Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Kritiek (Pagina 3 van 3)

NaNoWriMo is done. What follows next?

As you were able to read in my various posts throughout October, I quite enjoyed NaNoWriMo this year. It was refreshing to step away from my traditional Modern military novel and write something different. Now that I have a first draft, what follows next?

I have gone through this process before. After I completed Declipse, I spent a couple of months procrastinating the revisions. I was new to the process and didn’t know what to do. Now, I have learned that revisions are definitely the first thing that follows this stage of drafting.

Ernest Hemingway

Though Ernest Hemingway apparently had quite a busy life, in the literary world he is mostly remembered for one quote.

“The first draft of anything is shit.”

As his name is remembered through the generations for his literary contributions, he may have been on to something. Whether that is true or not, I already know what the state of my first draft is. I wrote A Cage of Horrors at high speed and in my second language. Even though I consider myself fluent in English, I know for certain that my draft is filled with errors.

My prose is filled with errors when I write in my native language. Even though I can type without looking at my screen, both spelling and grammar suffer when I write at speed. I will never forget the time I intended to write ‘in his hands’ and found out, during re-reading, that I wrote ‘in her pants’.

Classic.

This is, of course, just one of many examples. I want to spare the people who want to read my work these errors, so I intend to revise A Cage of Horrors first. As this is another tome of 30 chapters, I anticipate it will take a bit to get through it properly.

How long until the release follows?

It took me a long time to get to revising after writing Declipse: Revolutie. I don’t intend to let it lie until April, like I did with Declipse, but it will take a bit. I anticipate that revisions won’t start until January, maybe February. It’s all depending on the eventual progress I may have with publishing Declipse.

Regardless, the first release will be for friends, family, and colleagues. They get the Hemingway Draft and get to provide feedback. Only after that follows my decision of making it available to the public.

At the moment, I lean towards converting the file to an .epub and making it available for free. I’m not too certain that I’ll break through on the international market yet, so it can’t hurt to give something away for free. If anything, it will be a novelty, should that happen.

However, that will take a while.

Why so long?

I will wait so long with revision, because I want to give the story some time to recover. An important part of revision is re-reading everything you wrote. However, the more I recognize, the more I unconsciously skip. This means that I will skip over spelling and grammar errors, which will stay in the Hemingway Draft that way.

So, I need to let the story leave my mind. I need to let my attention move to other things, so I can rediscover myself.

Additionally, after that recovery, I need to read everything again. Just to put it in perspective, the story is roughly as long as Harry Potter and the Half-Blood Prince.

Each book that follows seems to get longer.

Picture courtesy of Amazon.com

Even though I enjoy reading and have been known to get lost in a book, that is still a lot of words to read. It is also a very different kind of reading, which changes my speed. In addition to reading, I am also correcting, reflecting, and making notes for my revisions.

All of that besides a full-time day job.

In other words, if I check a chapter per day, I’m doing well. After that follows correcting and revising. If I do a chapter or two of that per day, it’s a good tempo. These things add up.

Add to that a social life and things to do besides the revising, and we’re already looking at months of work.

And then the release follows.

It’s only expected that I announce the release of A Cage of Horrors to everyone who wants to read it. I will likely upload it to this very website, even!

A new page will be made, providing a summary and overview. I may even commission some art, who knows.

Time will tell.

Wat als het niet lukt om met Declipse te slagen?

Declipse is mijn baby. Ik heb het eerder gezegd en ik zal het blijven herhalen. Met Declipse hoop ik er in te slagen om de wereld te bereiken. Ik verwacht niet dat ik de volgende J.K. Rowling zal zijn, of Tom Clancy, Brandon Sanderson, of wie dan ook. Uitgegeven worden is goed genoeg voor mij.

Ik zeg altijd dat ik een positieve attitude wil houden. Het is moeilijk voor een pessimist als ik, maar ik ga uit van succes. Declipse moet mijn grote einddoel worden en het schip waarmee ik de wereld in reik. Ik geloof graag dat het me gaat lukken.

Maar wat als je er niet mee kan slagen?

Het is een vraag die in mijn achterhoofd blijft hangen. Optimistisch zijn brengt je maar zo ver, immers, en op een gegeven moment moet je realistisch worden. Soms moet je accepteren dat je niet gaat kunnen slagen met wat je hebt geleverd.

