Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Roleplay

Een verhaal met een goed gevoel

Typisch gezien schrijf en lees ik bepaalde verhalen. Ik ben een fan van thrillers en fantasy, maar voeg daar ook graag militaire fictie aan toe. Het zijn verhalen die me een bepaald gevoel geven, waar ik me in kan inleven. Het is fijn om mee te gaan in een avontuur waarin het dagelijks leven in de balans hangt.

Met mij zijn er een heleboel mensen die van precies datzelfde genieten. Er zijn echter genoeg mensen die ook van andere soorten verhalen houden. Mijn smaak is gelukkig verre van de enige.

Een van de stijlen die haaks op de mijne staat, is het feelgood verhaal. Een verhaal waar misschien geen spanning en sensatie is, maar meer focus op de personages ligt. Wat zij doen en meemaken, iets dat heel normaal en alledaags kan zijn, staat centraal. Het hele doel van deze verhalen is dat je er een fijn en goed gevoel aan overhoudt. Het is niet iets waar ik mijn aandacht bij kan houden.

Dit weekend heb ik geprobeerd toch iets dergelijks te bereiken.

Deze schatjes geven toch een goed gevoel

Laten inspireren voor het gevoel

Ik heb het er eerder wel over gehad: ik roleplay veel met mijn vrienden. Als onderdeel hiervan spelen we regelmatig samen en komen er verschillende ideeën langs. Waar de een graag avonturen voor volwassenen schrijft, heeft de andere juist een verhaal over kleine kinderen.

Een van mijn vrienden had een dergelijk verhaal geschreven. In plaats van een hele wereldbedreigende situatie op te lossen, speelden we weeskinderen. Onze doelen? Aai de grote hond, verkrijg snoepjes, en drink (een slokje) bier. Alcoholisme is een serieuze zaak, maar tijdens dit spel konden we ons hoofd daar niet naar zetten.

Natuurlijk speelde ik de klikspaan.

Het was een ontspannen spelletje. We deden aan kattenkwaad, in plaats van serieuze zaken. Ik denk dat de kinderen die wij speelden schattiger waren dan de meesten, maar ik ben misschien bevooroordeeld. Wel waren we het er allemaal over eens dat we maar zelden zo hard hebben gelachen als groep. Het was een echt feelgood verhaal.

Sinds dat spel was het altijd mijn doel om iets vergelijkbaar lichthartigs te schrijven. Helaas, of misschien gelukkig, duurde het vrij lang voor de inspiratie me trof.

Je tools gebruiken

Voor onze rollenspellen print en schilder ik regelmatig mini’s. Het helpt mij om specifieke figuurtjes op tafel te kunnen zetten, dus ik heb daar uiteindelijk een 3d-printer voor gekocht. Als onderdeel van die hobby struin ik dan ook regelmatig over websites waar die modellen te vinden zijn. Vaak bieden hobbyisten zelfs gratis modellen aan. Die dienen als lokkertjes voor betaalde modellen, of zijn gewoon voor de lol gemaakt.

Uiteindelijk struikelde ik over een gratis model dat me aantrok. Het bestond uit vijf kleine draakjes in een regenjas. Voor de nerds onder ons die Dungeons & Dragons spelen rinkelen hierbij gelijk belletjes. De drakengodin Tiamat is immers een kwaadaardige vijfkoppige draak. Ik heb de mini geprint… waarna ik voelde hoe de inspiratie begon te knagen. Ik wilde dit model gebruiken, dus in mijn eigen tijd heb ik het geschilderd en voorbereid. Ondertussen begon het verhaal langzaam vorm te krijgen in mijn hoofd.

