Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Tag: Geschiedenis

Uiteindelijk heb je Declipse

Na letterlijk jaren geschreven te hebben, kom je uiteindelijk uit bij de hedendaagse tijd. De geschiedenis duurt maar zo lang, immers, en de tijd laat niet op zich wachten. Vorige week beschreef ik het proces waarmee we uiteindelijk bij de bekendste vijand in fictie ooit uitkwamen. De weken ervoor over het prille begin en de eerste kunstwerkjes. Deze week wil ik uitwijden over de allerlaatste pogingen. De iteraties waarvan ik er zeker was dat ze het waren.

Gezien de boeken nog niet in de winkel liggen, denk ik dat de conclusie al vaststaat. Ook deze iteraties mochten het niet zijn.

Hard werk geeft uiteindelijk resultaat

Zoals ik wel eens eerder heb verteld, doe ik regelmatig mee met NaNoWriMo. Het doel is om in een maand tijd een verhaal van 50.000 woorden te schrijven. Tijdens verschillende jaren… ben ik daar nogal overheen gegaan. Tot ik mijn schrijfstijl aan begon te passen, haalde ik eenvoudig 1000 woorden per half uur. Mijn hoofdstukken waren destijds tussen de 5000 en 10.000 woorden lang. Uiteindelijk kom je bij een gemiddeld boek dan uit op zo’n 12 hoofdstukken.

In 2019 kwam ik tot de conclusie dat een jaar 52 weken heeft. Als je de (ruwweg) vier weken van november daar van aftrekt, blijven er 48 over. 48 is door twaalf te delen, wat op vier neerkomt… en ik had vier boeken van Declipse gepland.

Uiteindelijk kom je op een logische verdeling uit.

Ik was trots op deze logica.

In de eerste week van januari begon ik met schrijven. Eén hoofdstuk per week zou uiteindelijk, tegen het einde van maart, naar het eerste boek leiden. Het zou de Hemingway Versie zijn, maar het was in ieder geval een verhaal. De tweede en derde boeken werden op dezelfde manier geschreven. Enkel het vierde boek werd kort onderbroken… omdat november midden in het schrijfproces viel.

Dat was raar.

Een verhaal met problemen

Het was een versie die vol zat met onregelmatigheden en problemen van verschillende vormen en maten. Een romantisch subplot werd uitgewerkt op hetzelfde tempo als ik het eerder had gedaan voor een schrijfwebsite, maar op die website lag het tempo heel anders. Daar schreef ik doelloos, zonder echt over een plot na te denken, maar de romance kreeg in ieder geval de tijd om te groeien.

In deze versie hield ik hetzelfde moment voor de romance aan, maar lag het tempo hoger. Alex en zijn partner waren halverwege het eerste boek al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Helaas (of misschien gelukkig) bleek dit naast onwaarschijnlijk, ook zeer onbevredigend.

Daarnaast had ik een roleplay geleid in dit verhaal en was ik er op gehamerd om de acties van de spelers terug te laten komen in de boeken. Helaas deed ik dat onhandig en ongestructureerd, waardoor een lading nieuwe karakters opeens onaangekondigd in het vierde boek verscheen.

En ik had veel te veel karakters. Ik had een handjevol hoofdpersonen, maar ruim veertig bijpersonen die ik onmogelijk allemaal kon belichten. Toch probeerde ik elk van hen een emotioneel gewicht mee te geven.

Dit lukte dan ook niet.

Al in al was het een heel ruwe versie van een uiteindelijke visie. Ik heb dingen wel eens beter aangepakt, maar er kwam ook iets goeds uit: ik vroeg feedback. Een van mijn vrienden heeft elk verhaal bijna religieus gelezen en bekritiseerd. Hij heeft zich als een soldaat door alle spellings- en grammaticafouten heen gewerkt. De rommelige schrijfstijl, de grove verhaallijn… en hij heeft ongezouten kritiek gegeven.

Aan het einde van het jaar had ik wel wat bereikt. Ik had mijn Hemingway versie. Ik had feedback. Het was een kwestie van deze feedback meenemen.

Uiteindelijk moet je gaan verwerken.

