Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Categorie: Schrijven (Pagina 1 van 4)

Schrijven is schrappen

Of je schrijver bent of niet, je hebt de uitspraak ongetwijfeld wel eens langs zien komen. Schrijven is schrappen. Eerst schrijf je iets en daarna ga je er op los om van alles weg te halen. Schrijven is immers de kunst van het weglaten – je moet genoeg schrijven om de fantasie te prikkelen. Alles dat meer is, moet weggehaald worden.

Natuurlijk is dit een algemene vuistregel. Ik heb me nooit door de beroemde verhalen van een beroemde schrijver kunnen werken, dankzij zijn uitgebreide beschrijvingen. Toen de beschrijving van een berg de vijfde pagina in ging, legde ik het boek toch maar weer weg. Toch is Lord of the Rings een van ’s werelds beroemdste verhalen.

De Peter Jackson films hebben daar ongetwijfeld bij geholpen.

Het is een onderwerp waar ik gemengde gevoelens bij heb. Veel van de schrijvers waar ik van geniet zijn juist beschrijvend. Ze leggen de gevoelens en achtergrondinformatie vast, waardoor je een idee hebt van de gedachtengang van de hoofdpersonen. Toch kreeg ik, toen ik begin dit jaar met het schrijfcoachingstraject begon, te horen dat daar verandering in moest komen. Ik moest gaan schrappen.

Hoe meer je schrijft, hoe meer je kan schrappen

Schrappen om meer te bereiken

Probeer je in te denken dat je hoofdpersoon over straat loopt. Ze zijn onderweg, maakt niet uit waarnaartoe, als hun naam opeens geroepen wordt.

Wat is op dat moment belangrijker? Wil je als schrijver de omgeving beschrijven, de kleuren van de auto’s en de kleding van de mensen? Dat is het meest dynamische, immers!

Zijn blik verstrakte op de rode trui van de vrouw die op hem af kwam lopen toen zijn naam van achter hem kwam. De vrouw had de uitroep niet gehoord, haar blik nog steeds op haar mobiel gericht…

Wat heeft deze vrouw met het verhaal te maken? Waarschijnlijk helemaal niets. Het is enkel interessant als je een woordenaantal probeert te halen. Tenzij de vrouw een belangrijk onderdeel van het verhaal is, leidt ze alleen maar af van het interessante deel. Schrappen, dus.

Maar wat is dan interessant? De gedachtengang van de hoofdpersoon, misschien? Die gaat ongetwijfeld een emotionele reis door, nadat hun naam geroepen is.

Zijn blik verstrakte. Waarom vandaag? Na al die jaren had hij niet verwacht die stem nog te horen. Niet meer sinds ze elkaar voor het laatst gesproken hadden, zo lang geleden, op de stranden van de Costa del Sol…

Maar op dat moment ben je aan het vertellen, in plaats van te laten zien. Waarom zou je alles vertellen over de eigenaar van de stem, als je het ook kan laten zien? Dat is veel interessanter voor de lezer, zodat zij hun eigen oordeel kunnen vellen.

Dus in plaats daarvan…

Zijn blik verstrakte. Zijn handen balden zich tot vuisten toen hij de stem herkende. Met een ruk draaide hij zich om naar de eigenaar van de stem. “Jolene,” perste hij tussen opeengeklemde tanden door, “wat doe jij hier?”
Haar grijns was onveranderd. Haar opgetrokken wenkbrauw trok het bloed onder zijn nagels vandaan terwijl ze een kop koffie omhoog hield.
“Niet schrikken,” zei ze, “maar je bent in gevaar.”

In één ruk is er een hoop duidelijk. Onze hoofdpersoon is geen fan van Jolene. Ooit hebben ze elkaar eerder gekend, en ze is verschenen met een reden. Vanaf daar kan je doorborduren. Waarom is de hoofdpersoon in gevaar? Hoe past Jolene hier in? Hoe kennen Jolene en de hoofdpersoon elkaar? De vragen beginnen al op te stapelen en de lezer schreeuwt om antwoorden.

Tijd om de antwoorden te verkennen.

Balans slaan

Maar we willen graag schrijven. We denken wel na over wat we schrijven, maar dat woordenaantal lonkt ook. Het is veel spannender om te zeggen dat je 150.000 woorden hebt geschreven. 50.000 woorden is ook prima, maar… in ons primatenbrein is meer absoluut beter.

En we verwachten ook een zekere hoeveelheid woorden. In Nederland wordt een Roman beschreven als ‘meer dan 40.000 woorden‘. We willen dus wel wat kwantiteit, hoewel kwaliteit altijd belangrijker is dan kwantiteit.

En, vergeet niet, om te kunnen schrappen… moet er eerst geschreven worden.

Toch is het moeilijk om, als je altijd heel beschrijvend hebt geschreven, de details te laten vallen. Mijn verhalen van nog geen jaar geleden zagen er anders uit dan ze er nu uit zien. Kijk vooral nog eens naar de korte verhalen die dit jaar gepubliceerd zijn. Vergelijk de eerste twee met de laatste, voor… de blokkade.

Zoek de verschillen en trek je conclusies.

Kill your darlings

Aanvankelijk beeldde ik me dit blog heel anders in. Ik wilde het hebben over mijn favoriete onderwerp: mijn arme hoofdpersonen en hun (nood)lotten. De uitspraak waar ik alles op baseerde betekende uiteindelijk wat anders, maar…

Ik wil het er toch graag over hebben. Vergeef me terwijl ik nog wat langer doortyp.

Vorige week schreef ik nog over verliefd worden op je bijpersonen. Hoe gehechter je aan ze raakt, hoe groter de kans dat ze terugkomen. Je moet er links of rechts soms wel een paar schrappen, om ruimte te houden voor de hoofdpersonen. Een van mijn vrienden zei het heel mooi: als je vaak een willekeurig karakter nodig hebt, gebruik dan steeds dezelfde. Dat is interessanter.

Waarom heeft één persoon steeds schijnbaar willekeurige taken en baantjes? Daar is vast een reden voor te bedenken!

Maar om een karakter daadwerkelijk, grondig te schrappen… moeten ze soms de grond in. Tussen zes planken. Achter de schuur met de shotgun.

Oftewel: dood.

Het is echter niet altijd even eenvoudig om een geliefd karakter te doden. Je hebt er tijd en emotie in gestoken om dat karakter vorm te geven. Elk karakter neemt een stukje van jou over, immers, en je wil ze graag verder uitbreiden.

Maar de onverwachte dood van een karakter kan allerlei gevolgen hebben. Gevolgen die misschien spannender en interessanter zijn dan hun voortbestaan had kunnen zijn. Het levert motivatie en kan een vijand bestempelen als kwaadaardig.

Dodelijk schrappen

Pierce Brown deed dat in zijn eerste Red Rising boek. Een van de leden van de retinue van de hoofdpersoon sneuvelde op de handen van een grote tegenstander. Het tekende elke interactie met dat karakter in de vervolgen.

Het kon meneer Brown duidelijk niet schelen wie het was. Hij bepaalde wie het loodje ging leggen aan de hand van een dobbelsteenrol. Slechts twee personen liepen geen risico: de hoofdpersoon, en zijn liefdesinteresse. De rest, inclusief de beste vriend, inclusief de twijfelachtige vijand, was een optie.

De community speculeert graag over wat er was gebeurt als een ander karakter het loodje had gelegd.

