Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Proces (Pagina 2 van 4)

De Grote Verliezer

Aan het begin van dit jaar had ik het goede voornemen om korte verhalen te schrijven. Ik moest mijn schrijfspieren getraind houden en de creatieve poel uitdiepen. Elke maand zou ik een kort verhaal schrijven. Hiermee kon ik alleen maar winnen: ervaring, een portfolio… alleen maar goeie dingen.

Toen een van mijn beste vrienden daar over hoorde, was hij enthousiast. Hij stelde aan mij voor om aan wedstrijden mee te doen, om een doel te hebben voor mijn schrijfwerk. Het heeft me flink in de problemen gebracht, omdat ik mezelf zonder rem op de wedstrijden stortte. In januari en februari had ik amper de tijd voor andere dingen, zo veel schreef ik. Andere hobbies moesten wijken en mijn avonden werden gedomineerd door getik op een toetsenbord.

Inmiddels zijn we bijna halverwege het jaar en is mijn deelname aan wedstrijden alweer opgedroogd. De energie zat er niet meer in, de focus begon te slippen. Winnen was nog nooit zo onbelangrijk.

Maar wat heb ik wel bereikt?

Je kan niet alles winnen

Is het nog gelukt iets te winnen?

In het kort: ja! Maar niet op de manier dat je misschien denkt.

Nee, ik heb geen enkele wedstrijd gewonnen. In totaal heb ik aan vier wedstrijden meegedaan, twee voor publicatie van korte verhalen en twee voor uitgeefcontracten.

Soort van.

(Shoutout voor schrijvenonline.org voor het verzamelen van alle schrijfwedstrijden)

De twee wedstrijden voor korte verhalen waren allebei geen succes. Zoals bij de meeste uitgeverijen kwam hier ook geen directe feedback voor terug. Na een paar maanden wachten heb ik de website nog eens bezocht en zag ik de namen van de winnaars staan. Gefeliciteerd! Ongetwijfeld dat het mooie verhalen waren en als ik terugkijk, zie ik dat het ook niet mijn beste werken waren.

Jammer, gezien de hele reden van het doen van wedstrijden juist was om wel mijn beste werk neer te zetten.

Deze verliezen kon ik echter lijden. Correctie: alle verliezen kan ik lijden, niet enkel deze. Het is goed voor mijn moraal, maar immers geen verplichting.

En de contracten?

De andere twee wedstrijden hadden een grotere pot: een contract. Voor de eerste werd schrijfbegeleiding beloofd, en voor de tweede een contract voor het ingezonden werk. Vooral die tweede vond ik interessant: een contract is immers nog steeds mijn droom. Het was een YA fantasy wedstrijd en ik had een heel magiesysteem verzonnen voor dit verhaal. Het was iets waar ik echt zin in had gekregen, tot het punt dat ik met AI mijn hoofdpersonen vormgaf, omdat ze in mijn hoofd zaten. Ze moesten er uit, al was dat het laatste dat ik zou doen!

Zoals jullie misschien wel kunnen gokken: ik heb niets meer gehoord. Toen ik op de bonnefooi ging zoeken, vond ik de longlist op de website. Hij was op 1 mei al gepubliceerd en… ik stond er helaas niet op.

Gezien er bijna 200 inzendingen waren, geloof ik graag dat ik op nummer 21 van de 20 stond.

En de schrijfbegeleiding? Die heb ik ook niet gewonnen. Wel stond ik op de longlist, en daarna op de shortlist. Ik mocht een webinar bijwonen, maar uiteindelijk werd toch een andere naam geroepen.

Dus wat was er wel gewonnen?

Ik heb er stiekem al een blog over geschreven. De schrijfbegeleiding had 50% korting op zijn diensten aangeboden. Hoewel het nog steeds een hoop geld was, kreeg ik van iedereen die ik erover sprak dezelfde mening.

Het zou dom zijn om deze kans te laten schieten.

Dus ik heb contact gezocht en de afspraken gemaakt. In de afgelopen paar maanden heb ik schrijfoefeningen gedaan en een synopsis geschreven. Het echte werk lijkt nu te gaan beginnen. Het is spannend. Ik ga kritiek krijgen waar ik niet blij van word. Mijn eerste werk, mijn Hemingway Draft, gaat afgekraakt worden… en ik ga er van leren.

Ga ik nog wat winnen dit jaar?

Als ik heel eerlijk moet zijn? Ik heb geen idee.

Sterker nog, ik verwacht eigenlijk van niet. Er doen meer mensen mee aan schrijfwedstrijden dan ik had verwacht en er kan er maar één winnen. Daarnaast verwacht ik dat de meeste energie in de toekomst naar Haar Geliefde Dood zal gaan.

Want dat heeft de hoogste prioriteit, naast dit blogje, mijn roleplays, en een lading andere hobbies.

Maar ik houd mijn ogen open! De verzamelpagina van schrijvenonline zal niet verdwijnen. Misschien komt er een vlaag van inspiratie en energie.

En de verhalen die verloren hebben?

De korte verhalen plaats ik op deze website! Net als de andere korte verhalen die ik dit jaar schrijf, kan iedereen ze lezen. Ik ontvang graag feedback!

De langere verhalen… misschien ga ik daar nog wat van maken! Die houd ik nog even voor mezelf, wie weet wordt het nog wat!

De Contracthouders: Demonische Verrader

Als vakkenvuller bij de Albert Heijn heb je meer dan genoeg tijd om te dagdromen. Product na product ben je de vakken aan het bijvullen, een proces dat niet direct enerverend is. Tijdens die hersendodende uren (en ik heb er een tijd gewerkt) werden de eerste zaadjes geplant voor de Contracthouders. Vreemd genoeg was mijn eerste beeld dat van een krijger die een lading vruchten schilde door ze in de lucht te werpen en de tijd stop te zetten. De vruchten vielen daardoor in een oogwenk geschild en gesneden op hun plek.

Ik werkte in een Albert Heijn. Ik was omringd met groenten en fruit. Kan je het me kwalijk nemen?

Het is een wereld die ik nooit heel goed heb uitgewerkt, maar altijd achterin mijn hoofd is blijven hangen. Ooit heb ik er een (heel) kort verhaal voor geschreven dat meer gebruikt werd om een beëindigde relatie te verwerken, maar meer ook niet. Ondanks die achtergrond was het wel een grondlegging voor wat ik wilde bereiken. De essentiële onderdelen waren er. Er was een geheime oorlog, die stilletjes achter de schermen werd uitgevochten. De hoofdpersonen behoorden tot één van de strijdende zijdes en probeerden nieuwe krijgers te ronselen.

Het korte verhaal voor April heeft hierdoor ook meer tijd doorgebracht in de planning dan anderen. Ik heb besloten om de wereld eerst wat vlees te geven, voor ik er echt in zou schrijven. De geheime oorlog moest een reden krijgen, de strijdkrachten aan beide zijdes een motivatie. Hoewel ik die reden maar amper heb belicht in dit verhaal, zijn de beide kanten goed tot hun recht gekomen.

Volg deze maand Else, een studente in Business en Marketing en een van de Contracthouders. Haar baas heeft een opdracht voor haar die haar loyaliteit en vaardigheden zullen testen. Als Else er achter komt wie ze tegenover zich heeft staan… is niets meer zeker.

Lees of download het verhaal hier!