Met die gedachte in je achterhoofd is het soms moeilijk om er goede moed in te houden. Als Declipse, een verhaal dat ik al vijftien jaar in mijn hoofd heb, niet goed genoeg is…

Wat dan wel?

Ik heb mezelf voorgenomen om de moed niet zo eenvoudig in mijn schoenen te laten zakken. Als ik kijk naar een aantal van mijn grote schrijvers, dan zie je wel hoe moeilijk het is om uitgegeven te worden. Brandon Sanderson heeft meerdere verhalen gearchiveerd die het nooit hebben gehaald en die hij nu enkel nog gebruikt om andere verhalen te inspireren. Ze werden gewoon niet goed genoeg gevonden, maar toch heeft hij vorig jaar de grootste Kickstarter ooit gehouden. Pierce Brown’s ‘Red Rising’ kwam pas in trek bij de uitgevers toen hij er een ‘Hunger Games’ draai aan had gegeven, omdat die serie net populair was toen hij uitgegeven probeerde te worden. Ook hij is tientallen keren, honderden keren, afgewezen geweest met verschillende verhalen.

De realist in mij vertelt me dat dit ook is wat mij te wachten staat. Sterker nog, op het moment van schrijven heb ik mijn eerste twee afwijzingen al binnen. Ik paste toch niet zo goed in het fonds van de uitgever als ik dacht. Declipse is mijn baby, maar er is een goeie kans dat niemand het met me eens is. Ik maak er vrede mee, want wat kan ik anders?

De negativiteit verslaan.

Ik weiger bij de pakken neer te gaan zitten. Als er iets is dat ik heb geleerd van mijn helden, dan is het wel dat doorzetten loont. Mijn kans op slagen wordt beter als ik blijf leren en blijf groeien.

Ik ben dan ook niet van plan om het op te geven.

In een eerder blog heb ik al uit de doeken gedaan wat ik eerder heb geschreven. Het zijn verhalen die ik nu, met meer dan tien jaar extra ervaring onder de riem, graag nog eens zou bezoeken. Verhalen die ik nu anders aan zou pakken en die ongetwijfeld anders zouden lopen als ik ze nu zou schrijven. Tijdens NaNoWriMo dit jaar heb ik dat ook met volle overgave gedaan. A Cage of Horrors belooft iets heel anders te zijn dan Declipse, HELMET, of alle andere verhalen.

Zo blijven we vooruit gaan. Als ik er met Declipse niet in ga slagen, dan gaat het spel weer van voren af aan beginnen.

En Declipse dan?

Voor Declipse voorzie ik in dat geval meerdere manieren om de toekomst te lijf te gaan. Ik zou Declipse in eigen beheer uit kunnen geven, een optie die veel geld en verkoopvaardigheden vereist. Twee dingen die ik niet heb.

Ook zou ik Declipse: Revolutie als .epub beschikbaar kunnen stellen. E-Readers zijn heel normaal tegenwoordig en op deze manier kan ik alsnog mensen bereiken. Hierin maak ik me echter zorgen over de toekomst.

Want optie drie is wachten. Misschien is Declipse te ambitieus en willen uitgevers daar niet mee gokken. Ik ben onbekend en een groot, ambitieus project van een onbekende schrijver is te onzeker om uit te geven. Misschien moet ik eerst bekender worden voor ik met iets als Declipse kan slagen.

Als je naar grotere, meer bekende schrijvers kijkt, is het misschien beter te zien wat ik bedoel. Kijk bijvoorbeeld naar de twee covers hieronder, van Elantris, door Brandon Sanderson.

Brandon Sanderson's eerste publicatie, voor zijn slagen.

Met dank aan Wikipedia

Brandon Sanderson's eerste publicatie, nadat hij groot was geworden.

Met dank aan Amazon

Het verschil is denk ik goed te zien. De linker cover is een van de eerste edities van het boek. De rechter cover is enkele edities later, nadat Sanderson beroemd is geworden. Die cover is gemaakt nadat hij groot genoeg was om met zijn naam boeken te verkopen. Mensen kopen het boek omdat het van Sanderson is, niet omdat de titel zo aantrekkelijk klinkt.

