Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Tijd (Pagina 1 van 3)

Alleen maar lezen

Het is alweer een tijdje geleden sinds ik over de Silent Book Club heb verteld. Destijds was mijn mening middelmatig, maar naar mijn eigen woord ben ik toch blijven gaan. De eerste ontmoeting werd er alleen gelezen, met achteraf nog de kans om wat na te praten. Dat ging mis, omdat ik apart was gaan zitten van de groep. Ik dacht dat er meer mensen in het café gingen zitten… maar ik was alleen met drie anderen. Het gesprek was snel afgelopen.

Bij opvolgende bijeenkomsten ben ik toch beter bij de groep gaan zitten. Ik heb hele pillen van boeken meegenomen, wat zeker de aandacht trok. Het was fijn om erover te kunnen vertellen. Zo ook toen ik wat experimentelere boeken mee begon te nemen. De afgelopen paar keren heb ik alleen maar boeken van Kickstarter of self-published verhalen meegenomen. Het is bijna een ritueel geworden om een boek te kiezen dat ik speciaal voor de boekenclub mee zal nemen.

Het is redelijk veilig om te zeggen: het is me goed gaan bevallen. Ik ben er lekker ingerold en geniet ervan om gewoon in stilte met deze mensen te lezen. Achteraf horen wat mensen hebben gelezen vergroot mijn TBR-lijst ook weer… wat alleen maar goed is!

Maar het afgelopen weekend was een bijzondere bijeenkomst. We gingen niet alleen maar lezen…

Alleen lezen heeft wel zo zijn voordelen.

Jarenlang samen alleen lezen

Afgelopen weekend was het drie jaar geleden sinds de Amsterdamse groep was opgezet. Hoewel ik er nog geen jaar aan meedoe, was ik ook van harte welkom om dit te vieren. De organisatrice had een evenement georganiseerd dat heel goed paste bij het idee van de club.

Op zaterdagmiddag, om een uur of twee, zouden we allemaal samenkomen. Niet op een locatie, maar gewoon thuis, via Kumospace. Ik wist niet dat het bestond, alleen maar dat het was waar we samen zouden praten. Het is een chatruimte waarin iedereen zijn of haar eigen blokje in een kamer kan neerzetten. Als je webcam aan staat, ben je te zien in dat blokje. De kamer voor de boekenclub was ingedeeld in leesgedeeltes, zodat iedereen zijn of haar voorkeuren duidelijk kon maken.

In die ruimte kregen we een korte inleiding en een klein praatje. We vertelden allemaal wat we van plan waren, waarna we uitlogden om de jubileumviering te beginnen.

We gingen lezen. Iedereen alleen, om in 24 uur maar zo veel mogelijk gelezen te krijgen. Ik pakte mijn stapel en verhuisde mezelf naar de bank. Met Spotify op de achtergrond en een kat op schoot pakte ik het eerste boek… en begon ik te lezen.

En wat werd er gelezen?

Ik had een serie voorbereid. Op Kickstarter had ik ooit de ‘Chronicles of the Dawnblade‘ serie ondersteund. Als een braaf jongetje ben ik op de reviews op Goodreads afgegaan. Die waren zo goed dat ik besloot dat het geen kwaad kon om de hele serie te kopen. Vijf boeken, om precies te zijn, en in paperback waren ze nog goed te betalen.

Uiteindelijk, na wat gerotzooi met de post, kwamen de boeken binnen. Ik herinner me nog wel dat ze een beetje tegen leken te vallen, grotendeels door hun formaat. Het waren dunne boekjes, in vergelijking met de 500+ pagina’s die ik normaal gesproken lees. Deze verhalen waren, ter vergelijking, ‘slechts’ zo’n 250 pagina’s lang.

(hoewel dat niets zegt over hoe lang een verhaal is)

De boeken landden stevig op de TBR-lijst en kwamen in de kast terecht. Ik was nog op zoek naar een goed moment om aan de serie te beginnen toen de readathon werd aangekondigd. Wat is een mooier moment om aan een nieuwe serie te beginnen dan een poging om zo veel mogelijk te lezen in 24 uur?

Dus ik begon rond kwart over twee, alleen met mijn katten, aan het eerste boek: The Simple Delivery.

Alleen maar lezen.

Ik had me voorbereid om deze dag niets anders te doen dan lezen. Scouting was op tijd klaar. Alle klusjes waren afgerond, of konden worden uitgesteld tot zondagmiddag. Ik had een waardebon op thuisbezorgd voor mijn favoriete Turkse restaurant en wist al wat ik zou bestellen. Mijn muzieklijst op Spotify is 16 uur lang en zou niet snel aflopen. Ik was er klaar voor.

Na vier uur, iets voor zes uur ’s avonds, was The Simple Delivery uit. Met ongeveer een pagina per minuut was ik door het boek gescheurd en ik moest toegeven: het pakte. Het verhaal rolde lekker door en zette een hoop van de vaste thema’s op zijn kop. De hoofdpersoon probeerde elke kans die hij kreeg aan te grijpen om aan het avontuur te ontsnappen. Zijn heldhaftige kameraad was al dood voor ze elkaar überhaupt hadden ontmoet en was enkel een spookachtige aanwezigheid. De woeste Ork was niet woest, maar een geleerd man.

Het was genieten.

Met het eerste boek achter de kiezen kon ik even opstaan, de benen strekken, en eten bestellen. Toen dat was gedaan, dook ik gelijk het tweede verhaal in.

Dat boek zou het einde van de avond niet halen. Om half elf kwam de achterste kaft alweer naar voren en kon ik dat boek ook wegleggen. Kort twijfelde ik nog of ik door zou zetten… maar ik had mijn zinnen gezet op een doel. Voor het einde van het weekend wilde ik vier van de vijf boeken uit hebben.

En ik wilde ook nog slapen. Slaap begon tegen die tijd toch wel aantrekkelijk te klinken. Mijn nek protesteerde en mijn benen waren ongewend geraakt aan het vele zitten en liggen op de bank. Toch zette ik door.

Pas om 1 uur zou ik richting mijn bed gaan, 110 pagina’s diep in The Odd Sea.

De afsluiter

Op zondag werd ik om acht uur wakker. Na de nodige ochtendrituelen lag ik weer op de bank, gewapend met een kop koffie en mijn boek. Ik ging door waar ik was gebleven en had maar één doel: het boek moest vóór twaalf uur uit.

Want om twaalf uur moest ik vertrekken. We zouden het laatste uur van de readathon met zijn allen op locatie doen en ik wilde erbij zijn.

