Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Categorie: Schrijfblog (Pagina 1 van 3)

Muziek voor het schrijven

Eerder dit jaar schreef ik over de dingen die mij inspireren. Muziek heeft daar altijd een grote rol in gespeeld, door de beelden die het bij mij opwekt. Het komt voor mij elke keer weer terug, of het nou direct in de tekst is, of enkel voor mij. De muziek zal altijd een belangrijk onderdeel zijn.

Maar muziek heeft ook wat controversieels. Het heeft heel lang bekend gestaan als een afleidende factor tijdens het rijden, bijvoorbeeld. Sommige mensen kunnen niets terwijl ze ergens naar luisteren, anderen werken juist beter met geluid op de achtergrond. Er zijn genoeg voorbeelden van muziek die je kan luisteren bij het studeren die ook werken bij het schrijven.

Maar… hoe gaat dat in de werkelijkheid?

Muziek luisteren kan ontspannend werken!

Muziek voor de productiviteit

Als je bent zoals ik, dan houd je van wat achtergrondruis. Er zijn honderden video’s en generatoren die je uren aan regen geven, of de ambiance van een café. Talloze voorbeelden bestaan en je kan ze zelfs zelf mixen aan de hand van wat je wil. Met wat zoekwerk vind je het snel genoeg.

Er zijn ook mensen die streams op de achtergrond houden, voor het gevoel dat er iemand in de ruimte is. Weer anderen houden gewoon van een rustgevende stem voor achtergrondruis…

En ik heb metal aan.

Nou ja, dat is niet waar. Niet helemaal, in ieder geval.

Het is inmiddels bijna onmogelijk om niet van Spotify te hebben gehoord. De app heeft een functie waarin je elke week nieuwe muziek gesuggereerd krijgt op basis van je luistergedrag. Deze Discover Weekly lijst vind ik fantastisch om op te hebben terwijl ik aan het werk ben. Het is precies dat waar ik van geniet, maar niet zo bekend dat het mijn aandacht trekt.

Werkt dat altijd?

Nee.

Muziek staat bekend als een afleiding. Tijdens mijn rijlessen werd ik er nog op aangewezen dat het afleidend werkt tijdens het rijden. Nu heb ik daar een mening over, zeker over de momenten dat je in je eentje een lange rit maakt. Dat is echter niet waar ik hypothetisch naar toe aan het werken was.

Onbekende muziek als witte ruis, willekeurig gekozen op basis van mijn smaak, werkt voor mij perfect. Een goeie beat, wat melodie, en de vingers dansen vanzelf over het toetsenbord…

Maar als ik het nummer dat speelt ken, gaat mijn geest naar de songtekst in plaats van naar mijn schrijfwerk. Dan werkt het alleen maar afleidend. Hetzelfde gaat op voor podcasts, of streams waarin mensen daadwerkelijk praten. De afleiding is dan aanwezig. Het is dus lang niet altijd perfect, ook voor mij niet.

Geen muziek is ook goed

Alle mensen zijn uniek. Er zijn talloze verschillen tussen stijlen en voorkeuren. Sommigen houden van luisterboeken, maar ik wil echt papier in mijn hand houden, bijvoorbeeld. Er zijn mensen die een boek gewoon van kaft tot kaft lezen en er van genieten. Er zijn ook mensen die een schrift met notities bijhouden, post-its plakken, en regels markeren.

Wat ik daar van vind, kan ik beter niet opschrijven waar het tegen me gebruikt kan worden.

Maar waar ik altijd muziek op heb staan bij het lezen, zijn er ook mensen die dit totaal niet waarderen. Voor wie elk geluid een afleiding is en hun tempo vertraagt.

Wat voor mij werkt, werkt natuurlijk lang niet voor iedereen. Zoals ik al eerder typte, raad ik mensen die willen schrijven aan om te experimenteren. Zoek naar wat werkt en doe wat je comfortabel vindt.

Geniet! Het is een hobby, immers!

Uiteindelijk heb je Declipse

Na letterlijk jaren geschreven te hebben, kom je uiteindelijk uit bij de hedendaagse tijd. De geschiedenis duurt maar zo lang, immers, en de tijd laat niet op zich wachten. Vorige week beschreef ik het proces waarmee we uiteindelijk bij de bekendste vijand in fictie ooit uitkwamen. De weken ervoor over het prille begin en de eerste kunstwerkjes. Deze week wil ik uitwijden over de allerlaatste pogingen. De iteraties waarvan ik er zeker was dat ze het waren.