Beginnen met het gevoel

Een verhaal met een onschuldig, goed gevoel vereist een veilige omgeving. Je haalt het gevoel van dreiging weg en maakt mensen daarmee comfortabel. Dat geeft ruimte voor de hoofdpersonen om hun eigen ding te doen. In dit geval heb ik ze op een school in een fantasiewereld gezet. Drie bevolkingsgroepen, allemaal gespecialiseerd in hun eigen dingen, op één school. Een conciërge met een afgerichte wolfshond die dienst doet als schoolbel en stoute leerlingen apporteert. Doodsaaie leraren en een rebelse medestudent met absente ouders en te veel geld.

Als de spelers horen van chaos in de kantine, kan het spel goed van start gaan.

In de loop van het spel komen ze meerdere gekleurde draakjes tegen. Geen grote, gevaarlijke beesten, maar kleintjes die wegrennen als de spelers ze vinden. De hoofdpersonen zijn niets meer dan pubers en halen hun eigen kattenkwaad uit. Hierdoor komen ze in aanraking met de conciërge en de wolfshond, maar daar ontkomen ze snel genoeg weer aan.

Tussen lessen door wordt duidelijk dat deze draakjes spullen aan het stelen zijn. Droogijs uit een practicumlokaal, lampen uit het toilet, en luidsprekers van het schoolplein. Er wordt gesleept met een grote jas, en een angstaanjagende boodschap wordt gevonden op het toilet. Alles wijst ernaar dat er iets gaat gebeuren en dat Tiamat ermee te maken heeft.

Tiamat geeft je geen goed gevoel

De conclusie schrijft zichzelf

Na een geïmproviseerde gymles, inclusief trefbal, verzamelen de leerlingen zich in de manifestatieruimte. Iedereen wacht op wat er te komen staat, wat een angstaanjagende tentoonstelling dreigt te worden. Als de draakjes hun zin krijgen, kan het zelfs op een gevecht uitlopen waarin de school wordt beschermd!

Gelukkig hebben de spelers hun plannen al gesaboteerd en zijn het de draakjes die onder hoongelach vertrekken. Orde is weer hersteld, voor zover dat gaat met het tuig dat de spelers speelden.

Op een enkel moment tijdens de eerste aanvaring met de draken na, is er geen moment gevaar geweest. Wel hebben we gelachen over de toeren van pubers op een fantasieschool. We voelden ons goed en zelfs de ‘antagonisten’ werden aan het einde als ‘schattig’ bestempeld.

De conclusie had anders kunnen gaan. Zoals een goed Dungeons & Dragons verhaal betaamd, had het op vechten uit kunnen lopen. De draken hadden kunnen vluchten, scheldend dat niemand tegen een grapje kan. Ook hadden de spelers de draken hun dingen kunnen laten doen, om mijn beeldende verhaaltalenten uit te dagen.

Alles bij elkaar genomen hebben we twee en een half uur zitten lachen en genieten.

Was alles volgens plan?

Nee. Een week voor we vertrokken had ik nog een heel ander verhaal in mijn hoofd. Het zou in de grote stad afspelen, in plaats van op de school. Hun ongemotiveerde medestudent zou de groep aanzetten om de school te verlaten en te spijbelen. Toen ik na begon te denken over wat er zou gebeuren als de spelers ‘nee’ zeiden, sloeg inspiratie wederom toe. Het was veel leuker als het allemaal in de school af zou spelen.

Wat een beetje motivatie en inspiratie wel niet kunnen bereiken!

Een Roleplay in de wereld van je Boek?

Een roleplay is niets anders dan samen met je vrienden een verhaal schrijven. Er is een spelleider die de grote lijnen van het verhaal bedenkt, maar de spelers? De spelers zijn de hoofdpersonen van het verhaal. Zonder hoofdpersoon is er geen goed verhaal en een roleplay geeft je de kans om meerdere verhalen te vertellen. Hoofdpersonen die allemaal een keer belicht kunnen worden en hun eigen inbreng hebben op het verhaal.

Als spelleider is het een hele toer om die wereld coherent te houden. Je hebt een zeker verhaal, maar wat als je hoofdpersonen dat verhaal niet willen volgen? Het vereist een goede band met je vrienden en een goede grip op je wereld om dat vol te houden.