Uiteindelijk heb je Declipse

Na letterlijk jaren geschreven te hebben, kom je uiteindelijk uit bij de hedendaagse tijd. De geschiedenis duurt maar zo lang, immers, en de tijd laat niet op zich wachten. Vorige week beschreef ik het proces waarmee we uiteindelijk bij de bekendste vijand in fictie ooit uitkwamen. De weken ervoor over het prille begin en de eerste kunstwerkjes. Deze week wil ik uitwijden over de allerlaatste pogingen. De iteraties waarvan ik er zeker was dat ze het waren.

Gezien de boeken nog niet in de winkel liggen, denk ik dat de conclusie al vaststaat. Ook deze iteraties mochten het niet zijn.

Hard werk geeft uiteindelijk resultaat

Zoals ik wel eens eerder heb verteld, doe ik regelmatig mee met NaNoWriMo. Het doel is om in een maand tijd een verhaal van 50.000 woorden te schrijven. Tijdens verschillende jaren… ben ik daar nogal overheen gegaan. Tot ik mijn schrijfstijl aan begon te passen, haalde ik eenvoudig 1000 woorden per half uur. Mijn hoofdstukken waren destijds tussen de 5000 en 10.000 woorden lang. Uiteindelijk kom je bij een gemiddeld boek dan uit op zo’n 12 hoofdstukken.

In 2019 kwam ik tot de conclusie dat een jaar 52 weken heeft. Als je de (ruwweg) vier weken van november daar van aftrekt, blijven er 48 over. 48 is door twaalf te delen, wat op vier neerkomt… en ik had vier boeken van Declipse gepland.

Uiteindelijk kom je op een logische verdeling uit.

Ik was trots op deze logica.

In de eerste week van januari begon ik met schrijven. Eén hoofdstuk per week zou uiteindelijk, tegen het einde van maart, naar het eerste boek leiden. Het zou de Hemingway Versie zijn, maar het was in ieder geval een verhaal. De tweede en derde boeken werden op dezelfde manier geschreven. Enkel het vierde boek werd kort onderbroken… omdat november midden in het schrijfproces viel.

Dat was raar.

Een verhaal met problemen

Het was een versie die vol zat met onregelmatigheden en problemen van verschillende vormen en maten. Een romantisch subplot werd uitgewerkt op hetzelfde tempo als ik het eerder had gedaan voor een schrijfwebsite, maar op die website lag het tempo heel anders. Daar schreef ik doelloos, zonder echt over een plot na te denken, maar de romance kreeg in ieder geval de tijd om te groeien.

In deze versie hield ik hetzelfde moment voor de romance aan, maar lag het tempo hoger. Alex en zijn partner waren halverwege het eerste boek al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Helaas (of misschien gelukkig) bleek dit naast onwaarschijnlijk, ook zeer onbevredigend.

Daarnaast had ik een roleplay geleid in dit verhaal en was ik er op gehamerd om de acties van de spelers terug te laten komen in de boeken. Helaas deed ik dat onhandig en ongestructureerd, waardoor een lading nieuwe karakters opeens onaangekondigd in het vierde boek verscheen.

En ik had veel te veel karakters. Ik had een handjevol hoofdpersonen, maar ruim veertig bijpersonen die ik onmogelijk allemaal kon belichten. Toch probeerde ik elk van hen een emotioneel gewicht mee te geven.

Dit lukte dan ook niet.

Al in al was het een heel ruwe versie van een uiteindelijke visie. Ik heb dingen wel eens beter aangepakt, maar er kwam ook iets goeds uit: ik vroeg feedback. Een van mijn vrienden heeft elk verhaal bijna religieus gelezen en bekritiseerd. Hij heeft zich als een soldaat door alle spellings- en grammaticafouten heen gewerkt. De rommelige schrijfstijl, de grove verhaallijn… en hij heeft ongezouten kritiek gegeven.

Aan het einde van het jaar had ik wel wat bereikt. Ik had mijn Hemingway versie. Ik had feedback. Het was een kwestie van deze feedback meenemen.

Uiteindelijk moet je gaan verwerken.

Ik probeerde in 2020 enthousiast te beginnen met herschrijven. Het romance subplot werd omgegooid en Alex en zijn partner eindigden het eerste boek als goede vrienden, in plaats van als partners halverwege het boek. Onnodige bijpersonen werden geschrapt. Een tweede versie van het eerste boek is zelfs afgerond…

Maar ik verloor motivatie tijdens het herschrijven van het tweede boek. Hele hoofdstukken werden geschrapt. De tijdlijn werd van de grond af opnieuw opgebouwd… maar ik hield te strak vast aan mijn twaalf hoofdstukken. Het was mijn leidraad, mijn houvast, en uiteindelijk mijn ondergang. Uiteindelijk had ik een aanzienlijk deel van een hoofdstuk in het midden weggekopieerd, zodat ik het aan het einde kon gebruiken. Significante delen daarvan moesten herschreven worden, maar als ik bij het einde kwam, kon ik ook aardig wat hergebruiken.

Daar ben ik alleen nooit gekomen. Ik heb het enorme project opzij gelegd en ging me op iets anders concentreren. Na anderhalf jaar vond ik dat ik het wel verdiend had. Het enige dat jammer is, is dat ik het vervolgens niet meer op heb gepakt.

Tijdens NaNoWriMo schreef ik nog wel voor Declipse, maar voor de vervolgboeken. Het verhaal dat ik voorzichtig aan het uitwerken was en dat op het viertal boeken zou volgen. In 2020 en 2021 schreef ik daar ook twee verhalen voor, hoewel ze nog steeds niet helemaal klikten.

En toen, in 2022… kreeg ik het op mijn heupen.

De laatste versie

In maart van 2022 kreeg ik een idee voor het eerste deel van Declipse. De laatste paar versies van het verhaal hadden ruwweg dezelfde lijnen gevolgd en ik kreeg het gevoel dat ik vast zat. Ik moest het opschudden, er moest verandering in komen.

Ik besloot dat te doen door de aanblik te veranderen. Sommige punten kon ik loslaten, maar ik introduceerde ook twee nieuwe hoofdpersonen. Yelena en Danil konden een blik op de Russische kant van het verhaal werpen terwijl Alex de Declipse kant belichtte. Om ze allemaal een gelijke hoeveelheid ‘schermtijd’ te geven, heb ik hun verhalen heel hard opgesplitst. Elk hoofdstuk belichtte ik eerst de ene, daarna de volgende, en daarna de derde. Het vierde hoofdstuk begon weer bij de eerste.

Deze structuur was ook niet zonder problemen. Omdat het eerste boek vooral was bedoeld om een opzet te geven, liepen de drie verhalen nogal los van elkaar. Als het drie verschillende boeken waren geweest, hadden de verhalen net zo goed gewerkt. Ze hadden allemaal hun eigen begin, midden, en eind. Allemaal hadden ze een spanningsboog en een climax. Er waren wel wat verwijzingen tussen de verhalen, maar daar was het wel mee gezegd. Tijdens volgende boeken zouden deze hoofdpersonen elkaar tegen moeten komen, maar in dit eerste boek leefden ze langs elkaar heen.

Daarnaast had ik minder tijd om het verhaal te vertellen dan ik gewend was. De originele Declipse verhalen waren elk twaalf hoofdstuken en concentreerden zich volledig op Alex. Nu moest ik drie hoofdpersonen belichten, dus zou ik maar vier hoofdstukken hebben. Ik besloot het boek dan ook uit te breiden naar 30 hoofdstukken, om iedereen tien hoofdstukken te geven. Daarmee hadden alle karakters minstens 50.000 woorden om mee uitgewerkt te worden.