Gezien de boeken nog niet in de winkel liggen, denk ik dat de conclusie al vaststaat. Ook deze iteraties mochten het niet zijn.

Hard werk geeft uiteindelijk resultaat

Zoals ik wel eens eerder heb verteld, doe ik regelmatig mee met NaNoWriMo. Het doel is om in een maand tijd een verhaal van 50.000 woorden te schrijven. Tijdens verschillende jaren… ben ik daar nogal overheen gegaan. Tot ik mijn schrijfstijl aan begon te passen, haalde ik eenvoudig 1000 woorden per half uur. Mijn hoofdstukken waren destijds tussen de 5000 en 10.000 woorden lang. Uiteindelijk kom je bij een gemiddeld boek dan uit op zo’n 12 hoofdstukken.

In 2019 kwam ik tot de conclusie dat een jaar 52 weken heeft. Als je de (ruwweg) vier weken van november daar van aftrekt, blijven er 48 over. 48 is door twaalf te delen, wat op vier neerkomt… en ik had vier boeken van Declipse gepland.

Uiteindelijk kom je op een logische verdeling uit.

Ik was trots op deze logica.

In de eerste week van januari begon ik met schrijven. Eén hoofdstuk per week zou uiteindelijk, tegen het einde van maart, naar het eerste boek leiden. Het zou de Hemingway Versie zijn, maar het was in ieder geval een verhaal. De tweede en derde boeken werden op dezelfde manier geschreven. Enkel het vierde boek werd kort onderbroken… omdat november midden in het schrijfproces viel.

Dat was raar.

Een verhaal met problemen

Het was een versie die vol zat met onregelmatigheden en problemen van verschillende vormen en maten. Een romantisch subplot werd uitgewerkt op hetzelfde tempo als ik het eerder had gedaan voor een schrijfwebsite, maar op die website lag het tempo heel anders. Daar schreef ik doelloos, zonder echt over een plot na te denken, maar de romance kreeg in ieder geval de tijd om te groeien.

In deze versie hield ik hetzelfde moment voor de romance aan, maar lag het tempo hoger. Alex en zijn partner waren halverwege het eerste boek al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Helaas (of misschien gelukkig) bleek dit naast onwaarschijnlijk, ook zeer onbevredigend.

Daarnaast had ik een roleplay geleid in dit verhaal en was ik er op gehamerd om de acties van de spelers terug te laten komen in de boeken. Helaas deed ik dat onhandig en ongestructureerd, waardoor een lading nieuwe karakters opeens onaangekondigd in het vierde boek verscheen.

En ik had veel te veel karakters. Ik had een handjevol hoofdpersonen, maar ruim veertig bijpersonen die ik onmogelijk allemaal kon belichten. Toch probeerde ik elk van hen een emotioneel gewicht mee te geven.

Dit lukte dan ook niet.

Al in al was het een heel ruwe versie van een uiteindelijke visie. Ik heb dingen wel eens beter aangepakt, maar er kwam ook iets goeds uit: ik vroeg feedback. Een van mijn vrienden heeft elk verhaal bijna religieus gelezen en bekritiseerd. Hij heeft zich als een soldaat door alle spellings- en grammaticafouten heen gewerkt. De rommelige schrijfstijl, de grove verhaallijn… en hij heeft ongezouten kritiek gegeven.

Aan het einde van het jaar had ik wel wat bereikt. Ik had mijn Hemingway versie. Ik had feedback. Het was een kwestie van deze feedback meenemen.

Uiteindelijk moet je gaan verwerken.

Ik probeerde in 2020 enthousiast te beginnen met herschrijven. Het romance subplot werd omgegooid en Alex en zijn partner eindigden het eerste boek als goede vrienden, in plaats van als partners halverwege het boek. Onnodige bijpersonen werden geschrapt. Een tweede versie van het eerste boek is zelfs afgerond…

Maar ik verloor motivatie tijdens het herschrijven van het tweede boek. Hele hoofdstukken werden geschrapt. De tijdlijn werd van de grond af opnieuw opgebouwd… maar ik hield te strak vast aan mijn twaalf hoofdstukken. Het was mijn leidraad, mijn houvast, en uiteindelijk mijn ondergang. Uiteindelijk had ik een aanzienlijk deel van een hoofdstuk in het midden weggekopieerd, zodat ik het aan het einde kon gebruiken. Significante delen daarvan moesten herschreven worden, maar als ik bij het einde kwam, kon ik ook aardig wat hergebruiken.