Dus… is je eigen, al uitgeschreven wereld dan niet perfect?

Een essentieel onderdeel voor een goeie roleplay!

Wat heeft een wereld nodig voor een roleplay?

Een heleboel dingen die je in een goed boek vindt, kan je ook in een goeie roleplay vinden. Een doel voor de hoofdpersonen om naar te streven, vaak het stoppen van het kwaad. Verschillende bijpersonen die de hoofdpersonen helpen, of geholpen moeten worden… of ze juist tegenwerken. Een tegenstander… en een twist.

Als je puur naar de ingredienten kijkt, is het schrijven van een boek bijna hetzelfde als een roleplay. Toch kan je dit onmogelijk zeggen… want als schrijver heb je één voordeel.

Je hebt je hoofdpersonen onder controle en ze zijn tevreden met wat je ze geeft.

Een roleplay speel je samen, als groep. De verhalenverteller heeft echter een unieke verantwoordelijkheid: iedereen moet een keer in het zonnetje staan. Elke speler heeft een hoofdpersoon en het is niet leuk om alleen naar de anderen te kijken. Ook heeft elke speler een mening en een mogelijke manier om een probleem aan te vliegen. Niet iedereen vindt je eerste mening of idee een goed idee… en daar heb je geen controle over.

Er gaan genoeg verhalen de rondte van spelleiders die hun spelers geen ruimte gunnen. Spelleiders die hun eigen hoofdpersonen zo fantastisch maken dat de spelers bijpersonen worden. Spelleiders waarvan wordt gezegd dat ze beter een boek kunnen schrijven. Een dergelijke spelleider wordt niet als iets goeds beschouwd.

Je eigen wereld gebruiken.

Er zijn eindeloze manieren om een roleplay te spelen. Het hele idee is dat je het gezellig maakt met je vrienden, immers!

Er zijn talloze boeken uitgegeven die werelden uitwerken om in te spelen. Wil je in Midden-Aarde spelen, met Aragorn en Gandalf? Dat kan. Ga je liever de sterren in om het universum te verkennen? Dat kan vreedzaam, gewelddadig, supergewelddadig, of tientallen vormen daar tussenin. Er zijn zelfs boeken die de hedendaagse wereld uitwerken… met een twist. Het internet is zo groot dat er vast wel iets voor je geschreven is.

Maar om dit te doen, moet je natuurlijk wel die wereld bestuderen. Je moet hem je eigen maken, begrijpen, tot een niveau dat je vragen kan beantwoorden. Het vereist een investering vóór het spel. Waarom zou je dan als schrijver niet naar materiaal grijpen dat je al hebt geschreven? Materiaal waar je al uren over hebt nagedacht en waarvoor je waarschijnlijk al een verhaal hebt verzonnen?

Het antwoord is simpel. Ik heb het ook al een beetje door laten schemeren: een roleplay is een verhaal, maar geen boek. Een boek schrijf je om de lezers door een verhaal heen te helpen. Een roleplay schrijf je om met je spelers een fantastische tijd door te maken. Je wil dat je spelers de mysteries ontrafelen en de keuzes maken. Je kan ze motiveren en naar bepaalde keuzes toe duwen, maar als ze een andere keuze maken, staat je wereld op zijn kop.

Een goeie roleplay moet daar tegen bestand zijn. Een spelleider kan zich aanpassen en improviseren, zodat hun verhaal zinnig blijft. De spelers willen impact hebben en de wereld moet zich naar hun acties vormen. Het is een van de dingen die het meeste misgaan, als ik het internet mag geloven.

Of je zet de spelers op rails.

Ik heb zo’n roleplay gespeeld.

