaat. Toch wil ik kijken hoe ver ik kom. Het is een belangrijke geschiedenis voor mij.

We beginnen namelijk met een ongeluk.

Niet rennen in het zwembad.

Het is een uitspraak die we allemaal wel eens hebben gehoord. Het is glad in een zwembad en als je niet oppast, ga je onderuit. Dit heb ik aan den lijve ondervonden toen ik in de brugklas, tijdens een schoolkamp, besloot te rennen in het zwembad.

Ik denk dat ik nog mazzel heb gehad. Met alles dat kon gebeuren, heb ik enkel een gebroken voortand overgehouden aan de val. Helaas was het een van mijn permanente tanden en de verhalen van mijn collega brugklassers hielpen me niet. Ze vertelden me maar al te graag dat mijn andere tand bijgevijld zou worden om ze weer passend te maken.

De tandarts heeft het geheel in ere hersteld. Er kwam geen vijl aan te pas, zelfs!

Destijds ging ik op de fiets naar school, dus ik had veel tijd om te dagdromen op de fiets. Ik dacht aan manieren waarop ik deze afschuwelijke, traumatische gebeurtenis had kunnen voorkomen. Een pantser dat ik op kon roepen op het moment dat ik het nodig had, had mijn tand kunnen redden.

Het was een bescheiden begin, maar het gaf de aanzet voor vele volgende iteraties aan Declipse.

Eerste iteraties zijn altijd raar.

Destijds bracht ik tijd op een forum door, waar ik voor het eerst in contact kwam met roleplaying. Iedereen had wel een of meerdere karakters die ze speelden, waar ik tussen probeerde te passen. Met mijn ideeën van een automatisch pantser probeerde ik iets overtuigends te schrijven… maar het lukte niet echt. Ik beschreef een bijzonder pantser en een mysterieus persoon die er als testpersoon aan was gebonden. Hun naam? Project Gamma 2.

Wat was Gamma 1? Niemand weet het. Was er een Alfa en een Bèta? Mogelijk. Is iemand ooit achter de antwoorden op deze vragen gekomen?

Ik had er zelf geen antwoorden op. Het was een idee, maar het was mijn idee… maar het was wel een idee waar aan gewerkt moest worden.

Power Rangers?

Het was een rage in de 90’s en een inspiratie voor mij in het nieuwe millennium. Ik wist dat er nieuwe iteraties nodig waren. Wat ik had was okay, maar ik merkte wel dat anderen mijn Project Gamma 2 niet heel serieus namen.

Dus ik veranderde dingen. Het woord ‘iteraties’ was mij destijds onbekend, maar toch was dat precies wat ik deed. Ik pakte wat niet werkte en keek of ik het werkend kon maken. In dit geval had ik een onbekend persoon, die enkel bij mijn gebruikersnaam werd genoemd. Ik poogde hem motivaties te geven door hem een team van mensen te geven. Die mensen waren bedoeld om hem een achtergrond te geven en waren gebaseerd op stereotypes en typetjes.

Ze hadden stuk voor stuk meer persoonlijkheid dan mijn ‘hoofdpersoon’, destijds. Omdat ik nog steeds werkte met het idee van een pantser op afroep, hadden deze mensen natuurlijk verschillende kleuren pantser. Zo konden ze uit elkaar worden gehouden.

In de loop van een jaar of twee heb ik deze karakters gespeeld in verschillende roleplays. In die tijd werden ze nog door een mysterieuze (jullie zien misschien een thema) organisatie ondersteund: the Centre. Ik had deze naam gekozen omdat het neutraal en spannend klonk en deze eerste iteratie heeft lang voor mij gewerkt.

In ieder geval tot ik er op werd gewezen dat ’the Centre’ ook een organisatie was in The Pretender. Toen was de lol er wel van af.

Kritiek leidt tot iteraties.

Het zal inmiddels wel opvallen dat ‘Declipse’ tot nu toe nog niet gevallen is. Declipse zelf kwam ontstond onderweg naar school, terwijl ik door een park heen fietste. De naam kwam als eerste, de organisatie volgde niet veel later.

En het verhaal zelf… dat komt volgende week. Dit was het prille, prille begin. Een begin dat zelfs voor mij tot een nevelig verleden behoort. Het echte werk begon hierna pas, toen ik het nodig vond om een verhaal te schrijven.

Daar zal ik volgende keer over vertellen!

Beter goed gejat…

Eerder heb ik het al gehad over dingen die mij inspireren, in een poging om voorbeelden van inspiratie te noemen. Het was een goeie poging, maar ik heb ook een bekentenis gemaakt in dat bericht. Ik steel wat los en vast zit. Het kopje waarin ik dat toegaf, had zelfs dezelfde naam als deze post! Stelen hoef je duidelijk niet alleen bij een ander te doen.

Is het acceptabel om dingen van een ander te gebruiken en het ‘inspiratie’ te noemen? Je zou zeggen dat ik dat al een beetje heb prijsgegeven dat ik het okay vind. Toch is het in mijn vorige blogje wel duidelijk geworden dat een meer genuanceerde mening zeker mogelijk is. Hoe gaat dat bij stelen?

Er zijn allerlei vormen van stelen. Digitaal stelen.

Nee, stelen is niet okay

Als jij iets schrijft en ik ga er mee aan de haal, dan is dat stelen. Het betekent dat ik profiteer van jouw inzet, zonder er zelf iets voor te doen. Als ik claim dat het mijn werk is, steel ik misschien zelfs omzet die jij zou kunnen maken. Het is niet eerlijk en het is fout. Geen nuance mogelijk.

