Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Kritiek (Pagina 2 van 3)

De Grote Verliezer

Aan het begin van dit jaar had ik het goede voornemen om korte verhalen te schrijven. Ik moest mijn schrijfspieren getraind houden en de creatieve poel uitdiepen. Elke maand zou ik een kort verhaal schrijven. Hiermee kon ik alleen maar winnen: ervaring, een portfolio… alleen maar goeie dingen.

Toen een van mijn beste vrienden daar over hoorde, was hij enthousiast. Hij stelde aan mij voor om aan wedstrijden mee te doen, om een doel te hebben voor mijn schrijfwerk. Het heeft me flink in de problemen gebracht, omdat ik mezelf zonder rem op de wedstrijden stortte. In januari en februari had ik amper de tijd voor andere dingen, zo veel schreef ik. Andere hobbies moesten wijken en mijn avonden werden gedomineerd door getik op een toetsenbord.

Inmiddels zijn we bijna halverwege het jaar en is mijn deelname aan wedstrijden alweer opgedroogd. De energie zat er niet meer in, de focus begon te slippen. Winnen was nog nooit zo onbelangrijk.

Maar wat heb ik wel bereikt?

Je kan niet alles winnen

Is het nog gelukt iets te winnen?

In het kort: ja! Maar niet op de manier dat je misschien denkt.

Nee, ik heb geen enkele wedstrijd gewonnen. In totaal heb ik aan vier wedstrijden meegedaan, twee voor publicatie van korte verhalen en twee voor uitgeefcontracten.

Soort van.

(Shoutout voor schrijvenonline.org voor het verzamelen van alle schrijfwedstrijden)

De twee wedstrijden voor korte verhalen waren allebei geen succes. Zoals bij de meeste uitgeverijen kwam hier ook geen directe feedback voor terug. Na een paar maanden wachten heb ik de website nog eens bezocht en zag ik de namen van de winnaars staan. Gefeliciteerd! Ongetwijfeld dat het mooie verhalen waren en als ik terugkijk, zie ik dat het ook niet mijn beste werken waren.

Jammer, gezien de hele reden van het doen van wedstrijden juist was om wel mijn beste werk neer te zetten.

Deze verliezen kon ik echter lijden. Correctie: alle verliezen kan ik lijden, niet enkel deze. Het is goed voor mijn moraal, maar immers geen verplichting.

En de contracten?

De andere twee wedstrijden hadden een grotere pot: een contract. Voor de eerste werd schrijfbegeleiding beloofd, en voor de tweede een contract voor het ingezonden werk. Vooral die tweede vond ik interessant: een contract is immers nog steeds mijn droom. Het was een YA fantasy wedstrijd en ik had een heel magiesysteem verzonnen voor dit verhaal. Het was iets waar ik echt zin in had gekregen, tot het punt dat ik met AI mijn hoofdpersonen vormgaf, omdat ze in mijn hoofd zaten. Ze moesten er uit, al was dat het laatste dat ik zou doen!

Zoals jullie misschien wel kunnen gokken: ik heb niets meer gehoord. Toen ik op de bonnefooi ging zoeken, vond ik de longlist op de website. Hij was op 1 mei al gepubliceerd en… ik stond er helaas niet op.

Gezien er bijna 200 inzendingen waren, geloof ik graag dat ik op nummer 21 van de 20 stond.

En de schrijfbegeleiding? Die heb ik ook niet gewonnen. Wel stond ik op de longlist, en daarna op de shortlist. Ik mocht een webinar bijwonen, maar uiteindelijk werd toch een andere naam geroepen.

Dus wat was er wel gewonnen?

Ik heb er stiekem al een blog over geschreven. De schrijfbegeleiding had 50% korting op zijn diensten aangeboden. Hoewel het nog steeds een hoop geld was, kreeg ik van iedereen die ik erover sprak dezelfde mening.

Het zou dom zijn om deze kans te laten schieten.

Dus ik heb contact gezocht en de afspraken gemaakt. In de afgelopen paar maanden heb ik schrijfoefeningen gedaan en een synopsis geschreven. Het echte werk lijkt nu te gaan beginnen. Het is spannend. Ik ga kritiek krijgen waar ik niet blij van word. Mijn eerste werk, mijn Hemingway Draft, gaat afgekraakt worden… en ik ga er van leren.

Ga ik nog wat winnen dit jaar?

Als ik heel eerlijk moet zijn? Ik heb geen idee.

Sterker nog, ik verwacht eigenlijk van niet. Er doen meer mensen mee aan schrijfwedstrijden dan ik had verwacht en er kan er maar één winnen. Daarnaast verwacht ik dat de meeste energie in de toekomst naar Haar Geliefde Dood zal gaan.

Want dat heeft de hoogste prioriteit, naast dit blogje, mijn roleplays, en een lading andere hobbies.

Maar ik houd mijn ogen open! De verzamelpagina van schrijvenonline zal niet verdwijnen. Misschien komt er een vlaag van inspiratie en energie.

En de verhalen die verloren hebben?

De korte verhalen plaats ik op deze website! Net als de andere korte verhalen die ik dit jaar schrijf, kan iedereen ze lezen. Ik ontvang graag feedback!

De langere verhalen… misschien ga ik daar nog wat van maken! Die houd ik nog even voor mezelf, wie weet wordt het nog wat!

Een Roleplay in de wereld van je Boek?

Een roleplay is niets anders dan samen met je vrienden een verhaal schrijven. Er is een spelleider die de grote lijnen van het verhaal bedenkt, maar de spelers? De spelers zijn de hoofdpersonen van het verhaal. Zonder hoofdpersoon is er geen goed verhaal en een roleplay geeft je de kans om meerdere verhalen te vertellen. Hoofdpersonen die allemaal een keer belicht kunnen worden en hun eigen inbreng hebben op het verhaal.

Als spelleider is het een hele toer om die wereld coherent te houden. Je hebt een zeker verhaal, maar wat als je hoofdpersonen dat verhaal niet willen volgen? Het vereist een goede band met je vrienden en een goede grip op je wereld om dat vol te houden.

Dus… is je eigen, al uitgeschreven wereld dan niet perfect?

Een essentieel onderdeel voor een goeie roleplay!

Wat heeft een wereld nodig voor een roleplay?

Een heleboel dingen die je in een goed boek vindt, kan je ook in een goeie roleplay vinden. Een doel voor de hoofdpersonen om naar te streven, vaak het stoppen van het kwaad. Verschillende bijpersonen die de hoofdpersonen helpen, of geholpen moeten worden… of ze juist tegenwerken. Een tegenstander… en een twist.

Als je puur naar de ingredienten kijkt, is het schrijven van een boek bijna hetzelfde als een roleplay. Toch kan je dit onmogelijk zeggen… want als schrijver heb je één voordeel.