Ik heb de wereld van Declipse op verschillende manieren vorm gegeven, maar de roleplay was wel een van de interessantste. Het dwong me om anders te kijken naar de wereld van Declipse, omdat anderen een ander beeld hadden. De spelers waren mijn vrienden en hadden al aardig wat gelezen, maar ze hadden hun eigen beeld. Ze hadden hun eigen ideeën van hoofdpersonen die in die wereld pasten.

Hadden mijn vrienden het fout? Hadden ze gewoon geen behoefte om mijn fantastische verhaal te respecteren? Of kwam dit misschien doordat iedereen een verhaal op zijn of haar eigen manier ziet? Door de visie van anderen op mijn verhaal kon ik de zwakke en sterke kanten beter zien… en daardoor kon ik itereren.

Een roleplay kan allerlei karakters bevatten, maar de spelers en de spelleider moeten daarvoor wel samenwerken!

Pasten de karakters die mijn vrienden wilden spelen in Declipse? Niet voor honderd procent. Moesten ze honderd procent passen?

Nee. Een roleplay speel je met zijn allen. In de loop van het spelletje voelden de karakters steeds meer alsof ze onderdeel waren van het meubilair van Declipse.

Ook al hadden ze nog steeds kritiek op bepaalde keuzes die ik had gemaakt. Ze openden mijn ogen voor zwakke punten in mijn verhaal. Dingen die ik niet meer aan kon passen, maar in latere iteraties zeker in het achterhoofd zou houden.

En het verhaal?

Het verhaal van het rollenspel volgde niet het verhaal van de boeken. De boeken hadden al een hoofdpersoon. Er was al van alles bepaald en er stonden al allerlei dingen vast. Het zou voor de spelers niet interessant zijn om mijn hoofdpersoon rond te volgen… dus heb ik wat nieuws geschreven. In de iteratie van Declipse die ik destijds aanhield, was er een vrij lange sprong in de tijd. Een sprong waarin de hoofdpersonen van de boeken afwezig waren en hun eigen ding deden.

Het was een veilig gebied. Een deel waar de invloed van Declipse op de wereld te voelen was. De gebeurtenissen uit de boeken waren aanwezig en karakters konden langskomen…

Maar de activiteiten van de spelers waren niet gebonden door die boeken. Niets stond vast en alles was toegestaan. Ik had destijds zelfs het idee dat de spelers wat invloed op het verhaal konden hebben. De gebeurtenissen uit de roleplay konden een verwijzing krijgen in de boeken.

Dat bleek uiteindelijk een slecht idee te zijn. Lezers hadden geen idee wie deze karakters waren en waar ze vandaan kwamen. Ze voelden vreemd aan in de verder goed gedefinieerde wereld die ik had uitgeschreven.

En, boven alles, ze voegden alleen maar meer namen toe aan een wereld waar al te veel karakters in rondliepen.

Maar ik had de smaak te pakken. Vier jaar later zou ik een nieuwe roleplay beginnen in de wereld van Declipse.

Kan een roleplay in je eigen wereld?

Ik raad het aan! Niemand is beter in het zien van fouten dan andere mensen. Alle vragen en opmerkingen over de wereld zijn opbouwende kritiek. Je leert er van…

En je leert het ook los te laten. Het beeld van anderen gaat nooit helemaal overeenkomen met je eigen beeld. Je kan proberen om dat te corrigeren en je spelers naar je mal te vormen… of je kan accepteren. In de echte wereld zijn er ook geen twee mensen hetzelfde. Iedereen steekt op zijn of haar eigen manier uit en valt op. Het maakt het spelletje interessanter en het geeft unieke mogelijkheden. Wil je echt met iemand ruzieën om die mogelijkheden weg te nemen?

Natuurlijk niet!

Ik heb er een hoop van geleerd. Declipse is erdoor gegroeid en geëvolueerd. De meest recente iteratie zal nooit worden uitgegeven, maar reflecteert wel al de lessen die ik heb geleerd.

En zo groeien we langzaam verder…

Wat inspireert mij?