Als ik jouw werk neem, maar alle namen verander en het op mijn eigen manier naschrijf? Dat is nog steeds niet okay, maar derivatief. Het betekent nog steeds dat ik jouw moeite heb gepakt en van mij heb gemaakt.

Wat ben ik toch een rotzak.

Al het bovenstaande heeft één ding gemeen. Zodra ik beter word van jouw moeite, is er een probleem. Het is iets dat we al sinds de basisschool leren, maar het kan geen kwaad om het te herhalen.

Is er iets wel okay?

Er zijn verschillende vormen van stelen die wel okay zijn. Verwijzingen, bijvoorbeeld, zie je vaak langskomen. Let maar eens op hoe vaak urban fantasy verwijst naar een magiër die in het telefoonboek staat. Tel hoe vaak celnummer 2187 relevant is en hoe vaak de lengte van een bewaker relevant is. Kennen we trouwens nog een ander soort spion dan charmant en goedgekleed?

De literaire wereld staat vol met dit soort verwijzingen. Mensen noemen ze shout-outs. Het gaat puur om verwijzingen die fans herkennen, maar anderen missen.

Daarnaast zijn er natuurlijk dingen die zo veel voorkomen in fictie dat er geen origine is aan te wijzen.

Is het ook okay om een sprituele opvolger te maken? Een serie die gaat over de crew van een sterrenschip, op reis door het heelal, die met Aliens in aanraking komt en steeds maar weer in politiek gevoelige situaties terechtkomt? Klinkt dat bekend in de oren? Klinkt dat als Star Trek?

Of klinkt dat als The Orville, de serie die werd geschreven op basis van de formule van Star Trek. Je kan een concept zien en denken dat je het zelf beter kan. De kern van een verhaal kan verschillende kanten op gaan. Dat is immers wat ‘inspireren’ is: een idee pakken en er je eigen draai aan geven.

Stelen in privékringen

Schrijven doe je niet alleen voor anderen, voor de massa’s, of om aan te verdienen. De reden dat ik dit blogje was gaan schrijven was omdat een van mijn vrienden mij inspireerde:

Also, I want to emphasize that a lot of lore is heavily inspired by other fiction. So if you’re ever watching a show or playing a game and you’re thinking “Wait a second-“, please don’t blame me too much.

Niels

Vrienden onder elkaar, collega’s, en andere kennissen en metgezellen. Onderling kan je prima alles jatten dat los en vast zit. Je verdient er immers niets aan. Het is een conclusie die ik vorige week ook trok en waar ik zelf ook naar heb gehandeld.

Ik zou liegen als ik zei dat ik geen halve Roleplaying campagne heb gestolen van videogames. Het heeft vermaak opgeleverd voor mezelf en mijn vrienden.

Het wordt echter rommelig als je ideeën van diezelfde kringen overneemt. Binnen kringen worden vaak genoeg verhalen gepitched. Ik heb hele synopsises aan mijn vrienden voorgelegd in goed vertrouwen dat ze daar niet mee aan de haal gaan. Ik vertrouw mijn vrienden daar mee.

Het is zelfs niet ongehoord dat een proeflezer van een schrijver de verhaallijn pakt en zelf een boek publiceert. Als ze maar snel genoeg zijn, kunnen ze eerder zijn en is de originele schrijver opeens de dief.

Vertrouwen gaat een heel eind, maar het kan beter niet misplaatst worden.

Is er een conclusie over stelen?

Stelen is slecht.

Ik heb me laten inspireren door een uitspraak van mijn vrienden. Het uiteindelijke resultaat is meer een uitwerking van mijn mening dan iets informatiefs.

Ooit ga ik terug naar blogjes over mijn schrijfwerk. Ik beloof het.

AI gebruik in de creatieve wereld

Generatieve AI, zoals ChatGPT, is de laatste jaren steeds groter en geavanceerder geworden. Vroeger keken we nog met angst naar films als Terminator en beschouwden we het als een waarschuwing. Daar stond natuurlijk weer de KITT van Knight Rider tegenover, een fantastische hulp. De voorbeelden en suggesties van wat kunstmatige intelligentie kunnen zijn al vele malen langs gekomen.

Maar in de ‘werkelijke’ versie, de AI die we vandaag de dag zien, zijn deze beide concepten nog niet te zien. De systemen die we momenteel verkennen denken nog niet voor zichzelf. Ze zijn getrained om de output te geven die het denkt dat we verwachten op onze input. Van denken is nog geen sprake… maar toch wordt er al veel over gesproken.

Ik ga niet eens proberen om de legale mogelijkheden en potentiële problemen te verkennen. In Europa zijn we pas net begonnen met het reguleren van dit soort systemen, maar ze worden al veel toegepast. Of het nu is voor het herkennen van patronen, of voor het nakijken van je sollicitatiebrief.

Nu met gratis AI stock foto!

Wat zie je dan wel bij AI?

Ik zie een paar dingen. Er zijn ethische implicaties in het gebruik en het trainen van AI. Ik zie potentie voor ondersteuning met worstelende creatieven. Zelfs voor mensen die bepaalde vaardigheden niet beheersen zijn er opties. Het is goedkoop en eenvoudig, zelfs voor een leek…

Maar ik heb er moeite mee.

Ethiek en Kunstmatige Intelligentie

Ik heb generatieve AI zo lang mogelijk ontweken en heb nog steeds geen ChatGPT account… maar het is moeilijk. Het concept komt steeds vaker terug en er wordt ook bijna verwacht dat je het gebruikt. Het is de eerste vraag die je bij online marketing krijgt. De kracht van de tool is bijna niet te ontkennen.