Het werkte. Ik liet al mijn heilige huisjes in elkaar storten en maakte een opzet voor een compleet nieuwe Declipse. Een nieuwe generatie van het verhaal, een volgende opzet.

Uiteindelijk werd dit monster van een verhaal tijdens NaNoWriMo 2022 geschreven.

Wat is uiteindelijk het resultaat?

Het resultaat… is dit blog. Ik had zo veel vertrouwen in deze versie van Declipse, dat ik het hele proces ben gaan beschrijven. Na een controleronde en een feedbackronde ging het manuscript eind 2023 naar uitgevers.

Het is afgewezen door elke uitgever die ik het heb aangeboden.

Dit is wat er gebeurt als je als amateur denkt dat je een meesterwerk neerzet. Soms heb je een parel, maar de meeste amateurs zijn precies dat: mensen die maar wat doen.

2024 heeft me echter een hoop geleerd en we gaan door. Hoewel Declipse even op de warmhoudvlam is gezet, ben ik het niet vergeten. Ik concentreer me nu alleen even op andere projecten.

Projecten die misschien uiteindelijk wel resultaat gaan bieden.

De tijd zal het leren.

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

Je stijl wijzigen

Een stijl is iets dat je ontwikkelt. Terwijl je bezig bent, vind je dingen die goed voor je werken, en minder goed voor je werken. Alles bij elkaar genomen komt daar een min of meer consistent geheel uit met elementen die terugkomen. Als het opvallend genoeg is, zullen mensen het snel genoeg gaan herkennen. Denk bijvoorbeeld aan de schilderstijl van Vincent van Gogh. De gitaarklanken van de Red Hot Chili Peppers, of de gele vormen van The Simpsons. Je hoeft niet verteld te krijgen dat een schilderij van Van Gogh was. Het is herkenbaar genoeg. Niemand zal moeite te hebben om Homer Simpson te plaatsen. Bij de openingsakkoorden van Snow zal iedereen direct herkennen wie speelt.

Kan je geloven dat ik 16 was toen dat liedje uitkwam? Ik voel mijn haren grijs worden.

Kortom, een stijl maakt je wie je bent. Het maakt je herkenbaar en het brengt mensen naar je toe. Als je stijl bevalt, zullen mensen ervoor terugkomen. Aan de andere kant, als mensen het maar niets vinden, dan zal het ze ook wegdrijven.

Het is zo heerlijk subjectief, allemaal.

Een andere stijl emuleren

In de online kunstwereld is het niet ongebruikelijk om te proberen een ander na te doen. Wat werkt voor een ander, werkt ook voor ons, toch?

Toch?

Tekenaars beschouwen dit ook als een oefening, waardoor verzamelingen een ding worden. Daardoor krijg je mooie vergelijkingen, zoals deze:

De stijl van vele mensen naast elkaar.

(Getekend door Popsis15)

De verschillende stijlen zijn herkenbaar. Als je in de afgelopen 20 jaar tv hebt gekeken, zal het een en ander wel naar voren springen. We zijn immers getraind om bepaalde dingen te herkennen. De beelden springen direct in je oog.

In het geschreven woord… is dit moeilijker. Je kan niet naar een pagina kijken en zeggen ‘dit is duidelijk door Sanderson geschreven’. Het vereist meer werk, over grotere stukken tekst, om dit te kunnen bepalen.

En zo kost het ook aardig wat werk om een ander te emuleren, of om je eigen stijl te veranderen.

Training

Vorige week heb ik een schrijfcoach in de arm genomen. Iemand die echt verstand heeft van de uitgeverswereld en die me gaat helpen om wat te bereiken. Het was een van mijn goeie doelen voor dit jaar!

Hij is eerlijk. Eerlijkheid is iets dat ik altijd kan waarderen, hoe moeilijk het ook is om kritiek te slikken. Hij gaf me goed nieuws en slecht nieuws.

Het goede nieuws was dat hij absoluut heil zag in mijn werk. Ik was een zes, misschien een zeven, en hij kan me helpen om naar een acht of negen te komen. Dat zijn resultaten waar ik het voor doe!

Het slechte nieuws was dat mijn schrijfstijl niet heel geschikt is voor publicatie. Hoe pijnlijk het ook is om dat te horen… het is goed om het te horen. Ik schrijf te beschrijvend en laat te weinig aan de fantasie over. Daarom is de training van de coach begonnen met een oefening.

Het hele doel was om me te laten wennen aan een andere stijl. In plaats van ‘het was zonnig in het bos’ mocht ik ‘de zonnestralen schenen door het bladerdek heen’ schrijven…

Of, dat was mijn interpretatie van de oefening. Op het moment van schrijven heb ik hem net ingestuurd, klaar om feedback te ontvangen. Ik verwacht… een hoop feedback.

Hoe ging het schrijven in een andere stijl?

Ik heb niet volledig in een andere stijl geschreven. Wel heb ik mijn beschrijvende stijl geprobeerd te veranderen, zoals ik hierboven beschreef.

Ironisch, niet?

Het was ongeveer het moeilijkste dat ik heb moeten doen. Elke derde zin heb ik overwogen, herschreven, en weggestreept. Waar ik voorheen een half uur deed over 1000 woorden, had ik er nu twee uur voor nodig.

Gelukkig was de oefening maar voor zo’n 5000 woorden.

Gaat het me helpen? Ik hoop het.

Wil ik het ook, als dit betekent dat ik mezelf moet veranderen?

Ik beschouw het als een leerproces. Als ik altijd heb geleerd dat ik mijn auto moet parkeren door tegen een muur aan te rijden, weet ik niet beter. Het is wat ik altijd heb gedaan. Als iemand me dan vertelt dat het beter is om de handrem aan te trekken, moet ik dat advies dan ook in de wind slaan?

Een extreem voorbeeld, misschien, maar wel toepasselijk. De adviezen komen van iemand die weet hoe je uitgegeven wordt. Mijn verhalen zijn nog steeds mijn verhalen, ook al pas ik mezelf aan om ze te schrijven. Aan het einde van de dag… leer ik er misschien nog wat van, ook!

Aan de hand van de feedback die ik krijg op mijn oefening, gaan we zien wat er van komt. Als ik genoeg oefen, dan weet ik zeker dat ik wel weer op tempo kan komen.

Misschien gaat het nog wat opleveren, ook!

Waarom zou ik iets uitwerken?

Na het schrijven van mijn vorige blogpost werd ik ziek. Zoals velen van jullie wel eens zullen hebben meegemaakt, kunnen koortsdromen interessant zijn. Mocht je een dergelijke droom kunnen onthouden, dan is het al fantastisch. Als het niet lukt… kan je het dan uitwerken met wat je nog hebt?

Ik had tijdens mijn ziekte een droom waarvan ik zeker wist dat het een interessant concept bevatte. Er zat een verhaallijn in, een mysterie, en misschien zelfs een ontknoping. Ik weet zeker dat het al die dingen bevatte.

Denk ik.

Helaas is een koortsdroom precies dat – iets dat je krijgt terwijl je verzwakt bent. Toen ik wakker werd, was ik even verstomt door mijn eigen genialiteit, voor ik weer in slaap viel. Geen kans om ook maar de kleinste notitie te maken.