Je hebt je hoofdpersonen onder controle en ze zijn tevreden met wat je ze geeft.

Een roleplay speel je samen, als groep. De verhalenverteller heeft echter een unieke verantwoordelijkheid: iedereen moet een keer in het zonnetje staan. Elke speler heeft een hoofdpersoon en het is niet leuk om alleen naar de anderen te kijken. Ook heeft elke speler een mening en een mogelijke manier om een probleem aan te vliegen. Niet iedereen vindt je eerste mening of idee een goed idee… en daar heb je geen controle over.

Er gaan genoeg verhalen de rondte van spelleiders die hun spelers geen ruimte gunnen. Spelleiders die hun eigen hoofdpersonen zo fantastisch maken dat de spelers bijpersonen worden. Spelleiders waarvan wordt gezegd dat ze beter een boek kunnen schrijven. Een dergelijke spelleider wordt niet als iets goeds beschouwd.

Je eigen wereld gebruiken.

Er zijn eindeloze manieren om een roleplay te spelen. Het hele idee is dat je het gezellig maakt met je vrienden, immers!

Er zijn talloze boeken uitgegeven die werelden uitwerken om in te spelen. Wil je in Midden-Aarde spelen, met Aragorn en Gandalf? Dat kan. Ga je liever de sterren in om het universum te verkennen? Dat kan vreedzaam, gewelddadig, supergewelddadig, of tientallen vormen daar tussenin. Er zijn zelfs boeken die de hedendaagse wereld uitwerken… met een twist. Het internet is zo groot dat er vast wel iets voor je geschreven is.

Maar om dit te doen, moet je natuurlijk wel die wereld bestuderen. Je moet hem je eigen maken, begrijpen, tot een niveau dat je vragen kan beantwoorden. Het vereist een investering vóór het spel. Waarom zou je dan als schrijver niet naar materiaal grijpen dat je al hebt geschreven? Materiaal waar je al uren over hebt nagedacht en waarvoor je waarschijnlijk al een verhaal hebt verzonnen?

Het antwoord is simpel. Ik heb het ook al een beetje door laten schemeren: een roleplay is een verhaal, maar geen boek. Een boek schrijf je om de lezers door een verhaal heen te helpen. Een roleplay schrijf je om met je spelers een fantastische tijd door te maken. Je wil dat je spelers de mysteries ontrafelen en de keuzes maken. Je kan ze motiveren en naar bepaalde keuzes toe duwen, maar als ze een andere keuze maken, staat je wereld op zijn kop.

Een goeie roleplay moet daar tegen bestand zijn. Een spelleider kan zich aanpassen en improviseren, zodat hun verhaal zinnig blijft. De spelers willen impact hebben en de wereld moet zich naar hun acties vormen. Het is een van de dingen die het meeste misgaan, als ik het internet mag geloven.

Of je zet de spelers op rails.

Ik heb zo’n roleplay gespeeld.

Ik heb de wereld van Declipse op verschillende manieren vorm gegeven, maar de roleplay was wel een van de interessantste. Het dwong me om anders te kijken naar de wereld van Declipse, omdat anderen een ander beeld hadden. De spelers waren mijn vrienden en hadden al aardig wat gelezen, maar ze hadden hun eigen beeld. Ze hadden hun eigen ideeën van hoofdpersonen die in die wereld pasten.

Hadden mijn vrienden het fout? Hadden ze gewoon geen behoefte om mijn fantastische verhaal te respecteren? Of kwam dit misschien doordat iedereen een verhaal op zijn of haar eigen manier ziet? Door de visie van anderen op mijn verhaal kon ik de zwakke en sterke kanten beter zien… en daardoor kon ik itereren.

Een roleplay kan allerlei karakters bevatten, maar de spelers en de spelleider moeten daarvoor wel samenwerken!

Pasten de karakters die mijn vrienden wilden spelen in Declipse? Niet voor honderd procent. Moesten ze honderd procent passen?

Nee. Een roleplay speel je met zijn allen. In de loop van het spelletje voelden de karakters steeds meer alsof ze onderdeel waren van het meubilair van Declipse.

Ook al hadden ze nog steeds kritiek op bepaalde keuzes die ik had gemaakt. Ze openden mijn ogen voor zwakke punten in mijn verhaal. Dingen die ik niet meer aan kon passen, maar in latere iteraties zeker in het achterhoofd zou houden.

En het verhaal?

Het verhaal van het rollenspel volgde niet het verhaal van de boeken. De boeken hadden al een hoofdpersoon. Er was al van alles bepaald en er stonden al allerlei dingen vast. Het zou voor de spelers niet interessant zijn om mijn hoofdpersoon rond te volgen… dus heb ik wat nieuws geschreven. In de iteratie van Declipse die ik destijds aanhield, was er een vrij lange sprong in de tijd. Een sprong waarin de hoofdpersonen van de boeken afwezig waren en hun eigen ding deden.

Het was een veilig gebied. Een deel waar de invloed van Declipse op de wereld te voelen was. De gebeurtenissen uit de boeken waren aanwezig en karakters konden langskomen…

Maar de activiteiten van de spelers waren niet gebonden door die boeken. Niets stond vast en alles was toegestaan. Ik had destijds zelfs het idee dat de spelers wat invloed op het verhaal konden hebben. De gebeurtenissen uit de roleplay konden een verwijzing krijgen in de boeken.

Dat bleek uiteindelijk een slecht idee te zijn. Lezers hadden geen idee wie deze karakters waren en waar ze vandaan kwamen. Ze voelden vreemd aan in de verder goed gedefinieerde wereld die ik had uitgeschreven.

En, boven alles, ze voegden alleen maar meer namen toe aan een wereld waar al te veel karakters in rondliepen.

Maar ik had de smaak te pakken. Vier jaar later zou ik een nieuwe roleplay beginnen in de wereld van Declipse.

Kan een roleplay in je eigen wereld?

Ik raad het aan! Niemand is beter in het zien van fouten dan andere mensen. Alle vragen en opmerkingen over de wereld zijn opbouwende kritiek. Je leert er van…

En je leert het ook los te laten. Het beeld van anderen gaat nooit helemaal overeenkomen met je eigen beeld. Je kan proberen om dat te corrigeren en je spelers naar je mal te vormen… of je kan accepteren. In de echte wereld zijn er ook geen twee mensen hetzelfde. Iedereen steekt op zijn of haar eigen manier uit en valt op. Het maakt het spelletje interessanter en het geeft unieke mogelijkheden. Wil je echt met iemand ruzieën om die mogelijkheden weg te nemen?

Natuurlijk niet!

