Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Proces (Pagina 4 van 4)

Uitgevers benaderen

Met een manuscript dat door anderen is bekeken en waar de tijd in is gestoken om de feedback te verwerken, is het tijd om verder te gaan. Het is misschien wel het engste deel van dit hele proces, nog enger dan het moment van feedback. Het is het benaderen van uitgevers.

Dit is de ultieme vorm van kritiek. Gaan deze professionals heil zien in mijn werk? Krijg ik überhaupt wel een reactie? Er is maar één manier om er achter te komen en ik ga er met volle vaart voor!

De eisen van de uitgevers

Voor mijn afstudeerscriptie deed ik onderzoek naar uitgevers en het proces van het uitgeven van een boek. Mijn conclusie, destijds, was dat het een heel ondoorzichtig en moeizaam proces was. Uitgevers eisten dat een manuscript uitgeprint opgestuurd zou worden. Ze beloofden bijna nooit correspondentie over het resultaat van hun besluit. Als ze besloten dat ze je boek uit wilden geven, kreeg je het te horen. Mochten ze dat niet willen, dan moest je zelf de conclusie maar trekken op basis van de stilte.

Het eerste dat me opviel toen ik begon met het kiezen van mijn uitgevers, was dat ze hun moeilijkste eis hadden aangepasat. Bijna allemaal wilden ze nu dat de documenten online verstuurd zouden worden.

Dit verraste me. Destijds had ik begrepen dat het printen en versturen een weldoordachte keuze was. Als je echt je boek uit wil geven, vind je het ook niet erg om het allemaal uit te printen. Ik kan me daar goed in vinden, het toont een zekere motivatie van de schrijver. Ook schijnt het lezen van papier fijner te zijn dan lezen van een scherm en op deze manier valt niet alle printlast op de uitgever.

Die eis is nu verdwenen. Misschien komt het door de komst van e-readers, of misschien door de druk op bedrijven om ‘groen’ te zijn. Ik kan er enkel naar gissen, maar voor mij was het een fijne verrassing.

Klaar om te printen

Ik was er klaar voor om een heleboel inkt en papier te gebruiken. Alles bij elkaar is Declipse: Revolutie op anderhalve regelafstand 402 pagina’s lang, dus dat zou aardig wat tijd en geld hebben gekost. Ik heb alle intentie om mijn manuscript naar meerdere uitgevers te versturen, dus het had ook meerdere keren moeten gebeuren.

Maar dat is dus niet nodig. Maar één uitgever, Prometheus, heeft nog die eis. Daar ga ik dus voor aan het werk moeten.

Documenten, speciaal voor de uitgevers!

En de andere uitgevers?

Alle andere uitgevers zijn makkelijker. Ik heb een lijstje opgesteld met uitgevers die ik wil gaan benaderen op basis van het soort boeken dat ze uitgeven. Allemaal hebben ze behoefte aan Thrillers, de categorie van Declipse: Revolutie.

Zo heb ik bijvoorbeeld House of Books in mijn vizier genomen. Meerdere Thrillers die ik heb gelezen, zoals de avonturenthrillers van Bear Grylls en de biografie van Eric Haney, een Delta Force operator, zijn door House of Books uitgegeven.

Daarnaast heb ik de Boekerij op het oog. Zij staan enkel tijdens een beperkte periode toe dat er boeken gestuurd mogen worden, maar ook van hen heb ik verschillende boeken staan. De vertaalde biografie van Howard Wasdin en Stephen Templin, voormalig Seal Team Six operators (jullie zien misschien een thema ontstaan) en ook De Glazen Troon van Sarah J. Maas staan bij mij in de kast. Als hun inzendperiode in mei begint, dien ik Declipse: Revolutie zeker in!

Ook heb ik voor uitgevers gekozen die ik niet direct in mijn kast heb staan. Zo gaat er bijvoorbeeld naar De Fontein een manuscript, naar Uitgeverij Xander, naar Uitgeverij Cargo, en naar LS Amsterdam.

Waarom zo veel?

In totaal heb ik hierboven zes uitgevers benoemd. Waarom gaat het manuscript naar zo veel bedrijven?