De nachtmerrie die daarop volgde had de meeste details van de droom uit mijn herinneringen geveegd. De details van de nachtmerrie kan ik me nog tot in de kleinste details herinneren, maar van de droom…

Bijna niets meer.

Flarden. Weinig concreets. Geen wereld of verhaallijn meer.

Maar ik had wel iets. Ik had houvast. Ik had iets waarmee ik kon beginnen met uitwerken.

Laten rusten voor het uitwerken

Ik heb het uitwerken eerst even laten wachten. Ik heb de absolute minimale notities gemaakt – enkel puntsgewijs wat ik me nog herinnerde. Daarna heb ik mijn gedachten aan het werk gezet.

Wat kan ik me herinneren, als ik er niet actief mee bezig ben? Kan ik zinnige conclusies trekken, op basis van wat ik wel heb? Zijn er dingen die ik toe kan voegen en wat vind ik daarvan?

Dit zijn allemaal gedachten die je niet actief hoeft te hebben. Gewoon er mee bezig zijn, het zaadje van het idee op zich, was al genoeg. Voor mij heeft het me geholpen door een denkrichting te ontwikkelen. De onderdelen van het idee werden gedestileerd, tot er nog maar één idee was dat een kern zou vormen. Deze kern kon ik gaan uitwerken naar een idee met substantie.

Het was een idee voor een magiesysteem.

Daar heb je hem weer

Brandon Sanderson staat bekend om zijn harde magiesystemen. Dit betekent dat de magie in zijn boeken klopt. Het kan begrepen worden en als lezer kan je volgen wat er gebeurt. Er is geen mystiek geneuzel, geen magiërs die uren besteden aan rituelen en meditaties. Het is uitgewerkt tot een consistent geheel met harde regels. Als je iets ziet gebeuren, kan je aan de hand van die regels precies bepalen hoe het is gebeurd, of waarom.

Ik ben daar altijd best jaloers op geweest. Het is iets dat ik wil bereiken, zonder direct uit zijn werken te kopiëren. Dat blijft een uitdaging, maar aan de hand van de droom denk ik dat ik een begin heb kunnen maken. Het is een bijkomstigheid, maar wel een fijne!

Maar wat was het nou?

Ik droomde over een schip. Dit schip voerd aan in een haven, waar… dingen gebeurden. Mijn herinneringen zijn niet perfect. Wat me het helderste bij bleef, was dat de hoofdbrandstof voor dit schip bestond uit kristallen.

Wat ik me nog wel herinner, is dat deze kristallen tegen het einde van de droom ontploften. Toen ik ging zitten, heb ik een van mijn zelfgebonden schriften er bij gepakt om aan het uitwerken te beginnen. Op een schone pagina begon ik met de conclusie waar ik op heb zitten broeden. Ik had besloten dat niet enkel het schip op de kristallen werkte. De hele industrie van deze wereld zou er op werken. Bovenaan mijn pagina heb ik de zin ‘Industrie draait op kristallen’ geschreven.

Daarna ben ik mezelf vragen gaan stellen. Ik heb me voorgesteld dat ik dit uit moest leggen aan iemand die geen idee heeft van wat ik bedoel. Aan de hand van de vragen waar ik me voor wapende, heb ik vragen en antwoorden in een mindmap opgeschreven. Aan het einde heb ik gekeken hoe de verschillende ideeën een wereld zouden kunnen beïnvloeden.

Hieronder is één van de pagina’s met resultaten te zien:

Het proces van uitwerken op papier - in een handgebonden schrift!

Natuurlijk is het uitwerken daar niet opgehouden. Er zijn nog meer pagina’s die hier op volgen. Daar heb ik andere vragen gesteld en conclusies getrokken.

Wat is het voordeel van dit uitwerken?

Het werkt net als het opgooien van een muntje als je geen beslissing kan nemen. Terwijl ik alternatieven aan het opschrijven was, wist ik eigenlijk al wat ik wilde doen. Het uitwerken heeft er toe geleid dat ik wist waar ik naar toe aan het gaan was. Ik kon mezelf vragen stellen en net zo lang doorwerken tot ik de antwoorden had.

Het gaf me het gevoel dat ik grip had op de wereld die ik aan het creëren was. Ik kon de vragen waar ik zelf op kon komen beantwoorden.

Betekent dit dat het ijzersterk is en bestand tegen elke uitdaging? Waarschijnlijk niet! Ik ben maar één persoon en ik ben verre van perfect. Daar staat nog naast dat ik een zwakte moet maken, of een verborgen element. Een verhaal werkt niet als alles in één keer duidelijk is. Iets moet een mysterie blijven, of een verrassing kunnen vormen die de regels op zijn kop zet. In Mistborn was het bijvoorbeeld de ontdekking van Hemalurgy. Een nieuwe vorm van magie in het bekende systeem, waardoor allemaal vragen opeeens werden beantwoord.

Maar ik kon het wel gebruiken! In dit geval heb ik de notities gebruikt voor een schrijfwedstrijd. De hoofdprijs is een uitgeefcontract voor een boek… dus ik houd mijn vingers gekruist!

Wat inspireert mij?

Schrijven is een inherent creatieve activiteit, wat betekent dat het tot de ‘artistieke’ hobby’s kan worden gerekend. Voor deze creativiteit is er vaak maar een vraag die elke artiest najaagt: “wat inspireert mij vandaag?”

Writer’s Block is niet vreemd voor mij. Telkens als ik vastloop, keer ik terug naar die vraag. Mijn inspiratie helpt me om te schrijven, te dagdromen, en zelfs om me te concentreren. Als ik weet waar ik aan wil werken, dan kan ik er ook aan werken.

Maar daar moet ik iets voor hebben dat me inspireert. Er moet iets zijn dat de creatieve radertjes laat draaien. Wat werkt voor mij, hoeft niet noodzakelijk voor een ander te werken…

Maar misschien kan je je er wel door laten inspireren!

Muziek inspireert mij

Wie luistert er niet naar muziek? Ik ken maar weinig mensen die in volledige stilte kunnen werken of zitten. Al voor ik naar de middelbare school ging, had ik een discman voor op de fiets.

Ja ja, en ik moest dinosaurussen ontwijken terwijl ik naar school reed.

Muziek inspireert. Hier kreeg ik vroeger muziek van.

Fietsend met muziek op mijn hoofd had ik weinig anders te doen dan fantaseren. Tijdens deze jaren had ik nog niet zo’n goed idee van mijn muzieksmaak, maar dat zou snel veranderen.

Toen ik Hammerfall ontdekte, begon mijn smaak te vormen. De symphonische powermetal was gevuld met inspirerende teksten en muziek. Mijn fantasie begon te lopen bij de teksten van de band. Het hielp dat ik al een fan was van Fantasy en dat Hammerfall meer een Heavy Mythrill band was. De link tussen mijn fantasie en de muziek was snel gemaakt.

Ik begon scènes in te beelden. Pure gebeurtenissen, gebasseerd op de muziek en de tekst.

Gezien de muziek, is het niet moeilijk om je in te beelden dat het actiescènes waren. Dat is hoe het mij inspireert.

Met die scènes in mijn hoofd, werd het voor mij een kwestie van uitwerken. Wie zijn de hoofdpersonen van die actiescènes? Hoe zijn ze in die gevechten beland? Waarom kunnen ze de dingen die ik heb ingebeeld dat ze kunnen? Wat moet ik doen om het interessant te maken? Waar komen deze mensen vandaan en waarom vechten ze met elkaar?

