Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Kritiek (Pagina 1 van 3)

Geld voor jou, geld voor de overheid

Het is dit jaar herhaaldelijk een veelbesproken onderwerp geweest. De Nederlandse overheid wilde de BTW op boeken verhogen. Niet alleen kosten boeken dan meer, de overheid houdt er ook meer geld aan over.

En aardig wat geld ook. De algemene verhoging, die boeken, sport, en cultuur zou omvatten, zou 2,3 miljard euro opleveren. Geld dat de regering in tijden als deze goed kan gebruiken, zou je zeggen…

Ware het niet dat het besluit op losse schroeven staat.

Zoals jullie misschien wel doorhebben… ik heb een mening.

Dit geld is helaas niet van mij

Hoe veel geld is te veel?

Ooit gaf ik mijn verhalen uit via een print-on-demand vanity uitgever. Omdat de boeken werden gedrukt op het moment van verkoop, lag de verkoopprijs hoger. Destijds was het zo’n 25 euro voor een vrij dun boekje van zo’n 65.000 woorden. Dat was rond 2011, dus dertien jaar geleden, in de tijd dat een Horus Heresy boek zo’n 15 euro kostte.

En ook dat is nog steeds veel voor een nieuw, paperback boek. De inflatie heeft dat nog niet te pakken gekregen.

Tegenwoordig hangt het heel erg af van de originele printer en het doel van het boek. Je ziet het al heel snel als iemand hun boek zelf publiceert: de prijs ligt aanzienlijk hoger. Bij grote printers, zoals Orbit, kunnen de prijzen nog laag blijven. Een boek van The Expanse kan je voor een tientje krijgen, bijvoorbeeld.

Als het boek naar de non-fictie gaat, verandert de boel al redelijk snel. Een boek over de menselijke theorie, Surrounded by Idiots, kost al 20 euro in paperback.

En laten we nog maar zwijgen over daadwerkelijke studieboeken. Studenten zullen flink in de buidel blijven tasten voor het privilege om te leren. Jarenlange kritiek zal daar geen verandering in brengen. Het is al jaren zo en het zal ongetwijfeld nog jaren zo blijven. Hooguit de opkomst van e-readers en piraterij kan daar een zeker verschil in maken.

Gezien ik me begeef in de wereld van fictie, ga ik mijn mening daarop concentreren.

Controversie? In dit blog?

Ooit heb ik geschreven dat ik mijn blog en de politiek zo ver mogelijk van elkaar verwijderd wil houden. Ik heb geen behoefte om politieke standpunten te debatteren. Er komt gewoon nooit wat goeds uit.

Maar in dit geval is het onderwerp relevant… en is mijn mening tegen de verwachtingen in.

Ik raad mensen altijd aan om te lezen. Hoe meer je leest, hoe gelukkiger je fantasie is. Dat betekent natuurlijk dat het lezen wel mogelijk moet blijven. Lang niet iedereen heeft de financiën om een luxeproduct te kopen en laten we wel wezen – boeken zijn luxeproducten.

Maar als je kijkt naar de prijsvorming van boeken zoals die nu is, valt de schade misschien mee. Als je terugkijkt naar Abaddon’s Gate, dat ik hierboven linkte, gaat het over een boek van €10,-. Een bedrag waar mee te rekenen zou moeten zijn.

Dat boek is 109% van de prijs, dankzij de huidige BTW van 9%. Dat betekent dus dat, zonder belasting, het boek ongeveer €9,17 zou kosten (afgerond). Als we €9.17 dan vermenigvuldigen met 1.21 komen we uit op…

€11.10, wederom afgerond naar boven. Een prijsverhoging van één euro, iets dat we in de afgelopen jaren overal hebben moeten zien. Inflatie heeft het leven vele malen duurder gemaakt.

In andere woorden, de prijsverhoging zou ons zeker geld kosten, maar in de wereld van fictie… is het te overzien.

Elitair mannetje, met zijn geld

Zie je, daar begint de discussie die ik probeerde te vermijden al.

Het is onmogelijk te negeren dat zelfs een kleine prijsverhoging van een euro een groot verschil kan betekenen. Het leven is al zo veel duurder geworden. Is het dan geen klap in het gezicht als broodnodig vermaak dat ook nog eens wordt?

Maar onderaan de streep blijven boeken luxeproducten. Lezen is een fantastische tijdsbesteding, maar boeken zijn er niet strict noodzakelijk voor. Ik heb verschillende verhalen voor niets op deze website staan, bijvoorbeeld! E-readers zijn al decennia lang bezig met hun opmars en hebben allerlei voordelen. Digitale boeken staan misschien niet mooi in je kast, maar ze zijn wel goedkoop en makkelijk mee te nemen. Als ik een pil als The Way of Kings mee wil sjouwen, voel ik dat in mijn tas. Een e-reader wordt geen grammetje zwaarder en past in veel kleinere tassen.

Ook een e-reader kost geld, maar op de lange termijn maakt het prijsverschil wel zeker een verschil. En tot die tijd zijn er ook gratis smartphone apps om epubs te lezen!

Dus… belasting verhogen?

Hoe moeilijk ik het ook vind om het te zeggen… ik ben er niet op tegen. Het is niet leuk dat dingen duurder worden, maar dat is iets dat we hebben moeten leren accepteren.

De wereld wordt duurder, dus elk jaar heeft ook de regering meer geld nodig om de boeken rond te krijgen. Gezien dit in de huidige wereldeconomie onmogelijk lijkt te zijn, zijn alle duwtjes in de rug nodig. Die miljarden verdampen niet uit zichzelf, immers.

Lezers vinden wel een manier om aan hun verhalen te komen.

AI datasets bestrijden

Alweer een tijdje geleden heb ik mijn zeer uitgesproken mening over AI uiteengezet. Voor de mensen die er geen zin in hebben om dat blogje opnieuw te lezen: ik ben geen fan. Het onethische gebruik van datasets waar geen toestemming voor is gegeven is iets dat we moeten bestrijden. Alleen dan kan het gebruik van AI als tool de juiste kant op gaan. Dan hoeven we ons alleen nog maar zorgen te maken over mensen die de AI zelf verkeerd gebruiken.

Er gaan al grappen in de rondte over het pranken van bots die open AI tools gebruiken. Hoewel de gebruikte tools niet in de ‘magische woorden’ zullen trappen, is de gedachte mooi. Kunnen we AI misbruik bestrijden met een codewoord? Kan een enkele zin een verhaal beschermen tegen gebruik in AI datasets?

Is het zo eenvoudig om AI te bestrijden?

Je kan het niet voorkomen

Het simpele antwoord is deprimerend: nee. We zitten nog te wachten op een AI met een ethische gedachtengang. Op het moment zijn deze tools nog niets meer dan voorspellend. Door wat ze voorgeschoteld krijgen, leert de tool ongeveer wat voor antwoord verwacht wordt. Op basis daarvan kan het hulp bieden en je leven eenvoudiger maken. Ethische vraagstukken kan het zelf echter nog niet oplossen.

Daarom zijn de situaties in het plaatje hierboven ook volledig fictief. Hoewel we graag geloven dat een AI in zoiets simpels zou trappen, is dat niet wat er gebeurt. Hele knappe koppen verdienen een hoop geld om precies dit soort dingen te voorkomen en de tool weet niet beter. Ze houden de input tegen hun code aan en vertellen wat ze denken dat we willen horen.

Zo zit het ook met datasets waarin expliciet staat dat de dataset niet gebruikt mag worden. Het heeft ongeveer evenveel nut als een bordje met ‘niet stelen’ bij een bak vol juwelen. Iemand die daar lak aan heeft, laat zich niet tegenhouden.