Toen ik ditzelfde probeerde toe te passen, maakte ik de grote fout om de liefdesinteresse op de lijst te zetten. Natuurlijk was het de partner van mijn hoofdkarakter wiens nek op het hakblok kwam te liggen. Maar zelden heb ik zo veel moeite gehad met het schrijven van een synopsis, laat staan het hoofdstuk zelf. Ik was zo verdrietig voor mijn arme hoofdpersoon dat ik op het laatste moment nog de boel wilde omschrijven.

Uiteindelijk is er niets gebeurd met het verhaal in kwestie. Het is geschreven, maar nooit wat mee gedaan. Dingen zullen ongetwijfeld anders gaan als ik er nog eens langs kom. Als de beslissing is genomen om een karakter permanent te schrappen, kan je gewoon niet meer terug.

Soms moet je gewoon doorzetten, hoe moeilijk het ook is.

Tot Tien Tellen

Soms is het verleidelijk om te beginnen met het toevoegen van karakters en gewoon niet op te houden. Om je hoofdpersoon te begraven in talloze bijkarakters die de lezer ongetwijfeld bij kan houden – toch? Als ze maar een schriftje hebben en goed kunnen tellen, komt het vast goed. De wereld is immers gevuld met mensen, dus moeten onze boeken dat ook zijn.

Maar is dat wel zo? Is het leuk voor een lezer om zich af te vragen of ze iemand al moeten kennen? En blijft dat leuk, ook als een stortvloed aan namen volgt waarvan geen echt lang blijft?

Tellen begint bij 1

Ervaring met tellen

Ik heb eerder al de iteraties van Declipse uitgelegd. Iets waar ik destijds geen aandacht aan besteed had, was de hoeveelheid bijpersonen. De hoofdpersoon was onderdeel van een groep van tweeëndertig jonge mannen en vrouwen. Allemaal waren ze voorzien van namen, een uiterlijk, een persoonlijkheid… en meer. Iedereen kwam wel eens langs om ‘hallo’ te zeggen. Ik had ze destijds allemaal uitgetekend, waardoor het makkelijk is om ze te tellen. Alles heb ik op mijn Deviantart geplaatst, wat de perfecte plaats is voor een dergelijk naslagwerk.

Die afbeeldingen zijn niet meer terug te vinden in de 47 pagina’s tellende gallerij.

Ik hield er destijds geen rekening mee dat een dergelijke cast onmogelijk te volgen is. Naast de 32 waren er nog tientallen kleinere rolletjes. Tientallen namen die op de lezer af kwamen met weinig tot geen consequentie. Het waren er verreweg te veel om ze allemaal uit te kunnen werken, al probeerde ik het wel.

Ik geloof graag dat ik leer van eerder gemaakte fouten. Het duurt misschien wat langer, maar uiteindelijk kom ik er wel. In de meest recente iteratie moesten dan ook significant minder karakters langskomen. Hoewel Alex, de hoofdpersoon, nog steeds met een vergelijkbare groep werkt, is de focus flink smaller gelegd. Voor Alex waren er uiteindelijk ‘slechts’ zeven mensen in zijn directe omgeving die regelmatig langskwamen. De mensen waarvan het de bedoeling was dat je ze uiteindelijk leerde kennen.

Natuurlijk waren er nog anderen op de achtergrond. Er zijn zeker meer mensen aanwezig… maar het kliekje van acht man is waar de focus op ligt. De rest spelen bijrollen en het is duidelijk dat ze er niet zijn om onthouden te worden.

Het werkt. Het is fijner om te lezen… en het maakt de andere hoofdpersonen draaglijker.

Er zijn namelijk nog twee hoofdpersonen die grote rollen spelen, elk met hun eigen cirkels. Het boek was immers in drie verhalen gesplitst, met een zekere overlap. Het is nog verre van perfect… maar we komen er wel. Hopelijk hoeven mensen niet op hun vingers én tenen te tellen bij het lezen van Declipse, uiteindelijk.

Het is een veelvoorkomend ding

Vooral in epic fantasy lijkt het snel te gebeuren. Tientallen karakters die de revue passeren en mee kunnen tellen, maar ook onbelangrijk kunnen zijn. De Stormlight Archive heeft tien hoofdpersonen: voor elk boek een om centraal te staan. Er zijn daarnaast nog meer dan genoeg namen om langs te komen. Hoewel de literaire lat laag ligt bij Sanderson, heb je een hoop om te onthouden.

Ook is het een klacht die ik heb gehoord over de Sword of Truth boeken. Het is een dikke serie boeken met een stevige schrijfstijl. Dat maakt het zeer moeilijk om te volgen, heb ik me laten vertellen. Zelf heb ik al tijden Stone of Tears op mijn bureau op kantoor liggen… het tweede boek in de serie. Misschien begin ik er ooit aan.

Ooit, als mijn TBR-lijst een beetje geslonken is. Ik moet weer eens tellen hoe veel boeken ik nog te gaan heb…

Maar ook in Science Fiction gebeurt het. Vorige week schreef ik nog over de Gaunt’s Ghosts serie, waarin je beter niet kan beginnen met tellen. De namen stapelen redelijk snel op, maar ze verdwijnen net zo snel weer. De wereld van Warhammer 40.000 er is niet een waarin je een lange levensverwachting kan genieten. Vele namen halen het einde van het verhaal waarin je ze ontmoet niet.

Op je tellen passen

Het is beangstigend eenvoudig om je groep belangrijke bijpersonen ongemerkt te laten groeien. Jim Butcher, bekend van de Dresden Files, schreef een karakter die maar één taak in één boek had. Tien verhalen later draagt de beste man een zwaard van god, gemaakt van een van de nagels van het kruis. Hij komt iets regelmatiger terug dan om te beginnen bedoeld was.

Dat is wat er gebeurt als je als schrijver verliefd wordt op je karakters… en allemaal doen we dat wel. Je leeft hun leven en hun strijd. Het is moeilijk om niet gehecht aan ze te raken.

Maar dit zorgt er wel voor dat je serie moeilijker en moeilijker wordt om te volgen. Naar mijn smaak is tien hoofd- en bijpersonen die regelmatig terugkomen een mooie maatstaaf. Natuurlijk kunnen er wel meer mensen langskomen in een verhaal, maar dat is de crew die je daadwerkelijk volgt. De mensen waar je mee betrokken bent en wiens lot belangrijk voor je is.

En als er dan na vijf boeken iemand dramatisch opnieuw geïntroduceerd wordt, kan er wel een samenvatting worden toegevoegd.

Een handtekening in je boek

Het is een tijdloos ritueel: de handtekening van je idool vergaren. Spelers signeerden honkbalkaartjes, artiesten krijgen prints onder hun neus om te ondertekenen… en zo schrijvers ook. Op conventies is de aanwezigheid van artiesten en schrijvers vaak zeer gewild: fans willen graag iets ondertekend zien.

Verzamelaars beschouwen een handtekening als een waardeverhogende eigenschap. Het idee dat de originele schrijver of artiest een object heeft vastgehouden en bekrast maakt het meer gewenst. Hierdoor duurt het ook niet lang voor dit soort objecten doorverhandeld worden. Afhankelijk van de populariteit wisselen gesigneerde exemplaren voor honderden euro’s van handen.

Maar wat betekent dit aan de andere kant van de tafel?

Een handtekening onder Lorem Ipsum!?