Het antwoord is heel simpel: ik moet pragmatisch zijn. Uitgevers zijn verzadigd. Tijdens de lockdownperiode hebben tientallen, zo niet honderden of duizenden, mensen de kans gezien om eindelijk hun boek te schrijven. Dit kwam nog eens bovenop het feit dat het beoordelen van een manuscript gewoon tijd kost. Er is een backlog van manuscripten ontstaan.

Deze backlog aan mansucripten wordt door uitgevers de ‘sludge pile’ genoemd. Het is een stapel waar veel rotzooi in zit, met misschien enkele parels er tussen. De uitgevers moeten al die manuscripten beoordelen en zijn daar een hoop tijd aan kwijt.

Helaas kom ik dus onderop die stapel terecht. Ik doe mijn best om er uit te springen, met een goed geschreven motivatiebrief met een verwijzing naar precies deze website. Een medewerker kan mijn stijl van schrijven zo zien en beoordelen, nog voor ze het manuscript hebben geopend!

Wachten op de uitgevers.

Alle uitgevers geven aan dat ze meerdere maanden nodig zullen hebben om een antwoord te vormen. Dat is simpelweg de slag om de arm die ze hebben genomen en ik kan het respecteren.

Dat betekent dat ik, na het insturen van het manuscript, even stil sta. Ik ga moeten wachten terwijl de uitgevers zich over hun manuscripten buigen… al betekent dat niet dat ik helemaal niets ga doen!

November staat om de hoek, met (ik heb het er al een paar keer over gehad) NaNoWriMo. Naar de vraag van vele collega’s ga ik een ander verhaal in het Engels schrijven, wat me een frisse uitdaging zal geven. Het wordt een ander verhaal waar ik ongetwijfeld ook in dit blog over ga schrijven.

Ook kan ik vooruit werken. Ik plan op succes en ik heb in Declipse: Revolutie een hoop plannetjes opgezet die in latere boeken uit zullen komen. Ik ga het vervolg op Declipse: Revolutie dan ook sowieso alvast uitplannen. Er volgen nog vele boeken in het verhaal van Alex, Danil, en Yelena.

Er is nog genoeg om te doen. Het leven staat niet stil… dus ik kan nog genoeg schrijven!

Tijd (en zin) vinden om te schrijven

Het is niet altijd even makkelijk om tijd te vinden voor één hobby, laat staan voor meerdere. De welbekende ‘muse’ is niet altijd beschikbaar als er tijd is, waardoor andere dingen voorrang krijgen. Sommige mensen ruimen op, andere mensen koken, en weer anderen hebben videogames.

De bovenstaande opsomming is natuurlijk verre van compleet. Er zijn duizend-en-één dingen die tijd vreten en allemaal zijn ze even aanlokkelijk als het even niet lukt. Tijdens het schrijven van deze inleiding alleen al heb ik LinkedIn geopend, de 3d-printer gecontroleerd, en ben ik even naar de koelkast gelopen.

En dat terwijl dit een van de weinige momenten is dat ik kan schrijven. Het is zaterdagavond en ik heb een lange, fijne dag achter de rug op scouting. De werkweek hiervoor was lang, maar ik ben gelukkig goed uitgerust. Vanavond is het moment om te produceren, maar het gaat gewoon niet. Hoe doe ik het dan? En hoe kan een ander het ook?

Ja, ik schrijf deze blogjes vaak vooruit. Ik vind het belangrijk om op vaste momenten te publiceren, zodat ik wat vooruit kan werken!

Tijd om te schrijven!

Tijd voor een doel

Er zijn maar weinig mensen die de luxe hebben om van hun schrijfwerk ook daadwerkelijk hun werk te kunnen maken. Dat betekent dat voor de rest van ons plebs het schrijven in de vrije tijd moet gebeuren. Daardoor is het belangrijk dat het schrijven leuk is, of in ieder geval voelt als een nuttige besteding van die beperkte vrije tijd. Als het gevoel bestaat dat het niet nuttig is, dan verlaat de zin ons al snel.