Maar niet met twee boeken. Dat is vragen om schade aan je kaft en ik hecht waarde aan mijn boeken.

Het lukte allemaal. Ik kon zelfs zo’n 30 pagina’s in Wrath and Wraiths lezen voor ik richting het station moest. In de trein (je raad het nooit) werd er verder gelezen en op de bijeenkomst sloeg ik een stevige deuk in de overgebleven pagina’s. Alles wees er naar dat het boek tegen de tijd dat ik thuiskwam, die middag, uit zou zijn.

En toevallig genoeg was het vierde boek ook een afsluiter van de eerste ‘arc’ van de serie. Het was een keerpunt voor de hoofdpersoon, die alles om hem heen meer serieus begon te nemen. Een goed punt om het weekend mee af te sluiten: een TBR-lijst die vier boeken armer was en ik een ervaring rijker.

Nu nog een goed moment vinden om dat vijfde boek open te slaan…

Vaker alleen lezen?

Ik zou dit niet regelmatig doen. Voor het jubileum van de club was het leuk – ik genoot er zeker van…

Maar het neemt wel een hap uit je planning. Op zaterdag heb ik alles bij elkaar elf uur gelezen, en op zondag nog eens zes uur. Daarna moest ik haasten om de dingen die ik tot zondagmiddag uit had gesteld geregeld te krijgen. Het leven gaat door, immers, ook als je alleen aan het lezen bent.

Hoewel dit voor evenementen zeker voor herhaling vatbaar is… gaat dit geen maandelijks evenement worden.

Zo lang is mijn TBR-lijst nou ook weer niet.

Plezier van bloggen

Het is inmiddels een jaar geleden sinds het eerste blogje op deze website live ging. In het afgelopen jaar heb ik plezier en frustratie ervaren en is er een hoop gebeurd. Ooit was het de bedoeling dat ik Declipse zou aanprijzen op deze website. Dat doel is inmiddels veranderd, ook al is de schrijfwens er nog steeds.

Tijd voor een kleine blik terug, denk ik zo: wat heeft dit blog me opgeleverd?

Terugkijken op een jaar werk en plezier

De mindere dingen

Content creation is hard werk. Hoewel dit blogje was bedoeld als een verzameling ervaringen, werd het al snel meer. Ik had mezelf een doel opgelegd: elke week een blog publiceren. Het duurde dan ook niet lang tot de onderwerpen afdreven. Van het proces van uitgeven naar inspiratie, en andere dingen die zijn geschreven.

Maar de onderwerpen komen lang niet altijd even makkelijk. Soms heb ik een vlaag van inspiratie en worden er vier, vijf posts voorbereid. Die werk ik dan uit als het weer tijd wordt om een blogje te maken. De momenten van inspiratie komen met groot plezier: het geeft een gevoel van voorbereiding.

Maar die ideeën zijn lang niet altijd even goed. Er staat al tijden een concept klaar om te praten over schrijfvoer. Eten en drinken die goed gaan bij het schrijven. Het leek ooit een goed idee!

Ooit.

Helaas blijven de onderwerpen niet zomaar komen. Soms wens ik dat ik een ruimer schema had gekozen. Dat ik meer tijd zou hebben om interessante onderwerpen te vinden. Misschien zouden de blogjes dan ook wat positiever zijn!

Maar het schema zorgt er in ieder geval voor dat er regelmatig geschreven wordt. Het is anders schrijven dan een boek, een blogje is immers meer een monoloog dan een verhaal. Er is geen fictie, hoewel de korte verhalen dat wel een tijdje probeerden te injecteren.

Misschien toch weer eens flitsfictie proberen. Daar kan een blogje mee gevuld worden!

Zie, de ideeën vloeien nu al.

Wat brengt dan wel plezier?

Ik heb het al een paar keer laten vallen: niets is mooier dan feedback. Of het nou positief of negatief is, weten dat je niet alleen voor jezelf creëert is motiverend. Toen ik begon met bloggen, had ik weinig verwachtingen. Het idee was om te beschrijven en gaandeweg wat te leren. Ervaring kan je op alle mogelijke manieren opdoen, immers!

Maar het blog was voornamelijk voor mezelf bedoeld. Ik wilde een portfolio opbouwen, iets om naar terug te wijzen als het ooit relevant zou worden. Het publiceren en linken op sociale media was een leuke bijkomstigheid. ‘Wie weet?’ dacht ik, ‘misschien wordt het wel wat?’

En… het werd wat. Mijn blogjes werden geen hit die de hele wereld over ging. Er zijn geen vrijwilligers die mijn schrijfsels week na week weer vertalen voor de internationale samenleving. Ik ben nog niet benaderd door kranten of ik alsjeblieft een wekelijkse column wil schrijven.

Maar toch komt er iedere keer weer feedback uit een verrassende hoek. Mensen die ik al jaren niet meer heb gesproken en opeens commentaar geven. Collega’s, klanten, en leveranciers die tijdens een meeting terloops laten vallen dat ze mijn blog lezen. En vrienden en familie komen natuurlijk regelmatig om de hoek kijken.

Het doet goed om te horen dat je niet alleen voor jezelf schrijft. Het zorgt voor meer plezier en een doel: je wil mensen niet teleurstellen!

En verder…?

Een hoop werk dat verzet is in het afgelopen jaar. Wedstrijden waar aan is meegedaan en de motivatie om aan een boek te beginnen – nu voor het echt. In de zoektocht naar content zijn er een heleboel dingen verzonnen.

Het is moeilijk te geloven dat ik al een jaar aan het publiceren ben. Dit soort dingen houd ik meestal niet zo lang vol en ik heb het te danken aan jullie lieve lezers.

Wat gaat de toekomst brengen? Ongetwijfeld een hoop schrijfwerk. Misschien een aankondiging van een publicatie. En het verzinnen van nieuwe onderwerpen gaat door… linksom of rechtsom!

De blokkade

Hoe stoer je ook doet en hoe veel je ook schrijft, iedereen loopt er wel eens tegenaan. De blokkade die alle creativiteit stopt en je voortgang tot een schreeuwende halt roept. De writer’s block.

Als dit blogje niet zo soepel leest, dan is het bij deze duidelijk waarom:

Ik worstel er momenteel zelf mee.

Twee maanden geleden schreef ik nog over ‘er lekker voor gaan zitten’. Om gewoon te schrijven wat er in me opkwam en de blokkade te overwinnen. Het is niet zo makkelijk als ik het destijds liet klinken.