Schrijven is een inherent creatieve activiteit, wat betekent dat het tot de ‘artistieke’ hobby’s kan worden gerekend. Voor deze creativiteit is er vaak maar een vraag die elke artiest najaagt: “wat inspireert mij vandaag?”

Writer’s Block is niet vreemd voor mij. Telkens als ik vastloop, keer ik terug naar die vraag. Mijn inspiratie helpt me om te schrijven, te dagdromen, en zelfs om me te concentreren. Als ik weet waar ik aan wil werken, dan kan ik er ook aan werken.

Maar daar moet ik iets voor hebben dat me inspireert. Er moet iets zijn dat de creatieve radertjes laat draaien. Wat werkt voor mij, hoeft niet noodzakelijk voor een ander te werken…

Maar misschien kan je je er wel door laten inspireren!

Muziek inspireert mij

Wie luistert er niet naar muziek? Ik ken maar weinig mensen die in volledige stilte kunnen werken of zitten. Al voor ik naar de middelbare school ging, had ik een discman voor op de fiets.

Ja ja, en ik moest dinosaurussen ontwijken terwijl ik naar school reed.

Muziek inspireert. Hier kreeg ik vroeger muziek van.

Fietsend met muziek op mijn hoofd had ik weinig anders te doen dan fantaseren. Tijdens deze jaren had ik nog niet zo’n goed idee van mijn muzieksmaak, maar dat zou snel veranderen.

Toen ik Hammerfall ontdekte, begon mijn smaak te vormen. De symphonische powermetal was gevuld met inspirerende teksten en muziek. Mijn fantasie begon te lopen bij de teksten van de band. Het hielp dat ik al een fan was van Fantasy en dat Hammerfall meer een Heavy Mythrill band was. De link tussen mijn fantasie en de muziek was snel gemaakt.

Ik begon scènes in te beelden. Pure gebeurtenissen, gebasseerd op de muziek en de tekst.

Gezien de muziek, is het niet moeilijk om je in te beelden dat het actiescènes waren. Dat is hoe het mij inspireert.

Met die scènes in mijn hoofd, werd het voor mij een kwestie van uitwerken. Wie zijn de hoofdpersonen van die actiescènes? Hoe zijn ze in die gevechten beland? Waarom kunnen ze de dingen die ik heb ingebeeld dat ze kunnen? Wat moet ik doen om het interessant te maken? Waar komen deze mensen vandaan en waarom vechten ze met elkaar?

Allemaal vragen die ik mezelf constant aan het stellen ben.

Vragen die ik kan beantwoorden door meer muziek te luisteren.

Voorbeelden van hoe muziek mij inspireert

Vaak ga ik bepaalde verhalen met bepaalde bands associeren. Hammerfall, waar ik hierboven al naar verwees, heeft grote delen van Declipse geïnspireerd. Als ik naar Freedom Call luister, denk ik aan mijn HELMET verhalen, die ik als Print on Demand uit heb laten geven. Physokinetic, waar ik een kort verhaal voor heb geschreven, is origineel geschreven terwijl ik alleen maar Avantasia op had staan. Bij het schrijven van A Cage for Horrors had ik net Powerwolf ontdekt. Je raadt het al… die band stond veel op!

De toon van de muziek is dan ook duidelijk te lezen in de boeken. Freedom Call schrijft energieke, enthousiaste nummers die verdomd vaak over vliegen gaan. Avantasia is mysterieus en mystiek. De hele schtick van Powerwolf is dat ze religieus klinkende muziek maken met orgels en Latijnse teksten. Dankzij die invloed heeft A Cage for Horrors uiteindelijk aanzienlijke religieuze ondertonen.

Beter goed gejat…

Wat ik consumeer, inspireert mij. Als ik een spel aan het spelen ben met een plotlijn die goed in elkaar zit… waarom niet? Als een subplot in een boek me aantrekt, maar ik denk dat ik het anders zou doen…

Waarom zou ik het dan niet anders doen?