Tijdens NaNoWriMo geef ik mezelf helemaal over aan het schrijfproces. Elke vrije dag staat volledig in het teken van schrijven en zelfs op werkdagen is het einde van de dag, ongeacht hoe moe ik ben, volledig volgepland. Produceren, dat is wat ik moet doen.

Maar NaNoWriMo is een doel. Met een doel kan ik focus vinden en geef ik me over aan het proces. Ik weet wat ik wil bereiken: ik wil een verhaal neerzetten. Elke dag brengt me een hoofdstuk dichter bij dat verhaal. De zin ontstaat dankzij het verhaal in mijn hoofd dat er uit wil.

Met die motivatie kan ik naar mijn agenda kijken. Ik kan kijken wanneer ik geen afspraken heb, wanneer ik een dag voor mezelf heb. Lang niet iedereen heeft zo veel van die momenten als ik, maar het werkt voor mij. Met die motivatie wil ik de tijd ook vrijmaken om te schrijven. Zo ook vanavond: ik wilde heel graag een stukje schrijven over mijn proces.

Zo meta.

Tussendoor schrijven

Een schrijver van NaNoWriMo ontvangt tijdens November regelmatig motiverende emails. Deze emails worden geschreven door professionele auteurs, mensen die weten hoe het is om te schrijven. Een van de adviezen die ik in die periode heb ontvangen is me altijd bijgebleven: schrijf wanneer je kan.

NaNoWriMo is een uitdaging om 50.000 woorden in 30 dagen te schrijven. Dat komt neer op een gemiddelde van 1.667 woorden per dag, wat de opgave opbreekt in behapbare stukken. Ter perspectief: de meeste van mijn blogjes zijn tussen de 500 en 700 woorden lang… zo veel is het niet!

Daarom wordt aangeraden om tussendoor te schrijven. Een paragraaf op het toilet, een scene tijdens de lunch, een dialoog terwijl je kookt. Elk beetje vrije tijd kan worden aangewend om je verhaal te schrijven. Alle kleine beetjes bij elkaar opgeteld vormen nog steeds een significante vooruitgang op het verhaal.

De exacte uitwerking van deze methode, zoals die wordt voorgeschreven, werkt voor mij niet. Ik win geen tijd door tussendoor daadwerkelijk aan mijn manuscript te werken.

Ik denk ook niet dat mijn baas het zou waarderen!

Maar ik dagdroom wel. Ik fantaseer een eind weg tussen verplichtingen door. Tijdens die momenten werk ik al de loop van hoofdstukken uit, misschien zelfs stukken tekst die ik wil verwerken, en sla ik dat op in mijn hoofd. Ik heb nu al een goed idee van de vorm van de proloog voor het vervolg op Declipse, bijvoorbeeld. Ik ga dit jaar in afwachting van de uitgevers die een manuscript hebben ontvangen geen Declipse vervolg schrijven. Toch ben ik er, dankzij dat dagdromen, al op voorbereid. Tijdens de schrijfmaand doe ik hetzelfde.

Tijd winnen op andere manieren?

Ik heb hierboven maar twee manieren echt beschreven. Het zijn de mildere manieren, de manieren om tijd te maken naast gewone werkzaamheden.

Maar er zijn mensen die extremer te werk gaan. Ik heb gehoord van mensen die vakantiedagen opsparen voor November, om zich volledig te concentreren. Er zijn mensen die zich afsluiten van alles en iedereen en zelfs hun sociale leven laten varen om te schrijven.

Ook zijn er mensen die de volledig andere kant op gaan. Mensen die tijdens November gewoon verder werken aan hun project en wel zien waar ze komen. Deze mensen maken zich geen zorgen over de uitdaging en vertrouwen er op dat het wel goed komt. Ze gebruiken NaNoWriMo als een excuus om met andere schrijvers samen te werken en een goede tijd te beleven.

Er is geen oplossing die altijd en voor iedereen werkt. Als die wondermethode zou bestaan zou iedereen die toepassen, maar helaas bestaat die niet. In plaats daarvan doen we wat voor ons werkt. We pakken de tijd die we kunnen en willen investeren.

Er bestaat geen verkeerde methode. Als het voor jou werkt, dan is het iets dat je vol moet houden. Ik doe ondertussen wat voor mij werkt.