Maar nu kan ik wel beter beschrijven wat er gaande is. Identificeer de problemen voor je ze probeert op te lossen.

De blokkade doorbreken gaat niet zo makkelijk.

Hoe herken je een blokkade?

Voor mij begonnen de problemen toen ik mezelf onrealistische verwachtingen op begon te leggen. Vorige week schreef ik nog over de problemen die ik mezelf op de hals haalde door drukte. Ik maakte voorkombare fouten en corrigeerde ze niet, omdat ik ze miste bij het nalezen. Er liep een combinatie van voorbereidingen en verplichtingen die niet goed samengingen. Mijn zomerkamp zou de maand doormidden knippen en ik had ook een andere vakantie om op voor te bereiden. Daarnaast had ik ook nog de werkzaamheden aan het boek en de dreef om een kort verhaal er uit te rammen.

Je raadt het al: een blokkade was het gevolg.

De deadline van het korte verhaal lag effectief anderhalve week eerder dan anders. Ik probeerde mijn alles te geven, maar een haastige voorbereiding gaf me niet wat ik nodig had. Elke zin die ik schreef was afschuwelijk en het plot wilde maar niet vooruit komen. Ik ging op kamp met een half afgerond kort verhaal en geen idee waar het naartoe moest gaan.

Het is jullie dan ook misschien niet ontgaan dat er in juli geen ‘maandelijks bonusblogje’ was.

En daarnaast?

Na zomerkamp kwam er geen rust in mijn hoofd. Er was twijfel ontstaan die niet wilde vertrekken, waardoor de blokkade werd versterkt. Is mijn werk wel goed? Kan ik wel wat ik wil doen? Is de hele oefening voor niets geweest?

Ik besloot de week na zomerkamp even voor mezelf te nemen. De druk van mijn schouders afhalen en even de verplichtingen te laten gaan. Ik hoopte dat ik daarmee mijn motivatie terug kon krijgen. Het maandelijkse verhaal liet ik varen – een goed voornemen is niets meer dan een voornemen, immers. Ik ontspande, schilderde, en deed eigenlijk niets waar ik me verplicht toe voelde.

Dat is waar een vakantie voor is, toch?

Maar de motivatie kwam niet terug. Sterker nog: ik raakte gefrustreerd. Word stond in mijn taalkbalk en keek me treiterend aan. Ik kon mezelf er niet toe zetten om het programma te openen, ook al stond de computer de hele avond aan. Zelfs als het woord ‘schrijver’ tijdens dagelijkse taallessen langskwam, was er een gevoel van schaamte. Toch is de motivatie er niet om door te gaan.

Er is een angst. Een angst dat alles dat ik opschrijft waardeloos gaat zijn. De boeken die ik elke dag lees lijken stuk voor stuk onbereikbare meesterwerken. Er is gewoon geen idee hoe ik dat ooit zou kunnen benaderen.

En ik lees nogal wat af.

Wat is er aan een blokkade te doen?

Het is een eeuwenoude vraag. Ik heb al eerder geprobeerd om hem te tacklen, maar nu sta ik er daadwerkelijk zelf voor. Het probleem stopt me en vertraagt mijn ambities, waardoor mijn energieniveau afneemt.

Het voelt als een eeuwige cirkel. Ik ben niet gemotiveerd, dus ik schaam me, dus ik raak verder gedemotiveerd. Je zou zeggen dat de motivatie eenvoudig zou moeten zijn: ga aan de slag en de schaamte gaat weg. Helaas is de realiteit anders.

Anders zou ik dit blogje niet schrijven. Schaamte is te verslaan door eerlijk te zijn tegen jezelf. Zoals ik vorige week al schreef: alles is te zien als een les.

Verder helpt het om te kunnen focusen. Door de maandelijkse korte verhalen te laten vallen, is er al aardig wat afleiding vanaf. Helaas is het niet zo eenvoudig: het persoonlijke leven, het werkleven… alles werkt mee. Ik ben nog geen fulltime schrijver, dus er zijn aardig wat andere factoren van afleiding. Hoe groter ze zijn, hoe groter de kans dat je geest gaat wandelen, en ik heb wat grote factoren die momenteel mijn achterhoofd domineren.

Soms is afwachten het beste dat je kan doen. Wachten tot de storm van afleiding voorbij is en de blokkade wegtrekt.

En altijd vasthouden: het weer wordt altijd beter.

Een handtekening in je boek

Het is een tijdloos ritueel: de handtekening van je idool vergaren. Spelers signeerden honkbalkaartjes, artiesten krijgen prints onder hun neus om te ondertekenen… en zo schrijvers ook. Op conventies is de aanwezigheid van artiesten en schrijvers vaak zeer gewild: fans willen graag iets ondertekend zien.

Verzamelaars beschouwen een handtekening als een waardeverhogende eigenschap. Het idee dat de originele schrijver of artiest een object heeft vastgehouden en bekrast maakt het meer gewenst. Hierdoor duurt het ook niet lang voor dit soort objecten doorverhandeld worden. Afhankelijk van de populariteit wisselen gesigneerde exemplaren voor honderden euro’s van handen.

Maar wat betekent dit aan de andere kant van de tafel?

Een handtekening onder Lorem Ipsum!?

Een handtekening is niet makkelijk

Een handtekening is iets persoonlijks. Het is iets dat betekent dat jij een document hebt gezien en dat je het er mee eens bent. Het mag niet eenvoudig te vervalsen zijn, omdat het gebruikt kan worden om je instemming te bewijzen.

(Daar zitten trouwens nog wel wat haken en ogen aan. De details daarvan wil ik in dit blogje niet op ingaan, maar het is wel belangrijk te benoemen)

Inmiddels heb ik door dat er voor artiesten twee belangrijke eigenschappen zijn voor een handtekening:

  1. Het moet herkenbaar zijn;
  2. Het moet snel te zetten zijn.

De twee eigenschappen lijken elkaar direct tegen te spreken. Een handtekening die herkenbaar is als zijnde van jou afkomstig, moet bijna wel iets van je naam bevatten. Dat maakt het echter heel moeilijk om ze snel te zetten: je moet immers wat schrijven.

Nou is dat normaal gesproken geen probleem. Hoe vaak zet je als een ‘normaal persoon’ je handtekening? Over het algemeen niet heel vaak, hooguit bij grote aankopen en overeenkomsten. Misschien onder een contract. Het gebeurt nooit genoeg dat snelheid echt van belang is, toch?

Toch?