Allemaal vragen die ik mezelf constant aan het stellen ben.

Vragen die ik kan beantwoorden door meer muziek te luisteren.

Voorbeelden van hoe muziek mij inspireert

Vaak ga ik bepaalde verhalen met bepaalde bands associeren. Hammerfall, waar ik hierboven al naar verwees, heeft grote delen van Declipse geïnspireerd. Als ik naar Freedom Call luister, denk ik aan mijn HELMET verhalen, die ik als Print on Demand uit heb laten geven. Physokinetic, waar ik een kort verhaal voor heb geschreven, is origineel geschreven terwijl ik alleen maar Avantasia op had staan. Bij het schrijven van A Cage for Horrors had ik net Powerwolf ontdekt. Je raadt het al… die band stond veel op!

De toon van de muziek is dan ook duidelijk te lezen in de boeken. Freedom Call schrijft energieke, enthousiaste nummers die verdomd vaak over vliegen gaan. Avantasia is mysterieus en mystiek. De hele schtick van Powerwolf is dat ze religieus klinkende muziek maken met orgels en Latijnse teksten. Dankzij die invloed heeft A Cage for Horrors uiteindelijk aanzienlijke religieuze ondertonen.

Beter goed gejat…

Wat ik consumeer, inspireert mij. Als ik een spel aan het spelen ben met een plotlijn die goed in elkaar zit… waarom niet? Als een subplot in een boek me aantrekt, maar ik denk dat ik het anders zou doen…

Waarom zou ik het dan niet anders doen?

Imitatie is de mooiste vorm van vleierij. Niets laat je meer groeien dan kijken naar anderen… en ik kijk heel veel naar anderen.

Gemiddeld lees ik twee boeken per week.

Ik denk dat ik niet meer hoef te vertellen over wat ik graag lees. Hoewel ik nog niet het niveau van Brandon Sanderson durf te benaderen, probeer ik wel te emuleren. Van één op één kopiëren ben ik niet… maar sommige van mijn karakters zullen bekende trekjes hebben. Soms is het iets kleins, soms is het een motivatie, maar jatten…

Ik sta er niet boven.

Roleplaying

Schrijven voor Roleplaying is een kunst op zich. Schrijven voor een karakter in een roleplay is heel anders dan een verhaal schrijven. Je hebt een stuk minder invloed op het verhaal als speler. Als verhaalverteller heb je wel een zekere grip, maar aan het einde van de dag ben je overgeleverd aan de spelers. Het is geven en nemen.

Wat werkt voor een boek, werkt niet noodzakelijk voor een roleplay.

Maar wat werkt in een roleplay, kan heel goed werken voor een boek!

Tijdens het spel vertel je als groep een verhaal. Het is in je eentje onmogelijk om een betere groep hoofdpersonen uit te schrijven dan een groep spelers kan. Iedereen heeft trekjes en eigenaardigheden die ze bewust of onbewust uitspelen. Alle spelers gaan op een bepaalde manier met elkaar en de situatie waar ze zich in bevinden om. Als je zelf niet de verhalenverteller bent, kom je in situaties terecht die je zelf misschien nooit had verzonnen.

Je groep met vrienden en medespelers is een wandelende bron van inspiratie. Het inspireert al om te zien wat anderen doen.

Ik kan het niet genoeg aanraden voor schrijvers: ga roleplayen. Het is ongemakkelijk in het begin, je vraagt je af of je niet voor aap staat…

Maar daar kan je overheen. Je kan je gemakkelijk gaan voelen in je groep en de verhalen spelen die je wil spelen.

De werkelijkheid

Als laatste is er nog de werkelijkheid. Zoals Bad Religion ons al vertelde: soms is de werkelijkheid vreemder dan fictie.

Een middag besteden aan een goeie reis door Wikipedia biedt een weelde van inspiratie. Een van mijn vrienden wees mij bijvoorbeeld eens op Keizerin Wu Zetian. Sindsdien ben ik op zoek naar een manier om een dergelijk zieke vijand te introduceren. Pierce Brown laat zich sterk inspireren door de Romeinse oudheid in zijn Science Fiction – de tragedie van Sophocles, om precies te zijn.

Voor Declipse heb ik me ingelezen in alle vormen van commando’s en speciale soldaten. Van Delta Force tot de Mossad, ik heb er over gelezen. Ik sla Wikipedia nog steeds regelmatig na als ik een verwijzing wil maken.

Google Maps is wat dat betreft ook een heel mooie bron.

Is er een conclusie?

Aan het einde van de dag inspireert dat wat je interesseert het meeste. Als je ergens geen klik mee hebt, wordt het moeilijk om het in te beelden. Wanneer je het niet in kan beelden, kan je het al helemaal niet op papier zetten.

Er zijn zo veel vormen van inspiratie dat het onmogelijk is om ze allemaal op te schrijven. Er is geen volledige lijst beschikbaar. Dat maakt de creatieve kunsten zo ongrijpbaar: wat voor mij vanzelfsprekend is, kan absurd zijn voor een ander. Dit zien we in de schilderkunst, maar ook de schrijfkunst is volledig subjectief.

Laat je dus inspireren door wat je geïnspireerd wil worden. De wereld is groot en er is van alles te vinden. Kijk films, doe een wandeling, praat met mensen.

Experimenteer!

Een andere taal, zoals Engels?

Soms ga ik wat te hard. Toen ik met dit blog begon had ik voor mezelf een tiental concepten aangemaakt op basis van mijn eerste ideeën. Onderwerpen om over te schrijven. Het idee was dat ik die eerst uit zou werken. Daarna kon ik wel nadenken waar ik dan over zou schrijven. Een blogje over de Engelse taal was één van die eerste ideeën.

Nu, 27 blogs later (28 als je deze meetelt), zijn nog steeds niet alle originele concepten verwerkt. Ik werd opgeslokt in mijn ideeën en schreef wat van toepassing was, of wat mijn interesse had. Is dat een goede vorm van planning? Nee. Heeft het me naar inmiddels bijna een half jaar aan bloggen gebracht?

Ja.

Vandaag keek ik eens naar mijn concepten en heb ik een keuze gemaakt. Ik heb besloten om over de Engelse taal te gaan schrijven. Ik heb een pot thee gezet, dus laten we er eens lekker voor gaan zitten!

Hoogst noodzakelijk om te praten over de Engelse taal!

Dacht je dat ik een grapje maakte?

Schrijven in een andere taal

Veel mensen vinden het al niets om in een andere taal te moeten lezen. Talen waar je niet elke dag mee te maken hebt, zijn immers moeilijker te doorgronden. Niet alle betekenissen komen over en je moet harder werken om te begrijpen wat er precies gebeurt. Voor iemand als ik, die maar twee talen spreekt, is het zelfs nog uitdagender.

Het punt is wel dat ik er voor heb gezorgd dat ik allebei die talen goed spreek.

Engels zit al sinds jaar en dag in mijn bloed. Toen ik op mijn zesde naar Amerika ging, begonnen mijn ouders me het al bij te brengen. Ik ben dus duidelijk geen natuurlijk spreker – het is niet mijn eerste taal – maar ik kom verdomd in de buurt!

Toch is het anders. Engels is een taal met andere regels, andere gebruiken, en andere stijlen. Een zin die in het Engels stoer of uitdagend klinkt, is knullig en schattig in het Nederlands. Een één op één vertaling is dan lang niet altijd zo eenvoudig als mensen denken. Voor je het weet zijn je ‘Mistborn’ vertaald naar ‘Nevelaars’.