Maar als je teruggaat naar mijn eerste alinea, kan je zien dat het geen daadwerkelijke intelligentie is. Je kan de AI input geven en het geeft je een resultaat op basis van die input. Stel een vraag, de AI zoekt op het internet en geeft een antwoord. Geef het artikelen en je kan een samenvatting op verschillende leesniveau’s krijgen. Dit is allemaal prima.

Het probleem is voor mij eerder ontstaan. In het geval van AI die afbeeldingen genereert is het zelfs al breed verspreid: bij de training van het systeem. Op het moment dat de AI geleerd kreeg hoe ze antwoorden moet geven

Er is vaak geen onderscheid gemaakt in wat de AI gebruikte om te trainen. Generatieve AI werd bekritiseerd, omdat het geen toestemming had voor het gebruik van bepaalde afbeeldingen. AI kon opeens de stijl van artiesten genereren, terwijl zij geen toestemming hadden gegeven voor de training op hun kunst. Het is zelfs zo ver gegaan dat er tutorials beschikbaar kwamen om kunst ongeschikt te maken voor AI training.

Datzelfde is gebeurd met schrijvers. Tienduizenden, honderdduizenden bronnen zijn gebruikt om de Kunstmatige Intelligentie te trainen. Lang niet al die bronnen zijn legaal geweest. Waarschijnlijk is er geen opzet geweest, maar toch zijn er schrijvers wiens werk ongewenst is gebruikt. Mensen die geen toestemming hebben gegeven, maar die AI nu toch kan kopiëren.

Zijn er positieve kanten?

Als ik alle negativiteit opzij zet, kan ik toch ook goede kanten belichten. Voor iemand als ik, die weinig artistiek talent heeft, is het fantastisch. Ik kan mijn eigen hoofdpersonen laten uittekenen door een kunstmatige intelligentie. Als ik over een karakter in mijn roleplay nadenk, kan ik ze laten genereren. Het helpt me om een karakter te leren kennen en over ze na te denken.

Ik genereer het uiterlijk van de hoofdpersonen van mijn korte verhalen. Het helpt me om in hun huid te kruipen en te denken zoals zij denken. Als ik echt gehecht ben aan een karakter, kan ik ermee naar een echte artiest gaan. Zij verdienen het om er geld aan te verdienen, iets waar deze mensen nog steeds moeite mee hebben.

In de professionele wereld helpt de generatieve AI enorm. Van het opbouwen van eerste drafts tot het nakijken van geschreven stukken. Spellings- en grammaticaregels kent een AI als geen ander. Motivatiebrieven en CV’s zijn te genereren op basis van je eigen input en een vacature. Allemaal vervelende klussen waarbij het fijn is om er een computer op los te laten. We doen het al met de automatisering van een hoop werk, dus waarom niet een stap verder?

Al met al kan het mensen helpen om te bereiken wat ze anders niet kunnen bereiken. Als ze het maar op een wat acceptabelere manier hadden getraind…

Is het acceptabel om AI te gebruiken?

Wat mij betreft hangt het af van hoe je het gebruikt. Ik kan zelf niet goed tekenen, maar ik vind het wel fijn om afbeeldingen van karakters en dergelijke te hebben. Het geeft me iets om me op te concentreren. Natuurlijk kan je artiesten betalen om voor je te tekenen en hier zijn hele communities omheen gebouwd. Er gaat veel geld in om en ik heb het zelf meerdere keren gedaan.

Maar voor een focus van je creativiteit is het misschien wat duur. Ik zou wel iets kunnen tekenen, maar een echt gedetailleerde tekening geeft naar mijn idee betere focus. Het is een manier om je karakters leven in te blazen voor jezelf.

Hetzelfde kan je indenken voor het moment dat je als schrijver vast zit. Een generatieve AI kan suggesties bieden over de volgende stappen in je verhaal. Het zijn niet noodzakelijk goede ideeën en ze zullen geheid derivatief zijn… maar ze kunnen inspiratie bieden. Ze kunnen suggesties geven die je aan kan passen om jezelf dat duwtje te geven.

Hier is AI perfect voor. Het is alleen voor privégebruik. Zolang het voor eigen gebruik is en niet voor commercieel gebruik, kan een programma fantastisch helpen. Als ik de afbeeldingen die ik bijvoorbeeld voor Tull: Terug naar School heb gegenereerd hier zou gebruiken, zou dat verkeerd zijn. Daar trek ik voor mezelf dan ook de grens.

Een slecht voorbeeld

Niet al te lang geleden was er in Glasgow een ‘Willy Wonka Experience’. Deze experience liep niet al te goed, met een lege entreehal en amper snoepgoed voor de kinderen. Het was een dode bedoening die, niet onterecht, een hoop mensen heeft teleurgesteld. De organisatie had met AI onhaalbare reclameposters gemaakt en scripts voor de artiesten gegenereerd. Deze scripts schijnen, naar zeggen van de artiesten, onnavolgbaar te zijn geweest.

Wat heeft dit met AI in de creatieve wereld te maken?

Vandaag zag ik een nieuwsbericht over de initiatiefnemer langskomen. Het resultaat van de ervaring achtervolgt hem. Vrienden en familie hebben hem laten vallen en het internet doet wat het zo goed doet. Dingen uit het verband trekken.

Maar wat mij schokte, was dat deze man niet alleen AI heeft gebruikt voor promotie en scriptschrijven. Hij heeft ook in één zomer 16 boeken gepubliceerd op Amazon die allemaal met AI gegenereerd zijn.