Tientallen keren hetzelfde zetten

Denk je eens in dat je tien keer achter elkaar je handtekening moet zetten. Nu dat je het honderd keer moet doen. En nu, als allerlaatste keer, dat je het duizend keer moet doen. Het hoeft niet allemaal in één keer, maar het moet wel gebeuren.

Dit is waar populaire artiesten en schrijvers mee moeten dealen. Op conventies staat er een rij met mensen die ongeduldig wachten om iets ondertekend te krijgen. Schrijvers hebben signeersessies om nieuwe boeken te promoten als een ‘meet and greet’. Sommigen bieden zelfs vooraf gesigneerde boeken aan op hun eigen webwinkels.

Ik heb het wel vaker over hem, maar Brandon Sanderson heeft zelfs een podcast voor de handtekeningen. Hij moest wat te doen hebben tijdens het signeren voor de verkoop, dus is de podcast opgezet. Mede dankzij die podcast zijn nieuwe boeken de verkoop in gegaan met duizenden gesigneerde kopieën voorbereid.

Niet dat die boeken lang overbleven. Je moest er snel bij zijn om een handtekening te krijgen.

Een handtekening is kunst

Je kan je wel indenken dat deze handtekeningen geen heel uitgebreide werken zijn. Het zijn tekeningen die met twee bewegingen van de pols gezet worden. Verzamelaars weten precies hoe hun beoogde handtekening er uit moet zien.

Maar dit betekent wel dat de krabbel wegdrijft van je identiteit. Het is minder eenvoudig om af te leiden van wie het daadwerkelijk af komt, tenzij je weet hoe het er uit moet zien. Daarnaast is het makkelijker na te maken. Iemand met voldoende tijd en motivatie kan alle tijd nemen om je handtekening te oefenen. Hij is eenvoudig genoeg, immers!

Betekent dit dat het perfect is? Kunnen mensen met kwade bedoelingen een boek kopen, er een handtekening in zetten, en het duurder verkopen?

Waarschijnlijk wel!

Maar juist omdat het zo moeilijk is, zo veel werk kost om te perfectioneren, maakt de handtekening het waard. Een handtekening is een kunstwerkje dat een al bestaand werk verbetert. Mensen zijn bereid om daar voor te betalen en dat is hun goed recht. Ik snap het wel.

Als ik de kans krijg om een getekend exemplaar te bemachtigen, doe ik dat immers ook!

Hoe kom je hier zo op?

Ik keek laatst weer eens door mijn kast heen en opende voor de grap mijn eigen verhalen. Ik herinnerde me nog de moeite die ik destijds had gedaan voor die boeken. De eerste vijftien of twintig exemplaren kocht ik zelf, zodat ik ze kon uitdelen aan vrienden. Al die exemplaren waren destijds genummerd en voorzien van een persoonlijke tekst.

Ik vond mezelf al heel wat, destijds. Zo veel dat ik zelfs voor mezelf een exemplaar ondertekend had.

Toen ik in de twee boeken die in mijn kast staan keek, stond ik echter voor een verrassing. Death’s Messengers heb ik een mooie tekst voor verzonnen. ‘Een krabbel voor een boek die je in je eigen kast zet <3’.

Je hoeft het me niet te vertellen. Ik was een ware woordsmit.

In Bright Dawn stond echter een heel andere naam. De naam van iemand waar ik al meer dan tien jaar geen contact meer mee heb. Iemand waar ik in de tijd dat het boek naar de drukkers ging opeens contact mee verloor. We slaagden er simpelweg niet meer in om afspraken te plannen. Drie jaar later verloren we zelfs contact over Facebook – het grootste verlies.

Dus wat was er met mijn eigen kopie gebeurd? Ik kan wel verklaren waarom ik zijn ‘gereserveerde’ verhaal nog heb, maar degene voor mezelf? Ergens herinner ik me nog wel dat ik een kopie bij iemand in de brievenbus had gedaan. Iemand waar ik mee in de klas zat, of mee werkte, en die toevallig in de buurt woonde. Hoogstwaarschijnlijk heb ik daar destijds per ongeluk ‘mijn’ kopie voor gepakt, in plaats van een andere.

En nu?

Waar dat boek heen is, weet niemand. Ik weet niet eens meer bij wie het in de bus is gegaan. Heel lyrisch waren ze dus niet over het resultaat, anders had ik ze wel gehoord.

Natuurlijk is het jammer dat mijn verhaaltje voor mezelf verloren is gegaan. Maar zoals een goede vriend van me zegt: of je slaagt, of je hebt een mooi verhaal. In dit geval heb ik er een mooi verhaal aan overgehouden.

Ik ga er dan ook niets mee doen! Ik hoop dat, wie ‘mijn’ boek heeft, ze ervan genieten.

En misschien komt het ooit wel weer naar boven…

Opnieuw beginnen

Ik dacht dat ik alles onder controle had. Als optimistische hobbyist was het veel te makkelijk om overal eenvoudig over te denken. De wereld lag aan mijn voeten en mijn idee was onverslaanbaar… tot dat niet het geval bleek. Toen ik te horen kreeg dat mijn verhaal niet in het bestand pastte. Dat ik beter elders mijn heil kon zoeken. Tot ik te horen kreeg dat ik het beste terug naar de tekentafel kon gaan om opnieuw te beginnen.

Het is een dreun in je maag om te horen dat je werk niet goed genoeg is. Je hebt ergens je hart en ziel in gestort en had er vertrouwen in dat dit het was. Je denkt dat je je beste werk hebt neergezet en je beste werk was niet goed genoeg. Het is zo eenvoudig om er dan bij de pakken neer te gaan zitten. Om je te laten kennen en te accepteren dat er misschien niets in zat. Dan heb je kracht nodig om te gaan staan en dat ene woord tegen jezelf te zeggen.

Opnieuw.

Opnieuw, maar dan anders.

Opnieuw beginnen hoeft niet onmiddellijk

Verwerken voor opnieuw beginnen

Er is geen schaamte in falen. Mensen die niet falen, leren niets en mensen die niets leren, komen nergens. Door herhaaldelijk te falen kan je itereren en leren wat wel en niet werkt.

Vergeet niet dat dit precies is hoe het er in de dierenwereld aan toegaat. Een rat leert om van een knop af te blijven als die knop ze een schok geeft. Katten leren wat ze wel en niet kunnen maken door de tik die ze krijgen als ze te ver gaan. Het is allemaal onderdeel van het leren.

Maar dat maakt het niet meteen leuk. Leren is belangrijk, maar succes is leuker. Beroemde schrijvers worden niet bekend door de manuscripten die zijn afgewezen, maar toch zijn die werken het belangrijkste.