En met zijn allen kunnen we de wereld voorzien van meer verhalen. Er zijn nooit genoeg verhalen.

Reviseren reviseren

Hoe cliché het ook klinkt, ik heb hard gewerkt om te komen waar ik was toen ik begon met het reviseren. Het manuscript was voorbereid, uitgewerkt, en vervolgens zelfs voorzien van kritiek. Hoe moeilijk het ook was, ik heb geaccepteerd dat de kritiek van een goede plaats kwam. Die kritiek is ter harte genomen en verwerkt in een revisie.

Hoe pak je reviseren aan?

Na het ontvangen van de kritiek heb ik plannetjes gemaakt. Ik heb gekeken naar wat ik in het manuscript had staan en wat ik daar mee kon doen. Met die plannetjes ben ik terug naar stap één gegaan.

Inderdaad, helemaal terug naar mijn planningsdocument. Ik moest ongeveer een derde stevig onder de loep nemen en kijken wat ik er mee kon doen. Met die kennis in mijn achterhoofd, moest ik bepalen waar stevige delen van het boek heen moesten gaan. Waar kon ik vooruitblikken in verwerken? Kon ik nog hints verstoppen die ik eerder niet had geplaatst? Wat moest echt anders?

Het reviseren vereiste dat Yelena, een van mijn drie hoofdpersonen, een stuk steviger in haar schoenen kwam te staan. In de eerste versie maakte ze een aantal onhandige fouten, waardoor ze er stunteliger uit kwam dan de bedoeling was. Ik wilde dat ze competent leek, maar door de fouten die ik haar liet maken viel dat weg. Ik wilde dat ze verslagen werd door een samenkomst van omstandigheden, maar daardoor voelde ze machteloos en dom aan. Daar moest ik iets aan doen.

Terug naar de tekentafel!

Met het reviseren in het achterhoofd ben ik weer van voren af aan begonnen. Ik heb de planning van de hoofdstukken die ik aangepast wilde zien weer herschreven en ben op zoek gegaan naar de passages die ik bij kon werken. In mijn document ben ik begonnen met herschrijven en het verwerken van de kritiek.

Ik zal hier niet heel diep op ingaan.

Daarna deed ik echter wat anders. Tijdens het schrijven van de eerste versie had ik mijn schrijfprogramma groot op het scherm. Ik liet me daarbij leiden door mijn gedachten en emoties en gebruikte mijn voorbereidingen als de leidraad die ze waren. Het planningsdocument stond open op de achtergrond, zodat ik het na kon slaan wanneer nodig. Met dit proces kon ik alles bijhouden en kon ik markeren wat ik wel en niet had gebruikt.

Tijdens het herschrijven zag mijn bureaublad er iets anders uit. Het reviseren moest preciezer gebeuren, dus hield ik de twee documenten naast elkaar open.

Op dit soort momenten ben ik blij dat ik ooit een 3k scherm heb gekocht. Hiermee kon ik alles overzien, waardoor het er zo uit zag:

De schermindeling tijdens het reviseren. Aan de linkerkant: afleiding!

Ik geloof altijd dat je een hoop kan leren van iemand’s bureau, zo kan je bij mij zien dat ik een creatieve geest heb, omdat het rommelig is. Let niet op de afleiding op het linker scherm, dat is puur voor achtergrondgeluid terwijl ik nadenk.

Dat is mijn uitleg en ik blijf er bij.

In dit plaatje ook het boek van de zus van een collega. Ze heeft een boek geschreven voor schrijvers om te leren schrijven. Het is een beetje meta… maar ik raad het aan!

Hoe veel heb ik gereviseerd?

Het is moeilijk om te kwantificeren hoe veel ik tijdens het reviseren heb aangeraakt. Ik heb een stevig deel helemaal herschreven, maar ik heb ook stukken enkel aangeraakt. Zinsfouten zijn verwijderd, hier en daar heb ik de loop van zinnen veranderd, kleine details zijn bijgewerkt.