Daar ben ik alleen nooit gekomen. Ik heb het enorme project opzij gelegd en ging me op iets anders concentreren. Na anderhalf jaar vond ik dat ik het wel verdiend had. Het enige dat jammer is, is dat ik het vervolgens niet meer op heb gepakt.

Tijdens NaNoWriMo schreef ik nog wel voor Declipse, maar voor de vervolgboeken. Het verhaal dat ik voorzichtig aan het uitwerken was en dat op het viertal boeken zou volgen. In 2020 en 2021 schreef ik daar ook twee verhalen voor, hoewel ze nog steeds niet helemaal klikten.

En toen, in 2022… kreeg ik het op mijn heupen.

De laatste versie

In maart van 2022 kreeg ik een idee voor het eerste deel van Declipse. De laatste paar versies van het verhaal hadden ruwweg dezelfde lijnen gevolgd en ik kreeg het gevoel dat ik vast zat. Ik moest het opschudden, er moest verandering in komen.

Ik besloot dat te doen door de aanblik te veranderen. Sommige punten kon ik loslaten, maar ik introduceerde ook twee nieuwe hoofdpersonen. Yelena en Danil konden een blik op de Russische kant van het verhaal werpen terwijl Alex de Declipse kant belichtte. Om ze allemaal een gelijke hoeveelheid ‘schermtijd’ te geven, heb ik hun verhalen heel hard opgesplitst. Elk hoofdstuk belichtte ik eerst de ene, daarna de volgende, en daarna de derde. Het vierde hoofdstuk begon weer bij de eerste.

Deze structuur was ook niet zonder problemen. Omdat het eerste boek vooral was bedoeld om een opzet te geven, liepen de drie verhalen nogal los van elkaar. Als het drie verschillende boeken waren geweest, hadden de verhalen net zo goed gewerkt. Ze hadden allemaal hun eigen begin, midden, en eind. Allemaal hadden ze een spanningsboog en een climax. Er waren wel wat verwijzingen tussen de verhalen, maar daar was het wel mee gezegd. Tijdens volgende boeken zouden deze hoofdpersonen elkaar tegen moeten komen, maar in dit eerste boek leefden ze langs elkaar heen.

Daarnaast had ik minder tijd om het verhaal te vertellen dan ik gewend was. De originele Declipse verhalen waren elk twaalf hoofdstuken en concentreerden zich volledig op Alex. Nu moest ik drie hoofdpersonen belichten, dus zou ik maar vier hoofdstukken hebben. Ik besloot het boek dan ook uit te breiden naar 30 hoofdstukken, om iedereen tien hoofdstukken te geven. Daarmee hadden alle karakters minstens 50.000 woorden om mee uitgewerkt te worden.

Het werkte. Ik liet al mijn heilige huisjes in elkaar storten en maakte een opzet voor een compleet nieuwe Declipse. Een nieuwe generatie van het verhaal, een volgende opzet.

Uiteindelijk werd dit monster van een verhaal tijdens NaNoWriMo 2022 geschreven.

Wat is uiteindelijk het resultaat?

Het resultaat… is dit blog. Ik had zo veel vertrouwen in deze versie van Declipse, dat ik het hele proces ben gaan beschrijven. Na een controleronde en een feedbackronde ging het manuscript eind 2023 naar uitgevers.

Het is afgewezen door elke uitgever die ik het heb aangeboden.

Dit is wat er gebeurt als je als amateur denkt dat je een meesterwerk neerzet. Soms heb je een parel, maar de meeste amateurs zijn precies dat: mensen die maar wat doen.

2024 heeft me echter een hoop geleerd en we gaan door. Hoewel Declipse even op de warmhoudvlam is gezet, ben ik het niet vergeten. Ik concentreer me nu alleen even op andere projecten.

Projecten die misschien uiteindelijk wel resultaat gaan bieden.

De tijd zal het leren.

De Tegenstanders van Declipse

In dit derde autobiografische bericht wijd ik verder uit hoe Declipse tot stand is gekomen. Het heeft een lange reis doorstaan. Van een vluchtig bij elkaar gegooid karakter voor een roleplay, tot een hoofdpersoon van een verhaal. Of, dat was het plan. Ondanks het feit dat er jaren voorbij zijn gegaan, had ik nog steeds geen idee van de tegenstanders voor mijn hoofdpersoon.