Een handtekening is niet makkelijk

Een handtekening is iets persoonlijks. Het is iets dat betekent dat jij een document hebt gezien en dat je het er mee eens bent. Het mag niet eenvoudig te vervalsen zijn, omdat het gebruikt kan worden om je instemming te bewijzen.

(Daar zitten trouwens nog wel wat haken en ogen aan. De details daarvan wil ik in dit blogje niet op ingaan, maar het is wel belangrijk te benoemen)

Inmiddels heb ik door dat er voor artiesten twee belangrijke eigenschappen zijn voor een handtekening:

  1. Het moet herkenbaar zijn;
  2. Het moet snel te zetten zijn.

De twee eigenschappen lijken elkaar direct tegen te spreken. Een handtekening die herkenbaar is als zijnde van jou afkomstig, moet bijna wel iets van je naam bevatten. Dat maakt het echter heel moeilijk om ze snel te zetten: je moet immers wat schrijven.

Nou is dat normaal gesproken geen probleem. Hoe vaak zet je als een ‘normaal persoon’ je handtekening? Over het algemeen niet heel vaak, hooguit bij grote aankopen en overeenkomsten. Misschien onder een contract. Het gebeurt nooit genoeg dat snelheid echt van belang is, toch?

Toch?

Tientallen keren hetzelfde zetten

Denk je eens in dat je tien keer achter elkaar je handtekening moet zetten. Nu dat je het honderd keer moet doen. En nu, als allerlaatste keer, dat je het duizend keer moet doen. Het hoeft niet allemaal in één keer, maar het moet wel gebeuren.

Dit is waar populaire artiesten en schrijvers mee moeten dealen. Op conventies staat er een rij met mensen die ongeduldig wachten om iets ondertekend te krijgen. Schrijvers hebben signeersessies om nieuwe boeken te promoten als een ‘meet and greet’. Sommigen bieden zelfs vooraf gesigneerde boeken aan op hun eigen webwinkels.

Ik heb het wel vaker over hem, maar Brandon Sanderson heeft zelfs een podcast voor de handtekeningen. Hij moest wat te doen hebben tijdens het signeren voor de verkoop, dus is de podcast opgezet. Mede dankzij die podcast zijn nieuwe boeken de verkoop in gegaan met duizenden gesigneerde kopieën voorbereid.

Niet dat die boeken lang overbleven. Je moest er snel bij zijn om een handtekening te krijgen.

Een handtekening is kunst

Je kan je wel indenken dat deze handtekeningen geen heel uitgebreide werken zijn. Het zijn tekeningen die met twee bewegingen van de pols gezet worden. Verzamelaars weten precies hoe hun beoogde handtekening er uit moet zien.

Maar dit betekent wel dat de krabbel wegdrijft van je identiteit. Het is minder eenvoudig om af te leiden van wie het daadwerkelijk af komt, tenzij je weet hoe het er uit moet zien. Daarnaast is het makkelijker na te maken. Iemand met voldoende tijd en motivatie kan alle tijd nemen om je handtekening te oefenen. Hij is eenvoudig genoeg, immers!

Betekent dit dat het perfect is? Kunnen mensen met kwade bedoelingen een boek kopen, er een handtekening in zetten, en het duurder verkopen?

Waarschijnlijk wel!

Maar juist omdat het zo moeilijk is, zo veel werk kost om te perfectioneren, maakt de handtekening het waard. Een handtekening is een kunstwerkje dat een al bestaand werk verbetert. Mensen zijn bereid om daar voor te betalen en dat is hun goed recht. Ik snap het wel.

Als ik de kans krijg om een getekend exemplaar te bemachtigen, doe ik dat immers ook!

Hoe kom je hier zo op?

Ik keek laatst weer eens door mijn kast heen en opende voor de grap mijn eigen verhalen. Ik herinnerde me nog de moeite die ik destijds had gedaan voor die boeken. De eerste vijftien of twintig exemplaren kocht ik zelf, zodat ik ze kon uitdelen aan vrienden. Al die exemplaren waren destijds genummerd en voorzien van een persoonlijke tekst.

Ik vond mezelf al heel wat, destijds. Zo veel dat ik zelfs voor mezelf een exemplaar ondertekend had.

Toen ik in de twee boeken die in mijn kast staan keek, stond ik echter voor een verrassing. Death’s Messengers heb ik een mooie tekst voor verzonnen. ‘Een krabbel voor een boek die je in je eigen kast zet <3’.

Je hoeft het me niet te vertellen. Ik was een ware woordsmit.

In Bright Dawn stond echter een heel andere naam. De naam van iemand waar ik al meer dan tien jaar geen contact meer mee heb. Iemand waar ik in de tijd dat het boek naar de drukkers ging opeens contact mee verloor. We slaagden er simpelweg niet meer in om afspraken te plannen. Drie jaar later verloren we zelfs contact over Facebook – het grootste verlies.

Dus wat was er met mijn eigen kopie gebeurd? Ik kan wel verklaren waarom ik zijn ‘gereserveerde’ verhaal nog heb, maar degene voor mezelf? Ergens herinner ik me nog wel dat ik een kopie bij iemand in de brievenbus had gedaan. Iemand waar ik mee in de klas zat, of mee werkte, en die toevallig in de buurt woonde. Hoogstwaarschijnlijk heb ik daar destijds per ongeluk ‘mijn’ kopie voor gepakt, in plaats van een andere.

En nu?

Waar dat boek heen is, weet niemand. Ik weet niet eens meer bij wie het in de bus is gegaan. Heel lyrisch waren ze dus niet over het resultaat, anders had ik ze wel gehoord.

Natuurlijk is het jammer dat mijn verhaaltje voor mezelf verloren is gegaan. Maar zoals een goede vriend van me zegt: of je slaagt, of je hebt een mooi verhaal. In dit geval heb ik er een mooi verhaal aan overgehouden.

Ik ga er dan ook niets mee doen! Ik hoop dat, wie ‘mijn’ boek heeft, ze ervan genieten.

En misschien komt het ooit wel weer naar boven…

Stilte

Er zijn maar weinig dingen zo ongemakkelijk als stilte. Een etentje waarin niemand praat, vinden mensen negatief. Slecht, saai, of oninspirerend. Mensen zijn zo wanhopig om een aanhoudende stilte te vullen dat het zelfs als ondervragingstechniek bekend staat. Door stilletjes bij een verdachte in de kamer te zijn, zullen ze vanzelf proberen om het ongemak te verdrijven. Ze gaan praten, over wat er maar toepasselijk is en wat ze ook maar in hun hoofd hebben.

Er zijn maar weinig dingen zo demotiverend als een gebrek aan feedback. Als de komiek een grap maakt en iedereen lacht, weet je dat er een succes is geboekt. Wordt de grap enkel beantwoord met het geluid van krekels, dan is het al een stuk ingewikkelder. Is het publiek aan het nadenken? Of was de grap niet goed? Verstaat de komiek hun vak wel, of wordt het tijd voor ze om iets anders bij te leren?

Is wat de schrijver schrijft wel interessant? Of maakt hij er een potje van?

Stilte wordt afgedwongen

De impact van stilte

Vroeger was alles duidelijker. Als je met iemand in gesprek was en ze hielden op met reageren, dan was de reden snel te achterhalen. Je kon vragen stellen, maar puur aan de hand van lichaamstaal was al een hoop af te lezen. Tegenwoordig, in het digitale tijdperk, is dat echter een stuk moeilijker. Ontbreekt een reactie, omdat mensen geen feedback willen geven? Heerst er stilte, omdat de lezers niets toe te voegen hebben? Of krijg je niets te horen, puur omdat je boodschap de mensen niet bereikt?