Ik kon het nieuwe manuscript niet opnieuw aan mijn eerste lezers voorschotelen. Hoewel delen veranderd waren, was het ook te snel en, naar mijn gevoel, te weinig om het hele boek opnieuw te lezen. Het hele manuscript beslaat nog steeds bijna 300 pagina’s, immers.

Ik heb daarna dus het engste gedaan dat ik tot nu toe heb moeten doen.

Het manuscript kon worden ingestuurd.

Feedback slikken

Na het manuscript afgerond te hebben werd het tijd om wat feedback te krijgen. Hoewel Declipse al jarenlang mijn baby is, heb ik wel geleerd dat ik ook naar anderen moet luisteren.

Gelukkig heb ik een aantal vrienden die graag lezen. Ze waren meer dan bereid om een sneak preview te krijgen en wilden graag feedback geven. Nadat mijn eerste revisies begin mei waren afgerond gaf ik officieel het eerste manuscript aan mijn vrienden om te lezen.

Waarom geen feedback van professionals?

Het is een vraag die ik veel heb moeten beantwoorden, maar het antwoord is simpel. Professionals geven mooie feedback, maar je betaalt er ook flink voor. Op websites als Fiverr kan je freelancers vinden voor alles, inclusief het bekritiseren van een manuscript. De prijzen hiervoor worden echter bepaald op de lengte van het manuscript. Voor een manuscript van iets minder dan 180.000 woorden was dit gewoon niet haalbaar.

Maar gelukkig stonden mijn vrienden paraat. Ze hebben geen idee hoe dankbaar ik ze hiervoor ben.

Nagelbijtend wachten op feedback.

Het was moeilijk om te wachten op feedback. Ik wist dat mijn vrienden het serieus namen, maar je weet pas hoe lang iets duurt als je ergens op moet wachten. Iedereen hield actief documenten bij die op een gedeelde dropbox stonden, maar toch hield ik elke dag weer mijn adem in.

Verschillende vormen van feedback

De documenten vulden zich langzaam. De een werkte in een notepad document, de ander had een kopie van de .pdf gemaakt om er direct commentaar in te zetten. Allebei de methodes werkten voor mij en ik kreeg een melding wanneer een document was bijgewerkt. Allebei gaven ze ideeën terwijl ze gingen, stelden ze vragen, en maakten ze duidelijk wat er niet duidelijk was. Het was allemaal super waardevol.

En het voelde als een klap in mijn gezicht.

Kritiek doet pijn.

Ik hou van mijn vrienden. Ze zijn er voor me, ik kan alles bij ze kwijt, en ze hebben me precies gegeven waar ik om vroeg. De vinger werd keihard en genadeloos op elke zere plek gelegd. Ze stelden rake vragen. Goede vragen. Ik kreeg te horen dat dingen waar ik zeker over was niet zo duidelijk waren als ik dacht.

Twijfel sloeg toe. Ik had er meer moeite mee dan ik had verwacht. Declipse is een verhaal dat ik al de helft van mijn leven aan het schrijven ben. Ik heb gokjes gewaagd en dingen veranderd, maar ik was er blij mee. Ik was er trots op!

Toch?

Het is dan ook veilig om te zeggen dat ik niet objectief was. Deze eerste reactie was precies de reden dat ik feedback zocht. Mijn mening was ondergeschikt aan de mening van buitenstaanders, de mensen die misschien wel mijn boek in de boekenwinkel zouden zien staan.

Ontspannen. Verwerken.

Ik moest actief mijn emoties uitzetten en alles objectief bekijken. De feedback was waardevol, ongeacht wat ik er van vond. Het was niet makkelijk om dat waar ik zo hard aan had gewerkt bekritiseerd te krijgen. De spel- en stijlfouten die ik tijdens mijn eigen controle had gemist maakten het niet makkelijker, maar de moeilijkste opmerkingen gingen over het verhaal.

Als schrijver heb je het hele plaatje. Je weet, als het goed is, alles over je verhaal en kent het van binnen en van buiten. Bepaalde details slepen je misschien mee en veranderen kleine dingen, maar de grote lijnen zijn duidelijk. Als iets niet duidelijk is voor een lezer, helpt de simpele gedachte ‘dit wordt later duidelijk’ niet altijd. Het laatste dat je wil, is dat iemand je boek geïrriteerd weglegt. Als er vragen zijn, moet de lezer er vertrouwen in hebben dat die vroeger of later beantwoord worden. Zonder dat vertrouwen, is het verhaal al verloren voor de lezer bij de antwoorden kan komen.