Dus voor je opnieuw begint, geef jezelf de kans om tot rust te komen. Het gevoel dat je het beter op kan geven is normaal. Het gevoel dat je nergens zal komen hoort erbij.

Of ben ik daar alleen in?

En dan toch weer opstaan.

Vallen hoort bij opstaan en het heeft geen zin om te blijven liggen. Opstaan vereist kracht, maar uiteindelijk moet je tegen jezelf dat éne woord kunnen zeggen.

Opnieuw.

Misschien durf je dat Word document niet te openen, of lijkt elke zin slecht. Je kan opeens niets goeds meer neerzetten en bekijkt alles drie keer opnieuw. Het is mijn theorie van wat er is gebeurd met Doors of Stone. Een manuscript viel tegen en leverde negatieve feedback op. Nu zit de schrijver vast in een deprimerende loop van twijfel, controle, en herschrijven. Er is een reden dat je niet veel meer van hem hoort.

Maar de verhalen zullen duwen. De fantasie is niet tegen te houden en je achterhoofd zal vanzelf weer beginnen met het genereren van ideeën. Het gevoel ontstaat weer en vroeger of later zet je vingers weer op toetsenbord.

Een goed voornemen om jezelf te verbeteren helpt immens. Immer vooruit!

Schrijf wat. Verzin nieuwe dingen en trek jezelf uit het dal met variatie. Declipse was mijn kindje en ik ken de wereld van binnen en van buiten. Ik ben dan ook heel andere dingen gaan schrijven. Vorige maand heb ik eindelijk weer iets voor Declipse geschreven en het heeft alleen maar positieve reacties opgeleverd. Met het dal achter me staat de wereld weer voor me open.

Vanaf de grond opnieuw begonnen.

Begin dit jaar deed ik mee aan verschillende schrijfwedstrijden. Een van die wedstrijden had schrijfcoaching als hoofdprijs, dus ik was daar extra enthousiast over.

Ik heb niet gewonnen, maar toch heb ik besloten om de coach in de arm te nemen. De resultaten van die coaching zijn sindsdien te zien geweest in de korte verhalen die ik hier publiceer. Elke maand evolueerden ze weer een beetje terwijl ik opnieuw leerde om te schrijven.

Ook heb ik samen met die coach een nieuwe synopsis geschreven. Een overzicht, hoofdstuk voor hoofdstuk, van het verhaal dat ik wil vertellen. Een heel ander verhaal dan Declipse.

Ik dacht dat ik het schrijven van een synopsis onder controle had. Het was niet zo moeilijk, toch?

Toch?

Als onderdeel van de coaching heb ik de synopsis geschreven. Na feedback begon ik opnieuw, en opnieuw, en…

Ik denk dat je wel kan raden waar dit heengaat. Er zijn aardig wat iteraties van de synopsis geweest. Er zijn details toegevoegd die alleen ik in zal zien, zoals de mentale staat van de hoofdpersoon. Dingen die ik ga moeten beschrijven, in plaats van ze te vertellen.

Nu, maanden nadat ik begonnen ben, in de eerste week van de tweede helft van het jaar, sta ik klaar. Er staan zes pagina’s aan samenvatting klaar, voor 51 hoofdstukken.

Ik had liever een ronde 50 gehad, maar helaas. Een bepaald plotpunt moest opgesplitst worden… en ronde cijfers zijn minder belangrijk dan ze zich voordoen.

Minder belangrijk dan opnieuw beginnen.

Een frisse vooruitblik

Want dat is waar ik dit blogje voor begon. Er zijn genoeg depressieve posts gemaakt en er zijn genoeg verhalen van mensen die doorzetten.

Maar wat ik hierboven heb beschreven is mijn verhaal van doorzetten.

Met een neus in de lucht en ogen open gaan we de toekomst tegemoet…

Maar ik doe dat wel vanuit mijn werkkamer, met de gordijnen dicht. Anders reflecteert het zonlicht in mijn scherm.

Zomer? Wat is dat?

Er lekker voor gaan zitten

Ik heb het al meerdere keren geschreven: schrijven is een creatieve vaardigheid. Het is als zingen, tekenen, dansen, en zo veel andere creatieve uitingen. Dat betekent dat je het kan oefenen en er beter in kan worden. Je creativiteit is een spier en die spier groeit en wordt sterker met gebruik. Dat is een van de redenen dat ik mijn goede voornemen van dit jaar had genomen. Ik wilde meer oefenen met simpelweg zitten en schrijven.

Maar is het zo simpel? Kan je gewoon gaan zitten, een leeg Word document openen, en beginnen? Is het mogelijk om met jezelf af te spreken ‘vandaag ga ik een boek beginnen’?

Hier zijn meningen over. Vandaag ga ik praten over een paar van die meningen… en natuurlijk wat ik daarvan denk!

Zitten en schrijven is niet altijd makkelijk

Jezelf dwingen om te gaan zitten

Recentelijk las ik een stukje waarin een van mijn favoriete schrijvers hard taalgebruik neerzette. Hierin geeft hij aan dat je een planning moet maken – en je er aan moet houden. Als je jezelf voorneemt om elke dag tussen zeven en acht te gaan zitten en schrijven, dan doe je dat. Schrijf en bewaar je werk. Dwing jezelf om te schrijven, als het nodig is.

Dat is iets waar ik van schrok. Tijdens bepaalde maanden ben ik zeker in staat om mezelf te dwingen. Wat ik niet kan, is dat consequent doen. Als ik mezelf zou dwingen om elke dag, elk vrij uur, te besteden aan schrijven, zou ik gek worden.

Maar is dat wel zo?

Professionele schrijvers leven van hun creatieve werk. Het is een voorzichtige droom van mij om dat punt ooit te bereiken, al vereist het nog veel werk. Dat betekent ook dat een consequente output van een zeker belang is.

De hoeveelheid werk die Brandon Sanderson elk jaar weer neerzet, is misschien wat hoog gegrepen. Hij geeft aan dat hij consequent elke dag ongeveer 2500 nieuwe woorden schrijft. Daarnaast doet hij revisiewerk en correspondentie met partners en uitgevers. Alles bij elkaar komt het neer op zo’n 5000 woorden per dag.