Of een naam. Ze hadden ook nog steeds geen naam.

Eerst de tegenstanders.

Wat had ik wel? Tegen de tijd dat ik mijn korte stripje had geschreven, wist ik wat Declipse was. Het was een mysterieuze onafhankelijke militaire organisatie die de wereld ging redden. Ze waren verscholen van het oog van de samenleving en waren klaar om iedereen te helpen. Het enige wat ik nog vast moest stellen, was waar tegen ze iedereen moesten beschermen.

Het was een tijd dat ik veel films keek. Ik ging regelmatig naar de bioscoop en werd veel blootgesteld aan allerlei soorten thema’s. De mysterieuze organisatie met een ondergrondse basis was geïnspireerd door xXx, bijvoorbeeld. Ik wilde dat ze bedreigd werden door iets waarvan iedereen het eens was dat het een probleem was.

Tijdens een eerste iteratie waren het simpelweg terroristen. Vergeet niet: Declipse werd midden in de War on Terror geboren. In Nederland waren we veilig, maar terrorisme was iets waar we elke dag wel van te horen kregen. Het was bijna vanzelfsprekend om een terroristische organisatie te verzinnen… en ik begon te schrijven.

Het werkte niet.

Ik weet niet waarom, maar het klikte niet met me. Een willekeurige terroristische dreiging was spannend, maar gaf me niet de inspiratie die ik zocht. Misschien was het zelfs wel te eenvoudig in die tijd, omdat we er elke dag mee te maken hadden. Het sprak niet tot de verbeelding en het wierp blokkades op die ik niet kon, of niet durfde, te nemen. Wat als het te realistisch was, of iemand zich er te veel in zou herkennen?

Het waren dingen waar ik me mee bezighield. Ik weet niet goed waarom. De actualiteiten zijn immers iets waar veel over geschreven wordt.

Een volledige ommekeer

Als de actualiteiten me niet konden helpen, dan zou de science fiction dat misschien wel kunnen. Op een gegeven moment besloot ik dat menselijke tegenstanders te alledaags waren en dat iets bijzonderders nodig was. Ik besloot te kijken naar buitenaardse wezens en andere monsters. In een van mijn eerste schetsen kwam de ‘multidimensionale kip’ voor, iets dat absoluut tot de verbeelding sprak.

Nee, ik ben niet sarcastisch, dat lijkt maar zo.

Ooit, in een ver, ver verleden, heb ik twee of drie hoofdstukken geschreven met dit concept. Het klikte nog minder goed dan de terroristische dreiging deed. Ik kon geen motivatie bedenken, geen reden voor het verschijnen van deze dreiging. Het was te absurd, te vreemd, en Declipse was in mijn hoofd te geaard in de echte wereld. De monsters en buitenaardse wezens vielen zo ontzettend uit de toon dat ik het niet over mijn hart kon krijgen om er over te schrijven.

Ook dit idee werd opzij gezet, hoewel het nog wel is blijven leven voor andere verhalen. Mijn hoofdpersoon bleef iemand zonder drijfveer, zonder conflict om hem een reden tot bestaan te geven.

De meest voorkomende tegenstanders

Uiteindelijk, na lang nagedacht te hebben, kwamen we toch weer uit bij de grootste vijand van de mensheid.

Andere mensen.

Ik was in een Westerse samenleving opgegroeid, in een Europa dat verwoed probeerde om zich te verenigen. Amerika werd op school aan ons geïntroduceerd als de grote broer die iedereen veilig hield. Het was een avontuur om naar dat enorme, welvarende land te gaan.

Aan de andere kant van Europa was Rusland, en daar was het allemaal koek en ei mee. Ja, er was op een gegeven moment een hoop spanning, maar… dat behoorde allemaal tot het verleden. De wereld was verder gegaan en we waren vrienden geworden.

Sommige dingen kunnen zo snel veranderen.

Toch besloot ik uiteindelijk een greep te doen in de oude verhalen. De boeken en films van vóór 1990, die wild speculeerden over van alles en nog wat. Het was een veelbesproken onderwerp…

En een spel dat ik veel speelde, Call of Duty 4, gebruikte de Russische bevolking als een prominente mede- en tegenstander.