Maar het kan wel

Het kan zeker. Ik lees het liefste boeken in het Engels. Dit komt deels doordat lang niet alles naar het Nederlands wordt vertaald. Wat wel wordt vertaald, is sporadisch en incompleet. Ik ga mijn grote voorbeeld er weer bij halen. Van Brandon Sanderson zijn meer werken niet naar het Nederlands vertaald dan wel. Ik zou een enorme wereld missen als ik die verhalen niet in het Engels zou lezen.

Ik heb het voordeel dat Engels me goed afgaat. In 2011 schreef ik voor NaNoWriMo mijn eerste Engelse werk: Physokinetic. Destijds koos ik er voor om het in het Engels te schrijven, omdat ik veel tijd doorbracht op internationale forums. Het was makkelijker om met mijn vrienden daar te praten over mijn werk als ze het ook konden begrijpen.

Tijdens het schrijven van dat verhaal liep ik tegen aardig wat hindernissen aan. Van Freudiaanse tikfouten tot zinnen die voor geen meter liepen, Physokinetic was geen literair hoogstandje. Toch was het een van de eerste verhalen waar ik echt lekker in wegzakte. Ik heb er twee vervolgen op geschreven, ‘Tamer’ en ‘Hangman’s Daughter’. Er is nog een losstaand verhaal geweest, ‘Desert Sand’. En dit jaar ben ik full circle gegaan. Mijn NaNoWriMo project is in het Engels geschreven, zodat mijn Engelssprekende collega’s het kunnen lezen.

En een andere taal?

Een andere taal gaat nooit gebeuren. We kennen allemaal wel Duolingo, maar dat maakt je niet vloeiend. Mijn collega’s hebben wel eens gevraagd of ik mijn verhalen wil laten vertalen naar hun taal, maar…

Dat is vrij prijzig.

Ik houd het bij Nederlands en Engels. Mocht ik ooit groot worden, dan zal ik aandringen op vertalingen naar andere talen.

Maar eerst maar één stap tegelijk zetten.

Tussendoor: hoe gaat het met 2024?

Ik heb het best druk, deze maanden. Meerdere schrijfwedstrijden en ook nog mijn eigen projecten om voor te schrijven!

Voor Januari zou ik twee korte verhalen schrijven en de uitlijn van een verhaal, inclusief een paar hoofdstukken. Op dit moment heb ik feedback terug over de uitlijn van het verhaal. Het korte verhaal gaat morgen naar mijn vrienden… maar ik kan maar zo veel van ze vragen. Het korte verhaal dat ik voor mezelf schrijf, gaat helaas niet de goede kant op. Daar hoop ik voor het weekend verandering in te brengen!

Het is in het Engels!

Eind deze maand hoop ik het op de website te kunnen zetten. Ik laat natuurlijk een (kort) blogje vallen als het zo ver is.

Voor Februari heb ik nog bijna niets gedaan, helaas. Daar krijg ik het nog druk mee. Voor Maart, April, en Mei heb ik ook al een aantal wedstrijden geselecteerd. Kleinere wedstrijden, gelukkig, die maar 3000 woorden vereisen.

Dus ongeveer 3 keer dit blogje. Dat kan ik wel.

Misschien doe ik er daar ook een van in de Engelse taal.

Wedstrijden

Er zijn wedstrijden voor elke vorm van inspanning en creativiteit waarin beoefenaars het tegen elkaar opnemen. Voor het schilderen van miniaturen is er bijvoorbeeld de Golden Demon competitie. De Olympische Spelen zijn niemand onbekend, en er zijn zelfs kampioenschappen voor Office-applicaties. Je kan het zo gek niet bedenken, of er is wel een wedstrijd voor.

Zo kent de schrijfwereld ook talloze wedstrijden en competities. Er zijn tienduizenden mensen op de wereld die graag schrijven en uitgegeven willen worden. Lang niet iedereen zal dus in staat zijn om dat te bereiken, maar via deze competities kan verstopt talent toch een weg naar buiten banen. Vaak kan iedereen zich inschrijven voor een schrijfwedstrijd, waardoor ook onbekenden in het daglicht kunnen komen te staan.

Toen een van mijn vrienden aan mij suggereerde om eens aan een wedstrijd mee te doen, heb ik onderzoek gedaan. Ik heb gekeken wat ik kon vinden en heb geconcludeerd: er zijn er een heleboel. In het dagelijks leven krijg je hier niet veel mee te maken. Een schrijfwedstrijd is niet gevuld met spanning en sensatie. Je kijkt niet live mee terwijl zes schrijvers op een rij hun verhaal uitkloppen. Er is geen commentator direct verslag levert. Alles is… best beschaafd.

Zeker als je naar de dingen kijkt die wel eens bij voetbal gebeuren.

Net zoals er verschillende vormen van voetbal bestaan, zijn er ook verschillende competities voor het schrijven. Wat voor wedstrijden kan ik zo opnoemen en, misschien wel interessanter, waar zou ik aan meedoen?

Verschillende soorten wedstrijden

Zoals ik al eerder heb laten vallen, doe ik elk jaar weer mee met NaNoWriMo. Dit is een stevige wedstrijd met een vooraf vastgesteld tijdvak. Je krijg een maand de tijd om een volledige roman te schrijven van 50.000 woorden. Vorige week heb ik al laten vallen dat dit ruim binnen de normen van een ‘roman’ valt.

NaNoWriMo is uniek, omdat alle regels eigenlijk voor de sier zijn. Je werkt volgens een eresysteem, omdat er geen bevestiging is van je werk. Niemand controleert of je zo veel hebt getypt als je zegt dat je hebt gedaan. Er is geen controle of je een verhaal hebt geschreven, of simpelweg 50.000 woorden willekeurig achter elkaar hebt gezet. Een Lorem Ipsum generator zou het werk in vijf minuten af kunnen hebben en niemand zou je er op afrekenen.

Maar dat is niet waar de wedstrijd voor is. NaNoWriMo is er om je te motiveren, niet om iets te winnen. De dingen die je wint zijn dan over het algemeen ook niet tastbaar. Je krijgt een kortingsbon, om je boek tegen kostprijs te laten printen. Je wint 20% korting op een wiki-tool. Dat zijn de dingen die je kan winnen bij wedstrijden als NaNoWriMo. De echte prijs heb je immers zelf al op je computer staan.

Ook voor wedstrijden moet je ergens beginnen!

Wat voor andere competities zijn er?

De zoektocht naar andere wedstrijden bracht me naar schrijvenonline.org. Deze website concentreert zich volledig op, je raadt het al, schrijvers! Voor mensen die graag schrijven is het de resource, dus ik kijk er wel eens rond.

Zo hebben ze ook een pagina enkel voor schrijfwedstrijden, waar ik een aantal andere suggesties vond.

Volledige romans

Ik struikelde bijvoorbeeld over de wedstrijd van Evander Schrijfcoaching. In deze wedstrijd schrijf je geen verhaal, maar de uitlijn van een verhaal. Aan de hand van die uitlijn en een paar uitgewerkte hoofdstukken wint de beste de hoofdprijs: een jaar schrijfcoaching! Het doel is om het geplande verhaal uit te werken en klaar voor publicatie te maken.