Ik heb er een hoop van geleerd. Declipse is erdoor gegroeid en geëvolueerd. De meest recente iteratie zal nooit worden uitgegeven, maar reflecteert wel al de lessen die ik heb geleerd.

En zo groeien we langzaam verder…

Actualiteiten in Fictie

Tijdens de afgelopen maand heb ik meerdere blogjes besteed aan het herinneren van de weg die Declipse heeft afgelegd. Het is een product van liefde, maar tijdens het derde blogje kwam er een pijnlijk punt naar boven. De actualiteiten hadden mijn fictie ingehaald.

Om te herhalen wat ik destijds heb geschreven: Europa kende een relatieve vrede. We waren enigszins tevreden met elkaar en er hing weinig dreiging boven ons hoofd van onze directe buren. Natuurlijk waren er meer dan genoeg verhalen van geweld in het nieuws, maar dat was allemaal niet in Europa. Voor iemand die de wereldkaart niet goed kende, had het net zo goed op een andere planeet kunnen gebeuren. Enkel op het nieuws kwam het nog regelmatig terug.

Actualiteiten zijn overal te vinden en ze zijn nooit je vrienden.

De actualiteiten haalden me in

Dat is allemaal veranderd. Het is inmiddels bijna niet weg te denken uit het nieuws. Het is moeilijk te geloven dat er al twee jaar een oorlog woedt in Europa, maar toch is het zo. We hebben ons altijd als vooruitstrevend beschouwd, zoekend naar vrede. Een oorlog op Europees grondgebied was ondenkbaar. Er was een annexatie die achteraf gezien minder vriendelijk was dan ik destijds begreep, maar verder…

Ik voelde me dan ook gesterkt in mijn idee om een klassieke vijand te nemen. De Russische grootmacht was al een tijd lang niet meer in de actualiteiten geweest. In tientallen, misschien wel honderden verhalen waren ze al de vijand. Een verhaal extra kon geen kwaad, toch?

Jarenlang heb ik geschreven met dit in het achterhoofd. Het was allemaal leuk, onschuldig, en, misschien wel het belangrijkste, verre van de realiteit. Langzaam maar zeker verwerkte ik fantasie tot verhalen en structuren. Mijn magnum opus begon vorm te nemen. Ik maakte plannen om het allemaal tot één groot geheel te verwerken. Ik had er vertrouwen in.

En toen was het februari 2022. Het was opeens onmogelijk om beelden van een grootscheepse aanval op het nieuws te vermijden. De actualiteiten werden gevuld met beelden van een front dat elke dag dodelijker en venijniger werd.

Mijn fantasieën leken opeens niet meer zo onschuldig.

De reacties van anderen

Ik heb mezelf tijdens het schrijven en reviseren meerdere keren moeten verzekeren dat wat ik deed… niet verkeerd was. De brede lijnen van het verhaal van Declipse waren al lang vóór die gebeurtenissen uitgewerkt. Er waren geen banden tussen mijn slechterikken en de mensen in de actualiteiten… maar toch.

Als mensen me vroegen te vertellen waar mijn verhaal over ging, kreeg ik vreemde blikken. Het maakte mensen ongemakkelijk om het onderwerp van een instabiel Rusland te bespreken. Er werden conclusies getrokken en ik heb meerdere gespannen gesprekken gevoerd.

Ik kan het aantal mensen dat me indirect beschuldigde van het verheerlijken van de oorlog niet op één hand tellen. Ik kon me hier wel tegen verdedigen – zie de punten die ik hierboven maakte – maar het maakte elk gesprek geladen. Achteraf gezien had dat misschien een hint moeten zijn dat mijn timing niet perfect was.

Maar ik had net de motivatie ontwikkeld en het verhaal geschreven. Ik was gehamerd om het door te zetten en het alsnog te proberen.

Waren de actualiteiten tot last?

Uiteindelijk heeft geen enkele uitgever mijn afgemaakte manuscript geaccepteerd. Ik kan niet met zekerheid zeggen of deze problemen daadwerkelijk tot die afwijzingen hebben geleid. Geen enkele uitgever heeft me daadwerkelijk een reden gegeven… maar het idee leeft wel in mijn hoofd. Uitgevers zullen je nooit vertellen waarom ze je manuscript afwijzen, daar hebben ze het gewoon te druk voor.

Ergens in mijn achterhoofd wil ik niet geloven dat het nieuws de reden van afwijzen was. Hoe graag ik ook geloof dat de versie van Declipse die ik uiteindelijk ingediend perfect was, niets is minder waar. Het zit vol met fouten in stijl en verhaal, ook al was het weer een stap in de juiste richting. Dat is waarom ik momenteel aan het oefenen ben.

Het verhaal van gisteren bevatte weer een hoop veranderingen in mijn stijl. Valt het op?

Wat kan ik hier aan doen?

Niet veel. De actualiteiten zullen altijd actueel blijven en de dingen die momenteel gebeuren zullen nog lang in het geheugen blijven. Hoewel Declipse haar eigen verhaal heeft, zal het wel herinneringen en vergelijkingen uitlokken. Betekent dit dat ik weer terug moet naar de tekentafel? Moet ik alles omgooien, vanwege de dingen die momenteel in de wereld gebeuren?

Pierce Brown kreeg zijn razend populaire Red Rising serie pas aan de man toen hij een Hunger Games element had toegevoegd. Dat was wat op dat moment populair was en daarvoor heeft hij aanzienlijke delen van zijn verhaal veranderd. Brandon Sanderson is op dit moment toe aan het slaan met deluxe ‘Prime’ versies van zijn boeken. De eerdere vormen van zijn grootste hits. Deze versies lijken niets op de versies die uiteindelijk zijn uitgegeven en laten alleen maar zien hoe veel werk hij heeft verzet. Hij heeft alles veranderd vóór hij razend populair werd.

Kortom: teruggaan naar de tekentafel hoort er bij. Of ik dat voor Declipse ga doen, moet ik nog bekijken. Er zijn nog genoeg andere verhalen waar ik naar kan kijken vóór Declipse weer om de hoek komt. Ik kan altijd gaan nadenken over dingen die ik wil veranderen, of wil houden. Een frisse wind heeft soms wat tijd nodig om te waaien, immers!

De tijd zal het leren.

De eerste iteraties van Declipse

Declipse begon zich al te vormen toen ik nog in de brugklas zat. De eerste iteraties zijn, zoals je wel verwacht, geïnspireerd door de dingen waar ik me toen mee bezig hield. Een hoop van die eerste ideeën zijn door de tijd verloren gegaan, waardoor het ophalen van die herinneringen moeilijk gaat. Toch wil ik kijken hoe ver ik kom. Het is een belangrijke geschiedenis voor mij.