Maar je wil ook voorkomen dat je bekend komt te staan als de volgende Patrick Rothfuss, of George RR Martin. Schrijvers die inmiddels berucht zijn, omdat hun volgende werk maar uit blijft. In verschillende kringen worden ze al belachelijk gemaakt en dreigen ze de nieuwe Duke Nukem Forever te worden. Hun volgende boek moet voldoen aan zulke hoge verwachtingen, dat ze alleen nog maar kunnen teleurstellen.

Dat is iets om te ontwijken. Door elke dag te schrijven en consequente output te bereiken, doe je dat. Daar heb je wel een sterke creatieve spier voor nodig!

Achter je ‘Muse’ aan

Het moment van inspiratie treft je lang niet altijd op een opportuun moment. Het is mogelijk om een hele avond naar een blanco document te staren zonder ook maar iets te bereiken. Pas de volgende dag, tijdens een meeting waarin je geen laptop bij je hebt, komt dat eureka moment dan. Precies op het moment dat het niet uitkomt. Wanhopig pen je wat steekwoorden neer en probeer je de rest te onthouden. Je dagdroomt, je fantaseert…

En als je die avond, moe van kantoor, koken, schoonmaken, en alles er omheen gaat zitten… lukt het niet.

Je inspiratie is niet af te dwingen. Als je probeert om jezelf te dwingen, ligt de lat zo veel hoger. Elke zin die je schrijft voelt verkeerd, elke dialoog houterig. Het wordt lastig en vervelend… en het gaat je tegenstaan.

Of, dat is in ieder geval mijn ervaring. Schrijven is immers (nog) niet mijn werk, het is een hobby. Ik offer waardevolle vrije tijd op om te schrijven. Als het niet wil lukken, wil ik niet het gevoel hebben dat die tijd verspild is. Zo veel vrije tijd is er immers niet in mijn leven.

Daar staat tegenover dat elk moment van inspiratie dan ook wel gegrepen moet worden. Met beide handen en volledige overtuiging. Als je inspiratie toeslaat, is dat het moment om alles te laten vallen en te schrijven. Wie weet hoe lang die inspiratie blijft, of wanneer je tegen het volgende obstakel aanloopt. Wie weet wanneer de Writer’s Block toeslaat en je bent toegewezen aan je lot.

Het is een gejaagde mentaliteit, maar het schrijfwerk is leuk en productief.

Maar is gaan zitten wel zo veel werk?

Je schrijft ongemerkt veel meer dan je verwacht. Hoewel 2500 woorden per dag veel klinkt, is het iets dat in perspectief moet worden geplaatst.

Dit blog is op dit moment 718 woorden lang. Als ik het nakijk en reviseer, klopt dat misschien niet meer, maar op het moment van schrijven wel. Ik ben inmiddels zo’n 45 minuten aan het schrijven en heb mijn schrijfwerk regelmatig onderbroken. Ik heb gezocht naar afbeeldingen, links naar QA’s, webpagina’s, en eerder geschreven blogjes. Mijn blogjes zijn meestal rond de 1000 woorden en ik schrijf ze in ongeveer een uurtje als ik er lekker voor ben gaan zitten.

Daarnaast is het zijn van een spelleider ook een schrijversrol. Hoewel ik al eerder heb uitgewijd over de verschillen tussen schrijven en roleplayen, blijft het onmiskenbaar. Je bent een verhaal aan het schrijven. Hoewel het aantal woorden dat je daarmee schrijft wat minder goed te kwantificeren is, blijft de oefening aanwezig. Je zoekt naar twists en spannende plots. De oefening is aanwezig en er is een daadwerkelijke deadline: je verhaal moet af zijn voor het volgende spelletje. Hoe lang het is maakt niet uit, als het maar bevredigend is. De spelers maken een sessie toch altijd langer dan je dacht.

De vinger op de zere plek

Ik was nog op zoek naar een bevredigende conclusie van dit blogje toen ik die laatste paragraaf schreef. Deze blogjes zijn een ontsnapping voor mij: ik schrijf waar mijn hart me heen brengt.

Daarom zijn ze soms ook wat minder samenhangend. Soms weet ik gewoon nog niet waar ik naartoe aan het werken ben.

Maar die laatste paragraaf vertelde me precies waarom je soms gewoon moet gaan zitten. De deadline.

Mijn blogjes worden elke woensdag gepubliceerd. Daardoor heb ik een motivatie om op tijd te schrijven en mezelf aan het werk te zetten. Daarnaast ben ik elke drie weken de spelleider van een roleplaying sessie. Als ik die niet op tijd af heb, kan ik de afspraak net zo goed afzeggen…

En het is al zo moeilijk om zes volwassenen tegelijk om één tafel te krijgen. Afzeggen is absoluut geen optie.

Zo hebben uitgeverijen ook hun deadlines. Zeker als ze een grote schrijver aan de haak hebben, willen ze weten waar ze aan toe zijn. Wanneer komt het manuscript?Op welke datum moet de printer uiterlijk de documenten hebben? Hoe organiseren we de logistiek rondom de distributie? Het is een spelletje van deadlines en projectmanagement. Heeft de grote schrijver hun 491.000 woorden tellende manuscript niet op tijd af? Dan kan het zomaar zijn dat de printer de vrijgekomen tijd opvult met ander werk. Niemand heeft zin in die vertragingen. Vertragingen zijn duur.

Dus wat is de beste manier om goed te gaan zitten?

Zorg er voor dat je een deadline hebt. Dat je een doel hebt waar je naartoe werkt en waar je je aan moet houden. De creativiteit vloeit dan vanzelf… en misschien kan je jezelf ook wel dwingen aan het werk te gaan.

Die paragrafen die je haat en die houterige dialogen?

Dat is waar revisies voor zijn.

HELMET: Crash and Burn

When I wrote my first NaNoWriMo in the world of HELMET, I improvised a lot. I think it was one of the most unhinged ones, if only because it was all built from daydreams. Putting it to paper was a nightmare…

So, naturally, it was perfect for publication! I remember that I printed the story of Exile out on the lowest quality setting of my printer, put it in a folder, and just sat on the couch, manually picking out about half of the spelling and grammar mistakes. I was proud of myself when the print-on-demand publisher accepted it.

It never sold, even though I published a followup story not much later. I blamed everyone but myself, not even considering the fact that it may not have been that great. I kept writing, and writing, and, eventually… The interest in Exile just withered. A whole third story was written, but died on the editing floor. I was unhappy with it all, so I left it where it was.

When I started working to get published for real, this time, I started looking back at those books. I have always jokingly called them my ‘old shames’, despite my friends telling me to be proud of them. Now, I look at them as something that I achieved, even though I still get annoyed at the ‘publisher’ when I think about them.