En de AI? Die gebruikt de dataset wel. Ze weten niet beter.

Maar je kan het wel bestrijden

Toch is dit precies de manier waarop uitgevers nu het ongewenste gebruik van hun teksten tegen proberen te gaan. De eerste tekst in elk boek is de copyright pagina. Daarop staat een hoop legale informatie, inclusief schrijver, editor, de druk van het boek…

En bij een hoop Nederlandse boeken nu ook de melding dat het boek niet voor gebruik in datasets is.

Deze zin voelt heel erg aan als het bordje bij de juwelen. Het gaat de mensen die illegale datasets samenstellen en verkopen niet tegenhouden. Ze kunnen het heel eenvoudig negeren… maar het is heel eenvoudig te detecteren. Een enkele zoekopdracht kan je zo vertellen of een dataset een dergelijke waarschuwing bevat.

Je zou het zelfs aan je AI model kunnen vragen om te achterhalen.

En zo kunnen overhoudsinstanties het ook. Gezien AI-modellen tegenwoordig openheid van zaken moeten geven over hun datasets, zijn deze te doorzoeken. De modellen die onethisch verkregen data hebben gebruikt, vallen op die manier snel genoeg door de mand. Zoals het artikel het al aangeeft: de aanbieders van de AI tool zelf kunnen daar de nodige boetes voor ontvangen. Dat is een manier van bestrijden.

Dat zal de dieven wel twee keer na laten denken.

Even realistisch, nu

Zoals altijd, is het vormen van beleid niet het einde. De wereld is al druk genoeg met serieuze zaken. Serieuzere zaken dan onethisch verkregen datasets, en er zijn een hoop manieren om legale acties te vertragen. Zelfs als er direct gehandeld wordt, zal het nog jaren duren voor bedrijven die bewust onethisch verkregen datasets gebruiken worden aangepakt. Op de korte termijn zal het zelfs een last zijn. AI tools met ethisch verkregen sets zullen hier hinder aan ondervinden. Reputabele bedrijven zullen misschien onnodig hun zaken op orde stellen terwijl het gajes gewoon verder gaat.

Maar het is weer een stap in de juiste richting. Een nieuw middel voor schrijvers om hun harde werk te beschermen. Bovenal: het is weer erkenning voor de schrijvers dat hun uitgeverijen achter ze staan. Een geruststelling dat er voor je gevochten wordt als schrijver, ook als je er zelf niet zo bewust van bent. Het bestrijden van onethisch gebruik, gebeurt ook op dat soort kleine manieren.

En zo wordt de wereld weer een iets fijnere plek.

Achteruit kijken om vooruit te gaan

Ik heb het al een paar keer laten vallen: ik heb aardig wat oude fantasieën om uit te putten. Alle verhalen die ik ooit heb verzonnen, staan nu klaar voor een frisse blik. Alles dat ik hoef te doen, is achteruit te kijken en te bedenken hoe dingen ook alweer gingen. Daarbij kan muziek helpen om de herinneringen weer op te wekken. Des te eenvoudiger is het om achteruit te gaan.

Maar enkel achteruit kijken is niet altijd genoeg. Je eigen werk is natuurlijk fantastisch en het beste werk dat je ooit hebt gezien, maar er zijn ook anderen. We zijn allemaal wel eens geïnspireerd door dat wat we zien, lezen, of leuk vinden. We emuleren de verhalen van anderen en geven er een draai aan. Sommigen passen deze inspiratie toe op hun eigen verhalen. Weer anderen schrijven fanfictie, verhalen in de wereld van een ander, met de karakters van een ander.

En soms… gaan ze daar wat verder in.

Als ik achteruit kijk, zie ik spandex...

Is achteruit kijken net zo goed?

Ik was vroeger een grote fan van de Power Rangers. De vijf (tot het er zes werden) technicolor helden in spandex die rubberen monsters te lijf gingen. Met een hoop schoppen, slaan, en geschreeuw leerden we de kracht van teamwork en vriendschap.

En we leerden dat slaan pas echt effectief was als de vonken er vanaf sprongen. Al het andere was niet belangrijk en hoefde je niet mee te rekenen.

Elke dag was ik weer aan de tv gekluisterd in een poging om de avonturen te volgen. In Nederland werd de serie natuurlijk niet op de juiste volgorde uitgezonden, dus het was niet eenvoudig. Gelukkig waren die eerste seizoenen beperkt genoeg dat het niet heel veel uitmaakte. Net als een andere populaire sci-fi serie, werd er gebouwd op een status quo. De aflevering begon vredig, iets verstoorde die vrede, en na twintig minuten was iedereen weer terug in hun fijne leven.

Het was zo bekend, dat het een term kreeg: het monster van de week. Ook was elke pre-tiener van mening dat zij de rode ranger waren.

Maar dat kon natuurlijk niet, want dat was ik al.

De herinneringen zijn aardig rooskleurig. De fantastische avonturen waren inspirerend en iedereen geniet er wel van om de held te zijn. Ik lieg niet als ik zeg dat het achteruit kijken naar deze afleveringen veel scènes in mijn verhalen heeft beïnvloed. Ik dacht eigenlijk dat het allemaal goud was…

Tot ik Linkara’s History of Power Rangers tegenkwam.

Een andere tijd

Ik vond het leuk om te zien. De nostalgia trof me vol in mijn gezicht en ik wilde terugkijken naar mijn jeugd. Een samenvatting gepaard met sterke meningen was precies waar ik naar op zoek was.

Of… dat dacht ik tenminste.

Wat ik was vergeten, waren de dingen die ik destijds als kind over het hoofd zag. De dingen die je niet zag, omdat je te druk bezig was met op en neer te stuiteren van plezier.

Daar zijn kinderen goed in, kan ik je vertellen!

Ik stoorde me er niet aan dat het acteerwerk onprofessioneel was en de kwaliteit tussen shots wisselde. Ik zag niet dat stemmen over Japanse beelden waren nagesynchroniseerd. Er was een moraal voor elke aflevering. Deze moraal lag er vaak driedubbeldik bovenop en was halverwege de derde minuut te voorspellen. De rubberen pakken waren niet van rubber, maar waren de huid van walgelijke monsters. De fantasie van een kind is snel geprikkeld, immers. Daar hoorde achteruit kijken gewoon niet bij.

De vraag komt dan toch bij je op: was het allemaal wel zo goed? Met een volwassen blik kan je zien dat het weinig intelligent ontwerp was. De Japanse bronbeelden dicteerden een hoop van de dingen die gebeurden. Daardoor ontstaat al snel de vraag: hoe origineel was het nou eigenlijk?

Achteruit kijken op originaliteit

Het korte antwoord is: het maakt voor de markt niet uit. De serie was wijd populair en het speelgoed dat er bij kwam verkocht goed. Alles werd uitgebracht in speelgoedwinkels, van poppen, tot replica’s van de rekwisieten in de serie. Ik had zelfs een AM/FM radio in de vorm van de helm van de rode ranger.

Het was heel belangrijk dat ik de rode ranger had. Vergeet niet: dat was degene die ik belichaamde. De leider, de trotse en onfeilbare held. Dat was ik, vond ik.

Maar zelfs als je het commerciële succes even opzij zet, is er nog steeds de populariteit zelf. Als je achteruit kijkt naar de middelen die beschikbaar waren, zie je de moeite die is gedaan.