Gesterkt door een vlaag van inspiratie en een Command & Conquer fanfictie besloot ik deze wereld uit te schrijven. Destijds schreef ik voor een verhaalwebsite die ik vandaag niet meer terug kan vinden. Alles werd in Word geschreven, dus zelfs die eerste versie staat nog…

Ergens.

Ik gooi nooit wat weg.

En de naam?

De naam van mijn hoofdpersoon is door een paar iteraties heen gegaan. Ze begonnen natuurlijk simpelweg als ‘Gamma 2’. Helaas was die naam niet bestand tegen een groep nieuwsgierige tieners, dus moest ik snel denken.

Door de wijze waarop de scènes destijds in mijn hoofd ontstonden, had ik de neiging om mezelf in te beelden als hoofdpersoon. Deze hoofdpersoon kreeg geidealiseerde trekjes van mezelf mee en het duurde niet lang voor ze naar mijn forum avatar vernoemd werden. ‘Rikko’, is hoe ik mezelf destijds noemde.

Kijk of je nog iets van me terug kan vinden. Ik ben benieuwd.

Maar dat is een naam die niet werkte in het Nederlands. Ik heb een tijdje geprobeerd om de self-insert volledig te omarmen en deze hoofdpersoon ‘Rik’ te noemen. Voor Darren O’Shaughnessy werkte het immers ook fantastisch en hij schreef uitstekende boeken.

Ik kon het echter niet. Voor mij voelde het vreemd en pretentieus. Ik heb mezelf door een paar iteraties van het verhaal heen geduwd en heb het uiteindelijk opgegeven.

Uiteindelijk viel de naam op ‘Alex’. Ver genoeg verwijderd van mijn naam om het idee van een self-insert opzij te kunnen zetten…

Maar net als ‘Gamma’ terug is blijven komen in de Declipse verhalen, is het nog steeds een verwijzing waar het vandaan kwam. De mensen die mij al langer kennen, weten waarom.

Volgende week

Deze kleine introspectie gaat nog één week volhouden. Dan heb ik een maand lang teruggekeken. Volgende week zal ik de meest recente iteraties langsgaan en een greep doen in de feedback die ik kreeg. Daarna wordt het weer tijd om vooruit te kijken.

Tot dan!

De eerste iteraties van Declipse

Declipse begon zich al te vormen toen ik nog in de brugklas zat. De eerste iteraties zijn, zoals je wel verwacht, geïnspireerd door de dingen waar ik me toen mee bezig hield. Een hoop van die eerste ideeën zijn door de tijd verloren gegaan, waardoor het ophalen van die herinneringen moeilijk gaat. Toch wil ik kijken hoe ver ik kom. Het is een belangrijke geschiedenis voor mij.

We beginnen namelijk met een ongeluk.

Niet rennen in het zwembad.

Het is een uitspraak die we allemaal wel eens hebben gehoord. Het is glad in een zwembad en als je niet oppast, ga je onderuit. Dit heb ik aan den lijve ondervonden toen ik in de brugklas, tijdens een schoolkamp, besloot te rennen in het zwembad.

Ik denk dat ik nog mazzel heb gehad. Met alles dat kon gebeuren, heb ik enkel een gebroken voortand overgehouden aan de val. Helaas was het een van mijn permanente tanden en de verhalen van mijn collega brugklassers hielpen me niet. Ze vertelden me maar al te graag dat mijn andere tand bijgevijld zou worden om ze weer passend te maken.

De tandarts heeft het geheel in ere hersteld. Er kwam geen vijl aan te pas, zelfs!

Destijds ging ik op de fiets naar school, dus ik had veel tijd om te dagdromen op de fiets. Ik dacht aan manieren waarop ik deze afschuwelijke, traumatische gebeurtenis had kunnen voorkomen. Een pantser dat ik op kon roepen op het moment dat ik het nodig had, had mijn tand kunnen redden.

Het was een bescheiden begin, maar het gaf de aanzet voor vele volgende iteraties aan Declipse.

Eerste iteraties zijn altijd raar.

Destijds bracht ik tijd op een forum door, waar ik voor het eerst in contact kwam met roleplaying. Iedereen had wel een of meerdere karakters die ze speelden, waar ik tussen probeerde te passen. Met mijn ideeën van een automatisch pantser probeerde ik iets overtuigends te schrijven… maar het lukte niet echt. Ik beschreef een bijzonder pantser en een mysterieus persoon die er als testpersoon aan was gebonden. Hun naam? Project Gamma 2.