Dus heeft de uitgever er voor gezorgd dat zijn naam goed leesbaar op de cover staat.

Het is mijn droom om zo ver te komen. Als ik er niet in ga slagen om Declipse nu uit te brengen, dan is dat de volgende stap. Dan moet ik het later, als ik me bewezen heb, weer naar boven halen. Opnieuw proberen. Een volgende iteratie.

Er zijn opties te over en stilstaan is er niet één van.

De begeleidende brief

Je kan uitgegeven worden vergelijken met een succesvolle sollicitatie. Je moet er moeite voor doen. Het is iets waarbij je jezelf van je beste kant laat zien. Aan het einde van de rit moet de andere partij overtuigd zijn dat jij de persoon bent om mee in zee te gaan. De begeleidende brief is in deze vergelijking je CV. De ontvanger kan lezen wie je bent, wat je kan, en hoe je het doet. Als je begeleidende brief vol staat met spelfouten, kan het niet anders dan dat je andere werk dit reflecteert.

Ik heb meerdere brieven geschreven in de loop van het uitgeefproces dat ik tot nu toe heb doorlopen. Voor de meeste uitgevers maakte de lengte niet heel veel uit. De enige eis voor mij was dat de brief redelijk in een email zou passen, omdat dat was hoe de brief zou worden opgestuurd. Die uitgevers zouden de synopsis en het manuscript digitaal ontvangen, dus ik wilde dat ze als eerste mijn boodschap zagen. Voor de uitgever die alles fysiek geprint wilde krijgen, was het echter wel belangrijk. Daarvoor heb ik er op gelet dat het allemaal op twee kantjes paste, zodat een dubbelzijdig geprinte pagina genoeg was.

Er is al meer dan genoeg papier en inkt in gegaan, immers!

Wat zet je in een begeleidende brief?

Het is niet altijd even makkelijk om te beginnen met schrijven, maar de begeleidende brief moet precies dat zijn: een brief. Hierin leert de uitgever je kennen en krijgen ze een voorproefje van je schrijfstijl.

Daarnaast is het natuurlijk de kans om wat achtergrond te geven. Waarom ben je aan het schrijven, ben je er al lang mee bezig, en hoe veel kan de uitgever verwachten? Is dit een enkel boek, of heb je een serie gepland? Gaat het over een boek dat je altijd al hebt willen schrijven, of is het een serie die Game of Thrones zou kunnen rivaliseren?

Dit moet de uitgever weten vóór ze je manuscript te lijf gaan.

Check ook of wat je wel alles hebt gedekt dat de uitgever wil zien. Het kan nooit kwaad om je voor te bereiden, bijvoorbeeld door de website van de uitgever te bezoeken. Dan zie je al snel wat voor boeken de uitgever uitgeeft en naar wat voor mensen ze op zoek zijn. Dit kan je meenemen in de brief en zo laten zien dat je weet wat je doet, dat je gemotiveerd bent om werk te steken in het proces. Met wat mazzel heeft die website ook een pagina voor het insturen van een manuscript waar instructies op staan. Als je de instructies op deze pagina al niet volgt in je begeleidende brief, wordt de kans dat je manuscript wordt afgewezen alleen maar groter.

In tegenstelling tot de synopsis, heeft de begeleidende brief wel meer vrijheid. Deze introductie behoeft geen specifieke structuur, geen koppenindeling of strategische keuze van lettertype. Laat zien dat je zelfverzekerd bent, weet wat je wil, en dat je tijd en motivatie in je werk hebt zitten. Als de redactie met een goed gevoel uit je brief komt, heb je al een streepje voor.

Maar jij hebt meerdere uitgevers benaderd, Rik!

Dat klopt!

Ik heb dan ook meerdere brieven geschreven, een voor elke uitgever.

Een eisenlijstje, inclusief de brief.

Voor het benaderen van de uitgevers heb ik mijn onderzoek gedaan. Voor elke uitgever heb ik de eisen op een rijtje gezet, waaronder ook de inhoud van de begeleidende brief, als die werd genoemd. Voorbereiding is al het halve werk!