Alle beelden met de superheldenpakken waren bijvoorbeeld Japans. Daardoor konden de Amerikaanse acteurs niet worden getoond in de pakken, omdat die nog in Japan lagen. Pas later werd er een deal gesloten om de pakken naar Amerika te sturen. Hoe maak je dan duidelijk dat de helden degenen in de pakken zijn?

Met een hoop computerwerk, waardoor het lijkt alsof de mensen transformeerden naar hun pakken, natuurlijk. Daarnaast werden de daadwerkelijke speeltjes en 90’s CGI gebruikt als er specifieke beelden nodig waren.

Toen de Japanse beelden op waren, was creativiteit al helemaal noodzakelijk. Beelden hergebruiken ging maar zo lang goed, maar er werd werk van gemaakt. Ze verzonnen een unieke vijand. De originele grote vijand werd opnieuw gecast met een Amerikaanse actrice. De verandering viel niet op, omdat de grote slechterik haar make-up in een scène uitgebreid aan het bijwerken was. Uiteindelijk grepen de mensen van Saban zelfs naar de originele makers om specifiek materiaal te schieten voor de Amerikaanse serie.

Zelfs de Japanse moraliteiten kwamen niet altijd overeen met de doelen van de Amerikaanse schrijvers. Waar nodig werden hele verhalen omgedraaid, puur door de tekst te veranderen.

Alles om maar zo veel mogelijk rek te halen uit de zo populaire serie.

Maar waar wil je naartoe, Rik?

Normaal gesproken heb ik niet zo veel moeite om naar een conclusie te komen. Even een stapje achteruit zetten om die wel te bereiken.

Power Rangers was een ambitieuze serie die met unieke uitdagingen om is gegaan. De makers hebben geen stap achteruit gezet, ondanks uitdagingen. Ook was het verschil van perspectief duidelijk. Waar de een over struikelt, kan de ander simpel overheen stappen.

Dit had ik eerder al geobseerveerd. De schrijfkunst heet zo met een reden: het is volledig subjectief. Zelf ben ik niet getrokken tot romantische verhalen, maar elk tweede boek op Kickstarter is er een. Als ik verward word door verhaalelementen, lees ik door in de verwachting dat alles wel duidelijk wordt. Anderen gaan dan juist achteruit in het verhaal, op zoek naar opheldering. Ze pakken hun schriftje met notities erbij om na te kijken wat ze hadden gezien.

Maar ik kom maar zelden iemand tegen die niet houdt van superhelden in spandex die tegen rubberen monsters vechten. Er worden zelfs boeken door geïnspireerd!

Misschien kan ik ook iets in die wereld schrijven…

Meedoen: nog wel een goed idee?

Ik heb het in de afgelopen twaalf maanden herhaaldelijk laten vallen: NaNoWriMo. Ik heb meegedaan, mezelf uit de naad gewerkt, en meerdere keren gewonnen. Voor een groot deel van 2024 leek het bijna onontkomelijk dat ik dit jaar weer zou meedoen.

Toch is dat misschien niet zo slim meer. Het echte leven zit in de weg, immers. Nog niet al te lang geleden had ik het nog over mijn eigen worsteling met writer’s block. Ik probeer nog steeds een Hemingway Draft op tafel te krijgen. Sociale verplichtingen komen ook nog wel eens om de hoek kijken…

En dan zijn er nog de dingen die andere mensen doen.

Meedoen is leuk, maar wel veel werk!

Controversie in het meedoen?

Het begon met een video van Daniel Greene, een booktuber, over NaNoWriMo. Hij belichtte een recente statement van de organisatie achter het evenement, waarin de schrijver een voor mij gevoelig onderwerp besprak.

Het is een onderwerp dat ik al eerder heb belicht: generatieve AI. Ik heb er al een keer een blog aan besteed, dus ik zal er niet opnieuw te diep op ingaan. De samenvatting is simpel: generatieve AI is vaak onethisch en wordt te vaak misbruikt. Er zijn zeker manieren om het ‘goed’ te gebruiken, maar de slechten zijn luider dan de goeien.

Maar waarom zou een organisatie als NaNoWriMo zich bezighouden met generatieve AI? Waarom zouden ze het überhaupt verdedigen? Is het hele idee van NaNoWriMo niet simpelweg: meedoen? Er is geen controle, er is geen eer behalve je eigen trots. Hoe komt generatieve AI dan om de hoek kijken?

Het antwoord is simpel: sponsors.

De organisaties die er voor zorgen dat jij kan meedoen met de schrijfwedstrijd.

En dan in het bijzonder, ProWritingAid.

In een eerder blogje heb ik al verschillende handige tools beschreven die kunnen helpen bij de schrijfhobby. Hoewel ik het niet direct benoemd heb, is ProWritingAid er daar wel een van. Het is een tool om je te helpen grammaticale fouten te vinden en zinsstructuur te corrigeren. Op zichzelf een vrij onschuldig iets… tot je er achter komt dat er een generatieve functie is. Een ‘Spark’ die je helpt om een scène verder te zetten door tekst voor je te genereren.

En het mooiste: het is een dure functie. De gratis versie laat je hem drie keer per dag gebruiken. Een tientje per maand geeft hem vijf keer per dag, en 12 euro geeft je 50 Sparks per dag. Kunstmatige fantasie, probleemloze paragrafen, en een zielloos product.

Wat is het probleem?

Dat is het leukste! Normaal gesproken zou dit geen probleem zijn. De meeste mensen (inclusief ikzelf) zouden dit volledig gemist hebben. Lang niet iedereen kijkt naar een sponsorpagina en nog minder mensen herleiden dit soort implicaties.

Tenzij de organisatie uit het niets een statement zou maken. Een statement die het gebruik van generatieve AI niet alleen verdedigt, maar het afkeuren ervan demoniseert. Mensen die tegen AI zijn, zouden ableist (bevooroordeeld tegen mensen met beperkingen) en classist (bevooroordeeld tegen minder bedeelde mensen) zijn. In de toondove statement beschrijft de organisatie precies hoe afschuwelijk je bent als je het niet met ze eens bent.

Ik raad je aan om de video van Daniel Greene te bekijken. Hij legt uit hoe ontzettend ze de plank misslaan voor een organisatie die meedoen zo belangrijk vindt.

Inmiddels is de statement op de website aangepast. Ze konden ook niet anders, maar het internet… het internet vergeet niets.

En dan graaf je dieper

Mijn vader noemde me vroeger wel eens Remi, omdat ik helemaal van de wereld kon verdwijnen. In mijn eigen wereldje miste ik nog wel eens het een en ander, tot grote problemen aan toe. Daarom ben ik zo blij met mijn smartwatch: het is moeilijk om een trillende pols te missen. Zo blijf ik in ieder geval op de hoogte van meldingen.

Ik had dan ook volledig gemist dat de organisatie van NaNoWriMo al een paar jaar worstelt met controversie. In december van 2022 werd de organisatie gesponsord door ‘Vanity Publishers’. Dit zijn uitgevers die een kopie van je geschreven boek voor je drukken. Je kan een mooie kopie in je kast zetten, maar moet wel al je rechten wegschrijven. Gebruikers brachten de aanwezigheid van twee van die uitgevers onder de sponsors onder de aandacht op de forums.

Helaas werd er niet volwassen op gereageerd. Berichten verdwenen van de forums en de klokkenluiders ontdekten dat hun account bevroren was. De organisatie probeerde duidelijk om de kritiek de kop in te drukken. Helaas voor hen waren ze vergeten dat het over het internet ging. Het internet laat zich het zwijgen niet opleggen.

In mei van 2023 kwam naar buiten dat een moderator van die forums op minderjarigen joeg. Ze probeerden kinderen naar een fetishsite te krijgen en in contact te brengen met pedofielen. De organisatie deed maandenlang niets met de meldingen van gebruikers.