Imitatie is de mooiste vorm van vleierij. Niets laat je meer groeien dan kijken naar anderen… en ik kijk heel veel naar anderen.

Gemiddeld lees ik twee boeken per week.

Ik denk dat ik niet meer hoef te vertellen over wat ik graag lees. Hoewel ik nog niet het niveau van Brandon Sanderson durf te benaderen, probeer ik wel te emuleren. Van één op één kopiëren ben ik niet… maar sommige van mijn karakters zullen bekende trekjes hebben. Soms is het iets kleins, soms is het een motivatie, maar jatten…

Ik sta er niet boven.

Roleplaying

Schrijven voor Roleplaying is een kunst op zich. Schrijven voor een karakter in een roleplay is heel anders dan een verhaal schrijven. Je hebt een stuk minder invloed op het verhaal als speler. Als verhaalverteller heb je wel een zekere grip, maar aan het einde van de dag ben je overgeleverd aan de spelers. Het is geven en nemen.

Wat werkt voor een boek, werkt niet noodzakelijk voor een roleplay.

Maar wat werkt in een roleplay, kan heel goed werken voor een boek!

Tijdens het spel vertel je als groep een verhaal. Het is in je eentje onmogelijk om een betere groep hoofdpersonen uit te schrijven dan een groep spelers kan. Iedereen heeft trekjes en eigenaardigheden die ze bewust of onbewust uitspelen. Alle spelers gaan op een bepaalde manier met elkaar en de situatie waar ze zich in bevinden om. Als je zelf niet de verhalenverteller bent, kom je in situaties terecht die je zelf misschien nooit had verzonnen.

Je groep met vrienden en medespelers is een wandelende bron van inspiratie. Het inspireert al om te zien wat anderen doen.

Ik kan het niet genoeg aanraden voor schrijvers: ga roleplayen. Het is ongemakkelijk in het begin, je vraagt je af of je niet voor aap staat…

Maar daar kan je overheen. Je kan je gemakkelijk gaan voelen in je groep en de verhalen spelen die je wil spelen.

De werkelijkheid

Als laatste is er nog de werkelijkheid. Zoals Bad Religion ons al vertelde: soms is de werkelijkheid vreemder dan fictie.

Een middag besteden aan een goeie reis door Wikipedia biedt een weelde van inspiratie. Een van mijn vrienden wees mij bijvoorbeeld eens op Keizerin Wu Zetian. Sindsdien ben ik op zoek naar een manier om een dergelijk zieke vijand te introduceren. Pierce Brown laat zich sterk inspireren door de Romeinse oudheid in zijn Science Fiction – de tragedie van Sophocles, om precies te zijn.

Voor Declipse heb ik me ingelezen in alle vormen van commando’s en speciale soldaten. Van Delta Force tot de Mossad, ik heb er over gelezen. Ik sla Wikipedia nog steeds regelmatig na als ik een verwijzing wil maken.

Google Maps is wat dat betreft ook een heel mooie bron.

Is er een conclusie?

Aan het einde van de dag inspireert dat wat je interesseert het meeste. Als je ergens geen klik mee hebt, wordt het moeilijk om het in te beelden. Wanneer je het niet in kan beelden, kan je het al helemaal niet op papier zetten.

Er zijn zo veel vormen van inspiratie dat het onmogelijk is om ze allemaal op te schrijven. Er is geen volledige lijst beschikbaar. Dat maakt de creatieve kunsten zo ongrijpbaar: wat voor mij vanzelfsprekend is, kan absurd zijn voor een ander. Dit zien we in de schilderkunst, maar ook de schrijfkunst is volledig subjectief.

Laat je dus inspireren door wat je geïnspireerd wil worden. De wereld is groot en er is van alles te vinden. Kijk films, doe een wandeling, praat met mensen.

Experimenteer!

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