Ik probeerde in 2020 enthousiast te beginnen met herschrijven. Het romance subplot werd omgegooid en Alex en zijn partner eindigden het eerste boek als goede vrienden, in plaats van als partners halverwege het boek. Onnodige bijpersonen werden geschrapt. Een tweede versie van het eerste boek is zelfs afgerond…

Maar ik verloor motivatie tijdens het herschrijven van het tweede boek. Hele hoofdstukken werden geschrapt. De tijdlijn werd van de grond af opnieuw opgebouwd… maar ik hield te strak vast aan mijn twaalf hoofdstukken. Het was mijn leidraad, mijn houvast, en uiteindelijk mijn ondergang. Uiteindelijk had ik een aanzienlijk deel van een hoofdstuk in het midden weggekopieerd, zodat ik het aan het einde kon gebruiken. Significante delen daarvan moesten herschreven worden, maar als ik bij het einde kwam, kon ik ook aardig wat hergebruiken.

Daar ben ik alleen nooit gekomen. Ik heb het enorme project opzij gelegd en ging me op iets anders concentreren. Na anderhalf jaar vond ik dat ik het wel verdiend had. Het enige dat jammer is, is dat ik het vervolgens niet meer op heb gepakt.

Tijdens NaNoWriMo schreef ik nog wel voor Declipse, maar voor de vervolgboeken. Het verhaal dat ik voorzichtig aan het uitwerken was en dat op het viertal boeken zou volgen. In 2020 en 2021 schreef ik daar ook twee verhalen voor, hoewel ze nog steeds niet helemaal klikten.

En toen, in 2022… kreeg ik het op mijn heupen.

De laatste versie

In maart van 2022 kreeg ik een idee voor het eerste deel van Declipse. De laatste paar versies van het verhaal hadden ruwweg dezelfde lijnen gevolgd en ik kreeg het gevoel dat ik vast zat. Ik moest het opschudden, er moest verandering in komen.

Ik besloot dat te doen door de aanblik te veranderen. Sommige punten kon ik loslaten, maar ik introduceerde ook twee nieuwe hoofdpersonen. Yelena en Danil konden een blik op de Russische kant van het verhaal werpen terwijl Alex de Declipse kant belichtte. Om ze allemaal een gelijke hoeveelheid ‘schermtijd’ te geven, heb ik hun verhalen heel hard opgesplitst. Elk hoofdstuk belichtte ik eerst de ene, daarna de volgende, en daarna de derde. Het vierde hoofdstuk begon weer bij de eerste.

Deze structuur was ook niet zonder problemen. Omdat het eerste boek vooral was bedoeld om een opzet te geven, liepen de drie verhalen nogal los van elkaar. Als het drie verschillende boeken waren geweest, hadden de verhalen net zo goed gewerkt. Ze hadden allemaal hun eigen begin, midden, en eind. Allemaal hadden ze een spanningsboog en een climax. Er waren wel wat verwijzingen tussen de verhalen, maar daar was het wel mee gezegd. Tijdens volgende boeken zouden deze hoofdpersonen elkaar tegen moeten komen, maar in dit eerste boek leefden ze langs elkaar heen.

Daarnaast had ik minder tijd om het verhaal te vertellen dan ik gewend was. De originele Declipse verhalen waren elk twaalf hoofdstuken en concentreerden zich volledig op Alex. Nu moest ik drie hoofdpersonen belichten, dus zou ik maar vier hoofdstukken hebben. Ik besloot het boek dan ook uit te breiden naar 30 hoofdstukken, om iedereen tien hoofdstukken te geven. Daarmee hadden alle karakters minstens 50.000 woorden om mee uitgewerkt te worden.

Het werkte. Ik liet al mijn heilige huisjes in elkaar storten en maakte een opzet voor een compleet nieuwe Declipse. Een nieuwe generatie van het verhaal, een volgende opzet.

Uiteindelijk werd dit monster van een verhaal tijdens NaNoWriMo 2022 geschreven.

Wat is uiteindelijk het resultaat?