Behalve dat de fetishsite in kwestie werd schoongeveegd. De waarschuwingen en meldingen kwamen wel aan bij de dader zelf.

Opnieuw kwamen meerdere mensen met hun eigen verhalen naar voren. Opnieuw verwijderde de organistie berichten en bevoren ze accounts. Pas toen de FBI kwam meekijken gaf de organisatie een reactie, waarin ze hun kop in het zand staken. Ze gaven alle moderators de schuld en zeiden dat de berichten nooit naar de organisatie door was gespeeld.

Het is te veel om in detail op in te gaan. De organisatie oefende druk uit op minderjarigen om te doneren. Een volledig gebrek aan moderatie op de forums maakte ze onplezierig en onveilig voor iedereen die wilde meedoen. Een veel te realistisch puzzelspel waarin een terrorist dreigt om NaNoHQ op te blazen…

Hoe meer ik hier over typ, hoe groter mijn verbazing is dat de website überhaupt nog online staat. Lees een volledige samenvatting hier.

Ga ik nog meedoen?

Ik zal niet beweren dat al deze dingen de reden zijn dat ik dit jaar niet ga meedoen. Het stond dit jaar sowieso niet in de sterren, zoals ik in het begin al beschreef. Meedoen met een schrijfwedstrijd moet je alleen doen als je er ruimte voor hebt. Zeker een die zo intensief is als NaNoWriMo.

Maar voor mij is dit wel de reden om de deur dicht te doen. Ik zeg niet dat ik hem niet op een kiertje houd, maar de komende jaren ga ik het even aankijken. Kijken of de organisatie nog iets gaat doen met de dingen die opgenoemd zijn. Van wat ik heb gelezen, zijn er al genoeg lege beloftes gemaakt. Beloftes van beterschap die uiteindelijk niet uitkwamen, of om te beginnen al onrealistisch waren.

Misschien wordt het in de toekomst wel beter. Ik ben naïef genoeg om daar hoop voor vast te houden… maar voor nu ben ik kritisch.

Plezier van bloggen

Het is inmiddels een jaar geleden sinds het eerste blogje op deze website live ging. In het afgelopen jaar heb ik plezier en frustratie ervaren en is er een hoop gebeurd. Ooit was het de bedoeling dat ik Declipse zou aanprijzen op deze website. Dat doel is inmiddels veranderd, ook al is de schrijfwens er nog steeds.

Tijd voor een kleine blik terug, denk ik zo: wat heeft dit blog me opgeleverd?

Terugkijken op een jaar werk en plezier

De mindere dingen

Content creation is hard werk. Hoewel dit blogje was bedoeld als een verzameling ervaringen, werd het al snel meer. Ik had mezelf een doel opgelegd: elke week een blog publiceren. Het duurde dan ook niet lang tot de onderwerpen afdreven. Van het proces van uitgeven naar inspiratie, en andere dingen die zijn geschreven.

Maar de onderwerpen komen lang niet altijd even makkelijk. Soms heb ik een vlaag van inspiratie en worden er vier, vijf posts voorbereid. Die werk ik dan uit als het weer tijd wordt om een blogje te maken. De momenten van inspiratie komen met groot plezier: het geeft een gevoel van voorbereiding.

Maar die ideeën zijn lang niet altijd even goed. Er staat al tijden een concept klaar om te praten over schrijfvoer. Eten en drinken die goed gaan bij het schrijven. Het leek ooit een goed idee!

Ooit.

Helaas blijven de onderwerpen niet zomaar komen. Soms wens ik dat ik een ruimer schema had gekozen. Dat ik meer tijd zou hebben om interessante onderwerpen te vinden. Misschien zouden de blogjes dan ook wat positiever zijn!

Maar het schema zorgt er in ieder geval voor dat er regelmatig geschreven wordt. Het is anders schrijven dan een boek, een blogje is immers meer een monoloog dan een verhaal. Er is geen fictie, hoewel de korte verhalen dat wel een tijdje probeerden te injecteren.

Misschien toch weer eens flitsfictie proberen. Daar kan een blogje mee gevuld worden!

Zie, de ideeën vloeien nu al.

Wat brengt dan wel plezier?

Ik heb het al een paar keer laten vallen: niets is mooier dan feedback. Of het nou positief of negatief is, weten dat je niet alleen voor jezelf creëert is motiverend. Toen ik begon met bloggen, had ik weinig verwachtingen. Het idee was om te beschrijven en gaandeweg wat te leren. Ervaring kan je op alle mogelijke manieren opdoen, immers!

Maar het blog was voornamelijk voor mezelf bedoeld. Ik wilde een portfolio opbouwen, iets om naar terug te wijzen als het ooit relevant zou worden. Het publiceren en linken op sociale media was een leuke bijkomstigheid. ‘Wie weet?’ dacht ik, ‘misschien wordt het wel wat?’

En… het werd wat. Mijn blogjes werden geen hit die de hele wereld over ging. Er zijn geen vrijwilligers die mijn schrijfsels week na week weer vertalen voor de internationale samenleving. Ik ben nog niet benaderd door kranten of ik alsjeblieft een wekelijkse column wil schrijven.

Maar toch komt er iedere keer weer feedback uit een verrassende hoek. Mensen die ik al jaren niet meer heb gesproken en opeens commentaar geven. Collega’s, klanten, en leveranciers die tijdens een meeting terloops laten vallen dat ze mijn blog lezen. En vrienden en familie komen natuurlijk regelmatig om de hoek kijken.

Het doet goed om te horen dat je niet alleen voor jezelf schrijft. Het zorgt voor meer plezier en een doel: je wil mensen niet teleurstellen!

En verder…?

Een hoop werk dat verzet is in het afgelopen jaar. Wedstrijden waar aan is meegedaan en de motivatie om aan een boek te beginnen – nu voor het echt. In de zoektocht naar content zijn er een heleboel dingen verzonnen.

Het is moeilijk te geloven dat ik al een jaar aan het publiceren ben. Dit soort dingen houd ik meestal niet zo lang vol en ik heb het te danken aan jullie lieve lezers.

Wat gaat de toekomst brengen? Ongetwijfeld een hoop schrijfwerk. Misschien een aankondiging van een publicatie. En het verzinnen van nieuwe onderwerpen gaat door… linksom of rechtsom!

Positief nieuws ontvangen

Tijdens mijn zomerkamp publiceerde ik een blogje over de wedstrijden waar ik dit jaar aan heb meegedaan. Tijdens die wedstrijden is er één ding dat weer werd bevestigd: feedback is zeldzaam. Net als uitgeverijen hebben de uitgevers van wedstrijden het druk. De jury krijgt al genoeg werk om te beoordelen en lang niet alles is even goed geschreven. Om er positief onder te blijven is moeilijk, hoe graag je het ook wil.

Met al dat beoordelingswerk krijgt het geven van feedback geen prioriteit. Puur door al het leeswerk is er gewoon geen tijd meer om inhoudelijk op een inzending in te gaan. Dat maakt de mensen die de moeite er wel in steken alleen maar waardevoller.

Positief zijn is lang niet altijd even makkelijk

Positief nieuws: er was er een!

Van de vier wedstrijden waar ik aan heb meegedaan, heeft er één inhoudelijke feedback gegeven.

Inderdaad, zelfs de wedstrijd die schrijfbegeleiding beloofde, gaf geen feedback.