Na de kritiek en feedback opgenomen te hebben, was ik gesterkt. De inzichten die ik hierboven beschreef moesten tot mij doordringen, maar dat was uiteindelijk gelukt. Het was duidelijk wat ik moest doen om het verhaal te verbeteren. Ik ging kijken hoe ik de problemen op kon lossen en de vragen die ik niet voor later wilde bewaren al kon beantwoorden. Ook wilde ik duidelijk maken dat onbeantwoorde vragen later nog beantwoord zullen worden.

Met de waardevolle inzichten in mijn achterhoofd ben ik een laatste keer gaan reviseren. Daar vertel ik volgende keer graag meer over!

Tijd om te schrijven!

Toen ik het verhaal voor Declipse: Revolutie ingepland had, was het wachten op November. De uitdaging waar ik voor ging was, zoals ik al een paar keer heb geschreven, NaNoWriMo. Het is een jaarlijks terugkerende schrijfwedstrijd waarin alle deelnemers worden uitgedaagd om een boek van 50.000 woorden of meer te schrijven. Ik doe al sinds 2010, met één of twee uitzonderingen, elk jaar mee.

Die ervaring heeft me geholpen om een zeker tempo te ontwikkelen. Als ik lekker aan het schrijven ben, dan ga ik hard. Heel hard. Mijn ouders hebben ooit betaald voor een typecursus en dat is geen verspild geld geweest. Ik schrijf tijdens November gemiddeld een hoofdstuk per dag.

Ter vergelijking: Brandon Sanderson is een auteur die ik veel lees en bekend staat om de Stormlight Archive boeken. Dit zijn pillen van 400.000+ woorden per stuk. In een goede week schrijft hij 4000 woorden.

Ik plan mijn hoofdstukken om minimaal 5000 woorden lang te zijn. Met de geest van de kwantitatieve uitdaging is dit een mooi doel per dag, naast het kwalitatieve doel dat ik zelf nastreef. Ik schrijf dan ook meer dan 5000 woorden per dag.

Hoe lang ben ik aan het schrijven?

Ik schrijf elke dag ongeveer 3 uur. Vanwege andere verplichtingen betekent dit dat ik aan het einde van de dag, na alle werkzaamheden, mijn avond besteed aan schrijven.

Ik slaag hier echter lang niet elke avond in. Schrijven gaat niet tijdens roleplayen, bijvoorbeeld, en ik wil nog wel contact houden met mijn vrienden. Naast de vaste avonden, echter, gaat alle tijd in het schrijven zitten.

Om die avonden die ik wel mis ‘goed te maken’, kan ik gelukkig tijdens weekenden en vrije dagen meer schrijven. Soms schreef ik wel zes hoofdstukken, dus 30.000 woorden, in een weekend. NaNoWriMo geeft een mooie grafiek met je voortgang en met een dergelijk tempo ziet die grafiek er zo uit:

Deze tabel laat zien hoe snel ik kan schrijven

Dat is veel meer dan 50.000 woorden.

Hier was ik me goed van bewust toen ik begon. Ik had Declipse: Revolutie gepland met een totaal van 30 hoofdstukken. Als ik elke dag mijn schrijfdoel zou halen, zou ik dus precies op 30 november klaar zijn. Ik had de proloog en de epiloog gepland voor de laatste dag, maar zelfs dat was niet nodig. Ik ging gewoon te hard.

Dat betekent niet dat alles van een leien dakje ging. De weekenden waren niet rustgevend, omdat ik ze als extra werkdagen behandelde. Ik was negen tot tien uur per dag aan het schrijven, waardoor de productiviteit niet fantastisch was. Het werd al snel duidelijk dat ik grenzen heb, zelfs voor een passie.