Met die informatie kan je simpelweg aan het werk gaan. Met beperkte tijd, iets waar ik maar al te bekend mee ben, is het een kwestie van de klus in stukken opdelen. Ik heb elke avond een brief geschreven, tot ik klaar was. Elke avond was dus een kleine overwinning, een volgende stap, naar het uitsturen van mijn manuscript.

Die kleine stappen doen wonderen voor je motivatie.

Wel heb ik er op toegezien dat elke brief een verwijzing had naar mijn online aanwezigheid. Mijn LinkedIn wordt altijd benoemd, bijvoorbeeld, en als iemand deze website bezoekt zien ze gelijk hoe ik schrijf. Het is dus alleen maar in mijn voordeel om dat er ook in te zetten.

Ik ben benieuwd. Vroeger of later zal ik reacties krijgen die laten zien of mijn brieven de redactie hebben overgehaald!

Op bezoek bij de uitgever!

Het is alweer een paar weken geleden sinds de werkzaamheden aan mijn zelfgebonden manuscript voor Uitgeverij Prometheus zijn afgerond. Het enige dat nog op mijn lijstje staat, is het daadwerkelijk bezorgen van het eindproduct. De post is altijd een optie, maar helaas is het resultaat van mijn harde werk van een ongebruikelijk formaat. De meeste pakketopties zijn duur en vereisen speciale dozen, gezien de meeste pakketjes voor consumenten van vooraf bepaalde afmetingen zijn. Een bezoek… is dat een optie?

Een doos is zo besteld bij PostNL. Gezien ze deze zelf maken en van hun eigen formaat zijn, moeten ze die wel aannemen. Helaas had ik niet lang genoeg nagedacht bij het bestellen van deze doos. Ik wist dat de langste kant van een halve A4, het formaat van de pagina’s van mijn boek, ongeveer 210 millimeter was. Ik wist dus dat een doos van 240 bij 170 millimeter meer dan voldoende zou zijn.

Ware het niet dat ik had besloten om het manuscript twee keer in te dienen. Ik wilde niet dat mijn manuscript van de hand werd gedaan, omdat het niet aan een of ander standaard format voldeed. Met dat in het achterhoofd, heb ik het manuscript een tweede keer uitgeprint, op gewone A4tjes. Daarmee zou Prometheus zeker weten krijgen wat ze nodig hebben…

Maar een A4 pagina is 210 millimeter breed en 297 millimeter hoog. Door mijn extra inzet is de doos opeens te klein, zeker aangezien ik het gebonden manuscript ook nog in bubbelplastic wikkel.

Mijn cadeautje voor het bezoek aan Prometheus

Wat nu?

Noodgedwongen ben ik op zoek gegaan naar een alternatief en ben ik uiteindelijk tegen een doos van een eerdere bestelling aan gelopen. Deze was groot genoeg voor mijn benodigdheden en met wat extra opvulmateriaal bleef alles goed zitten.

Helaas was de doos wel te groot om comfortabel met de post mee te geven. Ik moest een ander plan verzinnen.

Na hard nagedacht te hebben, kwam ik op een simpele vraag uit.

Is een bezoek een optie?

Ik moest even zoeken, maar kwam er uiteindelijk achter dat de uitgeverij in Amsterdam gevestigd is! Vanuit Almere is Amsterdam goed te doen, dus na even flink wikken en wegen besloot ik dat vragen altijd vrij staat.

Vragen of je op bezoek kan komen.

De uitgeverij is nog steeds een bedrijf. Op de website staat dat manuscripten naar een postbus moeten worden gestuurd. Met die dingen in het achterhoofd, had ik geen idee of ik zomaar op bezoek kon komen.

Maar een telefoontje is zo gepleegd. Naast het adres staat ook het telefoonnummer op Google. Ik heb moed verzameld en de stoute schoenen aangetrokken en, uiteindelijk, met de uitgeverij gebeld. Mag ik op bezoek komen om mijn manuscript af te komen leveren?

En… nou ja, het antwoord is al verklapt door de titel van dit blogje: het mag!

Ik raad niemand aan om op reis te gaan en onaangekondigd bij een bedrijf aan te bellen. Zelf zou ik het ook niet fijn vinden als iemand zomaar bij mij voor de deur zou staan, immers! Het was fijn om te weten dat ik, inderdaad, naar het adres op de website kon komen om alles netjes af te leveren.