Uiteindelijk was het de jury van de Goeken Prijs die feedback gaf op De Kwetsbaarheid van Vrede. Omdat er 128 inzendingen waren, bestond deze feedback uit verschillende rondes:

In de eerste ronde scheidden vrijwillige juryleden het kaf van het koren. 33 juryleden lazen elk een aantal verhalen en maakten een selectie. Elk verhaal ging zes verschillende juryleden langs, die samen een score bepaalden. Aan de hand daarvan is een top 16 bepaald: de shortlist.

Iedereen kon rekenen op feedback van de zes mensen die hun verhaal beoordeelden. Sommige van die beoordelaars zaten meer op hun praatstoel dan anderen. Waar ik van de een een hele paragraaf kreeg… kreeg ik van een ander enkel twee bemoedigende woorden:

Niet slecht.

(klik op de afbeelding voor een leesbare screenshot!)

We hebben de neiging om te concentreren op de slechte dingen. Het schaamrood stond me dan ook op de kaken bij de woorden van beoordelaar 4. ‘Afraffelt’, ‘spanning geheel verdwijnt’, en ‘jammer’ zijn geen dingen die je graag wil horen. De woorden over het taalgebruik waren jammer, maar… die deden me iets minder.

Maar toch merkte ik dat ik gloeide. Vijf van de zes lezers waren positief over wat ze hadden gelezen. Tenminste, als ik ‘niet slecht’ even tot ‘positief’ mag omdopen. Het is overwegend positief en ik vond mezelf dan ook in de shortlist van de wedstrijd.

Het kaf is grondig van het koren gescheiden

Nadat van de 128 inzendingen nog maar 16 over waren, kon het echte beoordelen beginnen. Vijf schrijvers namen de verhalen nog eens door en gaven wederom beoordelingen. Aan de hand van die beoordelingen werd de volgorde van de top zestien bepaald.

Lex Noteboom had het volgende te zeggen:

Een diepe review.

Mabel van Zijl was wat korter van stof, maar heel goed te spreken:

Positief is leuk om te lezen!

Suzette Eikelenboom was nogal wisselvallig van mening:

Een beetje positief, een beetje negatief

Arend Smits is kritisch en weet de vinger op aardig wat zere plekken te leggen. Ook het gebrek aan proeflezen dat plaats heeft gevonden valt hem wel op:

Een kritisch oog

Jeanet Moorman, uiteindelijk, geeft nog een mooie afsluiter:

Een positief verhaal!

Zoals wel te lezen is, zijn de professionals wat minder positief dan de mensen die alles moesten doorspitten. Vooral Arend Smits is duidelijk iemand die aandachtig leest. Het zou me niets verbazen als hij iemand is die een schriftje en post-its klaar heeft liggen bij het lezen. Zelf heb ik dat nooit gekund, maar hij lijkt het onder de knie te hebben.

Alle kritiek heeft een kern van waarheid. Ik heb fouten gemaakt door te veel druk op mijn schouders te leggen. Vergeet niet: in die tijd schreef ik vier verhalen per maand. Dan glipt er wel eens wat doorheen.

De focus lag voor mij dan ook op het positieve, in plaats van het negatieve… en daar waren de tegenstellingen.

Waar de een positief is, is de ander negatief

De manier waarop deze feedback wisselt, laat maar weer zien hoe verschillend mensen zijn. Waar de een over mijn slordigheidsfouten heen las, stoorde de ander zich er enorm aan. Niets is zo onduidelijk als smaak en iedereen geniet van iets anders.

Destijds was ik heel positief over deze feedback. Het gaf me niet alleen dingen waar ik goed in was, maar ook de missers die ik had gemaakt. Het gaf me hoop voor de toekomst, ook al was ik uiteindelijk ‘slechts’ de veertiende van zestien.

Of de veertiende van 128.

De een bekijkt het anders dan de ander.

Verliezen met verhalen

Het lijkt wel alsof ik er maar niet over ophoud. Verliezen is een onderdeel van het leven, net als vallen. Het is iets dat je moet meemaken, zodat je wat eelt kan kweken. Leven betekent risico’s nemen, en risico’s betekenen dat je kan falen. Je kan er beter aan wennen, voor je eraan kapot gaat.

Sinds het begin van dit jaar heb ik al een paar keer dingen beloofd. Meedoen aan wedstrijden heeft me meerdere verhalen opgeleverd die het niet hebben gehaald. Allemaal waren het verliezers. Je kan het dus wel raden: ik heb behoefte aan feedback.

Ik wil niet blijven verliezen, immers.

Deze week ben ik op kamp, dus is er geen tijd om een uitgebreid blog te schrijven. Daarom heb ik besloten om de schuld die ik heb gemaakt met beloftes in te lossen. De verhalen die ik heb geschreven staan vanaf nu op deze website! Vind hieronder een korte samenvatting van elk van de drie.

Drie? Het waren er toch vier?

Ja. Maar de vierde… die heb ik weer opgepakt. Die houd ik nog even voor mezelf.

Met zo'n boekenstandaard kan je verhaal niet verliezen

Onder het IJs: Het Lichaam

De wedstrijd Onder het IJs, van Uitgeverij Moonreaders, was op zoek naar horrorverhalen.

De ster van dit verhaal is Leonie, de liefhebbende vrouw van de dokter van een klein havendorpje. Elke maand komt er weer een schip langs gevuld met handelswaar, waar het dorp op overleeft. Iedereen kent iedereen en de dokter is een van de meest populaire mensen in de stad.

Maar als op een dag een lichaam aanspoelt, verandert alles voor Leonie. De sfeer in het dorp wordt grimmiger. De markt loopt leeg, en Leonie’s liefhebbende echtgenoot vindt een obsessie in het lichaam. Wat kan Leonie doen om haar simpele leven weer terug te krijgen?

Het Lichaam is een verhaal waarvan de algemene lijnen tijdens een wandeling tot me kwamen. Ik ben niet heel goed in het schrijven van horror – en het is te zien. Ik denk dat het mysterie niet goed opbouwt en alles te snel gaat tegen het einde. Het is met een reden de eerste wedstrijd waar ik aan heb meegedaan. Het kan altijd beter!

Vind Het Lichaam hier!

Goeken Prijs: De Kwetsbaarheid van Vrede

De Goeken Prijs wordt georganiseerd door Hebban.nl. Deze website is ook verantwoordelijk voor de Harland Prijs en Renate Dorrestein Prijs, die misschien beter bekend zijn. De Goeken Prijs gaat echter over spannende verhalen, een vrij uitgebreid begrip.

In De Kwetsbaarheid van Vrede vindt matroos Xavier zichzelf aan boord van de Hare Majesteit het Oosterlicht. Het slagschip is het vlaggeschip van het Drieland, een jonge eilandrepubliek. Aan boord is de diplomaat van een nabijgelegen keizerrijk Enporia, onderweg terug naar huis. De spanningen tussen Enporia en het Drieland lopen al tijden op, dus de diplomaat moet veilig thuiskomen. Als ze hem verliezen, hangt ze oorlog boven het hoofd.

Als de diplomaat bij klaarlichte dag plotseling overlijdt, zetten de matrozen alle zeilen bij om de dader te vinden. Xavier gaat op zoek naar de waarheid, al helemaal als hij zelf wordt geïmpliceerd in de dood van de diplomaat. Zal hij er in slagen om de werkelijke dader te vinden en de stabiliteit tussen de landen te waarborgen?

De Kwetsbaarheid van Vrede is een verhaal dat zich afspeelt in een andere hoek van Tull. Het continent is altijd al bedoeld als een wereld van tegenstellingen. Het korte verhaal dat ik in dezelfde periode schreef, speelde zich af in een magische wereld. De Kwetsbaarheid van Vrede is een meer geïndustrialiseerde hoek van het continent. Als ik deze wereld ooit nog eens verder uitwerk, zou ik die tegenstellingen kunnen verkennen.