We beginnen namelijk met een ongeluk.

Niet rennen in het zwembad.

Het is een uitspraak die we allemaal wel eens hebben gehoord. Het is glad in een zwembad en als je niet oppast, ga je onderuit. Dit heb ik aan den lijve ondervonden toen ik in de brugklas, tijdens een schoolkamp, besloot te rennen in het zwembad.

Ik denk dat ik nog mazzel heb gehad. Met alles dat kon gebeuren, heb ik enkel een gebroken voortand overgehouden aan de val. Helaas was het een van mijn permanente tanden en de verhalen van mijn collega brugklassers hielpen me niet. Ze vertelden me maar al te graag dat mijn andere tand bijgevijld zou worden om ze weer passend te maken.

De tandarts heeft het geheel in ere hersteld. Er kwam geen vijl aan te pas, zelfs!

Destijds ging ik op de fiets naar school, dus ik had veel tijd om te dagdromen op de fiets. Ik dacht aan manieren waarop ik deze afschuwelijke, traumatische gebeurtenis had kunnen voorkomen. Een pantser dat ik op kon roepen op het moment dat ik het nodig had, had mijn tand kunnen redden.

Het was een bescheiden begin, maar het gaf de aanzet voor vele volgende iteraties aan Declipse.

Eerste iteraties zijn altijd raar.

Destijds bracht ik tijd op een forum door, waar ik voor het eerst in contact kwam met roleplaying. Iedereen had wel een of meerdere karakters die ze speelden, waar ik tussen probeerde te passen. Met mijn ideeën van een automatisch pantser probeerde ik iets overtuigends te schrijven… maar het lukte niet echt. Ik beschreef een bijzonder pantser en een mysterieus persoon die er als testpersoon aan was gebonden. Hun naam? Project Gamma 2.

Wat was Gamma 1? Niemand weet het. Was er een Alfa en een Bèta? Mogelijk. Is iemand ooit achter de antwoorden op deze vragen gekomen?

Ik had er zelf geen antwoorden op. Het was een idee, maar het was mijn idee… maar het was wel een idee waar aan gewerkt moest worden.

Power Rangers?

Het was een rage in de 90’s en een inspiratie voor mij in het nieuwe millennium. Ik wist dat er nieuwe iteraties nodig waren. Wat ik had was okay, maar ik merkte wel dat anderen mijn Project Gamma 2 niet heel serieus namen.

Dus ik veranderde dingen. Het woord ‘iteraties’ was mij destijds onbekend, maar toch was dat precies wat ik deed. Ik pakte wat niet werkte en keek of ik het werkend kon maken. In dit geval had ik een onbekend persoon, die enkel bij mijn gebruikersnaam werd genoemd. Ik poogde hem motivaties te geven door hem een team van mensen te geven. Die mensen waren bedoeld om hem een achtergrond te geven en waren gebaseerd op stereotypes en typetjes.

Ze hadden stuk voor stuk meer persoonlijkheid dan mijn ‘hoofdpersoon’, destijds. Omdat ik nog steeds werkte met het idee van een pantser op afroep, hadden deze mensen natuurlijk verschillende kleuren pantser. Zo konden ze uit elkaar worden gehouden.

In de loop van een jaar of twee heb ik deze karakters gespeeld in verschillende roleplays. In die tijd werden ze nog door een mysterieuze (jullie zien misschien een thema) organisatie ondersteund: the Centre. Ik had deze naam gekozen omdat het neutraal en spannend klonk en deze eerste iteratie heeft lang voor mij gewerkt.

In ieder geval tot ik er op werd gewezen dat ’the Centre’ ook een organisatie was in The Pretender. Toen was de lol er wel van af.

Kritiek leidt tot iteraties.

Het zal inmiddels wel opvallen dat ‘Declipse’ tot nu toe nog niet gevallen is. Declipse zelf kwam ontstond onderweg naar school, terwijl ik door een park heen fietste. De naam kwam als eerste, de organisatie volgde niet veel later.

En het verhaal zelf… dat komt volgende week. Dit was het prille, prille begin. Een begin dat zelfs voor mij tot een nevelig verleden behoort. Het echte werk begon hierna pas, toen ik het nodig vond om een verhaal te schrijven.

Daar zal ik volgende keer over vertellen!

Beter goed gejat…

Eerder heb ik het al gehad over dingen die mij inspireren, in een poging om voorbeelden van inspiratie te noemen. Het was een goeie poging, maar ik heb ook een bekentenis gemaakt in dat bericht. Ik steel wat los en vast zit. Het kopje waarin ik dat toegaf, had zelfs dezelfde naam als deze post! Stelen hoef je duidelijk niet alleen bij een ander te doen.

Is het acceptabel om dingen van een ander te gebruiken en het ‘inspiratie’ te noemen? Je zou zeggen dat ik dat al een beetje heb prijsgegeven dat ik het okay vind. Toch is het in mijn vorige blogje wel duidelijk geworden dat een meer genuanceerde mening zeker mogelijk is. Hoe gaat dat bij stelen?

Er zijn allerlei vormen van stelen. Digitaal stelen.

Nee, stelen is niet okay

Als jij iets schrijft en ik ga er mee aan de haal, dan is dat stelen. Het betekent dat ik profiteer van jouw inzet, zonder er zelf iets voor te doen. Als ik claim dat het mijn werk is, steel ik misschien zelfs omzet die jij zou kunnen maken. Het is niet eerlijk en het is fout. Geen nuance mogelijk.

Als ik jouw werk neem, maar alle namen verander en het op mijn eigen manier naschrijf? Dat is nog steeds niet okay, maar derivatief. Het betekent nog steeds dat ik jouw moeite heb gepakt en van mij heb gemaakt.

Wat ben ik toch een rotzak.

Al het bovenstaande heeft één ding gemeen. Zodra ik beter word van jouw moeite, is er een probleem. Het is iets dat we al sinds de basisschool leren, maar het kan geen kwaad om het te herhalen.

Is er iets wel okay?

Er zijn verschillende vormen van stelen die wel okay zijn. Verwijzingen, bijvoorbeeld, zie je vaak langskomen. Let maar eens op hoe vaak urban fantasy verwijst naar een magiër die in het telefoonboek staat. Tel hoe vaak celnummer 2187 relevant is en hoe vaak de lengte van een bewaker relevant is. Kennen we trouwens nog een ander soort spion dan charmant en goedgekleed?

De literaire wereld staat vol met dit soort verwijzingen. Mensen noemen ze shout-outs. Het gaat puur om verwijzingen die fans herkennen, maar anderen missen.

Daarnaast zijn er natuurlijk dingen die zo veel voorkomen in fictie dat er geen origine is aan te wijzen.