Dit is het soort gebruik van generatieve kunstmatige intelligentie waar ik op tegen ben. Het verzadigen van de markt met gegenereerd werk waar geen moeite in is gaan zitten. Verhalen waar niet over is nagedacht en waarvan de kans groot is dat er rijm noch rede in zit.

Dit is het soort AI gebruik dat ik afkeur.

Concluderend

Ik ben geen authoriteit. Ik ben maar een jongen met een website en een blog, met een droom om uitgegeven te worden. Wat ik hier heb opgeschreven is niet meer dan een mening en het resultaat van mijn eigen onderzoek.

AI is iets dat nog volop in de groeifase zit. Het kan nog alle kanten op gaan en we leren er elke dag een hoop meer over. Zelfs een negatieveling als ik heeft inmiddels een Midjourney AI account.

Zoals we vroeger ook al over het internet zeiden: dat gaat nog eens heel groot worden!

En de winnaar is…

Niet al te lang geleden heb ik uitgewijd over een aantal wedstrijden waar ik aan mee wilde doen. In de loop van de afgelopen twee maanden heb ik daar hard aan gewerkt. Het is flink druk geweest, maar hey, als je een winnaar wil zijn, moet je hard werken. Hoe hebben de afgelopen maanden er uit gezien?

Ben je echt een winnaar?

Dit zegt je alleen iets als je uit de 90’s komt

Werken als een winnaar

Kleed je voor de baan die je wil, niet de baan die je hebt.

Wie kent het gezegde niet? Allemaal hebben we het wel eens langs zien of horen komen. Het is een manier om jezelf aan te moedigen. Als je de moeite neemt om jezelf te kleden naar een promotie, ga je er in geloven. Geloven in jezelf is een van de dingen die onmisbaar zijn om verder te komen.

Heb ik me laten vertellen, in ieder geval.

Voor de wedstrijden in Januari en Februari was dat dan ook mijn lijfspreuk. Ik zou schrijven alsof er niemand beter is dan ik. Het was het belangrijkste deel van mijn leven, naast mijn werk natuurlijk. De afgelopen twee maanden waren bijna alsof ik aan NaNoWriMo mee deed, hoewel ik niet zo hard ging.

Toch zijn er, met de verhalen die ik voor mezelf heb geschreven meegerekend, bij elkaar twee boeken geschreven. Elke dag dat ik de ruimte had, heb ik minstens 3000 woorden geschreven. Vaak meer.

Het nadeel van deze mentaliteit was wel dat ik weinig tijd had voor mezelf. Na het afschrijven van een vierde inzending voor een wedstrijd, moest ik mezelf even goed aankijken.

Het is namelijk niet de eerste keer dat ik mezelf betrap op te hard werken. Ik heb mezelf zo hard op de wedstrijden gestort dat ik door ben geschoten. Uitputting was nabij en ik heb mijn revisiewerk op A Cage for Horrors moeten laten liggen.

Maakt dat mij een winnaar?

Verre van.

Het maakt me een domme jongen, maar ik heb wel laten zien dat ik hard kan werken.

Dat moet ook wat waard zijn.

Heb ik er al iets mee bereikt?

Nog niet heel veel, om eerlijk te zijn!

Ik heb in Januari aan twee wedstrijden meegedaan, en in Februari aan twee. Voor elk van deze wedstrijden zijn originele verhalen verzonnen.

Het gebeurt maar zelden dat ik aan zo veel verschillende verhalen tegelijk werk.

De eerste was ‘Onder het IJs’, van uitgeverij Moonreaders. Bijna veertig mensen hebben hier aan meegedaan. Ik heb daar een horrorverhaal voor mogen schrijven. Mocht het gekozen worden, dan wordt het in een bundel uitgegeven. Na vier tot zes weken zou de uitslag volgen… dus dat is elk moment!

Voor de Thrillerwedstrijd van Evander Schrijfcoaching heb ik wel de uitslag al binnen. Zestig mensen deden mee. Tijdens een webinar van anderhalf uur werd bekend gemaakt wie de winnaar was. Helaas was ik het niet, maar ik (en de anderen op de shortlist) hebben wel een ander aanbod gekregen. Er is een goeie kans dat ik een van mijn andere goede voornemens daarmee waar kan maken!

Deze uitslag heb ik op het moment van schrijven nog geen 48 uur geleden gekregen. Het is wat dit blogje heeft geïnspireerd: het leeft bij me!

De deadline voor de Goeken Prijs verliep op 18 Februari. Ze hebben 133 inzendingen ontvangen! Ik heb naar mijn idee wel een van mijn betere mysteries geschreven. Een mysterie dat zelfs voor het hoofdpersoon gevuld is met onbekenden! In Mei volgt de aankondiging van de grote winnaar en een selectie wordt weer gepubliceerd in een bundel.

En de laatste is de YA Fantasy Contest van Uitgeverij Moon. YA is een iets ander genre dan wat ik normaal schrijf, maar het was verfrissend. Van de planning van een volledig verhaal tot het uitwerken van de eerste hoofdstukken. Ik heb er van genoten. Ik kan zo snel niet achterhalen wanneer de grote aankondiging is… maar dat wacht ik af.

Wat ga ik met dit alles doen?

Als ik de winnaar ben van een van de wedstrijden, dan wordt er werk gemaakt van het verhaal. In dat geval… wordt het uitgegeven. Dat is een prachtige uitkomst!