The itch came back. I decided to write in the universe again, though Exile and his friends were a no-go. I needed to write about someone else in the HELMET universe where everyone went by their callsigns. The slightly silly and edgy quirk I gave to this world, where names like Exile, Black Widow, and Nuts and Bolts where acceptable.

That’s how Crash and Burn came to life. I didn’t set out to write a specific kind of story. I just wanted to practice and to write in my old world.

Enjoy!

Find and read or download the story here!

Alles bewaren

Ik heb al eens geschreven over mijn tijd op de middelbare school. Het was een vreemde tijd, een tijd waarin je documenten niet zomaar kon bewaren op de schoolcomputers. Als je op de mediatheek iets wilde schrijven en opslaan, kon je een floppydisk kopen bij de balie. Alternatief kon je er zelf een meenemen, maar iets op de harde schijf opslaan was uit den boze. Andere mensen moesten die computers immers ook gebruiken!

We hadden destijds al internet in de mediatheek. Verschillende varianten van webmail bestonden al, maar dat was lang niet altijd toegestaan. Je kon dus technisch gezien iets naar jezelf mailen… als je tegen de 2MB opslaglimiet kon. Soms was het kiezen of delen: is mijn werk goed genoeg om te bewaren?

Hier kan je 1,44MB aan verhaal op bewaren

Kiezen wat te bewaren?

Het is moeilijk om te geloven, maar ooit was 1,44MB een heleboel opslagruimte. Tegenwoordig is een SSD van 1 Terabyte al voor €67,19 te koop en die prijs gaat alleen maar omlaag. Het is dus niet moeilijk om grote hoeveelheden data op te slaan.

In verhouding wordt het gemiddelde Word bestand in de kB’s gemeten. Declipse: Revolutie was uiteindelijk 477kB en zou dus een paar keer op een dergelijke floppydisk passen. Declipse: Revolutie was ook 171.000 woorden, dus je kan je wel inbeelden hoe veel woorden op een floppydisk gaan.

Maar ik was me er constant van bewust dat mijn ruimte beperkt was. Die floppydisk kon maar beter niet te vol raken, want anders kon ik misschien iets niet opslaan. Ik was bang voor het moment dat mijn magnum opus niet op de floppydisk zou passen.

Maar ik schreef wel een heleboel. Lang niet alles was even goed als al het andere. Soms zat er een pareltje tussen, relatief gezien voor mijn werk van de tijd, maar er was ook genoeg rotzooi. Achteraf gezien heb ik waarschijnlijk meer werk vernietigd dan ik heb opgeslagen.

Destijds keek ik geen moment achterom. Altijd vooruit, altijd door.

Of toch delen?

En wat een spijt! Wat heb ik een ontzettende spijt van alles dat ik heb weggegooid!

De mapjes met mijn oude verhalen hebben namen als ‘old shame’ en ‘rejected’. Ik heb een periode gehad dat ik het woord ‘revisie’ graag gebruikte. De mapjes zijn een zooitje.

Als ik terugkijk naar dat werk, schaam ik me kapot voor wat ik op papier heb durven zetten. Het was afschuwelijk werk… maar het was ook werk vol van fantasie en inspiratie. Misschien was ik niet goed in het op papier zetten van mijn oude dagdromen, maar ze waren zeker… uniek.

Herschrijven is dankzij die oude verhalen bijna net zo natuurlijk als het verzinnen van nieuwe dingen. Als de inspiratie even tegenzit en alle andere methodes niet werken, open ik die oude folders. Ik kijk naar wat ik vroeger schreef, waar kleine Rik zijn gedachten heen liet wandelen. Die werelden zijn het herbeleven altijd wel weer waard.

Regelmatig denk ik terug aan wat ik had kunnen bewaren, maar niet heb gedaan. Dan probeer ik me te herinneren wat had kunnen zijn.

Dus, alles bewaren?

Het heeft even geduurd, maar ik begrijp eindelijk waarom mijn moeder alles van mij heeft bewaard. Alle werkstukken, hele fotoboeken, dingen die ik ooit heb gemaakt. Niks is weggegooid, maar alles is in een map gestoken, of in een doos, of een fotoboek…

Het is allemaal terug te kijken.

Ik ben niet nostalgisch ingesteld. Vakantiefoto’s negeer ik en ik neem amper foto’s of video’s op concerten. Het zijn de herinneringen waar ik het voor doe, niet de bewogen en onderbelichte foto’s of filmpjes met slecht geluid.

Maar voor mijn creatieve werk maak ik een uitzondering. Mijn geheugen is duidelijk niet goed genoeg, want er zijn genoeg verhalen die ik me niet meer herinner. Concepten en ideeën die door de tijd zijn opgeslokt, om nooit meer terug te keren. Ze hebben ruimte gemaakt voor nieuwe dingen, maar wie weet wat voor goudmijnen er verloren zijn gegaan.

Je kan het beste alles bewaren. Om de ruimte hoef je het toch niet te doen.

Actualiteiten in Fictie

Tijdens de afgelopen maand heb ik meerdere blogjes besteed aan het herinneren van de weg die Declipse heeft afgelegd. Het is een product van liefde, maar tijdens het derde blogje kwam er een pijnlijk punt naar boven. De actualiteiten hadden mijn fictie ingehaald.

Om te herhalen wat ik destijds heb geschreven: Europa kende een relatieve vrede. We waren enigszins tevreden met elkaar en er hing weinig dreiging boven ons hoofd van onze directe buren. Natuurlijk waren er meer dan genoeg verhalen van geweld in het nieuws, maar dat was allemaal niet in Europa. Voor iemand die de wereldkaart niet goed kende, had het net zo goed op een andere planeet kunnen gebeuren. Enkel op het nieuws kwam het nog regelmatig terug.

Actualiteiten zijn overal te vinden en ze zijn nooit je vrienden.

De actualiteiten haalden me in

Dat is allemaal veranderd. Het is inmiddels bijna niet weg te denken uit het nieuws. Het is moeilijk te geloven dat er al twee jaar een oorlog woedt in Europa, maar toch is het zo. We hebben ons altijd als vooruitstrevend beschouwd, zoekend naar vrede. Een oorlog op Europees grondgebied was ondenkbaar. Er was een annexatie die achteraf gezien minder vriendelijk was dan ik destijds begreep, maar verder…

Ik voelde me dan ook gesterkt in mijn idee om een klassieke vijand te nemen. De Russische grootmacht was al een tijd lang niet meer in de actualiteiten geweest. In tientallen, misschien wel honderden verhalen waren ze al de vijand. Een verhaal extra kon geen kwaad, toch?