Is het ook okay om een sprituele opvolger te maken? Een serie die gaat over de crew van een sterrenschip, op reis door het heelal, die met Aliens in aanraking komt en steeds maar weer in politiek gevoelige situaties terechtkomt? Klinkt dat bekend in de oren? Klinkt dat als Star Trek?

Of klinkt dat als The Orville, de serie die werd geschreven op basis van de formule van Star Trek. Je kan een concept zien en denken dat je het zelf beter kan. De kern van een verhaal kan verschillende kanten op gaan. Dat is immers wat ‘inspireren’ is: een idee pakken en er je eigen draai aan geven.

Stelen in privékringen

Schrijven doe je niet alleen voor anderen, voor de massa’s, of om aan te verdienen. De reden dat ik dit blogje was gaan schrijven was omdat een van mijn vrienden mij inspireerde:

Also, I want to emphasize that a lot of lore is heavily inspired by other fiction. So if you’re ever watching a show or playing a game and you’re thinking “Wait a second-“, please don’t blame me too much.

Niels

Vrienden onder elkaar, collega’s, en andere kennissen en metgezellen. Onderling kan je prima alles jatten dat los en vast zit. Je verdient er immers niets aan. Het is een conclusie die ik vorige week ook trok en waar ik zelf ook naar heb gehandeld.

Ik zou liegen als ik zei dat ik geen halve Roleplaying campagne heb gestolen van videogames. Het heeft vermaak opgeleverd voor mezelf en mijn vrienden.

Het wordt echter rommelig als je ideeën van diezelfde kringen overneemt. Binnen kringen worden vaak genoeg verhalen gepitched. Ik heb hele synopsises aan mijn vrienden voorgelegd in goed vertrouwen dat ze daar niet mee aan de haal gaan. Ik vertrouw mijn vrienden daar mee.

Het is zelfs niet ongehoord dat een proeflezer van een schrijver de verhaallijn pakt en zelf een boek publiceert. Als ze maar snel genoeg zijn, kunnen ze eerder zijn en is de originele schrijver opeens de dief.

Vertrouwen gaat een heel eind, maar het kan beter niet misplaatst worden.

Is er een conclusie over stelen?

Stelen is slecht.

Ik heb me laten inspireren door een uitspraak van mijn vrienden. Het uiteindelijke resultaat is meer een uitwerking van mijn mening dan iets informatiefs.

Ooit ga ik terug naar blogjes over mijn schrijfwerk. Ik beloof het.

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

Je stijl wijzigen

Een stijl is iets dat je ontwikkelt. Terwijl je bezig bent, vind je dingen die goed voor je werken, en minder goed voor je werken. Alles bij elkaar genomen komt daar een min of meer consistent geheel uit met elementen die terugkomen. Als het opvallend genoeg is, zullen mensen het snel genoeg gaan herkennen. Denk bijvoorbeeld aan de schilderstijl van Vincent van Gogh. De gitaarklanken van de Red Hot Chili Peppers, of de gele vormen van The Simpsons. Je hoeft niet verteld te krijgen dat een schilderij van Van Gogh was. Het is herkenbaar genoeg. Niemand zal moeite te hebben om Homer Simpson te plaatsen. Bij de openingsakkoorden van Snow zal iedereen direct herkennen wie speelt.

Kan je geloven dat ik 16 was toen dat liedje uitkwam? Ik voel mijn haren grijs worden.

Kortom, een stijl maakt je wie je bent. Het maakt je herkenbaar en het brengt mensen naar je toe. Als je stijl bevalt, zullen mensen ervoor terugkomen. Aan de andere kant, als mensen het maar niets vinden, dan zal het ze ook wegdrijven.

Het is zo heerlijk subjectief, allemaal.

Een andere stijl emuleren

In de online kunstwereld is het niet ongebruikelijk om te proberen een ander na te doen. Wat werkt voor een ander, werkt ook voor ons, toch?

Toch?

Tekenaars beschouwen dit ook als een oefening, waardoor verzamelingen een ding worden. Daardoor krijg je mooie vergelijkingen, zoals deze:

De stijl van vele mensen naast elkaar.

(Getekend door Popsis15)

De verschillende stijlen zijn herkenbaar. Als je in de afgelopen 20 jaar tv hebt gekeken, zal het een en ander wel naar voren springen. We zijn immers getraind om bepaalde dingen te herkennen. De beelden springen direct in je oog.

In het geschreven woord… is dit moeilijker. Je kan niet naar een pagina kijken en zeggen ‘dit is duidelijk door Sanderson geschreven’. Het vereist meer werk, over grotere stukken tekst, om dit te kunnen bepalen.

En zo kost het ook aardig wat werk om een ander te emuleren, of om je eigen stijl te veranderen.

Training

Vorige week heb ik een schrijfcoach in de arm genomen. Iemand die echt verstand heeft van de uitgeverswereld en die me gaat helpen om wat te bereiken. Het was een van mijn goeie doelen voor dit jaar!

Hij is eerlijk. Eerlijkheid is iets dat ik altijd kan waarderen, hoe moeilijk het ook is om kritiek te slikken. Hij gaf me goed nieuws en slecht nieuws.

Het goede nieuws was dat hij absoluut heil zag in mijn werk. Ik was een zes, misschien een zeven, en hij kan me helpen om naar een acht of negen te komen. Dat zijn resultaten waar ik het voor doe!

Het slechte nieuws was dat mijn schrijfstijl niet heel geschikt is voor publicatie. Hoe pijnlijk het ook is om dat te horen… het is goed om het te horen. Ik schrijf te beschrijvend en laat te weinig aan de fantasie over. Daarom is de training van de coach begonnen met een oefening.

Het hele doel was om me te laten wennen aan een andere stijl. In plaats van ‘het was zonnig in het bos’ mocht ik ‘de zonnestralen schenen door het bladerdek heen’ schrijven…

Of, dat was mijn interpretatie van de oefening. Op het moment van schrijven heb ik hem net ingestuurd, klaar om feedback te ontvangen. Ik verwacht… een hoop feedback.

Hoe ging het schrijven in een andere stijl?

Ik heb niet volledig in een andere stijl geschreven. Wel heb ik mijn beschrijvende stijl geprobeerd te veranderen, zoals ik hierboven beschreef.

Ironisch, niet?

Het was ongeveer het moeilijkste dat ik heb moeten doen. Elke derde zin heb ik overwogen, herschreven, en weggestreept. Waar ik voorheen een half uur deed over 1000 woorden, had ik er nu twee uur voor nodig.

Gelukkig was de oefening maar voor zo’n 5000 woorden.

Gaat het me helpen? Ik hoop het.

Wil ik het ook, als dit betekent dat ik mezelf moet veranderen?