Voor de verhalen waar het niets mee is geworden… wel, ik sta open voor kritiek. Linksom of rechtsom komen deze verhalen dan ook beschikbaar. Zo niet in een verzameling, dan wel op deze website!

De webinar was ook interessant. Het heeft me aan het denken gezet over mijn eigen processen en de manier waarop ik dingen aanvlieg. Ik heb maar weer gezien dat ik altijd kan leren: mijn huidige schrijfwerk is immers volledig zelfgeleerd. De dingen die ik heb geleerd ga ik proberen toe te passen op een kort verhaal in de toekomst.

En de toekomst?

De drukte is me niet ten goede gekomen. In mijn enthousiasme ben ik mijn doel uit het oog verloren. Ik neem dan ook een stapje terug en doe niet meer twee wedstrijden per maand.

De volgende deadline is dan ook eind April. De LetterRijn Verhalenwedstrijd heeft weer een leuk thema… en het gaat me niet gekmaken van de drukte.

In Maart wil ik me toch echt storten op het redigeren. A Cage for Horrors verdient een controle… en ik begin aan een nieuw proces.

Maar later meer daarover.

Waarom zou ik iets uitwerken?

Na het schrijven van mijn vorige blogpost werd ik ziek. Zoals velen van jullie wel eens zullen hebben meegemaakt, kunnen koortsdromen interessant zijn. Mocht je een dergelijke droom kunnen onthouden, dan is het al fantastisch. Als het niet lukt… kan je het dan uitwerken met wat je nog hebt?

Ik had tijdens mijn ziekte een droom waarvan ik zeker wist dat het een interessant concept bevatte. Er zat een verhaallijn in, een mysterie, en misschien zelfs een ontknoping. Ik weet zeker dat het al die dingen bevatte.

Denk ik.

Helaas is een koortsdroom precies dat – iets dat je krijgt terwijl je verzwakt bent. Toen ik wakker werd, was ik even verstomt door mijn eigen genialiteit, voor ik weer in slaap viel. Geen kans om ook maar de kleinste notitie te maken.

De nachtmerrie die daarop volgde had de meeste details van de droom uit mijn herinneringen geveegd. De details van de nachtmerrie kan ik me nog tot in de kleinste details herinneren, maar van de droom…

Bijna niets meer.

Flarden. Weinig concreets. Geen wereld of verhaallijn meer.

Maar ik had wel iets. Ik had houvast. Ik had iets waarmee ik kon beginnen met uitwerken.

Laten rusten voor het uitwerken

Ik heb het uitwerken eerst even laten wachten. Ik heb de absolute minimale notities gemaakt – enkel puntsgewijs wat ik me nog herinnerde. Daarna heb ik mijn gedachten aan het werk gezet.

Wat kan ik me herinneren, als ik er niet actief mee bezig ben? Kan ik zinnige conclusies trekken, op basis van wat ik wel heb? Zijn er dingen die ik toe kan voegen en wat vind ik daarvan?

Dit zijn allemaal gedachten die je niet actief hoeft te hebben. Gewoon er mee bezig zijn, het zaadje van het idee op zich, was al genoeg. Voor mij heeft het me geholpen door een denkrichting te ontwikkelen. De onderdelen van het idee werden gedestileerd, tot er nog maar één idee was dat een kern zou vormen. Deze kern kon ik gaan uitwerken naar een idee met substantie.

Het was een idee voor een magiesysteem.

Daar heb je hem weer

Brandon Sanderson staat bekend om zijn harde magiesystemen. Dit betekent dat de magie in zijn boeken klopt. Het kan begrepen worden en als lezer kan je volgen wat er gebeurt. Er is geen mystiek geneuzel, geen magiërs die uren besteden aan rituelen en meditaties. Het is uitgewerkt tot een consistent geheel met harde regels. Als je iets ziet gebeuren, kan je aan de hand van die regels precies bepalen hoe het is gebeurd, of waarom.

Ik ben daar altijd best jaloers op geweest. Het is iets dat ik wil bereiken, zonder direct uit zijn werken te kopiëren. Dat blijft een uitdaging, maar aan de hand van de droom denk ik dat ik een begin heb kunnen maken. Het is een bijkomstigheid, maar wel een fijne!

Maar wat was het nou?

Ik droomde over een schip. Dit schip voerd aan in een haven, waar… dingen gebeurden. Mijn herinneringen zijn niet perfect. Wat me het helderste bij bleef, was dat de hoofdbrandstof voor dit schip bestond uit kristallen.

Wat ik me nog wel herinner, is dat deze kristallen tegen het einde van de droom ontploften. Toen ik ging zitten, heb ik een van mijn zelfgebonden schriften er bij gepakt om aan het uitwerken te beginnen. Op een schone pagina begon ik met de conclusie waar ik op heb zitten broeden. Ik had besloten dat niet enkel het schip op de kristallen werkte. De hele industrie van deze wereld zou er op werken. Bovenaan mijn pagina heb ik de zin ‘Industrie draait op kristallen’ geschreven.

Daarna ben ik mezelf vragen gaan stellen. Ik heb me voorgesteld dat ik dit uit moest leggen aan iemand die geen idee heeft van wat ik bedoel. Aan de hand van de vragen waar ik me voor wapende, heb ik vragen en antwoorden in een mindmap opgeschreven. Aan het einde heb ik gekeken hoe de verschillende ideeën een wereld zouden kunnen beïnvloeden.

Hieronder is één van de pagina’s met resultaten te zien:

Het proces van uitwerken op papier - in een handgebonden schrift!