Het resultaat… is dit blog. Ik had zo veel vertrouwen in deze versie van Declipse, dat ik het hele proces ben gaan beschrijven. Na een controleronde en een feedbackronde ging het manuscript eind 2023 naar uitgevers.

Het is afgewezen door elke uitgever die ik het heb aangeboden.

Dit is wat er gebeurt als je als amateur denkt dat je een meesterwerk neerzet. Soms heb je een parel, maar de meeste amateurs zijn precies dat: mensen die maar wat doen.

2024 heeft me echter een hoop geleerd en we gaan door. Hoewel Declipse even op de warmhoudvlam is gezet, ben ik het niet vergeten. Ik concentreer me nu alleen even op andere projecten.

Projecten die misschien uiteindelijk wel resultaat gaan bieden.

De tijd zal het leren.

De Tegenstanders van Declipse

In dit derde autobiografische bericht wijd ik verder uit hoe Declipse tot stand is gekomen. Het heeft een lange reis doorstaan. Van een vluchtig bij elkaar gegooid karakter voor een roleplay, tot een hoofdpersoon van een verhaal. Of, dat was het plan. Ondanks het feit dat er jaren voorbij zijn gegaan, had ik nog steeds geen idee van de tegenstanders voor mijn hoofdpersoon.

Of een naam. Ze hadden ook nog steeds geen naam.

Eerst de tegenstanders.

Wat had ik wel? Tegen de tijd dat ik mijn korte stripje had geschreven, wist ik wat Declipse was. Het was een mysterieuze onafhankelijke militaire organisatie die de wereld ging redden. Ze waren verscholen van het oog van de samenleving en waren klaar om iedereen te helpen. Het enige wat ik nog vast moest stellen, was waar tegen ze iedereen moesten beschermen.

Het was een tijd dat ik veel films keek. Ik ging regelmatig naar de bioscoop en werd veel blootgesteld aan allerlei soorten thema’s. De mysterieuze organisatie met een ondergrondse basis was geïnspireerd door xXx, bijvoorbeeld. Ik wilde dat ze bedreigd werden door iets waarvan iedereen het eens was dat het een probleem was.

Tijdens een eerste iteratie waren het simpelweg terroristen. Vergeet niet: Declipse werd midden in de War on Terror geboren. In Nederland waren we veilig, maar terrorisme was iets waar we elke dag wel van te horen kregen. Het was bijna vanzelfsprekend om een terroristische organisatie te verzinnen… en ik begon te schrijven.

Het werkte niet.

Ik weet niet waarom, maar het klikte niet met me. Een willekeurige terroristische dreiging was spannend, maar gaf me niet de inspiratie die ik zocht. Misschien was het zelfs wel te eenvoudig in die tijd, omdat we er elke dag mee te maken hadden. Het sprak niet tot de verbeelding en het wierp blokkades op die ik niet kon, of niet durfde, te nemen. Wat als het te realistisch was, of iemand zich er te veel in zou herkennen?

Het waren dingen waar ik me mee bezighield. Ik weet niet goed waarom. De actualiteiten zijn immers iets waar veel over geschreven wordt.

Een volledige ommekeer

Als de actualiteiten me niet konden helpen, dan zou de science fiction dat misschien wel kunnen. Op een gegeven moment besloot ik dat menselijke tegenstanders te alledaags waren en dat iets bijzonderders nodig was. Ik besloot te kijken naar buitenaardse wezens en andere monsters. In een van mijn eerste schetsen kwam de ‘multidimensionale kip’ voor, iets dat absoluut tot de verbeelding sprak.

Nee, ik ben niet sarcastisch, dat lijkt maar zo.

Ooit, in een ver, ver verleden, heb ik twee of drie hoofdstukken geschreven met dit concept. Het klikte nog minder goed dan de terroristische dreiging deed. Ik kon geen motivatie bedenken, geen reden voor het verschijnen van deze dreiging. Het was te absurd, te vreemd, en Declipse was in mijn hoofd te geaard in de echte wereld. De monsters en buitenaardse wezens vielen zo ontzettend uit de toon dat ik het niet over mijn hart kon krijgen om er over te schrijven.