Er zijn talloze mogelijkheden, maar bijna geen manier om er achter te komen wat de werkelijke reden is. Verontwaardigde berichten zullen alleen maar leiden tot verdere stilte. Als je mensen persoonlijk benadert, zullen de reacties altijd geforceerd en gedwongen voelen. Je moet ermee leren leven en de twijfels van je af zetten.

Want geloof me, er zullen twijfels zijn. Er zijn maar weinig mensen met zo veel arrogantie dat ze zichzelf altijd gaande zullen houden. Mensen zullen zich afvragen of ze wel het juiste doen, of dat ze iets moeten veranderen…

Maar wat?

Het gaat altijd over feedback

Als mens snakken we naar feedback. We willen de stilte verdrijven om te horen hoe we het doen. Het is de manier waarop we leren: de ander zegt wat ze ergens van vinden en dat slaan we op. Zonder feedback kunnen we niet achterhalen wat we verkeerd doen, of hoe we het anders moeten doen. Geen mens is perfect en niemand doet alles in één keer goed.

Daarom zoeken we als schrijvers dan ook naar die feedback. We willen weten wat mensen van onze verhalen vinden. Het goede, maar ook zeker het slechte. Als er niets terugkomt… wat hebben we dan neergezet?

Ik kreeg feedback op mijn Bright Dawn verhalen. Een oud-klasgenoot was er gek op en haar vragen werden met plezier beantwoord. Mijn vrienden lezen met plezier alles dat ik schrijf, ook al is het hoofdstuk na hoofdstuk over een lege steeg. Ze geven me altijd een eerlijke mening, hoewel de een wat kritischer is dan de ander.

Dat is okay.

Alles is goed. Mijn werk wordt gelezen en daar krijg ik een warm gevoel van in mijn borst.

De stilte heeft geheerst

De inspiratie voor dit verhaal komt van een webpagina die ik eerder heb geprobeerd te onderhouden. Ooit had ik de ambitie om een columnist te worden, dus ik wilde een ‘portfolio’ bouwen. Ik had destijds geen flauw idee wat het betekende om een column te schrijven, dus ik deed maar wat. Ik zette een blog op.

Het is een terugkerend thema bij mij. Je moet ergens beginnen en maar wat doen om vooruit te komen. Al doende leert men.

Maar men leert niet als hun doende geen feedback oplevert. Ik heb nog steeds geen idee hoe het is om een columnist te zijn.

Ik stuitte laatst weer op dat blog. Er was geen reden voor mijn schrijven, geen richting, dus ging het alle kanten op. De ene dag schreef ik over de kop koffie die ik dronk in de universiteitsbanken. De volgende dag ging het over een spelletje dat ik had gespeeld met mijn broertje. Er was geen structuur, zelfs geen schema. Soms plaatste ik elke dag een bericht, soms zaten er weken tussen.

Hoewel mijn schrijfwerk van toen me vandaag zielsongelukkig maakt, is er een passie in te zien. Ik genoot van wat ik schreef, hoe knullig het ook was.

Het was schattig.

Maar als ik door de 6 pagina’s aan archieven heen blader, zie ik onzekerheid. Er zijn wel vier berichten die beginnen met ‘nu ga ik het echt doen!’. Herhaaldelijk verloor ik de motivatie en heb ik na een periode van stilte geworstelt om die weer op te pakken.

Als je een beetje tussen de regels door kan lezen, begrijp je ook wel waarom. Er was bijna geen feedback. Ik kreeg niet te horen wat mensen er van vonden. Het idee dat niemand het zou merken als ik ophield met schrijven, bleef me bekruipen.

En dat idee klopte ook.

Wat wil ik zeggen?

Ik eis van niemand feedback en zal ook nooit proberen om mensen te dwingen die te geven. Sommigen vinden het leuker en makkelijker dan anderen, immers.

Maar ik probeer wel wat bewustzijn te creëren. Onder dat dunne laagje van zekerheid zit een persoon die wanhopig op zoek is naar validatie. Iemand die snakt naar een teken dat ze hun moeite niet voor niets investeren. Dat mensen genieten van hun werk en ze meer hebben bereikt dan enkel het invullen van hun passie. Dingen voor jezelf maken is leuk, maar weten dat anderen het ook waarderen is leuker.

Daarom moedig ik je aan, waarde lezer. Doorbreek de stilte en geef commentaar aan iemand. Het hoeft niet hier, maar zoek iemand die met passie berichten plaatst. Iemand die tekent of schrijft, of op wat voor manier dan ook creëert. Als je iets hebt gezien, neem die extra minuut om uit te schrijven wat je vond. Al is het maar een ‘leuk hoor :)’, of een hartje onder het bericht, ik kan je één ding garanderen.

De zon schijnt wat feller voor de creatieveling, die dag.

Opnieuw beginnen

Ik dacht dat ik alles onder controle had. Als optimistische hobbyist was het veel te makkelijk om overal eenvoudig over te denken. De wereld lag aan mijn voeten en mijn idee was onverslaanbaar… tot dat niet het geval bleek. Toen ik te horen kreeg dat mijn verhaal niet in het bestand pastte. Dat ik beter elders mijn heil kon zoeken. Tot ik te horen kreeg dat ik het beste terug naar de tekentafel kon gaan om opnieuw te beginnen.

Het is een dreun in je maag om te horen dat je werk niet goed genoeg is. Je hebt ergens je hart en ziel in gestort en had er vertrouwen in dat dit het was. Je denkt dat je je beste werk hebt neergezet en je beste werk was niet goed genoeg. Het is zo eenvoudig om er dan bij de pakken neer te gaan zitten. Om je te laten kennen en te accepteren dat er misschien niets in zat. Dan heb je kracht nodig om te gaan staan en dat ene woord tegen jezelf te zeggen.

Opnieuw.

Opnieuw, maar dan anders.

Opnieuw beginnen hoeft niet onmiddellijk

Verwerken voor opnieuw beginnen

Er is geen schaamte in falen. Mensen die niet falen, leren niets en mensen die niets leren, komen nergens. Door herhaaldelijk te falen kan je itereren en leren wat wel en niet werkt.

Vergeet niet dat dit precies is hoe het er in de dierenwereld aan toegaat. Een rat leert om van een knop af te blijven als die knop ze een schok geeft. Katten leren wat ze wel en niet kunnen maken door de tik die ze krijgen als ze te ver gaan. Het is allemaal onderdeel van het leren.

Maar dat maakt het niet meteen leuk. Leren is belangrijk, maar succes is leuker. Beroemde schrijvers worden niet bekend door de manuscripten die zijn afgewezen, maar toch zijn die werken het belangrijkste.

Dus voor je opnieuw begint, geef jezelf de kans om tot rust te komen. Het gevoel dat je het beter op kan geven is normaal. Het gevoel dat je nergens zal komen hoort erbij.

Of ben ik daar alleen in?

En dan toch weer opstaan.

Vallen hoort bij opstaan en het heeft geen zin om te blijven liggen. Opstaan vereist kracht, maar uiteindelijk moet je tegen jezelf dat éne woord kunnen zeggen.

Opnieuw.