Jarenlang heb ik geschreven met dit in het achterhoofd. Het was allemaal leuk, onschuldig, en, misschien wel het belangrijkste, verre van de realiteit. Langzaam maar zeker verwerkte ik fantasie tot verhalen en structuren. Mijn magnum opus begon vorm te nemen. Ik maakte plannen om het allemaal tot één groot geheel te verwerken. Ik had er vertrouwen in.

En toen was het februari 2022. Het was opeens onmogelijk om beelden van een grootscheepse aanval op het nieuws te vermijden. De actualiteiten werden gevuld met beelden van een front dat elke dag dodelijker en venijniger werd.

Mijn fantasieën leken opeens niet meer zo onschuldig.

De reacties van anderen

Ik heb mezelf tijdens het schrijven en reviseren meerdere keren moeten verzekeren dat wat ik deed… niet verkeerd was. De brede lijnen van het verhaal van Declipse waren al lang vóór die gebeurtenissen uitgewerkt. Er waren geen banden tussen mijn slechterikken en de mensen in de actualiteiten… maar toch.

Als mensen me vroegen te vertellen waar mijn verhaal over ging, kreeg ik vreemde blikken. Het maakte mensen ongemakkelijk om het onderwerp van een instabiel Rusland te bespreken. Er werden conclusies getrokken en ik heb meerdere gespannen gesprekken gevoerd.

Ik kan het aantal mensen dat me indirect beschuldigde van het verheerlijken van de oorlog niet op één hand tellen. Ik kon me hier wel tegen verdedigen – zie de punten die ik hierboven maakte – maar het maakte elk gesprek geladen. Achteraf gezien had dat misschien een hint moeten zijn dat mijn timing niet perfect was.

Maar ik had net de motivatie ontwikkeld en het verhaal geschreven. Ik was gehamerd om het door te zetten en het alsnog te proberen.

Waren de actualiteiten tot last?

Uiteindelijk heeft geen enkele uitgever mijn afgemaakte manuscript geaccepteerd. Ik kan niet met zekerheid zeggen of deze problemen daadwerkelijk tot die afwijzingen hebben geleid. Geen enkele uitgever heeft me daadwerkelijk een reden gegeven… maar het idee leeft wel in mijn hoofd. Uitgevers zullen je nooit vertellen waarom ze je manuscript afwijzen, daar hebben ze het gewoon te druk voor.

Ergens in mijn achterhoofd wil ik niet geloven dat het nieuws de reden van afwijzen was. Hoe graag ik ook geloof dat de versie van Declipse die ik uiteindelijk ingediend perfect was, niets is minder waar. Het zit vol met fouten in stijl en verhaal, ook al was het weer een stap in de juiste richting. Dat is waarom ik momenteel aan het oefenen ben.

Het verhaal van gisteren bevatte weer een hoop veranderingen in mijn stijl. Valt het op?

Wat kan ik hier aan doen?

Niet veel. De actualiteiten zullen altijd actueel blijven en de dingen die momenteel gebeuren zullen nog lang in het geheugen blijven. Hoewel Declipse haar eigen verhaal heeft, zal het wel herinneringen en vergelijkingen uitlokken. Betekent dit dat ik weer terug moet naar de tekentafel? Moet ik alles omgooien, vanwege de dingen die momenteel in de wereld gebeuren?

Pierce Brown kreeg zijn razend populaire Red Rising serie pas aan de man toen hij een Hunger Games element had toegevoegd. Dat was wat op dat moment populair was en daarvoor heeft hij aanzienlijke delen van zijn verhaal veranderd. Brandon Sanderson is op dit moment toe aan het slaan met deluxe ‘Prime’ versies van zijn boeken. De eerdere vormen van zijn grootste hits. Deze versies lijken niets op de versies die uiteindelijk zijn uitgegeven en laten alleen maar zien hoe veel werk hij heeft verzet. Hij heeft alles veranderd vóór hij razend populair werd.

Kortom: teruggaan naar de tekentafel hoort er bij. Of ik dat voor Declipse ga doen, moet ik nog bekijken. Er zijn nog genoeg andere verhalen waar ik naar kan kijken vóór Declipse weer om de hoek komt. Ik kan altijd gaan nadenken over dingen die ik wil veranderen, of wil houden. Een frisse wind heeft soms wat tijd nodig om te waaien, immers!

De tijd zal het leren.

De Contracthouders: Demonische Verrader

Als vakkenvuller bij de Albert Heijn heb je meer dan genoeg tijd om te dagdromen. Product na product ben je de vakken aan het bijvullen, een proces dat niet direct enerverend is. Tijdens die hersendodende uren (en ik heb er een tijd gewerkt) werden de eerste zaadjes geplant voor de Contracthouders. Vreemd genoeg was mijn eerste beeld dat van een krijger die een lading vruchten schilde door ze in de lucht te werpen en de tijd stop te zetten. De vruchten vielen daardoor in een oogwenk geschild en gesneden op hun plek.

Ik werkte in een Albert Heijn. Ik was omringd met groenten en fruit. Kan je het me kwalijk nemen?

Het is een wereld die ik nooit heel goed heb uitgewerkt, maar altijd achterin mijn hoofd is blijven hangen. Ooit heb ik er een (heel) kort verhaal voor geschreven dat meer gebruikt werd om een beëindigde relatie te verwerken, maar meer ook niet. Ondanks die achtergrond was het wel een grondlegging voor wat ik wilde bereiken. De essentiële onderdelen waren er. Er was een geheime oorlog, die stilletjes achter de schermen werd uitgevochten. De hoofdpersonen behoorden tot één van de strijdende zijdes en probeerden nieuwe krijgers te ronselen.

Het korte verhaal voor April heeft hierdoor ook meer tijd doorgebracht in de planning dan anderen. Ik heb besloten om de wereld eerst wat vlees te geven, voor ik er echt in zou schrijven. De geheime oorlog moest een reden krijgen, de strijdkrachten aan beide zijdes een motivatie. Hoewel ik die reden maar amper heb belicht in dit verhaal, zijn de beide kanten goed tot hun recht gekomen.

Volg deze maand Else, een studente in Business en Marketing en een van de Contracthouders. Haar baas heeft een opdracht voor haar die haar loyaliteit en vaardigheden zullen testen. Als Else er achter komt wie ze tegenover zich heeft staan… is niets meer zeker.

Lees of download het verhaal hier!

« Oudere berichten

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