Ook dit idee werd opzij gezet, hoewel het nog wel is blijven leven voor andere verhalen. Mijn hoofdpersoon bleef iemand zonder drijfveer, zonder conflict om hem een reden tot bestaan te geven.

De meest voorkomende tegenstanders

Uiteindelijk, na lang nagedacht te hebben, kwamen we toch weer uit bij de grootste vijand van de mensheid.

Andere mensen.

Ik was in een Westerse samenleving opgegroeid, in een Europa dat verwoed probeerde om zich te verenigen. Amerika werd op school aan ons geïntroduceerd als de grote broer die iedereen veilig hield. Het was een avontuur om naar dat enorme, welvarende land te gaan.

Aan de andere kant van Europa was Rusland, en daar was het allemaal koek en ei mee. Ja, er was op een gegeven moment een hoop spanning, maar… dat behoorde allemaal tot het verleden. De wereld was verder gegaan en we waren vrienden geworden.

Sommige dingen kunnen zo snel veranderen.

Toch besloot ik uiteindelijk een greep te doen in de oude verhalen. De boeken en films van vóór 1990, die wild speculeerden over van alles en nog wat. Het was een veelbesproken onderwerp…

En een spel dat ik veel speelde, Call of Duty 4, gebruikte de Russische bevolking als een prominente mede- en tegenstander.

Gesterkt door een vlaag van inspiratie en een Command & Conquer fanfictie besloot ik deze wereld uit te schrijven. Destijds schreef ik voor een verhaalwebsite die ik vandaag niet meer terug kan vinden. Alles werd in Word geschreven, dus zelfs die eerste versie staat nog…

Ergens.

Ik gooi nooit wat weg.

En de naam?

De naam van mijn hoofdpersoon is door een paar iteraties heen gegaan. Ze begonnen natuurlijk simpelweg als ‘Gamma 2’. Helaas was die naam niet bestand tegen een groep nieuwsgierige tieners, dus moest ik snel denken.

Door de wijze waarop de scènes destijds in mijn hoofd ontstonden, had ik de neiging om mezelf in te beelden als hoofdpersoon. Deze hoofdpersoon kreeg geidealiseerde trekjes van mezelf mee en het duurde niet lang voor ze naar mijn forum avatar vernoemd werden. ‘Rikko’, is hoe ik mezelf destijds noemde.

Kijk of je nog iets van me terug kan vinden. Ik ben benieuwd.

Maar dat is een naam die niet werkte in het Nederlands. Ik heb een tijdje geprobeerd om de self-insert volledig te omarmen en deze hoofdpersoon ‘Rik’ te noemen. Voor Darren O’Shaughnessy werkte het immers ook fantastisch en hij schreef uitstekende boeken.

Ik kon het echter niet. Voor mij voelde het vreemd en pretentieus. Ik heb mezelf door een paar iteraties van het verhaal heen geduwd en heb het uiteindelijk opgegeven.

Uiteindelijk viel de naam op ‘Alex’. Ver genoeg verwijderd van mijn naam om het idee van een self-insert opzij te kunnen zetten…

Maar net als ‘Gamma’ terug is blijven komen in de Declipse verhalen, is het nog steeds een verwijzing waar het vandaan kwam. De mensen die mij al langer kennen, weten waarom.

Volgende week

Deze kleine introspectie gaat nog één week volhouden. Dan heb ik een maand lang teruggekeken. Volgende week zal ik de meest recente iteraties langsgaan en een greep doen in de feedback die ik kreeg. Daarna wordt het weer tijd om vooruit te kijken.

Tot dan!

De verdere Declipse geschiedenis

Vorige week ben ik begonnen met het uitwerken van de geschiedenis van Declipse. Het is een verhaal dat al sinds de middelbare school in mijn hoofd zit. Misschien was ik wat ambitieus om te stellen dat ik het hele verhaal in één blogje uitgewerkt zou krijgen. Ik maak geen beloftes over hoe lang ik hier over kan schrijven, het is gewoon te veel. Laten we kijken hoe ver we vandaag komen!