Misschien durf je dat Word document niet te openen, of lijkt elke zin slecht. Je kan opeens niets goeds meer neerzetten en bekijkt alles drie keer opnieuw. Het is mijn theorie van wat er is gebeurd met Doors of Stone. Een manuscript viel tegen en leverde negatieve feedback op. Nu zit de schrijver vast in een deprimerende loop van twijfel, controle, en herschrijven. Er is een reden dat je niet veel meer van hem hoort.

Maar de verhalen zullen duwen. De fantasie is niet tegen te houden en je achterhoofd zal vanzelf weer beginnen met het genereren van ideeën. Het gevoel ontstaat weer en vroeger of later zet je vingers weer op toetsenbord.

Een goed voornemen om jezelf te verbeteren helpt immens. Immer vooruit!

Schrijf wat. Verzin nieuwe dingen en trek jezelf uit het dal met variatie. Declipse was mijn kindje en ik ken de wereld van binnen en van buiten. Ik ben dan ook heel andere dingen gaan schrijven. Vorige maand heb ik eindelijk weer iets voor Declipse geschreven en het heeft alleen maar positieve reacties opgeleverd. Met het dal achter me staat de wereld weer voor me open.

Vanaf de grond opnieuw begonnen.

Begin dit jaar deed ik mee aan verschillende schrijfwedstrijden. Een van die wedstrijden had schrijfcoaching als hoofdprijs, dus ik was daar extra enthousiast over.

Ik heb niet gewonnen, maar toch heb ik besloten om de coach in de arm te nemen. De resultaten van die coaching zijn sindsdien te zien geweest in de korte verhalen die ik hier publiceer. Elke maand evolueerden ze weer een beetje terwijl ik opnieuw leerde om te schrijven.

Ook heb ik samen met die coach een nieuwe synopsis geschreven. Een overzicht, hoofdstuk voor hoofdstuk, van het verhaal dat ik wil vertellen. Een heel ander verhaal dan Declipse.

Ik dacht dat ik het schrijven van een synopsis onder controle had. Het was niet zo moeilijk, toch?

Toch?

Als onderdeel van de coaching heb ik de synopsis geschreven. Na feedback begon ik opnieuw, en opnieuw, en…

Ik denk dat je wel kan raden waar dit heengaat. Er zijn aardig wat iteraties van de synopsis geweest. Er zijn details toegevoegd die alleen ik in zal zien, zoals de mentale staat van de hoofdpersoon. Dingen die ik ga moeten beschrijven, in plaats van ze te vertellen.

Nu, maanden nadat ik begonnen ben, in de eerste week van de tweede helft van het jaar, sta ik klaar. Er staan zes pagina’s aan samenvatting klaar, voor 51 hoofdstukken.

Ik had liever een ronde 50 gehad, maar helaas. Een bepaald plotpunt moest opgesplitst worden… en ronde cijfers zijn minder belangrijk dan ze zich voordoen.

Minder belangrijk dan opnieuw beginnen.

Een frisse vooruitblik

Want dat is waar ik dit blogje voor begon. Er zijn genoeg depressieve posts gemaakt en er zijn genoeg verhalen van mensen die doorzetten.

Maar wat ik hierboven heb beschreven is mijn verhaal van doorzetten.

Met een neus in de lucht en ogen open gaan we de toekomst tegemoet…

Maar ik doe dat wel vanuit mijn werkkamer, met de gordijnen dicht. Anders reflecteert het zonlicht in mijn scherm.

Zomer? Wat is dat?

Tools gemaakt voor de hobby

De wereld is gevuld met hobbies en activiteiten. Je ontkomt er bijna niet aan en het is een bekende ijsbreker: wat voor hobbies heb jij zoal? Maar hobbies zijn dingen die je leuk vindt, dingen die je voor je plezier doet. Hoewel ik al eerder heb geschreven dat je jezelf soms moet dwingen, is het niet helemaal de bedoeling. Om dingen leuk te houden, is het soms handig om wat tools en hulpmiddelen te gebruiken.

Maar schrijven is wat dat betreft een wat vreemde activiteit. Waar de schilderartiest tientallen verschillende kwasten, paletten, en standaarden heeft, valt dat voor de schrijver tegen. Je schrijft toch gewoon? Met een potlood en een kladpapiertje zou je ver genoeg moeten komen.

En het is ook aangetoond dat dit genoeg kan zijn. J.K. Rowling heeft de eerste versie van Harry Potter naar geruchten handgeschreven opgeleverd op kladblaadjes en servetjes. Hoewel dit natuurlijk moeilijk te bewijzen valt, schijnen er online wel foto’s van rond te zwerven. Stukken papier zijn dus zo te vinden. Wat heb je als schrijver dan nog meer voor tools nodig dan een bureau met papier, of een tekstverwerker?

De simpelste tools zijn de beste

Tools die helpen met schrijven

Een computer is natuurlijk een goed begin. Hoewel het in de jaren ’90 niet heel gebruikelijk was, zijn computers tegenwoordig heel normaal. Ze doen dienst als entertainment voor talloze mensen, en voor schrijvers zijn ze als tools niet meer weg te denken. Hoewel tekstverwerkers als Word nog steeds prijzig zijn, biedt het internet talloze gratis opties om in plaats daarvan te gebruiken.

Daarnaast zijn er nog allerlei soorten software die je kunnen helpen met schrijven. Fantastische verhalen met een slordige schrijfstijl zijn immers nog steeds niet fijn om te lezen. Dit kan verholpen worden met tools als de Hemingway Editor (als app ook in het Nederlands verkrijgbaar). Dit helpt je om langdradige zinnen te ontdekken en te zien waar je misschien moet herschrijven. Het is software die je helpt met het identificeren van zwakke plekken en te leren daarmee om te gaan.

Zo zijn er tientallen verschillende soorten software die allemaal focusen op grammatica en zinsverloop. Ook kan je denken aan tekstverwerkers die alle opmaakopties wegnemen en je enkel een leeg canvas geven. Met behulp van AI zijn er zelfs al tools die je promts geven. Deze prompts zijn niets meer dan korte voorstelen van wat je zou kunnen schrijven, een beginnetje voor iets groters. Een aanzet naar de roem.

Maar ondertussen kijk je nog steeds jaloers naar de tools van schilders. Dingen die je vast kan houden en kan laten zien aan vrienden en familie. Iets waarmee je aan iedereen kan laten zien dat dit is iets dat je doet. Iets waar je geld aan uitgeeft!

Vasthouden

Een typemachine is iets dat je niet veel meer ziet. Het is een verouderd stuk gereedschap dat al lang geleden is ingehaald door technologie. Het is echter wel iets dat veel mensen nog steeds waarderen. Mechanische toetsenborden emuleren nog steeds het geratel van een typemachine, en de kracht waarmee je moet aanslaan. Het is lang niet meer zo zwaar of luid, maar veel mensen prefereren het nog steeds over de alternatieven.

Met dat in het achterhoofd zijn de goede mensen van Freewrite aan de slag gegaan. Ze hebben de meest minimalistische computers gemaakt, puur om verhalen op te schrijven. Je bent vrij van afleiding en kunt letterlijk overal zitten, en dankzij het kleine scherm kan je maar moeilijk teruglezen. Dat voorkomt dat je al actief gaat redigeren terwijl je nog met je creatieve proces bezig bent. En onder dat scherm? Een zwaar mechanisch toetsenbord dat lekker aanslaat.