Een variant hierop is de YA Fantasy wedstrijd van uitgeverij Moon. Hiervoor dien je 8.000 tot 10.000 woorden in, de lengte van een kort verhaal, die later uitgewerkt kunnen worden tot een roman.

Natuurlijk ben ik al druk bezig met mijn inzendingen. Als het niets wordt, heb ik weer iets om over te schrijven. Als het wel iets wordt… heb ik zeker iets om over te schrijven!

Korte verhalen

Ook zijn er verschillende competities waarvoor je korte verhalen in mag sturen. Het doel van deze wedstrijden is dat er een verzamelwerk komt met de beste inzendingen. Je inzending is dus ook gelijk je manuscript! Vaak zijn deze competities naar een bepaald thema, zoals ook veel van dit soort verzamelwerken zijn. Vorig jaar, bijvoorbeeld, heb ik een Kickstarter project ondersteund voor een vergelijkbaar boek. Alle verhalen waren geschreven met ‘winter’ als thema en het boek zal uiteindelijk uitgegeven worden. Het staat vast mooi op mijn plank.

Hele korte verhalen

Maar korte verhalen zijn niet de enige verhalen waar wedstrijden voor zijn. Ik struikelde over 55 Verhalen 55 Woorden, wat precies is wat de naam suggereert. Een week lang mag iedereen elke dag een verhaal inzenden. Het verhaal moet, inclusief de titel, exact 55 woorden lang zijn. De 55 beste verhalen worden gebundeld en uitgegeven. Dit soort eisen zijn uniek en uitdagend. Ik ben benieuwd hoe veel ik er uit weet te kloppen!

Heb je interesse in al deze wedstrijden?

Ja.

Okay, iets uitgebreider. Ik ben van plan om mee te doen aan alle wedstrijden die ik hierboven heb beschreven en gelinkt. Dat betekent echter niet dat het daarmee afgedaan is.

Op de wedstrijdpagina van schrijvenonline.org heb ik ook een hoop wedstrijden links laten liggen. Zo zijn er meerdere wedstrijden voor gedichten en poëzie, een literaire vorm die mij niet zo ligt. Een enkele vraagt slechts om een citaat, of een gesproken woord. Er zijn wedstrijden waarvan het thema me niet aanspreekt, of die inschrijfgeld vragen. Ook heb ik verschillende wedstrijden links laten liggen… omdat het er te veel zijn! Ik heb ook mijn eigen goede voornemen om aan te denken, immers. Januari wordt er niet jonger op!

Betekenen deze redenen dat het slechte wedstrijden zijn? Natuurlijk niet! Ik trek mijn neus er niet voor op… ze zijn slechts niet voor mij weggelegd.

Een druk begin van het jaar

Heel druk. Terwijl ik dit aan het typen was, begon het me te dagen dat het misschien te veel is. Ik wil niet te veel hooi op mijn vork nemen, zeker gezien ik ook andere hobbies heb. Januari staat bekend als de maand waarin beloftes gebroken worden. Ik moet er voor waken dat ik mijn beloftes langer volhoud dan dat.

Dus ik perk mezelf in. Dat kan ik het beste doen door alles op een rijtje te zetten, dus bij deze:

Januari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • De planning voor een boek, plus een uitgewerkt hoofdstuk of twee (2.500 tot 5.000 woorden).
  • Een kort verhaal met een horrorthema (4.000 tot 8.000 woorden).
  • De eerste 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

Februari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • Een ‘spannend’ kort verhaal (maximaal 7.500 woorden).
  • De opzet voor een groter fantasy-verhaal (8.000 tot 10.000 woorden).
  • Twee à drie stuks flitsfictie (exact 55 woorden elk).
  • De tweede 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

In Maart staan er (nog) geen wedstrijden gepland. Dan kan ik me dus beter concentreren op A Cage for Horrors!

Heb ik een plan?

Eén dag tegelijk.

Geloof het of niet, maar de plannen voor de korte verhalen staan al op het moment dat ik dit schrijf. Het uitwerken ervan kost een dag of drie, waarna er nog gereviseerd moet worden. De boekplanning is al uitgewerkt en de hoofdstukken voor die wedstrijd staan al klaar voor feedback. Ik zit niet stil!

Er is een goeie kans dat ik dingen moet laten vallen. Dat is niet erg… het is maar een hobby!

De lengte van een verhaal

Vorige week heb ik mezelf een stevige belofte op de arm gespeld. Elke maand ga ik een kort verhaal schrijven, wat neerkomt op twaalf verhalen. Ook wilde ik met andere vormen van verhalen gaan experimenteren, waarbij de lengte kan verschillen. Hoe lang ik dat ga volhouden, gaan we zien. Daar is het een goed voornemen voor, immers.

Maar de betere vraag is misschien wel wat een ‘kort verhaal’ precies inhoudt. Wat is de lengte van zo’n kort verhaal? Is dat twintig pagina’s? Dertig? Of is het iets heel anders?

De lengte meten

Als je een boek in de boekenwinkel bekijkt, zie je meerdere dingen. Je ziet de kaft, de titel, de auteur. Als je iets interessants ziet, lees je misschien de rugtekst… en ongetwijfeld kijk je ook hoe dik het is. We gebruiken graag het aantal pagina’s om te zien hoe lang een boek is. Ik zelf deed het in mijn studieperiode al als we huiswerk toegewezen kregen. Het aantal pagina’s dat bestudeerd moest worden, vertelde mij hoe veel werk het was. Ik wist de lengte van mijn huiswerk.

Maar daar klopte geen hout van. Studieboeken zijn groter, met een kleiner lettertype dan de gemiddelde leesboeken. Er staat meer tekst op een dergelijke pagina, terwijl afbeeldingen juist de tekstdichtheid weer verminderen. Een studieboek is heel anders dan een leesboek, dus het heeft geen zin om de paginatelling te vergelijken. Het zou zomaar van een andere lengte kunnen zijn.

Maar twee leesboeken zijn ook niet te vergelijken. Er zijn talloze factoren die de tekstdichtheid in boeken beïnvloeden. De marges kunnen verschillen, of het lettertype of formaat. Iets simpels als een hoofdstukindeling kan grote verschillen maken. Ik heb boeken gelezen die een nieuw hoofdstuk op dezelfde pagina beginnen, met enkel een witregel er tussen. Er zijn boeken die steevast een nieuw hoofdstuk op de volgende pagina beginnen. Ik heb zelfs boeken staan die een nieuw hoofdstuk altijd op de rechter pagina beginnen. Als een hoofdstuk op de rechter pagina eindigt, is de volgende linker pagina dus leeg.

Hoe meet je het dan?

Het is een veelvoorkomende fout die ik zelf ook nog veel bega. Als ik in de trein lees, hou ik bij hoe veel pagina’s ik ongeveer kan lezen. Soms lees ik er zestig, soms tachtig als ik vertraging heb, bij andere boeken haal ik er weer maar veertig. Heel af en toe haal ik zelfs maar 25 pagina’s, als het onderwerp extra taai is.

Het is nog steeds een domme manier van tellen.

Er is maar één factor die tussen alle leesboeken in de hele wereld hetzelfde is. Deze factor is onafhankelijk van de opmaak van het boek, of de paginaindeling. Als je een boek schrijft voor NaNoWriMo, is het de enige manier waarop je wordt beoordeeld.

De woorden.