Vind De Kwetsbaarheid van Vrede hier!

Moon YA: De Kristallen School

De YA prijs werd georganiseerd door Uitgeverij Moon. De hoofdprijs was een grote: je kreeg een contract om je eigen fantasy YA uit te laten geven. Er stond een hoop op het spel! Je moest een synopsis en de eerste 10.000 woorden van je YA Fantasyverhaal opsturen. Ik ben misschien een beetje overboord gegaan met de tropes, wat mijn inzending weinig goed heeft gedaan…

Celestina leeft in Macclesveld, een klein heuveldorpje in Estrus. Ze is een simpele schapenherder met simpele taken en simpele vrienden. Haar enorme familie leeft van het land, maar ze dragen een geheim met zich mee. Celestina is namelijk gevoelig voor zout.

Als een magiër hun magie beoefent met bepaalde mineralen, komen er geladen kristallen vrij. Deze kristallen vinden gretig gebruik in de industrie van Estrus, waardoor magiërs gewild zijn. Een inquisitie is opgezet om alle magiërs in het land te vinden en verzamelen, zodat de industrie kan opbloeien. Celestina’s familie wil haar echter niet kwijt en houdt haar gevoeligheid angstvallig verborgen.

Maar alle geheimen komen vroeger of later uit. Celestina’s leven verandert als ze naar de Kristallen School moet. Ze wordt geleerd om kristallen te maken en de industrie te voeden, maar wat als ze meer kan? Wat als ze de kans ziet om anderen te behoeden voor haar lot? Moet ze zichzelf verliezen in de wereld van de inquisitie?

Dit verhaal is een samenkomst van Harry Potter, Hunger Games, en een gulle handvol tienerfictie. Het verbaast me totaal niet dat deze opzet niet heeft gewonnen. Het was wel een leuke manier om te verliezen – ik genoot van het schrijven van deze hoofdstukken. Daarom wil ik het concept van Estrus graag nog eens uitwerken, als ik het verhaal serieus kan nemen.

Vind De Kristallen School (en de eerste opzet voor een synopsis) hier!

Verliezen met deze verhalen

Er is tijd gegaan in het schrijven van alles dat ik hierboven heb gelinkt. Toch was het een plezier om ermee te verliezen. Ik heb een hoop geoefend en ook zeker geleerd… en positieve feedback mogen ontvangen!

Dat is misschien nog wel het meeste waard!

Graag ontvang ik feedback over alles dat ik heb geschreven. Misschien kan het voorkomen dat ik in de toekomst nog eens moet verliezen… maar dat denk ik niet.

Verliezen hoort er bij!

Stilte

Er zijn maar weinig dingen zo ongemakkelijk als stilte. Een etentje waarin niemand praat, vinden mensen negatief. Slecht, saai, of oninspirerend. Mensen zijn zo wanhopig om een aanhoudende stilte te vullen dat het zelfs als ondervragingstechniek bekend staat. Door stilletjes bij een verdachte in de kamer te zijn, zullen ze vanzelf proberen om het ongemak te verdrijven. Ze gaan praten, over wat er maar toepasselijk is en wat ze ook maar in hun hoofd hebben.

Er zijn maar weinig dingen zo demotiverend als een gebrek aan feedback. Als de komiek een grap maakt en iedereen lacht, weet je dat er een succes is geboekt. Wordt de grap enkel beantwoord met het geluid van krekels, dan is het al een stuk ingewikkelder. Is het publiek aan het nadenken? Of was de grap niet goed? Verstaat de komiek hun vak wel, of wordt het tijd voor ze om iets anders bij te leren?

Is wat de schrijver schrijft wel interessant? Of maakt hij er een potje van?

Stilte wordt afgedwongen

De impact van stilte

Vroeger was alles duidelijker. Als je met iemand in gesprek was en ze hielden op met reageren, dan was de reden snel te achterhalen. Je kon vragen stellen, maar puur aan de hand van lichaamstaal was al een hoop af te lezen. Tegenwoordig, in het digitale tijdperk, is dat echter een stuk moeilijker. Ontbreekt een reactie, omdat mensen geen feedback willen geven? Heerst er stilte, omdat de lezers niets toe te voegen hebben? Of krijg je niets te horen, puur omdat je boodschap de mensen niet bereikt?

Er zijn talloze mogelijkheden, maar bijna geen manier om er achter te komen wat de werkelijke reden is. Verontwaardigde berichten zullen alleen maar leiden tot verdere stilte. Als je mensen persoonlijk benadert, zullen de reacties altijd geforceerd en gedwongen voelen. Je moet ermee leren leven en de twijfels van je af zetten.

Want geloof me, er zullen twijfels zijn. Er zijn maar weinig mensen met zo veel arrogantie dat ze zichzelf altijd gaande zullen houden. Mensen zullen zich afvragen of ze wel het juiste doen, of dat ze iets moeten veranderen…

Maar wat?

Het gaat altijd over feedback

Als mens snakken we naar feedback. We willen de stilte verdrijven om te horen hoe we het doen. Het is de manier waarop we leren: de ander zegt wat ze ergens van vinden en dat slaan we op. Zonder feedback kunnen we niet achterhalen wat we verkeerd doen, of hoe we het anders moeten doen. Geen mens is perfect en niemand doet alles in één keer goed.

Daarom zoeken we als schrijvers dan ook naar die feedback. We willen weten wat mensen van onze verhalen vinden. Het goede, maar ook zeker het slechte. Als er niets terugkomt… wat hebben we dan neergezet?

Ik kreeg feedback op mijn Bright Dawn verhalen. Een oud-klasgenoot was er gek op en haar vragen werden met plezier beantwoord. Mijn vrienden lezen met plezier alles dat ik schrijf, ook al is het hoofdstuk na hoofdstuk over een lege steeg. Ze geven me altijd een eerlijke mening, hoewel de een wat kritischer is dan de ander.

Dat is okay.

Alles is goed. Mijn werk wordt gelezen en daar krijg ik een warm gevoel van in mijn borst.

De stilte heeft geheerst

De inspiratie voor dit verhaal komt van een webpagina die ik eerder heb geprobeerd te onderhouden. Ooit had ik de ambitie om een columnist te worden, dus ik wilde een ‘portfolio’ bouwen. Ik had destijds geen flauw idee wat het betekende om een column te schrijven, dus ik deed maar wat. Ik zette een blog op.

Het is een terugkerend thema bij mij. Je moet ergens beginnen en maar wat doen om vooruit te komen. Al doende leert men.

Maar men leert niet als hun doende geen feedback oplevert. Ik heb nog steeds geen idee hoe het is om een columnist te zijn.

Ik stuitte laatst weer op dat blog. Er was geen reden voor mijn schrijven, geen richting, dus ging het alle kanten op. De ene dag schreef ik over de kop koffie die ik dronk in de universiteitsbanken. De volgende dag ging het over een spelletje dat ik had gespeeld met mijn broertje. Er was geen structuur, zelfs geen schema. Soms plaatste ik elke dag een bericht, soms zaten er weken tussen.

Hoewel mijn schrijfwerk van toen me vandaag zielsongelukkig maakt, is er een passie in te zien. Ik genoot van wat ik schreef, hoe knullig het ook was.

Het was schattig.