Het nadeel van een dergelijk tempo is ook dat er aardig wat foutjes insluipen. Ik schep graag op: zelfs zonder naar mijn werk te kijken, merk ik het als ik fouten maak tijdens het schrijven. Veel fouten pik ik er dus al uit tijdens het werk, maar aan het einde van de dag zitten er nog steeds genoeg in.

Dat is waarom je alles na moet kijken. Ik ben in het revisieproces na het schrijven een keer door het boek heen gegaan en heb de nodige fouten er uit gehaald. Toch heb ik het daarna nog eens aan mijn vrienden gestuurd. Zij hebben ook de nodige feedback gegeven…

Maar daar heb ik het volgende keer over!

Een eerste versie

Na een maand hard werk in 2022 had ik de eerste versie van Declipse: Revolutie op mijn computer staan. Hoe kwam ik daar terecht?

De eerste versie met NaNoWriMo

Als je meedoet aan NaNoWriMo, krijg je al snel de vraag om jezelf in te delen in één van twee categorieën: de Planner, of de Pantser (naar het gezegde ‘flying by the seat of your pants’). Daarnaast is er nog een derde tussenversie, de ‘Plantser’, maar ik doe niet aan poldermodelletjes. Je kan jezelf een mooie badge van je keuze geven die op je profiel te zien is. Op die manier kan iedereen zien hoe je eerste versie in elkaar zal worden gezet.

Voor de mensen die hun eerste versie plannen
Voor de mensen die hun eerste versie bij elkaar verzinnen

Zoals hierboven te zien is, beschouw ik mezelf als een planner. Vroeger, in mijn eerste boeken, was ik een echte pantser. Ik had een serie losse ideeën die ik uitschreef en improviseerde de stukken er tussenin. Het was een fantastische manier om mijn dagdromen uit te werken, maar echt samenhangende verhalen kwamen er niet uit. Het was het gewoon net niet voor mij.

Leren plannen

Met dit in mijn achterhoofd heb ik mezelf op een gegeven moment moeten leren hoe je een goed verhaal plant. De eerste versies van Declipse waren geschreven zoals ik hierboven beschreef. Ik schreef en ik schreef, maar ik had geen echt plan los van het bereiken van bepaalde momenten. Mijn dagdromen waren de belangrijkste sturing.

Deze oude versie heb ik nog wel als een leidraad gebruikt. Ik heb nog steeds bepaalde punten die ik in Declipse langs wil laten komen, immers. Daar staat tegenover dat ik met die kennis ook het nodige voorwerk kan leggen: een verhaal staat en valt bij wat je wel en niet aan kan zien komen. Een goede schrijver zorgt er voor dat plottwists geen volledige verrassing zijn, als de lezer oplet.

Met die wijsheid en de grote lijnen van het Declipse verhaal in mijn achterhoofd, heb ik Declipse: Revolutie kunnen vullen met blikken vooruit. Wel wilde ik voorkomen dat het een saai verhaal werd waarin alleen maar werd opgezet. De eerste versie van Declipse: Revolutie was dan ook gepland met een klassieke drie akten structuur.

Klassieker

De verdeling is een klassieker met een reden. Ik wend deze aan om mezelf te dwingen in bevredigende verhalen te denken: elk boek in de Declipse serie moet de rode draad dienen, maar ook haar eigen hoogtepunten en dieptepunten hebben.

Daarom heb ik de eerste versie van Declipse: Revolutie in drie brede stappen geschreven.

De eerste stap was de verdeling in drie akten: wat zijn de grote gebeurtenissen per akte? Ik heb drie karakters geschreven die elk in die structuur moesten worden gepast. Waar ze begonnen, waar ze eindigden, en hoe ze daar kwamen waren de belangrijkste dingen om te bepalen.

De tweede stap was het verdelen in hoofdstukken. Met de wetenschap van wat er in elke akte moest gebeuren, is het een kwestie van inschatten. Hoe splits ik de gebeurtenissen op over hoofdstukken op een manier dat de hoofdstukken gevuld en bevredigend aanvoelen? Heb ik genoeg materiaal om een hoofdstuk mee te vullen? Dit zijn allemaal vragen die ik in deze stap moet beantwoorden.