Dit is onmiskenbaar een van de tools voor schrijvers. Dankzij een langdurige batterij en e-inkt kan je zelfs in het openbaar gaan schrijven. Eventuele voorbijgangers kunnen maar één ding concluderen: dit is iemand die aan het schrijven is.

Tools voor inspiratie

Daarnaast zijn er nog hulpmiddelen voor inspiratie. De schrijversprompts die ik hierboven heb beschreven zijn daar één van, maar er zijn ook fysieke opties.

Veel bordspellen kunnen worden omgezet naar creatieve duwtjes. Denk bijvoorbeeld aan Dixit en haar vele uitbreidingen. Het spel is gevuld met kaarten met allerlei vreemde en inspirerende tekeningen. Aan de hand van een woord of een prompt, speel je een kaart die je daarmee het sterkste identificeert. Daarna is het een kwestie van raden wie welke kaart heeft gespeeld.

Het is een heel fijn gezelschapsspel, maar de kaarten zelf kunnen voldoende inspiratie bieden. Zit je vast? Trek een kaart en kijk naar de tekening. Waar doet het je aan denken? Waar stuurt het je naartoe?

Zo kan je spelenderwijs een vastgeroeste scène losweken.

Ook kan je kijken naar creatieve dagboeken, zoals The Severed Moon, van Leigh Bardugo (Shadow and Bone). Het staat vol met uitdagingen of prompts die je aanmoedigen om simpelweg te schrijven. Ik heb ooit meegedaan aan een alternatief hierop met behulp van Kickstarter: The Wishing Sigil. Aan de hand van een serie prompts word je door elke dag een stapje verder door een verhaal geleid dat je zelf schrijft. Elke dag vul je het verhaal aan en ga je verder door de gebeurtenissen heen. Het is een creatieve oefening, een waarmee je de creatieve spieren flink kan oefenen.

De gouwe ouwe

Een heel kort kopje voor de belangrijkste tool die elke schrijver in hun arsenaal kan hebben. Ik heb er al over geschreven… maar toch is het onmisbaar.

Het is een schrift.

Hoewel je misschien sneller typt dan dat je schrijft, is een schrift nooit overbodig. Voor een schrift heb je geen batterij nodig. Het enige dat je nodig hebt is een pen, of een potlood.

Tijdens een vorig blogje heb ik het al eens verteld: inspiratie slaat nooit op een gelegen moment toe. Daarom kan je het beste altijd een schriftje bij je dragen. Willekeurige notities, kleine ideetjes… ik gebruik het mijne voor van alles. Wat vandaag een idee is voor een roleplaying sessie, kan morgen schrijfinspiratie zijn.

En hey, je kan ze zelfs zelf binden!

Disclaimer

Het is misschien wel duidelijk en vanzelfsprekend, maar ik wil het toch geschreven hebben.

Geen van de hierboven beschreven producten hebben me betaald om over ze te schrijven. Sterker nog: ik heb veel van die producten niet eens in mijn bezit.

Ik heb flink onderzoek gedaan voor dit blogje. De zoektocht naar toepasselijke tools duurde lang en het zoeken naar recensies van die tools nog langer. Met dat in het achterhoofd heb ik mezelf dan ook beperkt tot het schrijven over dingen die mij enthousiast maakten. Daarom is dit een bijzonder positief blogje geworden. Dit is niet vanwege een sponsorschap.

Het ontstaan van een website

Het is moeilijk te geloven, maar het is bijna een jaar geleden sinds het begin van dit blog. Dat is echter niet het moment dat ik daadwerkelijk begon met deze website. Recentelijk werd ik er door de goede mensen van Strato op gewezen dat mijn nieuwe factuur klaar stond. Dat betekent dat, in tegenstelling tot dit blog, deze site al meer dan een jaar oud is!

Ik had wat opstarttijd nodig, dat is alles.

Destijds tijd had ik een beeld van hoe deze website er uit zou komen te zien. Heeft dat wat er is neergezet het ook maar een beetje benaderd?

Het prille begin van een schattige website

Het bouwen van een website

Er zijn meer dan genoeg mensen die hun geld verdienen met het bouwen van websites voor andere mensen. Het is dan ook niet eenvoudig om een webpagina op te zetten. Je moet een doel hebben, een visie, en het vooral niet te groot willen maken. Dat vereist studie, om te bepalen wat wel en niet belangrijk is, en een hoop ervaring.

Ik… heb geen van die dingen.

Ooit heb ik wel voor een vriend met CSS gerommeld, voor hun forum. Het was niet heel veel om aan te zien, maar het was een persoonlijke stijl. Ze waren er blij mee en we hebben het forum voor een lange tijd met veel plezier gebruikt. In ieder geval tot ze het op slot zetten en het wachtwoord vergaten.

Op een gegeven moment heb ik voor een baas een paar opzetjes voor een website gemaakt. Ze wisten niet zo goed wat ze met me aanmoesten en ze kregen een subsidie voor me. Daardoor was er wat meer vrijheid met wat er met mijn tijd kon worden gedaan. Het leek daardoor een zinnige tijdsbesteding en ik heb flink aangerommeld in WordPress. De websites hebben nooit het daglicht gezien, en misschien maar goed ook.

Wat heb ik geleerd van die ervaringen?

Dat er meer dan genoeg templates beschikbaar zijn en dat er geen schaamte bestaat in het gebruiken daarvan. Waarom zou ik zelf iets bij elkaar brokkelen, als ik ook iets kan gebruiken dat een ander aanbiedt? De enige prijs is de naam die onderaan de pagina staat…

Maar dat is geen prijs. De ontwerper verdient het om in de schijnwerper gezet te worden.

WordPress?

Je ontkomt er tegenwoordig niet meer aan. Elke aanbieder van webspace geeft het praktisch weg bij je abonnement. Het is dankzij WordPress zelfs voor de grootst mogelijke leek mogelijk om een website in elkaar te zetten. Je klikt en sleept de boel gewoon bij elkaar.

Het voelt aan als de McDonald’s van de websites, maar je zou verbaasd staan. Er zijn ontelbare websites die gemaakt zijn met WordPress. Er zijn ontwerpers die zich specialiseren in WordPress… en het werkt gewoon lekker.

Al zijn bepaalde templates makkelijker om mee te werken dan anderen. Sommigen bieden opties die anderen niet bieden. Is het nodig om iets groots en ingewikkelds in elkaar te zetten?

Ik denk het niet.

Een website voor iets specifieks

Mijn originele intentie voor deze site was om Declipse te promoten. Het verhaal was afgerond en ik was druk bezig met het nakijken en herschrijven. Ik wilde het proces uitwerken, de reis documenteren, en alles eindigen met een succesverhaal.

We weten inmiddels dat dit niet is wat is gebeurd. Toch heb ik al vroeg besloten: ongeacht wat er gebeurt, zet ik dit allemaal door.

Mijn originele opzet was om de wereld van Declipse uit te diepen. Ik wilde kleine stukjes van specifieke onderdelen opzetten. Er was de ambitie om talloze kleine verhalen neer te zetten… maar toen werd het manuscript afgewezen.

Ik zag geen heil in het verraden van de opzet van Declipse door korte verhalen te schrijven. De bedoeling was om lezers eerst kennis te laten maken met de wereld. Daarna zou ik het kunnen verbreden met de korte verhalen. De kleine avontuurtjes die niet in het boek pastten, maar wel geschreven konden worden. Die de wereld vorm en volume zouden geven. Verhalen die niet noodzakelijk zijn voor de boeken, maar de wereld wel verder uitdiepen.