Maar als ik door de 6 pagina’s aan archieven heen blader, zie ik onzekerheid. Er zijn wel vier berichten die beginnen met ‘nu ga ik het echt doen!’. Herhaaldelijk verloor ik de motivatie en heb ik na een periode van stilte geworstelt om die weer op te pakken.

Als je een beetje tussen de regels door kan lezen, begrijp je ook wel waarom. Er was bijna geen feedback. Ik kreeg niet te horen wat mensen er van vonden. Het idee dat niemand het zou merken als ik ophield met schrijven, bleef me bekruipen.

En dat idee klopte ook.

Wat wil ik zeggen?

Ik eis van niemand feedback en zal ook nooit proberen om mensen te dwingen die te geven. Sommigen vinden het leuker en makkelijker dan anderen, immers.

Maar ik probeer wel wat bewustzijn te creëren. Onder dat dunne laagje van zekerheid zit een persoon die wanhopig op zoek is naar validatie. Iemand die snakt naar een teken dat ze hun moeite niet voor niets investeren. Dat mensen genieten van hun werk en ze meer hebben bereikt dan enkel het invullen van hun passie. Dingen voor jezelf maken is leuk, maar weten dat anderen het ook waarderen is leuker.

Daarom moedig ik je aan, waarde lezer. Doorbreek de stilte en geef commentaar aan iemand. Het hoeft niet hier, maar zoek iemand die met passie berichten plaatst. Iemand die tekent of schrijft, of op wat voor manier dan ook creëert. Als je iets hebt gezien, neem die extra minuut om uit te schrijven wat je vond. Al is het maar een ‘leuk hoor :)’, of een hartje onder het bericht, ik kan je één ding garanderen.

De zon schijnt wat feller voor de creatieveling, die dag.

Het ontstaan van een website

Het is moeilijk te geloven, maar het is bijna een jaar geleden sinds het begin van dit blog. Dat is echter niet het moment dat ik daadwerkelijk begon met deze website. Recentelijk werd ik er door de goede mensen van Strato op gewezen dat mijn nieuwe factuur klaar stond. Dat betekent dat, in tegenstelling tot dit blog, deze site al meer dan een jaar oud is!

Ik had wat opstarttijd nodig, dat is alles.

Destijds tijd had ik een beeld van hoe deze website er uit zou komen te zien. Heeft dat wat er is neergezet het ook maar een beetje benaderd?

Het prille begin van een schattige website

Het bouwen van een website

Er zijn meer dan genoeg mensen die hun geld verdienen met het bouwen van websites voor andere mensen. Het is dan ook niet eenvoudig om een webpagina op te zetten. Je moet een doel hebben, een visie, en het vooral niet te groot willen maken. Dat vereist studie, om te bepalen wat wel en niet belangrijk is, en een hoop ervaring.

Ik… heb geen van die dingen.

Ooit heb ik wel voor een vriend met CSS gerommeld, voor hun forum. Het was niet heel veel om aan te zien, maar het was een persoonlijke stijl. Ze waren er blij mee en we hebben het forum voor een lange tijd met veel plezier gebruikt. In ieder geval tot ze het op slot zetten en het wachtwoord vergaten.

Op een gegeven moment heb ik voor een baas een paar opzetjes voor een website gemaakt. Ze wisten niet zo goed wat ze met me aanmoesten en ze kregen een subsidie voor me. Daardoor was er wat meer vrijheid met wat er met mijn tijd kon worden gedaan. Het leek daardoor een zinnige tijdsbesteding en ik heb flink aangerommeld in WordPress. De websites hebben nooit het daglicht gezien, en misschien maar goed ook.

Wat heb ik geleerd van die ervaringen?

Dat er meer dan genoeg templates beschikbaar zijn en dat er geen schaamte bestaat in het gebruiken daarvan. Waarom zou ik zelf iets bij elkaar brokkelen, als ik ook iets kan gebruiken dat een ander aanbiedt? De enige prijs is de naam die onderaan de pagina staat…

Maar dat is geen prijs. De ontwerper verdient het om in de schijnwerper gezet te worden.

WordPress?

Je ontkomt er tegenwoordig niet meer aan. Elke aanbieder van webspace geeft het praktisch weg bij je abonnement. Het is dankzij WordPress zelfs voor de grootst mogelijke leek mogelijk om een website in elkaar te zetten. Je klikt en sleept de boel gewoon bij elkaar.

Het voelt aan als de McDonald’s van de websites, maar je zou verbaasd staan. Er zijn ontelbare websites die gemaakt zijn met WordPress. Er zijn ontwerpers die zich specialiseren in WordPress… en het werkt gewoon lekker.

Al zijn bepaalde templates makkelijker om mee te werken dan anderen. Sommigen bieden opties die anderen niet bieden. Is het nodig om iets groots en ingewikkelds in elkaar te zetten?

Ik denk het niet.

Een website voor iets specifieks

Mijn originele intentie voor deze site was om Declipse te promoten. Het verhaal was afgerond en ik was druk bezig met het nakijken en herschrijven. Ik wilde het proces uitwerken, de reis documenteren, en alles eindigen met een succesverhaal.

We weten inmiddels dat dit niet is wat is gebeurd. Toch heb ik al vroeg besloten: ongeacht wat er gebeurt, zet ik dit allemaal door.

Mijn originele opzet was om de wereld van Declipse uit te diepen. Ik wilde kleine stukjes van specifieke onderdelen opzetten. Er was de ambitie om talloze kleine verhalen neer te zetten… maar toen werd het manuscript afgewezen.

Ik zag geen heil in het verraden van de opzet van Declipse door korte verhalen te schrijven. De bedoeling was om lezers eerst kennis te laten maken met de wereld. Daarna zou ik het kunnen verbreden met de korte verhalen. De kleine avontuurtjes die niet in het boek pastten, maar wel geschreven konden worden. Die de wereld vorm en volume zouden geven. Verhalen die niet noodzakelijk zijn voor de boeken, maar de wereld wel verder uitdiepen.

Daar is een website ideaal voor, maar het past gewoon niet. Niet tot de boeken in de winkels liggen. Het enige op deze website dat op Declipse wijst, is een vage teaser van het eerste boek.

Dus wat doe je dan?

De visie was even verdwenen. Voor een paar moment was alles stuurloos, tot het begin van dit jaar. Ik heb mezelf immers voorgenomen om een kort verhaal per maand te schrijven. Elke maand in een andere wereld die in mijn fantasie leeft.

De korte verhalen die ik in de loop van het jaar schrijf worden trouw verzameld. De look en feel van de website zijn daardoor aan een update toe. De focus ligt immers niet meer op Declipse, maar op alle verhalen die in mijn hoofd ronddwalen.

Ik haal altijd graag mijn voorbeeld aan. Op zijn website is ook te zien wat je kan doen met een bredere portfolio aan werken. Natuurlijk heeft hij ook de boeken om die portfolio kracht bij te zetten, maar je moet ergens beginnen. Mijn Kickstarter van meerdere miljoenen komt vanzelf nog wel.

Helaas ben ik maar één man. Ik ben geen ontwerper en van webdesign heb ik geen kaas gegeten. Er gaat een moment komen dat ik deze website op de schop neem en het Declipse thema weghaal. Natuurlijk betekent dat niet dat de Declipse droom komt te vervallen!

Het maakt alleen ruimte voor andere dingen. Voor een toekomstbestendigere website.

Ooit komt het zo ver!

Kritiek geven op anderen

Eerder heb ik al een blogje geschreven over het ontvangen van kritiek. Het is naar mijn mening een van de moeilijkste dingen om te krijgen. Kritiek dwingt je om naar je werk te kijken en problemen te erkennen. Hierdoor is het pijnlijk om te ontvangen en moeilijk om er positief op te reageren. We geloven allemaal natuurlijk graag dat we alles goed doen, immers.