Of, om precies te zijn, het aantal woorden dat je schrijft. Als je wil weten hoe veel je moet gaan lezen, dan tel je het aantal woorden. Daarmee weet je de daadwerkelijke lengte van een verhaal, al heb je geen idee hoe veel pagina’s het beslaat.

Vertel gewoon de lengte!

Wat betekent een bepaalde lengte?

Tussen verschillende verhaalvormen zijn verschillende lengtes die geaccepteerd worden. De lengte van een bepaalde vorm staat niet hard vast, maar er zijn wel bepaalde geaccepteerde grenzen. Als je een roman schrijft, schrijf je steevast meer dan als je een kort verhaal vertelt. Een handpalmverhaal is weer korter en een novelle is weer langer.

Maar wat is nou die exacte lengte? Laat ik ze hier eens onder elkaar zetten.

Een roman

Romans zijn de verhalen waar je aan denkt als je het over een boek van fictie hebt. Het is een verhaal waar je je in kan inleven en waarin er genoeg ruimte is om karakters vorm te geven. Er kunnen dingen gebeuren, verrassingen kunnen voorkomen, en het verhaal kan opeens omslaan. Alles staat vrij voor een verhaal.

Afhankelijk van het genre zijn er verschillende geaccepteerde lengtes, maar de minimale lengte staat redelijk vast. Een roman voor volwassenen is meer dan 40.000 woorden lang. In NaNoWriMo is het minimumdoel om 50.000 woorden te schrijven, waarmee je ruim boven die grens uitkomt. Een (iets) kortere roman kan dus ook, afhankelijk van hoe veel tekst je wil schrijven!

Epische verhalen staan er om bekend dat ze hier wel boven uitkomen. Vooral in de fantasiewereld zijn verhalen van 75.000 tot 100.000 woorden meer het gemiddelde. Romantische verhalen neigen juist weer naar die ondergrens, en jeugdromans zijn over het algemeen nog iets korter: 20.000 tot 40.000 woorden. Ik richt me echter wel op de volwassen ‘normen’.

Novelle

Net onder het roman is de ‘Novelle’, of ‘Novelette’ in het Engels. De Engelse benaming zegt al genoeg: het is een verkleinwoordje voor ‘Novel’.

Novelles zijn in mijn ervaring verhalen die iets toevoegen aan een serie. Ze belichten karakters die in de ‘vaste’ boeken geen schermtijd krijgen, maar wel dingen doen die belangrijk zijn voor het verhaal. In een losstaande Novelle kunnen die karakters de aandacht krijgen die ze verdienen. Het alternatief is immers dat ze er ergens tussen gepropt worden, of dat hun evenementen gewoon opeens gebeurd zijn.

Natuurlijk kan een Novelle ook een beknopter verhaal beschrijven. Minder tijd wordt besteed aan de wereld en de concentratie ligt op de dingen die de hoofdpersonen doen. Dialoog hoeft niet te worden beperkt, maar het is wel secundair aan de dingen die daadwerkelijk gebeuren.

Een Novelle is over het algemeen tussen de 7.500 en 20.000 woorden lang. Dat komtovereen met één tot vier hoofdstukken in mijn verhalen.

Kort verhaal

Een kort verhaal verspilt geen tijd. De wereld krijgt enkel de de kortst mogelijke beschrijving waarin de auteur slechts de relevante punten aanstipt. Enkel die dialoog die bijdraagt aan de voortgang van het verhaal is uitgeschreven.

Je hebt immers maar tussen de 1.000 en 10.000 woorden om het allemaal mogelijk te maken. Het idee is dat een kort verhaal aan het einde een onvoorziene draai geeft. Er gebeurt iets waardoor de rest van het verhaal in een ander licht staat. Het moet bijna net zo interessant zijn om het verhaal later opnieuw te lezen.

Je vindt korte verhalen vaak terug in verzamelwerken. Ook kunnen ze gebundeld zijn met omnibussen als een kort verhaal in een bepaalde wereld afspeelt. Auteurs maken hun korte verhalen vaak gratis beschikbaar, of schrijven ze naar een specifiek thema voor een opdracht of wedstrijd.

Deze verhalen zijn geconcentreerd en lopen snel. Er is bijna geen ruimte voor tekst die geen doel dient, dus alles moet een reden hebben.

Ik heb mezelf beloofd om twaalf van deze korte verhalen te schrijven in het komende jaar. Ik wil kleinere verhalen vertellen in werelden die ik nog uit wil breiden, of zelfs nog niet in heb geschreven. Als ik het goed voorbereid, kan ik een kort verhaal op een vrije weekenddag schrijven. Dat is echter ook gelijk waar de crux ligt:

Ik moet het goed voorbereiden.

De tijd gaat ons leren of ik het kan.

Handpalmverhalen

Ik heb het al eerder gehad over Ernest Hemingway, om hele andere redenen. In dit geval gaat het over de Handpalmverhalen, extreem korte teksten die een verhaal vertellen. Een van ’s werelds beroemdste Handpalmverhalen, of Flitsfictie, wordt aan hem toegekend:

For sale: baby shoes, never worn.

Hoewel het niet zeker is dat de man het zelf heeft geschreven, is dat onbelangrijk voor het verhaal. In zes woorden is er, met subtiele suggestie, een hele wereld ontstaan voor de lezer. Een wereld waarin mensen lief hebben gehad en samen zijn gekomen. Waarin mensen hebben gewonnen, maar uiteindelijk ook hebben verloren. Misschien zijn deze mensen uit elkaar gegaan door de stress van zwangerschap, of is er een miskraam geweest. Er zijn opties, maar de exacte details zijn onbelangrijk.

Die vullen we zelf wel in.

Het voorbeeld hierboven is een extreem voorbeeld. Het heeft talloze mensen geïnspireerd om andere flitsfictie van zes woorden te schrijven, maar dat is niet de eis. De lengte van Flitsfictie kan variëren van zes tot wel duizend woorden, met als vuistregel dat het niet langer is dan een pagina. (bron: Wikipedia)

Komen we toch nog terug op die pagina’s.

Binnen Flitsfictie zijn er nog verschillende vormen die iets strakker zijn gedefinieerd, maar allemaal hebben ze hetzelfde gemeen. Het gaat over verhalen die ‘minder is meer’ omarmen. Verhalen die details en dialoog achterwege laten en de lezer vertrouwen om de lege plekken in te vullen. Doordat zo veel open blijft voor interpretatie, is het meer kunst dan literatuur.

Ik wil het dolgraag een keer proberen.

Hoe staat deze lengte in verhouding?

Het is een hobby van mij om de lengte van mijn verhalen te vergelijken met ‘de groten’. Eerder heb ik al A Cage for Horrors in perspectief geplaatst door Harry Potter er naast te houden. De engelse versie van ‘De Steen der Wijzen’ is 76.944 woorden lang en is een verhaal dat je in een dag uit kan lezen als je er goed voor gaat zitten. Dit is ook de lengte waar ik dit jaar met NaNoWriMo op ga mikken.

Het andere extreme is Brandon Sanderson. Als je mijn blogs leest, heb je de naam wel al eens voorbij zien komen. Het kortste deel van zijn epische ‘Stormlight Archive’ boeken is 383.389 woorden lang. Dat zijn boeken waar je een paar dagen echt goed voor moet gaan zitten om ze snel uit te lezen.

En om het in een nog mooier perspectief te zetten: de lengte van dit blogje is 1.569 woorden, iets minder dan het dagelijkse doel van NaNoWriMo!

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