Daar is een website ideaal voor, maar het past gewoon niet. Niet tot de boeken in de winkels liggen. Het enige op deze website dat op Declipse wijst, is een vage teaser van het eerste boek.

Dus wat doe je dan?

De visie was even verdwenen. Voor een paar moment was alles stuurloos, tot het begin van dit jaar. Ik heb mezelf immers voorgenomen om een kort verhaal per maand te schrijven. Elke maand in een andere wereld die in mijn fantasie leeft.

De korte verhalen die ik in de loop van het jaar schrijf worden trouw verzameld. De look en feel van de website zijn daardoor aan een update toe. De focus ligt immers niet meer op Declipse, maar op alle verhalen die in mijn hoofd ronddwalen.

Ik haal altijd graag mijn voorbeeld aan. Op zijn website is ook te zien wat je kan doen met een bredere portfolio aan werken. Natuurlijk heeft hij ook de boeken om die portfolio kracht bij te zetten, maar je moet ergens beginnen. Mijn Kickstarter van meerdere miljoenen komt vanzelf nog wel.

Helaas ben ik maar één man. Ik ben geen ontwerper en van webdesign heb ik geen kaas gegeten. Er gaat een moment komen dat ik deze website op de schop neem en het Declipse thema weghaal. Natuurlijk betekent dat niet dat de Declipse droom komt te vervallen!

Het maakt alleen ruimte voor andere dingen. Voor een toekomstbestendigere website.

Ooit komt het zo ver!

Er lekker voor gaan zitten

Ik heb het al meerdere keren geschreven: schrijven is een creatieve vaardigheid. Het is als zingen, tekenen, dansen, en zo veel andere creatieve uitingen. Dat betekent dat je het kan oefenen en er beter in kan worden. Je creativiteit is een spier en die spier groeit en wordt sterker met gebruik. Dat is een van de redenen dat ik mijn goede voornemen van dit jaar had genomen. Ik wilde meer oefenen met simpelweg zitten en schrijven.

Maar is het zo simpel? Kan je gewoon gaan zitten, een leeg Word document openen, en beginnen? Is het mogelijk om met jezelf af te spreken ‘vandaag ga ik een boek beginnen’?

Hier zijn meningen over. Vandaag ga ik praten over een paar van die meningen… en natuurlijk wat ik daarvan denk!

Zitten en schrijven is niet altijd makkelijk

Jezelf dwingen om te gaan zitten

Recentelijk las ik een stukje waarin een van mijn favoriete schrijvers hard taalgebruik neerzette. Hierin geeft hij aan dat je een planning moet maken – en je er aan moet houden. Als je jezelf voorneemt om elke dag tussen zeven en acht te gaan zitten en schrijven, dan doe je dat. Schrijf en bewaar je werk. Dwing jezelf om te schrijven, als het nodig is.

Dat is iets waar ik van schrok. Tijdens bepaalde maanden ben ik zeker in staat om mezelf te dwingen. Wat ik niet kan, is dat consequent doen. Als ik mezelf zou dwingen om elke dag, elk vrij uur, te besteden aan schrijven, zou ik gek worden.

Maar is dat wel zo?

Professionele schrijvers leven van hun creatieve werk. Het is een voorzichtige droom van mij om dat punt ooit te bereiken, al vereist het nog veel werk. Dat betekent ook dat een consequente output van een zeker belang is.

De hoeveelheid werk die Brandon Sanderson elk jaar weer neerzet, is misschien wat hoog gegrepen. Hij geeft aan dat hij consequent elke dag ongeveer 2500 nieuwe woorden schrijft. Daarnaast doet hij revisiewerk en correspondentie met partners en uitgevers. Alles bij elkaar komt het neer op zo’n 5000 woorden per dag.

Maar je wil ook voorkomen dat je bekend komt te staan als de volgende Patrick Rothfuss, of George RR Martin. Schrijvers die inmiddels berucht zijn, omdat hun volgende werk maar uit blijft. In verschillende kringen worden ze al belachelijk gemaakt en dreigen ze de nieuwe Duke Nukem Forever te worden. Hun volgende boek moet voldoen aan zulke hoge verwachtingen, dat ze alleen nog maar kunnen teleurstellen.

Dat is iets om te ontwijken. Door elke dag te schrijven en consequente output te bereiken, doe je dat. Daar heb je wel een sterke creatieve spier voor nodig!

Achter je ‘Muse’ aan

Het moment van inspiratie treft je lang niet altijd op een opportuun moment. Het is mogelijk om een hele avond naar een blanco document te staren zonder ook maar iets te bereiken. Pas de volgende dag, tijdens een meeting waarin je geen laptop bij je hebt, komt dat eureka moment dan. Precies op het moment dat het niet uitkomt. Wanhopig pen je wat steekwoorden neer en probeer je de rest te onthouden. Je dagdroomt, je fantaseert…

En als je die avond, moe van kantoor, koken, schoonmaken, en alles er omheen gaat zitten… lukt het niet.

Je inspiratie is niet af te dwingen. Als je probeert om jezelf te dwingen, ligt de lat zo veel hoger. Elke zin die je schrijft voelt verkeerd, elke dialoog houterig. Het wordt lastig en vervelend… en het gaat je tegenstaan.

Of, dat is in ieder geval mijn ervaring. Schrijven is immers (nog) niet mijn werk, het is een hobby. Ik offer waardevolle vrije tijd op om te schrijven. Als het niet wil lukken, wil ik niet het gevoel hebben dat die tijd verspild is. Zo veel vrije tijd is er immers niet in mijn leven.

Daar staat tegenover dat elk moment van inspiratie dan ook wel gegrepen moet worden. Met beide handen en volledige overtuiging. Als je inspiratie toeslaat, is dat het moment om alles te laten vallen en te schrijven. Wie weet hoe lang die inspiratie blijft, of wanneer je tegen het volgende obstakel aanloopt. Wie weet wanneer de Writer’s Block toeslaat en je bent toegewezen aan je lot.

Het is een gejaagde mentaliteit, maar het schrijfwerk is leuk en productief.

Maar is gaan zitten wel zo veel werk?

Je schrijft ongemerkt veel meer dan je verwacht. Hoewel 2500 woorden per dag veel klinkt, is het iets dat in perspectief moet worden geplaatst.

Dit blog is op dit moment 718 woorden lang. Als ik het nakijk en reviseer, klopt dat misschien niet meer, maar op het moment van schrijven wel. Ik ben inmiddels zo’n 45 minuten aan het schrijven en heb mijn schrijfwerk regelmatig onderbroken. Ik heb gezocht naar afbeeldingen, links naar QA’s, webpagina’s, en eerder geschreven blogjes. Mijn blogjes zijn meestal rond de 1000 woorden en ik schrijf ze in ongeveer een uurtje als ik er lekker voor ben gaan zitten.

Daarnaast is het zijn van een spelleider ook een schrijversrol. Hoewel ik al eerder heb uitgewijd over de verschillen tussen schrijven en roleplayen, blijft het onmiskenbaar. Je bent een verhaal aan het schrijven. Hoewel het aantal woorden dat je daarmee schrijft wat minder goed te kwantificeren is, blijft de oefening aanwezig. Je zoekt naar twists en spannende plots. De oefening is aanwezig en er is een daadwerkelijke deadline: je verhaal moet af zijn voor het volgende spelletje. Hoe lang het is maakt niet uit, als het maar bevredigend is. De spelers maken een sessie toch altijd langer dan je dacht.