Natuurlijk is het uitwerken daar niet opgehouden. Er zijn nog meer pagina’s die hier op volgen. Daar heb ik andere vragen gesteld en conclusies getrokken.

Wat is het voordeel van dit uitwerken?

Het werkt net als het opgooien van een muntje als je geen beslissing kan nemen. Terwijl ik alternatieven aan het opschrijven was, wist ik eigenlijk al wat ik wilde doen. Het uitwerken heeft er toe geleid dat ik wist waar ik naar toe aan het gaan was. Ik kon mezelf vragen stellen en net zo lang doorwerken tot ik de antwoorden had.

Het gaf me het gevoel dat ik grip had op de wereld die ik aan het creëren was. Ik kon de vragen waar ik zelf op kon komen beantwoorden.

Betekent dit dat het ijzersterk is en bestand tegen elke uitdaging? Waarschijnlijk niet! Ik ben maar één persoon en ik ben verre van perfect. Daar staat nog naast dat ik een zwakte moet maken, of een verborgen element. Een verhaal werkt niet als alles in één keer duidelijk is. Iets moet een mysterie blijven, of een verrassing kunnen vormen die de regels op zijn kop zet. In Mistborn was het bijvoorbeeld de ontdekking van Hemalurgy. Een nieuwe vorm van magie in het bekende systeem, waardoor allemaal vragen opeeens werden beantwoord.

Maar ik kon het wel gebruiken! In dit geval heb ik de notities gebruikt voor een schrijfwedstrijd. De hoofdprijs is een uitgeefcontract voor een boek… dus ik houd mijn vingers gekruist!

Wedstrijden

Er zijn wedstrijden voor elke vorm van inspanning en creativiteit waarin beoefenaars het tegen elkaar opnemen. Voor het schilderen van miniaturen is er bijvoorbeeld de Golden Demon competitie. De Olympische Spelen zijn niemand onbekend, en er zijn zelfs kampioenschappen voor Office-applicaties. Je kan het zo gek niet bedenken, of er is wel een wedstrijd voor.

Zo kent de schrijfwereld ook talloze wedstrijden en competities. Er zijn tienduizenden mensen op de wereld die graag schrijven en uitgegeven willen worden. Lang niet iedereen zal dus in staat zijn om dat te bereiken, maar via deze competities kan verstopt talent toch een weg naar buiten banen. Vaak kan iedereen zich inschrijven voor een schrijfwedstrijd, waardoor ook onbekenden in het daglicht kunnen komen te staan.

Toen een van mijn vrienden aan mij suggereerde om eens aan een wedstrijd mee te doen, heb ik onderzoek gedaan. Ik heb gekeken wat ik kon vinden en heb geconcludeerd: er zijn er een heleboel. In het dagelijks leven krijg je hier niet veel mee te maken. Een schrijfwedstrijd is niet gevuld met spanning en sensatie. Je kijkt niet live mee terwijl zes schrijvers op een rij hun verhaal uitkloppen. Er is geen commentator direct verslag levert. Alles is… best beschaafd.

Zeker als je naar de dingen kijkt die wel eens bij voetbal gebeuren.

Net zoals er verschillende vormen van voetbal bestaan, zijn er ook verschillende competities voor het schrijven. Wat voor wedstrijden kan ik zo opnoemen en, misschien wel interessanter, waar zou ik aan meedoen?

Verschillende soorten wedstrijden

Zoals ik al eerder heb laten vallen, doe ik elk jaar weer mee met NaNoWriMo. Dit is een stevige wedstrijd met een vooraf vastgesteld tijdvak. Je krijg een maand de tijd om een volledige roman te schrijven van 50.000 woorden. Vorige week heb ik al laten vallen dat dit ruim binnen de normen van een ‘roman’ valt.

NaNoWriMo is uniek, omdat alle regels eigenlijk voor de sier zijn. Je werkt volgens een eresysteem, omdat er geen bevestiging is van je werk. Niemand controleert of je zo veel hebt getypt als je zegt dat je hebt gedaan. Er is geen controle of je een verhaal hebt geschreven, of simpelweg 50.000 woorden willekeurig achter elkaar hebt gezet. Een Lorem Ipsum generator zou het werk in vijf minuten af kunnen hebben en niemand zou je er op afrekenen.

Maar dat is niet waar de wedstrijd voor is. NaNoWriMo is er om je te motiveren, niet om iets te winnen. De dingen die je wint zijn dan over het algemeen ook niet tastbaar. Je krijgt een kortingsbon, om je boek tegen kostprijs te laten printen. Je wint 20% korting op een wiki-tool. Dat zijn de dingen die je kan winnen bij wedstrijden als NaNoWriMo. De echte prijs heb je immers zelf al op je computer staan.

Ook voor wedstrijden moet je ergens beginnen!

Wat voor andere competities zijn er?

De zoektocht naar andere wedstrijden bracht me naar schrijvenonline.org. Deze website concentreert zich volledig op, je raadt het al, schrijvers! Voor mensen die graag schrijven is het de resource, dus ik kijk er wel eens rond.

Zo hebben ze ook een pagina enkel voor schrijfwedstrijden, waar ik een aantal andere suggesties vond.

Volledige romans

Ik struikelde bijvoorbeeld over de wedstrijd van Evander Schrijfcoaching. In deze wedstrijd schrijf je geen verhaal, maar de uitlijn van een verhaal. Aan de hand van die uitlijn en een paar uitgewerkte hoofdstukken wint de beste de hoofdprijs: een jaar schrijfcoaching! Het doel is om het geplande verhaal uit te werken en klaar voor publicatie te maken.