Een eerste indruk.

Ik was niet van plan om mijn bezoekje te verpesten. Ik heb extra moeite in een introductiebrief gestoken en mijn synopsis nog eens goed nagekeken. Pas toen ik tevreden was werd alles uitgeprint en in de doos gestoken. Daarna ben ik, met die doos onder de arm, Amsterdam in gewandeld!

We zijn er bijna!

Amsterdam Centraal is niet vreemd voor mij. Tijdens mijn studie ben ik er regelmatig geweest en het ligt op de route naar mijn favoriete boekwinkel. Het pand van de uitgeverij ligt op een kwartier lopen van het station en ik hou wel van een wandeling.

Dus op een zonnige Oktoberdag ben ik in de trein gestapt om op bezoek te gaan. Na een lekkere wandeling kwam ik bij de voordeur aan en heb ik nog even de tijd genomen om mezelf voor te bereiden.

Ik dacht nog een selfie te nemen, maar besloot dat ik niet heel goed ben in het nemen van dat soort foto’s. Ik zal jullie dat resultaat besparen.

Hoe was het bezoek?

Toen ik eenmaal binnen was, werd ik zowaar herkend. Ik stelde mezelf voor aan de mensen die me allemaal een beetje verward aankeken. Ik gaf aan dat ik vooruit had gebeld, waardoor de nodige belletjes begonnen te rinkelen. Mensen keken nieuwsgierig naar de grote doos die ik onder mijn arm hield en uiteindelijk wat ongemakkelijk aanbood.

Het was duidelijk dat deze mensen het druk hadden. Ik heb kort met ze gebabbeld en zag wel wat interesse ontstaan toen ik ze vertelde van de handgebonden kopie die in de doos zat. Ik kreeg de vraag of er een manier in de doos zat om contact op te leggen. Met tevredenheid kon ik ze vertellen dat er een brief in zat met daarop mijn website, een email adres, en zelfs mijn telefoonnummer en LinkedIn.

Er vielen goedkeurende blikken toen ik vertelde over de synopsis en de twee manuscripten. Er werd dankbaar gereageerd op de vermelding dat er zelfs een doos bij zat om het manuscript in terug te sturen. Alles leek helemaal goed te zijn… behalve dat ze het echt heel druk hadden. Ik kreeg de waarschuwing mee dat ik waarschijnlijk meer dan drie maanden zal moeten wachten. Er zijn gewoon te veel manuscripten om snel doorheen te werken.

De hardwerkende mensen van de uitgeverij leken mijn bezoek te waarderen, maar ze waardeerden het ook toen ik na niet al te lang weer vertrok. Wel was mijn missie geslaagd: het manuscript was ingeleverd en ik had een indruk gemaakt. Het manuscript komt nu niet meer van een onbekende, maar van iemand die even op bezoek is geweest.

Alle kleine beetjes.

En achteraf?

Ik ben weer naar huis gegaan. Tegen het einde van de dag kreeg ik, zoals beloofd, een email met de bevestiging van ontvangst. Het bezoek is netjes afgehandeld door Prometheus.

Het was ook de eerste echte test van mijn ‘professionele’ email adres. Ik weet nu zeker dat ik emails kan ontvangen op dat adres!

Alles dat ik nu kan doen is wachten. Bijna alle uitgeverijen die ik wilde benaderen hebben het manuscript ontvangen. Enkel de Boekerij staat nog open, maar die accepteren alleen manuscripten in mei.

Maar ik ga niet stilzitten! Ik ga door met schrijven, ideeën uitwerken, en plannen. Declipse is belangrijk voor mij, maar ik mag mezelf niet toestaan om daar in vast te komen te zitten.

Altijd voorwaarts!

Feedback slikken

Na het manuscript afgerond te hebben werd het tijd om wat feedback te krijgen. Hoewel Declipse al jarenlang mijn baby is, heb ik wel geleerd dat ik ook naar anderen moet luisteren.

Gelukkig heb ik een aantal vrienden die graag lezen. Ze waren meer dan bereid om een sneak preview te krijgen en wilden graag feedback geven. Nadat mijn eerste revisies begin mei waren afgerond gaf ik officieel het eerste manuscript aan mijn vrienden om te lezen.