Ik beschouw het als een leerproces. Als ik altijd heb geleerd dat ik mijn auto moet parkeren door tegen een muur aan te rijden, weet ik niet beter. Het is wat ik altijd heb gedaan. Als iemand me dan vertelt dat het beter is om de handrem aan te trekken, moet ik dat advies dan ook in de wind slaan?

Een extreem voorbeeld, misschien, maar wel toepasselijk. De adviezen komen van iemand die weet hoe je uitgegeven wordt. Mijn verhalen zijn nog steeds mijn verhalen, ook al pas ik mezelf aan om ze te schrijven. Aan het einde van de dag… leer ik er misschien nog wat van, ook!

Aan de hand van de feedback die ik krijg op mijn oefening, gaan we zien wat er van komt. Als ik genoeg oefen, dan weet ik zeker dat ik wel weer op tempo kan komen.

Misschien gaat het nog wat opleveren, ook!

En de winnaar is…

Niet al te lang geleden heb ik uitgewijd over een aantal wedstrijden waar ik aan mee wilde doen. In de loop van de afgelopen twee maanden heb ik daar hard aan gewerkt. Het is flink druk geweest, maar hey, als je een winnaar wil zijn, moet je hard werken. Hoe hebben de afgelopen maanden er uit gezien?

Ben je echt een winnaar?

Dit zegt je alleen iets als je uit de 90’s komt

Werken als een winnaar

Kleed je voor de baan die je wil, niet de baan die je hebt.

Wie kent het gezegde niet? Allemaal hebben we het wel eens langs zien of horen komen. Het is een manier om jezelf aan te moedigen. Als je de moeite neemt om jezelf te kleden naar een promotie, ga je er in geloven. Geloven in jezelf is een van de dingen die onmisbaar zijn om verder te komen.

Heb ik me laten vertellen, in ieder geval.

Voor de wedstrijden in Januari en Februari was dat dan ook mijn lijfspreuk. Ik zou schrijven alsof er niemand beter is dan ik. Het was het belangrijkste deel van mijn leven, naast mijn werk natuurlijk. De afgelopen twee maanden waren bijna alsof ik aan NaNoWriMo mee deed, hoewel ik niet zo hard ging.

Toch zijn er, met de verhalen die ik voor mezelf heb geschreven meegerekend, bij elkaar twee boeken geschreven. Elke dag dat ik de ruimte had, heb ik minstens 3000 woorden geschreven. Vaak meer.

Het nadeel van deze mentaliteit was wel dat ik weinig tijd had voor mezelf. Na het afschrijven van een vierde inzending voor een wedstrijd, moest ik mezelf even goed aankijken.

Het is namelijk niet de eerste keer dat ik mezelf betrap op te hard werken. Ik heb mezelf zo hard op de wedstrijden gestort dat ik door ben geschoten. Uitputting was nabij en ik heb mijn revisiewerk op A Cage for Horrors moeten laten liggen.

Maakt dat mij een winnaar?

Verre van.

Het maakt me een domme jongen, maar ik heb wel laten zien dat ik hard kan werken.

Dat moet ook wat waard zijn.

Heb ik er al iets mee bereikt?

Nog niet heel veel, om eerlijk te zijn!

Ik heb in Januari aan twee wedstrijden meegedaan, en in Februari aan twee. Voor elk van deze wedstrijden zijn originele verhalen verzonnen.

Het gebeurt maar zelden dat ik aan zo veel verschillende verhalen tegelijk werk.

De eerste was ‘Onder het IJs’, van uitgeverij Moonreaders. Bijna veertig mensen hebben hier aan meegedaan. Ik heb daar een horrorverhaal voor mogen schrijven. Mocht het gekozen worden, dan wordt het in een bundel uitgegeven. Na vier tot zes weken zou de uitslag volgen… dus dat is elk moment!

Voor de Thrillerwedstrijd van Evander Schrijfcoaching heb ik wel de uitslag al binnen. Zestig mensen deden mee. Tijdens een webinar van anderhalf uur werd bekend gemaakt wie de winnaar was. Helaas was ik het niet, maar ik (en de anderen op de shortlist) hebben wel een ander aanbod gekregen. Er is een goeie kans dat ik een van mijn andere goede voornemens daarmee waar kan maken!

Deze uitslag heb ik op het moment van schrijven nog geen 48 uur geleden gekregen. Het is wat dit blogje heeft geïnspireerd: het leeft bij me!

De deadline voor de Goeken Prijs verliep op 18 Februari. Ze hebben 133 inzendingen ontvangen! Ik heb naar mijn idee wel een van mijn betere mysteries geschreven. Een mysterie dat zelfs voor het hoofdpersoon gevuld is met onbekenden! In Mei volgt de aankondiging van de grote winnaar en een selectie wordt weer gepubliceerd in een bundel.

En de laatste is de YA Fantasy Contest van Uitgeverij Moon. YA is een iets ander genre dan wat ik normaal schrijf, maar het was verfrissend. Van de planning van een volledig verhaal tot het uitwerken van de eerste hoofdstukken. Ik heb er van genoten. Ik kan zo snel niet achterhalen wanneer de grote aankondiging is… maar dat wacht ik af.

Wat ga ik met dit alles doen?

Als ik de winnaar ben van een van de wedstrijden, dan wordt er werk gemaakt van het verhaal. In dat geval… wordt het uitgegeven. Dat is een prachtige uitkomst!

Voor de verhalen waar het niets mee is geworden… wel, ik sta open voor kritiek. Linksom of rechtsom komen deze verhalen dan ook beschikbaar. Zo niet in een verzameling, dan wel op deze website!

De webinar was ook interessant. Het heeft me aan het denken gezet over mijn eigen processen en de manier waarop ik dingen aanvlieg. Ik heb maar weer gezien dat ik altijd kan leren: mijn huidige schrijfwerk is immers volledig zelfgeleerd. De dingen die ik heb geleerd ga ik proberen toe te passen op een kort verhaal in de toekomst.

En de toekomst?

De drukte is me niet ten goede gekomen. In mijn enthousiasme ben ik mijn doel uit het oog verloren. Ik neem dan ook een stapje terug en doe niet meer twee wedstrijden per maand.

De volgende deadline is dan ook eind April. De LetterRijn Verhalenwedstrijd heeft weer een leuk thema… en het gaat me niet gekmaken van de drukte.

In Maart wil ik me toch echt storten op het redigeren. A Cage for Horrors verdient een controle… en ik begin aan een nieuw proces.

Maar later meer daarover.

Het is 2024!

2024 is ingeluid met een knal!