De eerste benoeming

‘Declipse’ viel voor het eerst in mijn gedachten op de fiets naar school. De naam betekende niks, wat naar mijn idee een perfecte naam maakt. Er zijn genoeg namen in de geschiedenis met betekenissen, maar in dit geval was het onnodig. Een betekenis voegde complexiteit toe waar dat niet nodig was. Het enige wat ik op dat moment nodig had, was een vervanging voor ‘The Centre’. Dat was immers gestolen, volgens een van mijn vrienden, en dat wilde ik niet. Ik wilde van die beschuldiging af en Declipse volstond.

Het logo, het omgekeerde oog dat ik regelmatig onder Declipse-gerelateerde posts zet, volgde snel. Wederom was het iets dat weinig uitmaakte. Iets waar geen context voor nodig was en waar geen betekenis aan hing. Hier is geen proces van iteratie na iteratie te vertellen. Ik begon met tekenen en een paar variaties verder had ik dit symbool.

Met de tekening was er echter wel iets anders dat belangrijk was. Ik had iets om aan Declipse te koppelen, een symbool dat een organisatie kon behartigen.

Een symbool dat ik in tekeningen kon laten terugkomen.

Mijn geschiedenis van tekenen

Het was een tijd dat ik veel tekende. Ik bakte er niet veel van, maar het was leuk en ik kon het stiekem doen tijdens de les. Ik tekende op van alles: overgebleven formulieren, de achterkant van handouts, in kladblokjes. Een van mijn favoriete artiesten vertelde me dat hij graag in Moleskine notebooks tekende, dus ik kocht er ook een. Het opende een wereld van gemak voor me, maar bood ook een hoop uitdagingen.

Ik was namelijk niet onder de indruk van de kwaliteit van die tekeningen als ik ze inscande. Negentig procent van mijn sociale leven bestond destijds op het internet, dus ik wilde die tekeningen delen. De Moleskine pagina’s waren echter getint, iets dat onvermijdelijk te zien was op een scan.

Daarom deed ik wat alle redelijke mensen doen: ik kocht een tekentablet. Ik was in de volle veronderstelling dat het me toe zou staan om hoge kwaliteit tekeningen te maken. Ik zou er beter mee worden en ik zou dingen neerzetten waar ik trots op kon zijn. Met een gekraakte versie van Photoshop die ik maar amper begreep ging ik aan de slag. Ik kon een strip gaan tekenen!

Het resultaat… staat hieronder.

Een blik op de visuele geschiedenis van Declipse.

De geschiedenis is niet altijd iets om trots op te zijn

Het logo komt er al in terug!

Waar keken we net naar?

Het was een periode waarin Declipse eindelijk vorm begon te krijgen. Mijn hoofdpersoon had bijkarakters en een uiterlijk dat ik vast kon zetten. Hij had een plek in de organisatie: Team Gamma, een verwijzing naar zijn prille begin. Project Gamma 2 leefde nog steeds voort in zijn team en collega’s. Het idee van een verhaal begon zich werkelijk in mijn hoofd te planten. Het logo kwam dan ook vaker en vaker in mijn tekeningen voor, ook waar mijn hoofdpersoon nergens te bekennen was. Ik tekende en fantaseerde en probeerde het allemaal in dezelfde wereld te plaatsen.

Het was de tijd dat ik op school vaker in de mediatheek te vinden was.

Het was de donkere tijd, de tijd voordat iedereen een computer tot zijn of haar beschikking had. Er werd verwacht dat je notities met de hand maakte en dat je met pen en papier aan je werk zat. Je had ringbanden vol papier en tientallen schriftjes om je tas mee te vullen…

Maar er was een mediatheek! Rijen van computers die iedereen kon gebruiken. Iedereen had een account, zodat je elkaar niet in de weg zat. Je mocht niets opslaan op je account, dat kon nog niet, maar er werden 3,5″ floppydisks verkocht achter de balie!

Mooie tijden. Tijden waarin we in de mediatheek zo min mogelijk schoolwerk deden. Een van mijn vrienden schreef aan zijn roleplay campagne, ik schreef voor Declipse. De verhalen nam ik zo mee naar huis, waar ik ze veilig op mijn computer kon opslaan.