Waarom geen feedback van professionals?

Het is een vraag die ik veel heb moeten beantwoorden, maar het antwoord is simpel. Professionals geven mooie feedback, maar je betaalt er ook flink voor. Op websites als Fiverr kan je freelancers vinden voor alles, inclusief het bekritiseren van een manuscript. De prijzen hiervoor worden echter bepaald op de lengte van het manuscript. Voor een manuscript van iets minder dan 180.000 woorden was dit gewoon niet haalbaar.

Maar gelukkig stonden mijn vrienden paraat. Ze hebben geen idee hoe dankbaar ik ze hiervoor ben.

Nagelbijtend wachten op feedback.

Het was moeilijk om te wachten op feedback. Ik wist dat mijn vrienden het serieus namen, maar je weet pas hoe lang iets duurt als je ergens op moet wachten. Iedereen hield actief documenten bij die op een gedeelde dropbox stonden, maar toch hield ik elke dag weer mijn adem in.

Verschillende vormen van feedback

De documenten vulden zich langzaam. De een werkte in een notepad document, de ander had een kopie van de .pdf gemaakt om er direct commentaar in te zetten. Allebei de methodes werkten voor mij en ik kreeg een melding wanneer een document was bijgewerkt. Allebei gaven ze ideeën terwijl ze gingen, stelden ze vragen, en maakten ze duidelijk wat er niet duidelijk was. Het was allemaal super waardevol.

En het voelde als een klap in mijn gezicht.

Kritiek doet pijn.

Ik hou van mijn vrienden. Ze zijn er voor me, ik kan alles bij ze kwijt, en ze hebben me precies gegeven waar ik om vroeg. De vinger werd keihard en genadeloos op elke zere plek gelegd. Ze stelden rake vragen. Goede vragen. Ik kreeg te horen dat dingen waar ik zeker over was niet zo duidelijk waren als ik dacht.

Twijfel sloeg toe. Ik had er meer moeite mee dan ik had verwacht. Declipse is een verhaal dat ik al de helft van mijn leven aan het schrijven ben. Ik heb gokjes gewaagd en dingen veranderd, maar ik was er blij mee. Ik was er trots op!

Toch?

Het is dan ook veilig om te zeggen dat ik niet objectief was. Deze eerste reactie was precies de reden dat ik feedback zocht. Mijn mening was ondergeschikt aan de mening van buitenstaanders, de mensen die misschien wel mijn boek in de boekenwinkel zouden zien staan.

Ontspannen. Verwerken.

Ik moest actief mijn emoties uitzetten en alles objectief bekijken. De feedback was waardevol, ongeacht wat ik er van vond. Het was niet makkelijk om dat waar ik zo hard aan had gewerkt bekritiseerd te krijgen. De spel- en stijlfouten die ik tijdens mijn eigen controle had gemist maakten het niet makkelijker, maar de moeilijkste opmerkingen gingen over het verhaal.

Als schrijver heb je het hele plaatje. Je weet, als het goed is, alles over je verhaal en kent het van binnen en van buiten. Bepaalde details slepen je misschien mee en veranderen kleine dingen, maar de grote lijnen zijn duidelijk. Als iets niet duidelijk is voor een lezer, helpt de simpele gedachte ‘dit wordt later duidelijk’ niet altijd. Het laatste dat je wil, is dat iemand je boek geïrriteerd weglegt. Als er vragen zijn, moet de lezer er vertrouwen in hebben dat die vroeger of later beantwoord worden. Zonder dat vertrouwen, is het verhaal al verloren voor de lezer bij de antwoorden kan komen.

Na de kritiek en feedback opgenomen te hebben, was ik gesterkt. De inzichten die ik hierboven beschreef moesten tot mij doordringen, maar dat was uiteindelijk gelukt. Het was duidelijk wat ik moest doen om het verhaal te verbeteren. Ik ging kijken hoe ik de problemen op kon lossen en de vragen die ik niet voor later wilde bewaren al kon beantwoorden. Ook wilde ik duidelijk maken dat onbeantwoorde vragen later nog beantwoord zullen worden.

Met de waardevolle inzichten in mijn achterhoofd ben ik een laatste keer gaan reviseren. Daar vertel ik volgende keer graag meer over!

Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