2024 is begonnen, een nieuw jaar gevuld met kansen en mogelijkheden. Een nieuw jaar betekent dat ik de kans heb om dingen te proberen en om het anders te doen. Er zijn kansen om te pakken, mogelijkheden om uit te lokken, en gewoon een goede tijd om te hebben. NaNoWriMo is nog maar 10 maanden van ons verwijderd en daar ga ik me goed op voorbereiden.

Natuurlijk betekent het feit dat de kalender is omgetikt niet dat al die dingen opeens zijn ontstaan. Al die potentie was er natuurlijk al, maar een nieuw jaar is een mooi moment om nieuwe dingen te doen. Goeie voornemens bestaan immers met een reden!

Goeie voornemens voor 2024

Toen mijn vrienden me vroegen hoe ik 2024 voor me zag, had ik daar om te beginnen geen antwoord op. Ik heb wel dingen die ik wil verbeteren, maar ik wil over lang niet alles super open zijn. Persoonlijke verbeterdoelen zijn precies dat: persoonlijk.

Maar er zijn ook dingen die ik wel graag wil delen! Ik zou geen blog hierover schrijven als ik niet een paar highlights heb, immers.

Verbeteren

Aan het einde van November 2023 had ik afwijzingen binnen van alle uitgevers die ik heb benaderd met Declipse: Revolutie. Het was een klap in mijn zelfvertrouwen, zo veel is duidelijk. Nu ik die klap verwerkt heb, ben ik echter weer met volle moed vooruit aan het kijken. Mijn eerste stap is achterhalen waarom: wat had ik anders moeten doen?

Helaas bieden uitgevers geen tekst en toelichting bij een afwijzing. Ze krijgen simpelweg te veel manuscripten toegestuurd om alles inhoudelijk te behandelen. Zeker aangezien ze met emotionele mensen te maken hebben, is het te intensief om iedereen persoonlijk te behandelen. Dat betekent echter ook dat ik geen idee heb waar ze op afknapten: is mijn proza te kinderlijk, is er iets mis met mijn verhaallijn, of is er iets anders? Ik ga er achter moeten komen voor ik er aan kan werken.

Dit jaar wil ik dan ook kijken of ik een agent wil vinden. Iemand met verstand van uitgevers die mensen helpt om zichzelf te verbeteren en uitgegeven te worden.

Hoe?

Ik heb nog geen idee. Dat wordt de eerste stap.

Google lijkt me een prima begin.

Groeien

Kijken naar het verleden is een uitstekend begin, maar dat is een begin. Ik wil ook vooruit kijken. Dit jaar ga ik mijn schrijfervaring laten groeien.

En die groei kan alleen maar plaatsvinden met oefening. Ik heb mijn toch al beperkte vrije tijd verder volgepland voor die oefening. Jullie zullen de vruchten van die oefening gaan plukken: ik ben van plan om alles op deze website te zetten!

Op die manier groeit mijn ervaring, maar ook mijn portfolio.

Elke maand wil ik een kort verhaal schrijven. Hierbij zal ik variëren in thema, wereld, en taal, om variatie te bieden. De ene maand kan het een deel van Declipse omvatten, de volgende een deel van A Cage for Horrors. Misschien is het ook wel een heel andere wereld, of een heel ander concept.

Het doel is dat ik mezelf uitdaag en nieuwe dingen probeer. Ik wil kijken of ik ergens over struikel dat me óók ligt. Misschien vind ik wel een onverwachte passie!

Ook wil ik handpalmverhalen proberen. Ik weet nog niet wat ik daar van vind… maar daarom ga ik het proberen!

Wat is een handpalmverhaal? Dat behandel ik in mijn volgende blogje… en meer!

2023 volhouden in 2024

De laatste belangrijke stap is het goede vol te houden. Toen ik in Augustus begon met het schrijven van blogjes, had ik niet verwacht dat het zo’n passie zou worden. Ik geniet van het schrijven van elk blog en het verzinnen van de onderwerpen. Elke keer als ik weer een ‘eureka’ moment heb, is het weer genieten. De wekelijkse blogjes gaan dan ook door!

2024 zal gevuld worden met nieuwe onderwerpen. Van blikken terug, op de oorsprong van Declipse, tot blikken vooruit, naar de nieuwe plannen. Ik ga schrijven over technieken, nieuwe dingen, en andere processen. Het wordt mijn kleine dagboek in de aanloop naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.

Daarnaast zal ik ook meer ervaring opdoen met SEO en de leesbaarheid van mijn blogs. Het blijft een leerproces, maar ik hoop hier ook onderzoek naar te kunnen doen!

En, natuurlijk, als laatste…

Herzien, herschrijven, en voorbereiden voor NaNoWriMo 2024!

Mijn werk van November 2023 ga ik herzien. Ik heb in December gerust en mezelf toegestaan om te herstellen van de uitputtingsslag van November. Het verhaal is weer fris in mijn hoofd, dus in Januari ga ik beginnen met het reviseren. Eerst ga ik alles lezen en notities maken en daarna ga ik dat wat ik anders wil zien herschrijven.

Daarmee is dan de Hemingway Versie af. Deze maak ik beschikbaar voor iedereen die het maar wil lezen!

Voor NaNoWriMo dit jaar heb ik twee doelen. Ik wil wederom een nieuw verhaal schrijven en ik wil het dit jaar beknopter houden. Mijn ervaring van dit jaar vertelde me dat ik te hard wil gaan. Ik wil te veel schrijven en een langer verhaal is niet noodzakelijk een beter verhaal. Dit jaar wil ik dus weer terug naar de lengte van mijn voorgaande verhalen: twaalf tot zestien hoofdstukken lang. Dat betekent dat ik in theorie in twee weken klaar kan zijn, waardoor ik ook meer tijd voor mezelf overhoud.

In augustus en september ga ik dit voorbereiden. Tot die tijd kan ik naar oude verhalen en tekeningen kijken. Dat is waar ik de inspiratie voor A Cage for Horrors vandaan heb gehaald, immers!

Grootse plannen

Al deze dingen heb ik niet aan mijn vrienden verteld. Sommige dingen verzin je pas later, als je er echt over nadenkt. Naast mijn persoonlijke doelen vind ik dat ik het hiermee druk genoeg zal hebben. Ik heb een roleplaying campagne om af te ronden en een nieuwe om te beginnen. Mijn broertje komt nog steeds regelmatig langs om te gamen en ik wil mijn vrienden ook nog wel eens zien. Er zijn concerten en conventies waar ik naar toe wil.

En mijn baas wil me ook nog wel eens op kantoor zien.

Het leven is druk. Ik moet er zelf wat leuks van maken, maar 2024 belooft fantastisch te worden!