Ik gooi bijna nooit bestanden weg.

Het waren er aardig wat en ik gooi nooit een bestandje weg.

Een geschiedenis van experimenteren

De strip heeft het niet lang overleefd. Het duurde niet lang voor mijn interesses verschoven en ik inzag dat deze tekeningen misschien niet voor mij waren. Daardoor kon ik me concentreren op wat mij makkelijker af ging: verhalen schrijven. Het waren simpele verhaaltjes, vaak niet meer dan een pagina of twee lang. Enkele honderden woorden, misschien iets meer dan duizend.

In die periode had ik mijn hoofdpersoon bepaald. Ik had zelfs al bepaald wat voor ongevallen ze zouden overkomen, wat voor lange verwondingen. Sommige dingen zouden veranderen, anderen zouden verdwijnen. In zijn eerste iteraties had hij een litteken over zijn oog dat op een gegeven moment verdwenen is. In plaats van polo’s ben ik pantsers voor ze gaan ontwerpen…

Maar ik wist nog steeds niet wat voor antagonist hij moest verslaan… en hij had nog steeds geen naam.

Dat is waar ik volgende keer tijd aan ga besteden.

Eerdere verhalen

Als ik over mezelf vertel, is mijn opening bijna altijd hetzelfde. Ik schrijf al tijden. Jarenlang ben ik al woorden achter elkaar aan het zetten. Verhalen ontstaan in mijn hoofd en ik kan niet anders dan ze naar buiten te laten. Zelfs op deze website begin ik op een soortgelijke manier.

Maar Declipse is niet mijn enige schrijfwerk. Ik heb meerdere folders op mijn PC staan die ik nooit weg zal gooien. In deze folders staan eerdere verhalen, inspiratie, en notities van verhalen die ik ooit begonnen ben. Veel van die notities en verhalen hebben nooit het daglicht gezien, los van pdf documenten voor mijn vrienden.

De verhalen die ik vroeger schreef, noem ik ook wel mijn ‘oude schandes’. Hoewel het goed lopende verhalen zijn, ben ik van mening dat ze onderdeel van mijn leerproces waren. Ik kan heel goed laten zien hoe ver ik ben gekomen door die documenten weer naar boven te halen.

Wat voor verhalen heb je dan geschreven?

Er was de HELMET serie, de boeken die ik als eerste voor NaNoWriMo heb geschreven. HELMET was de naam van de organisatie waar de hoofdkarakters voor werkten en vormde een parallel voor Declipse. Het enige verschil was dat de hoofdpersonen, in plaats van commando’s op de grond, gevechtspiloten in de lucht waren. Deze boeken werden geïnspireerd door de H.A.W.X. games, die ik destijds veel speelde.

In de boeken is hoofdpersoon Darren Oliver genoodzaakt om zich als piloot bij de onafhankelijke militaire eenheid HELMET te voegen. Hier neemt hij de schuilnaam Exile aan, om zijn gesloten persoonlijkheid te complimenteren.

In het eerste boek vliegt hij samen met Goldie en Crunch, waarmee hij het titulaire team Bright Dawn vormde. Het boek zette een mysterieus wapen op dat Exile zijn vliegtuig en Goldie haar leven kostte.

Het tweede boek gaat verder na het uit elkaar vallen van Bright Dawn. Exile gaat verder met een nieuw teamlid, Black Widow, in het team Death’s Messengers. Het verhaal van het mysterieuze wapen gaat verder en wordt ook ‘opgelost’, hoewel een heleboel vragen open worden gelaten. Dit boek is een voorbeeld van een verhaal waar ik van heb geleerd.

Deze HELMET boeken zijn de verhalen waarvan een aantal daadwerkelijk zijn gedrukt. De eerste twee, Bright Dawn en Death’s Messengers, prijken in mijn kast.

Mijn eerste verhalen!

Daarnaast heb ik ook nog Flying Light geschreven, bedoeld als een afsluiter van de trilogie van Exile. Ik wilde een verhaal vertellen waarmee ik de onzekerheden van het tweede verhaal niet op kon lossen. Met die reden in het achterhoofd, en omdat de uitgeverij die de boeken heeft uitgebracht tegenviel, heb ik hier nooit werk van gemaakt. Misschien kom ik ooit nog eens naar deze verhalen terug.