Een variant hierop is de YA Fantasy wedstrijd van uitgeverij Moon. Hiervoor dien je 8.000 tot 10.000 woorden in, de lengte van een kort verhaal, die later uitgewerkt kunnen worden tot een roman.

Natuurlijk ben ik al druk bezig met mijn inzendingen. Als het niets wordt, heb ik weer iets om over te schrijven. Als het wel iets wordt… heb ik zeker iets om over te schrijven!

Korte verhalen

Ook zijn er verschillende competities waarvoor je korte verhalen in mag sturen. Het doel van deze wedstrijden is dat er een verzamelwerk komt met de beste inzendingen. Je inzending is dus ook gelijk je manuscript! Vaak zijn deze competities naar een bepaald thema, zoals ook veel van dit soort verzamelwerken zijn. Vorig jaar, bijvoorbeeld, heb ik een Kickstarter project ondersteund voor een vergelijkbaar boek. Alle verhalen waren geschreven met ‘winter’ als thema en het boek zal uiteindelijk uitgegeven worden. Het staat vast mooi op mijn plank.

Hele korte verhalen

Maar korte verhalen zijn niet de enige verhalen waar wedstrijden voor zijn. Ik struikelde over 55 Verhalen 55 Woorden, wat precies is wat de naam suggereert. Een week lang mag iedereen elke dag een verhaal inzenden. Het verhaal moet, inclusief de titel, exact 55 woorden lang zijn. De 55 beste verhalen worden gebundeld en uitgegeven. Dit soort eisen zijn uniek en uitdagend. Ik ben benieuwd hoe veel ik er uit weet te kloppen!

Heb je interesse in al deze wedstrijden?

Ja.

Okay, iets uitgebreider. Ik ben van plan om mee te doen aan alle wedstrijden die ik hierboven heb beschreven en gelinkt. Dat betekent echter niet dat het daarmee afgedaan is.

Op de wedstrijdpagina van schrijvenonline.org heb ik ook een hoop wedstrijden links laten liggen. Zo zijn er meerdere wedstrijden voor gedichten en poëzie, een literaire vorm die mij niet zo ligt. Een enkele vraagt slechts om een citaat, of een gesproken woord. Er zijn wedstrijden waarvan het thema me niet aanspreekt, of die inschrijfgeld vragen. Ook heb ik verschillende wedstrijden links laten liggen… omdat het er te veel zijn! Ik heb ook mijn eigen goede voornemen om aan te denken, immers. Januari wordt er niet jonger op!

Betekenen deze redenen dat het slechte wedstrijden zijn? Natuurlijk niet! Ik trek mijn neus er niet voor op… ze zijn slechts niet voor mij weggelegd.

Een druk begin van het jaar

Heel druk. Terwijl ik dit aan het typen was, begon het me te dagen dat het misschien te veel is. Ik wil niet te veel hooi op mijn vork nemen, zeker gezien ik ook andere hobbies heb. Januari staat bekend als de maand waarin beloftes gebroken worden. Ik moet er voor waken dat ik mijn beloftes langer volhoud dan dat.

Dus ik perk mezelf in. Dat kan ik het beste doen door alles op een rijtje te zetten, dus bij deze:

Januari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • De planning voor een boek, plus een uitgewerkt hoofdstuk of twee (2.500 tot 5.000 woorden).
  • Een kort verhaal met een horrorthema (4.000 tot 8.000 woorden).
  • De eerste 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

Februari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • Een ‘spannend’ kort verhaal (maximaal 7.500 woorden).
  • De opzet voor een groter fantasy-verhaal (8.000 tot 10.000 woorden).
  • Twee à drie stuks flitsfictie (exact 55 woorden elk).
  • De tweede 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

In Maart staan er (nog) geen wedstrijden gepland. Dan kan ik me dus beter concentreren op A Cage for Horrors!

Heb ik een plan?

Eén dag tegelijk.

Geloof het of niet, maar de plannen voor de korte verhalen staan al op het moment dat ik dit schrijf. Het uitwerken ervan kost een dag of drie, waarna er nog gereviseerd moet worden. De boekplanning is al uitgewerkt en de hoofdstukken voor die wedstrijd staan al klaar voor feedback. Ik zit niet stil!

Er is een goeie kans dat ik dingen moet laten vallen. Dat is niet erg… het is maar een hobby!

Het is 2024!

2024 is ingeluid met een knal!

2024 is begonnen, een nieuw jaar gevuld met kansen en mogelijkheden. Een nieuw jaar betekent dat ik de kans heb om dingen te proberen en om het anders te doen. Er zijn kansen om te pakken, mogelijkheden om uit te lokken, en gewoon een goede tijd om te hebben. NaNoWriMo is nog maar 10 maanden van ons verwijderd en daar ga ik me goed op voorbereiden.

Natuurlijk betekent het feit dat de kalender is omgetikt niet dat al die dingen opeens zijn ontstaan. Al die potentie was er natuurlijk al, maar een nieuw jaar is een mooi moment om nieuwe dingen te doen. Goeie voornemens bestaan immers met een reden!

Goeie voornemens voor 2024

Toen mijn vrienden me vroegen hoe ik 2024 voor me zag, had ik daar om te beginnen geen antwoord op. Ik heb wel dingen die ik wil verbeteren, maar ik wil over lang niet alles super open zijn. Persoonlijke verbeterdoelen zijn precies dat: persoonlijk.

Maar er zijn ook dingen die ik wel graag wil delen! Ik zou geen blog hierover schrijven als ik niet een paar highlights heb, immers.