Zelf ben ik ook niet goed in het geven van feedback. Ik heb de neiging om ‘ik vond het wel goed’ te zeggen en het daar bij te laten. Een people pleaser, iemand die niet graag op een negatieve manier met iemand praat. Dat zijn namelijk moeilijke gesprekken.

Maar wat als het wel moet?

Kritiek geven als je ergens echt niet blij mee bent. Is dat handig?

Kritiek op iets dat verbetering nodig heeft

Niet al te lang geleden heb ik aan een aantal projecten op Kickstarter meegedaan. Ik heb zelfs een blogje geschreven over de boeken die ik van Kickstarter heb. Daarin heb ik ook uitgelegd waarom ik mijn boeken niet op die manier zal publiceren.

Toch ben ik een beetje jaloers op die mensen. Zij bereiken wat ik ook wil: hun boeken zijn gedrukt en in de handen van lezers. Toch heb ik in die verhalen ook gezien waar ik zelf voor vrees.

Het waren geen fantastische verhalen. Er zaten een paar degelijke verhalen tussen, maar dat was wel het beste dat ik er over kon zeggen.

Van de eerste set verhalenbundels heb ik dit geaccepteerd. Het waren bundels en de verzamelaar had een andere smaak dan ik. Toen ik echter een science fiction verhaal vond waar ik daadwerkelijk enthousiast over was, was ik wel redelijk teleurgesteld. De opzet van het verhaal had potentie en ik had het gevoel dat die niet was benut. De schrijver was in valkuilen gevallen waar ik vroeger ook in viel. Er waren veel te veel karakters die allemaal belicht moesten worden in één enkel boek, waardoor er geen band met ze ontstond. De schrijver was goed in dynamische gevechtsscènes, maar daar waren er zo veel van dat ze saai werden. Op het moment dat één van die scènes tot een dramatische dood leidde, kwamen die problemen samen.

Dit, en meer, zijn allemaal problemen die ik eerder als feedback heb ontvangen. Daardoor ben ik gegroeid en ben ik aan het leren om die problemen op te vangen. Sterker nog, mijn laatste korte verhaal was een poging om dat toe te passen. Het was dan ook aan mij deze schrijver te helpen te leren wat ik al heb geleerd. Het is misschien wat arrogant om er zo over te denken, maar alleen zo kunnen we allemaal groeien.

Moeilijke dingen doen

Zoals ik hierboven al schreef, ik houd er niet van om kritiek te geven. Toch had ik mezelf de moeilijke taak gegeven om dit alsnog te doen. Dat betekende dat er wat te leren viel.

Mijn eerste instinct was om alles dat ik minder vond aan het verhaal in één keer uit te kotsen. Toen ik het voor mezelf had opgeschreven, zag ik al direct dat het een slecht verhaal was. Hoewel alles wel klopte (naar mijn mening), leek het bijna alsof ik de schrijver zelf haatte. Het was alles dat ik naar vond aan het ontvangen van feedback.

Het moest anders.

Ik dacht terug aan een moment dat ik een van mijn vrienden feedback zag ontvangen. Het ene negatieve punt na het andere werd opgenoemd, met nog wat uitspraken die rustig als beledigend konden worden omschreven er tussendoor. Toen ik hem er later over sprak, liet hij de woorden ‘bad news burger’ vallen. Hij had gewenst dat die meer was aangehouden, in plaats van de stortvloed van negativiteit. Het idee was me niet vreemd, dus ik besloot dit ook te doen.

Kritiek verwerken op een vriendelijke manier?

Eerst schreef ik over het goede. De schrijfstijl was dynamisch, er waren herkenbare en minder herkenbare situaties, en het geheel was vermakelijk. De hoofdstukken waren maar een paar pagina’s lang. Je kon dus een paar pagina’s lezen zonder midden in een hoofdstuk te eindigen.

Daarna kwam het negatieve. Het was veruit het grootste deel van mijn bericht aan de schrijver. Alles dat ik minder vond, werd verwerkt in de dikste hamburger die ik ooit heb gezien. Het luchtte lekker op.

Als laatste sloot ik af met nog wat positiviteit. Ongeacht wat ik van de inhoud vond: het boek staat mooi in mijn kast. Ze hebben het einddoel gehaald en daar ben ik jaloers op. De schrijver had wat harde wetenschap gebruikt die heel mooit terugkwam in het verhaal.

Wat vonden ze van deze kritiek?

Ik was best nerveus nadat ik mijn bericht op Kickstarter verstuurd had. Ik had het in het openbaar gedaan: geen stiekem gedoe. Alles stond in de comments sectie, zodat de schrijver het kon lezen. Ook konden anderen er op in haken, als ze daar behoefte aan hadden.

Maar het stond er, in al zijn glorie. Ik keek een paar dagen lang elke zoveel uur naar die comment sectie in afwachting van een reactie. Uiteindelijk stonder daadwerkelijk ook iets.

De schrijver was redelijk kortaf. Hij concentreerde zich vooral op de positieve punten van mijn reactie, in plaats van de negatieve. Ook erkende hij dat hij zichzelf open heeft gezet voor reacties, inclusief de negatieve. Of hij er nog iets mee gaat doen? Dat heb ik niet aan hem kunnen onttrekken, maar voor mij was het ook een leerproces. Ik ben gegroeid, ook al was het maar een klein beetje.

Af en toe kijk ik nog naar het bericht, om te zien of er nog anderen op in zijn gegaan. Niemand heeft verder gereageerd. Misschien vonden ze het genoeg, maar waarschijnlijk is er niemand die het ziet. De comments van Kickstarter zijn niet fantastisch gestructureerd.

Was dit een goed idee?

Ik heb de bad news burger toegepast zonder er echt onderzoek naar te doen. Mijn bericht was een stuk vriendelijker toen ik het had toegepast, dus ik was tevreden. Ook de schrijver reageerde zo positief als ik had verwacht. Alles leek mooi.

Maar toen ik op zoek ging naar een plaatje voor hierboven… bleek dat niet zo te zijn. De bad news burger is een methode die veel wordt bekritiseerd. Er zijn verschillende manieren om naar te kijken, maar de meest populaire lijkt de professionele te zijn. Toegegeven, in de context van de werkvloer moet je misschien directer naar elkaar zijn. Je moet met elkaar werken en er moet iemand zijn die het laatste woord heeft. Iemand die de manager is, de eindverantwoordelijke, moet duidelijk maken wanneer er negatieve feedback is. Hoewel emoties gespaard kunnen blijven, kan het ook verwarren. Is er nou iets positiefs of iets negatiefs?

In de creatieve wereld van Kickstarter kan het echter niet zo zijn. Ik ben niks voor de schrijver, een enkele potentiële lezer die kritiek had. In de creatieve wereld is dat niets nieuws, je zal altijd iemand hebben die je werk niets vindt. Een paar gladde schouders is dan ook belangrijk, maar dat betekent ook dat daadwerkelijke feedback gemist kan worden. Dat is het gevaar van harde kritiek.

Of de schrijver er wat mee gaat doen? Dat weet ik niet. Ik weet wel dat ze een trilogie gepland hadden, waarin dit boek het eerste was. Het volgende boek zal absoluut weer via Kickstarter beschikbaar worden gesteld. Ik vind dat ik de schrijver wel een kans moet geven, dus aan die Kickstarter zal ik ook zeker meedoen. Dat ben ik aan ze verschuldigd, nu!

« Oudere berichten

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