In het Engels

Er was ook een tijd dat ik verhalen in het Engels schreef. Ik bracht veel tijd door in internationale gemeenschappen en wilde voor die mensen schrijven.

Zo heb ik Physokinetic geschreven. Het was mijn eerste poging om een fantasy verhaal te schrijven. Ik heb in de aanloop naar November verschillende notitieboekjes gevuld met notities en deze in 91.000 woorden verwerkt in het verhaal van Kasey Norton. Het was een verhaal waar ik destijds veel voorbereiding in heb gestoken.

Kasey is een heavy metal zanger die er achter komt dat hij het onderwerp van een legende is. Hij wordt klaargestoomd om die legende waar te maken, waarbij hij leert om de wetten van de natuur naar zijn hand te zetten. Hij leert over de schaduwsamenleving van de mensen die hem verafgoden en hoe die samenleving verdeeld is in een burgeroorlog. Aan het einde van het verhaal vernietigt hij zelfs de bron van zijn krachten, epische wezens die het universum zouden vernietigen als ze de kans zouden krijgen.

Daaropvolgend kwamen nog Tamer en Hangman’s Daughter, twee verhalen die de nasleep van de evenementen in Physokinetic verkennen. Tamer volgt Noah Walker, die er achter komt dat ontelbare wezens vast zijn komen te zitten op Aarde na de vernietiging van de wezens. Terwijl hij dit onderzoekt, leert hij van de ondode god die zijn terugkeer plant in de chaos die is veroorzaakt tussen dimensies. Hangman’s Daughter volgt Emma Marding, een nakomeling van de ondode god uit Tamer, die er na het werk van Noah op uit gaat om de dood van haar vader permanent te maken.

Minder succesvolle verhalen

Ook heb ik in het Engels geschreven over de Motherships. Deze verhalen spelen zich af op een continent waar stoomkracht uitgebreid wordt toegepast in de samenleving. Wat de meeste mensen, inclusief de hoofdpersoon Bydys Awd, niet weten, is dat deze toepassingen zijn gegeven door aliens. Deze aliens hebben de controle over de Moederschepen, enorme vliegende steden die de helft van de bevolking van het continent bevatten.

Het verhaal was gepland om een tweeluik te vormen. Het eerste boek zou Bydys naar een van de Moederschepen leiden met de wetenschap dat er iets mis is. Hij zou een vreemd neergestort luchtvaartuig vinden met uitzonderlijke technologie. In het tweede boek zou hij in een Moederschip achter de waarheid komen en een oplossing hier voor vinden. Ik wilde de moraliteit van de aliens ambigu houden, dus een ‘oplossing’ zou niet direct het verwijderen van de aliens betekenen.

Maar helaas voelde ik dit verhaal niet. Toen ik het eerste boek had uitgeschreven, merkte ik dat ik er blij mee was dat het af was. Ik wilde er niet naar terug om te reviseren en herschrijven. Het verhaal heeft stevig wat werk nodig, of ik kan elementen pakken die ik wel vond werken en die verwerken in andere verhalen.

Combineren is ook een vorm van groeien, immers!

En verder?

Dit zijn enkel de verhalen die ik helemaal uit heb geschreven vóór ik serieus met dit blog begon. Zo is er ‘A Cage for Horrors‘, het verhaal dat ik voor NaNoWriMo 2023 schrijf. Dat begon ooit als een enkele regel in mijn notities en een aantal tekeningen in een heel oude map op mijn PC. Daar vertel ik in een later blog graag meer over.

Als ik niet goed weet wat ik precies wil, dan kan ik mijn oude mappen in. Ik kan kijken naar de dingen die ik vroeger tof vond en die met een kritisch oog beoordelen. Ik zal de laatste zijn die oude en nieuwe inspiratie zal laten schieten.

In de toekomst typ ik ongetwijfeld weer iets nieuws. Ik vind wel iets dat mijn gedachten bezighoudt en waar mijn vingers van beginnen te dansen.

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