De derde stap is het schrijven van die eerste versie. In de loop van November schrijf ik aan de hand van die verdeling tussen de 150.000 en 170.000 woorden.

Dat alles voor een eerste versie?

Dit is natuurlijk een heel brede verdeling. Elke stap heb ik dagen aan gezeten om uit te werken. Een verdeling van hoofdstukken is niet te schrijven zonder te weten wat je wanneer wil vertellen, immers!

Uiteindelijk zag mijn document er ongeveer zo uit:

De samenvatting voor de eerste versie van Declipse: Revolutie!

Dit is natuurlijk een beetje gemeen van me: ik wil niet dat mijn hele verhaal nu al op het internet komt te liggen. Jullie gaan me moeten vertrouwen: deze vijf pagina’s zijn vertaald naar een boek van 170.000 woorden. Eén pagina met een ruwe beschrijving, vier pagina’s met gedetailleerde uitwerking. Hier had ik genoeg aan om alle belangrijke punten aan te kunnen raken. Dat betekent niet dat er tijdens het schrijven geen kleine pareltjes naar boven kwamen, natuurlijk… maar al het belangrijke stond er in.

Het schrijven zelf was een avontuur op zichzelf. Daar besteed ik volgende week aandacht aan!

Ik ben niet net begonnen…

Inderdaad, dit blog, de website, en rikgeuze.com waren geen onderdelen van het hele proces die ik voor ogen had toen ik mezelf voornam om in ieder geval te proberen om het manuscript, Declipse: Revolutie, te publiceren. Er is al aardig wat voorwerk uitgevoerd voor ik überhaupt de ambitie had om voor een traditionele publicatie te gaan met mijn laatste manuscript.

Het eerste manuscript was eind november 2022 afgerond. Sommigen zouden zeggen dat het manuscript eenduidig het meest belangrijke onderdeel is van het publiceren van een boek. Zonder manuscript geen boek, immers… maar ik ben van mening van niet.

Het reviseren is namelijk net zo belangrijk. De eerste revisies duurden bij mij langer dan het schrijven van het manuscript zelf en waren eind april klaar. Voor deze revisies heb ik het verhaal eerst even laten rusten, waarna ik het weer van voren af aan ben gaan lezen. Tijdens het lezen heb ik veelvoudig notities gemaakt, van zinnen die niet lekker liepen tot de loop van het verhaal zelf die hier en daar bijgewerkt moest worden. Vooral de laatste hoofdstukken hadden nog een hoop herschrijven nodig.

Na het doorlezen is een ronde van herschrijven over het manuscript gegaan. Ik ben al mijn notities in een semi-structurele wijze afgegaan (ik keek eerst naar de leuke hoofdstukken om te herschrijven) en heb die notities zo zorgvuldig mogelijk verwerkt. Waar een zin niet lekker liep, heb ik die aangepast. Waar woorden herhaald werden, heb ik synoniemen opgezocht.

Met de eerste revisies afgerond, begin mei, is het manuscript naar mijn vrienden gegaan om het door te lezen. Ik ben misschien zelf een groot fan van mijn verhaal, maar ik ben, op zijn zachtst gezegd, bevooroordeeld. Mijn vrienden zijn misschien niet volledig onbevooroordeeld, maar na de feedback die zij hebben gegeven kan ik één ding zeggen:

Ze zijn niet bang om keihard te zijn.

Ik had twee simpele instructies voor mijn vrienden: geef me alle feedback die je hebt en spaar me niet. Elke spelfout, elke stijlfout, alle commentaar op de loop van het verhaal en de karakters, ik wilde alles horen… dus ik kreeg ook alles te horen.

Op basis van die feedback ben ik voor aanzienlijke delen terug naar de tekentafel gegaan voor de delen waar ik me echt in kon vinden. Feedback is belangrijk, immers… ik bekijk alles door een roze bril.

Nu is de tweede revisie klaar. Ik heb alles nog eens doorgelezen, gecontroleerd dat er geen fouten in het verhaal in zijn geslopen dankzij de revisies… en nu wordt het tijd om alles voor te bereiden om op te gaan sturen.

Misschien wel het engste deel van het hele proces…

Declipse Manuscript Footer
Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