De vinger op de zere plek

Ik was nog op zoek naar een bevredigende conclusie van dit blogje toen ik die laatste paragraaf schreef. Deze blogjes zijn een ontsnapping voor mij: ik schrijf waar mijn hart me heen brengt.

Daarom zijn ze soms ook wat minder samenhangend. Soms weet ik gewoon nog niet waar ik naartoe aan het werken ben.

Maar die laatste paragraaf vertelde me precies waarom je soms gewoon moet gaan zitten. De deadline.

Mijn blogjes worden elke woensdag gepubliceerd. Daardoor heb ik een motivatie om op tijd te schrijven en mezelf aan het werk te zetten. Daarnaast ben ik elke drie weken de spelleider van een roleplaying sessie. Als ik die niet op tijd af heb, kan ik de afspraak net zo goed afzeggen…

En het is al zo moeilijk om zes volwassenen tegelijk om één tafel te krijgen. Afzeggen is absoluut geen optie.

Zo hebben uitgeverijen ook hun deadlines. Zeker als ze een grote schrijver aan de haak hebben, willen ze weten waar ze aan toe zijn. Wanneer komt het manuscript?Op welke datum moet de printer uiterlijk de documenten hebben? Hoe organiseren we de logistiek rondom de distributie? Het is een spelletje van deadlines en projectmanagement. Heeft de grote schrijver hun 491.000 woorden tellende manuscript niet op tijd af? Dan kan het zomaar zijn dat de printer de vrijgekomen tijd opvult met ander werk. Niemand heeft zin in die vertragingen. Vertragingen zijn duur.

Dus wat is de beste manier om goed te gaan zitten?

Zorg er voor dat je een deadline hebt. Dat je een doel hebt waar je naartoe werkt en waar je je aan moet houden. De creativiteit vloeit dan vanzelf… en misschien kan je jezelf ook wel dwingen aan het werk te gaan.

Die paragrafen die je haat en die houterige dialogen?

Dat is waar revisies voor zijn.

Muziek voor het schrijven

Eerder dit jaar schreef ik over de dingen die mij inspireren. Muziek heeft daar altijd een grote rol in gespeeld, door de beelden die het bij mij opwekt. Het komt voor mij elke keer weer terug, of het nou direct in de tekst is, of enkel voor mij. De muziek zal altijd een belangrijk onderdeel zijn.

Maar muziek heeft ook wat controversieels. Het heeft heel lang bekend gestaan als een afleidende factor tijdens het rijden, bijvoorbeeld. Sommige mensen kunnen niets terwijl ze ergens naar luisteren, anderen werken juist beter met geluid op de achtergrond. Er zijn genoeg voorbeelden van muziek die je kan luisteren bij het studeren die ook werken bij het schrijven.

Maar… hoe gaat dat in de werkelijkheid?

Muziek luisteren kan ontspannend werken!

Muziek voor de productiviteit

Als je bent zoals ik, dan houd je van wat achtergrondruis. Er zijn honderden video’s en generatoren die je uren aan regen geven, of de ambiance van een café. Talloze voorbeelden bestaan en je kan ze zelfs zelf mixen aan de hand van wat je wil. Met wat zoekwerk vind je het snel genoeg.

Er zijn ook mensen die streams op de achtergrond houden, voor het gevoel dat er iemand in de ruimte is. Weer anderen houden gewoon van een rustgevende stem voor achtergrondruis…

En ik heb metal aan.

Nou ja, dat is niet waar. Niet helemaal, in ieder geval.

Het is inmiddels bijna onmogelijk om niet van Spotify te hebben gehoord. De app heeft een functie waarin je elke week nieuwe muziek gesuggereerd krijgt op basis van je luistergedrag. Deze Discover Weekly lijst vind ik fantastisch om op te hebben terwijl ik aan het werk ben. Het is precies dat waar ik van geniet, maar niet zo bekend dat het mijn aandacht trekt.

Werkt dat altijd?

Nee.

Muziek staat bekend als een afleiding. Tijdens mijn rijlessen werd ik er nog op aangewezen dat het afleidend werkt tijdens het rijden. Nu heb ik daar een mening over, zeker over de momenten dat je in je eentje een lange rit maakt. Dat is echter niet waar ik hypothetisch naar toe aan het werken was.

Onbekende muziek als witte ruis, willekeurig gekozen op basis van mijn smaak, werkt voor mij perfect. Een goeie beat, wat melodie, en de vingers dansen vanzelf over het toetsenbord…

Maar als ik het nummer dat speelt ken, gaat mijn geest naar de songtekst in plaats van naar mijn schrijfwerk. Dan werkt het alleen maar afleidend. Hetzelfde gaat op voor podcasts, of streams waarin mensen daadwerkelijk praten. De afleiding is dan aanwezig. Het is dus lang niet altijd perfect, ook voor mij niet.

Geen muziek is ook goed

Alle mensen zijn uniek. Er zijn talloze verschillen tussen stijlen en voorkeuren. Sommigen houden van luisterboeken, maar ik wil echt papier in mijn hand houden, bijvoorbeeld. Er zijn mensen die een boek gewoon van kaft tot kaft lezen en er van genieten. Er zijn ook mensen die een schrift met notities bijhouden, post-its plakken, en regels markeren.

Wat ik daar van vind, kan ik beter niet opschrijven waar het tegen me gebruikt kan worden.

Maar waar ik altijd muziek op heb staan bij het lezen, zijn er ook mensen die dit totaal niet waarderen. Voor wie elk geluid een afleiding is en hun tempo vertraagt.

Wat voor mij werkt, werkt natuurlijk lang niet voor iedereen. Zoals ik al eerder typte, raad ik mensen die willen schrijven aan om te experimenteren. Zoek naar wat werkt en doe wat je comfortabel vindt.

Geniet! Het is een hobby, immers!

HELMET: Crash and Burn

When I wrote my first NaNoWriMo in the world of HELMET, I improvised a lot. I think it was one of the most unhinged ones, if only because it was all built from daydreams. Putting it to paper was a nightmare…

So, naturally, it was perfect for publication! I remember that I printed the story of Exile out on the lowest quality setting of my printer, put it in a folder, and just sat on the couch, manually picking out about half of the spelling and grammar mistakes. I was proud of myself when the print-on-demand publisher accepted it.

It never sold, even though I published a followup story not much later. I blamed everyone but myself, not even considering the fact that it may not have been that great. I kept writing, and writing, and, eventually… The interest in Exile just withered. A whole third story was written, but died on the editing floor. I was unhappy with it all, so I left it where it was.

When I started working to get published for real, this time, I started looking back at those books. I have always jokingly called them my ‘old shames’, despite my friends telling me to be proud of them. Now, I look at them as something that I achieved, even though I still get annoyed at the ‘publisher’ when I think about them.

The itch came back. I decided to write in the universe again, though Exile and his friends were a no-go. I needed to write about someone else in the HELMET universe where everyone went by their callsigns. The slightly silly and edgy quirk I gave to this world, where names like Exile, Black Widow, and Nuts and Bolts where acceptable.

That’s how Crash and Burn came to life. I didn’t set out to write a specific kind of story. I just wanted to practice and to write in my old world.

Enjoy!

Find and read or download the story here!

« Oudere berichten

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