Schrijven in mijn andere hobbies

Het zal geen verrassing zijn dat schrijven tot mijn hobbies behoort. Ik doe het al mijn hele leven en ik geniet er van om mijn fantasieën op papier te zetten. Er gaat aardig wat tijd in zitten, maar ik vind dat het de tijd waard is.

Dat betekent echter niet dat het ook mijn enige hobby is. Het zou een saai, saai leven zijn als ik al mijn vrije tijd hier aan zou besteden. Nu zeg ik niet dat ik geen saai leven heb, maar…

Nou ja, laten we die kant maar niet op gaan.

Het mooie aan hobbies is dat de ene kan leiden tot de andere. Toen ik begon met roleplaying, bijvoorbeeld, ben ik dankzij die hobby het schilderen van miniaturen in gerold. Miniaturen waren relevant voor de roleplaying hobby, immers! Via het schilderen ben ik een paar jaar later aan het 3d-printen geslagen. Individuele miniaturen zijn duur, maar de bestanden en de resin voor het printen zijn weer goedkoop. Er is een wereld voor me open gegaan dankzij die hobbies.

Een voorbeeld van mijn andere hobbies

3D geprint, handgeschilderd

Maar hoe past schrijven in die hobbies?

De meest voor de hand liggende hobby waarin schrijven relevant is, is natuurlijk het roleplayen. Met een groep speel je een verhaal uit. De spelleider schrijft het verhaal en de spelers zijn de hoofdrolspelers in dat verhaal. Het is dus aan de spelleider om een leuk verhaal te schrijven voor de spelers om doorheen te spelen.

In 2011 ben ik zelf begonnen met het schrijven van sessies. Dit waren korte verhalen waar de spelers in een middagje doorheen konden. Dat is uiteindelijk geëscaleerd naar een volledige campagne: een groot verhaal dat drie jaar heeft geduurd om uit te spelen. Deze campagne speelde zich, uiteraard, af in de wereld van Declipse. De spelers namen de rol aan van medewerkers van het titulaire bedrijf die er op uit werden gestuurd om problemen het hoofd te bieden.

Schrijven voor een roleplaying campagne is heel anders dan het schrijven van een boek. Je moet rekening houden met wat de spelers willen – zij zijn immers de hoofdpersonen in het verhaal. Het kan zomaar gebeuren dat je het verhaal schrijft met de verwachting dat de spelers A doen, maar dat ze op het moment dat ze hun keuze mogen maken, B doen. Dat is iets dat bij het spelletje hoort en waar je als schrijver het verhaal naar kan bijstellen. Het is een oefening in improvisatie voor zowel de spelers als de spelleider.

En als speler?

Ik ben zelf nog steeds een spelleider, maar ik ben ook speler in twee andere campagnes. Als speler word je vooral uitgedaagd om te improviseren, vooruit te denken, en je in te leven in het verhaal. Je speelt een karakter in dit verhaal, een verlenging van jezelf, iemand met dromen en wensen. Het is niet ongebruikelijk om gehecht te raken aan deze karakters en hun toekomst stilletjes uit te plannen. Het is dan zaak om door het verhaal heen te komen om te zien hoe ver je komt met die toekomst.

Een speler schrijft dus ook in zekere zin tijdens het spel. Ze leven zich in hun karakter in en bepalen hoe ze reageren, wat ze doen. Ook is er tussen spelsessies door vaak tijd om te bepalen wat je karakter doet in de tussentijd. Ik ben als speler vooral actief tijdens deze periode met de dingen die ik voor mijn karakters wil bereiken.

Het is een goeie oefening. Met een spelleider die ook van schrijven houdt kan ik veel schrijven tussen twee sessies of verhaallijnen.

Lezen.

Geloof het of niet, maar mijn schrijfhobby komt ook van pas bij het lezen. Ik lees elke dag, het liefste ’s avonds in bed of in de trein. Ik ben niet het type om notities te nemen tijdens het lezen, maar ik leer wel wat ik leuk vind. Ook herken ik eenvoudiger wat ik minder leuk vind, iets waarvan ik dus weet dat ik het moet ontwijken. Als ik iets leuk vind, is het natuurlijk mijn doel om daar meer van de wereld in te helpen!

Ik houd er niet van om anderen zwart te maken, dus ik zal geen namen noemen. Leerzame momenten zijn de momenten dat ik moeite heb om door een boek heen te komen. Dat zijn de verhalen waarbij ik extra op moet letten en voor mezelf moet nagaan waarom iets niet werkt voor mij. Het is een kans om te leren, immers.

Maar het is ook een kans om te oefenen. Ik ga niet andermans werk herschrijven, maar het is een goeie oefening om te bedenken hoe het wel zou werken. Als ik weet wat ik in een ander verhaal beter zou willen zien, kan ik het ook op mezelf toepassen. Ik ben mijn eigen grootste criticus, maar iets slecht vinden en weten hoe het beter kan, zijn twee verschillende dingen.

Nu heb ik natuurlijk ook verhalen gelezen die reddeloos zijn, of in ieder geval zo lijken. Verhalen die puur op testosteron draaien en van het ene conflict naar het andere lopen. Verhalen waarin het hoofdpersoon alleen kan zoenen of schieten en waarin elk ander karakter wordt beoordeeld op hoe geschikt ze zouden zijn als partner, of hoe inferieur ze zijn aan het hoofdpersoon.

Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort verhalen nooit gepubliceerd zouden worden… maar toch is het zo. In een ver verleden heb ik heb ook zelf dat soort verhalen geschreven, maar ik heb geleerd en heb mezelf aangepast.

Ik wil geloven dat dat ‘groei’ genoemd wordt. Het helpt dat ik vergelijkingsmateriaal opzoek als onderdeel van mijn hobbies.

Behoort dit blog tot mijn hobbies?

Ik denk het wel!

Ik ben begonnen met blogs te schrijven voor mijn werk. Daardoor kwam ik er achter kwam dat dit een leuke oefening is, iets waar ik van kan genieten. Die blogs voor mijn werk zijn om verschillende redenen nooit gepubliceerd, maar er is wel iets goeds uit gekomen.

Ik heb geleerd wat er nodig is voor een blog. Hoe het gestructureerd moet worden en hoe ik wat simpele SEO kan toepassen. Zelfs als ik geen verhaal schrijf, ben ik aan het schrijven. Het dwingt me om elke week een paar uur te besteden aan puur typen. Ik doe het nodige onderzoek, zodat ik geen onzin uitkraam op een website met mijn naam er boven. Het motiveert me dat ik elke week weer iets kan neerzetten om beoordeeld te worden.

Het feit dat ik er positieve feedback op krijgt, helpt natuurlijk enorm! Mijn lijst met hobbies is daardoor verder uitgebreid, zoals ik hierboven al beschreef.

En er is nog veel om naar te groeien!

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