Verbeteren

Aan het einde van November 2023 had ik afwijzingen binnen van alle uitgevers die ik heb benaderd met Declipse: Revolutie. Het was een klap in mijn zelfvertrouwen, zo veel is duidelijk. Nu ik die klap verwerkt heb, ben ik echter weer met volle moed vooruit aan het kijken. Mijn eerste stap is achterhalen waarom: wat had ik anders moeten doen?

Helaas bieden uitgevers geen tekst en toelichting bij een afwijzing. Ze krijgen simpelweg te veel manuscripten toegestuurd om alles inhoudelijk te behandelen. Zeker aangezien ze met emotionele mensen te maken hebben, is het te intensief om iedereen persoonlijk te behandelen. Dat betekent echter ook dat ik geen idee heb waar ze op afknapten: is mijn proza te kinderlijk, is er iets mis met mijn verhaallijn, of is er iets anders? Ik ga er achter moeten komen voor ik er aan kan werken.

Dit jaar wil ik dan ook kijken of ik een agent wil vinden. Iemand met verstand van uitgevers die mensen helpt om zichzelf te verbeteren en uitgegeven te worden.

Hoe?

Ik heb nog geen idee. Dat wordt de eerste stap.

Google lijkt me een prima begin.

Groeien

Kijken naar het verleden is een uitstekend begin, maar dat is een begin. Ik wil ook vooruit kijken. Dit jaar ga ik mijn schrijfervaring laten groeien.

En die groei kan alleen maar plaatsvinden met oefening. Ik heb mijn toch al beperkte vrije tijd verder volgepland voor die oefening. Jullie zullen de vruchten van die oefening gaan plukken: ik ben van plan om alles op deze website te zetten!

Op die manier groeit mijn ervaring, maar ook mijn portfolio.

Elke maand wil ik een kort verhaal schrijven. Hierbij zal ik variëren in thema, wereld, en taal, om variatie te bieden. De ene maand kan het een deel van Declipse omvatten, de volgende een deel van A Cage for Horrors. Misschien is het ook wel een heel andere wereld, of een heel ander concept.

Het doel is dat ik mezelf uitdaag en nieuwe dingen probeer. Ik wil kijken of ik ergens over struikel dat me óók ligt. Misschien vind ik wel een onverwachte passie!

Ook wil ik handpalmverhalen proberen. Ik weet nog niet wat ik daar van vind… maar daarom ga ik het proberen!

Wat is een handpalmverhaal? Dat behandel ik in mijn volgende blogje… en meer!

2023 volhouden in 2024

De laatste belangrijke stap is het goede vol te houden. Toen ik in Augustus begon met het schrijven van blogjes, had ik niet verwacht dat het zo’n passie zou worden. Ik geniet van het schrijven van elk blog en het verzinnen van de onderwerpen. Elke keer als ik weer een ‘eureka’ moment heb, is het weer genieten. De wekelijkse blogjes gaan dan ook door!

2024 zal gevuld worden met nieuwe onderwerpen. Van blikken terug, op de oorsprong van Declipse, tot blikken vooruit, naar de nieuwe plannen. Ik ga schrijven over technieken, nieuwe dingen, en andere processen. Het wordt mijn kleine dagboek in de aanloop naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.

Daarnaast zal ik ook meer ervaring opdoen met SEO en de leesbaarheid van mijn blogs. Het blijft een leerproces, maar ik hoop hier ook onderzoek naar te kunnen doen!

En, natuurlijk, als laatste…

Herzien, herschrijven, en voorbereiden voor NaNoWriMo 2024!

Mijn werk van November 2023 ga ik herzien. Ik heb in December gerust en mezelf toegestaan om te herstellen van de uitputtingsslag van November. Het verhaal is weer fris in mijn hoofd, dus in Januari ga ik beginnen met het reviseren. Eerst ga ik alles lezen en notities maken en daarna ga ik dat wat ik anders wil zien herschrijven.

Daarmee is dan de Hemingway Versie af. Deze maak ik beschikbaar voor iedereen die het maar wil lezen!

Voor NaNoWriMo dit jaar heb ik twee doelen. Ik wil wederom een nieuw verhaal schrijven en ik wil het dit jaar beknopter houden. Mijn ervaring van dit jaar vertelde me dat ik te hard wil gaan. Ik wil te veel schrijven en een langer verhaal is niet noodzakelijk een beter verhaal. Dit jaar wil ik dus weer terug naar de lengte van mijn voorgaande verhalen: twaalf tot zestien hoofdstukken lang. Dat betekent dat ik in theorie in twee weken klaar kan zijn, waardoor ik ook meer tijd voor mezelf overhoud.

In augustus en september ga ik dit voorbereiden. Tot die tijd kan ik naar oude verhalen en tekeningen kijken. Dat is waar ik de inspiratie voor A Cage for Horrors vandaan heb gehaald, immers!

Grootse plannen

Al deze dingen heb ik niet aan mijn vrienden verteld. Sommige dingen verzin je pas later, als je er echt over nadenkt. Naast mijn persoonlijke doelen vind ik dat ik het hiermee druk genoeg zal hebben. Ik heb een roleplaying campagne om af te ronden en een nieuwe om te beginnen. Mijn broertje komt nog steeds regelmatig langs om te gamen en ik wil mijn vrienden ook nog wel eens zien. Er zijn concerten en conventies waar ik naar toe wil.

En mijn baas wil me ook nog wel eens op kantoor zien.

Het leven is druk. Ik moet er zelf wat leuks van maken, maar 2024 belooft fantastisch te worden!

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