Wat was Gamma 1? Niemand weet het. Was er een Alfa en een Bèta? Mogelijk. Is iemand ooit achter de antwoorden op deze vragen gekomen?

Ik had er zelf geen antwoorden op. Het was een idee, maar het was mijn idee… maar het was wel een idee waar aan gewerkt moest worden.

Power Rangers?

Het was een rage in de 90’s en een inspiratie voor mij in het nieuwe millennium. Ik wist dat er nieuwe iteraties nodig waren. Wat ik had was okay, maar ik merkte wel dat anderen mijn Project Gamma 2 niet heel serieus namen.

Dus ik veranderde dingen. Het woord ‘iteraties’ was mij destijds onbekend, maar toch was dat precies wat ik deed. Ik pakte wat niet werkte en keek of ik het werkend kon maken. In dit geval had ik een onbekend persoon, die enkel bij mijn gebruikersnaam werd genoemd. Ik poogde hem motivaties te geven door hem een team van mensen te geven. Die mensen waren bedoeld om hem een achtergrond te geven en waren gebaseerd op stereotypes en typetjes.

Ze hadden stuk voor stuk meer persoonlijkheid dan mijn ‘hoofdpersoon’, destijds. Omdat ik nog steeds werkte met het idee van een pantser op afroep, hadden deze mensen natuurlijk verschillende kleuren pantser. Zo konden ze uit elkaar worden gehouden.

In de loop van een jaar of twee heb ik deze karakters gespeeld in verschillende roleplays. In die tijd werden ze nog door een mysterieuze (jullie zien misschien een thema) organisatie ondersteund: the Centre. Ik had deze naam gekozen omdat het neutraal en spannend klonk en deze eerste iteratie heeft lang voor mij gewerkt.

In ieder geval tot ik er op werd gewezen dat ’the Centre’ ook een organisatie was in The Pretender. Toen was de lol er wel van af.

Kritiek leidt tot iteraties.

Het zal inmiddels wel opvallen dat ‘Declipse’ tot nu toe nog niet gevallen is. Declipse zelf kwam ontstond onderweg naar school, terwijl ik door een park heen fietste. De naam kwam als eerste, de organisatie volgde niet veel later.

En het verhaal zelf… dat komt volgende week. Dit was het prille, prille begin. Een begin dat zelfs voor mij tot een nevelig verleden behoort. Het echte werk begon hierna pas, toen ik het nodig vond om een verhaal te schrijven.

Daar zal ik volgende keer over vertellen!

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

Een andere taal, zoals Engels?

Soms ga ik wat te hard. Toen ik met dit blog begon had ik voor mezelf een tiental concepten aangemaakt op basis van mijn eerste ideeën. Onderwerpen om over te schrijven. Het idee was dat ik die eerst uit zou werken. Daarna kon ik wel nadenken waar ik dan over zou schrijven. Een blogje over de Engelse taal was één van die eerste ideeën.

Nu, 27 blogs later (28 als je deze meetelt), zijn nog steeds niet alle originele concepten verwerkt. Ik werd opgeslokt in mijn ideeën en schreef wat van toepassing was, of wat mijn interesse had. Is dat een goede vorm van planning? Nee. Heeft het me naar inmiddels bijna een half jaar aan bloggen gebracht?

Ja.

Vandaag keek ik eens naar mijn concepten en heb ik een keuze gemaakt. Ik heb besloten om over de Engelse taal te gaan schrijven. Ik heb een pot thee gezet, dus laten we er eens lekker voor gaan zitten!

Hoogst noodzakelijk om te praten over de Engelse taal!

Dacht je dat ik een grapje maakte?

Schrijven in een andere taal

Veel mensen vinden het al niets om in een andere taal te moeten lezen. Talen waar je niet elke dag mee te maken hebt, zijn immers moeilijker te doorgronden. Niet alle betekenissen komen over en je moet harder werken om te begrijpen wat er precies gebeurt. Voor iemand als ik, die maar twee talen spreekt, is het zelfs nog uitdagender.

Het punt is wel dat ik er voor heb gezorgd dat ik allebei die talen goed spreek.

Engels zit al sinds jaar en dag in mijn bloed. Toen ik op mijn zesde naar Amerika ging, begonnen mijn ouders me het al bij te brengen. Ik ben dus duidelijk geen natuurlijk spreker – het is niet mijn eerste taal – maar ik kom verdomd in de buurt!

Toch is het anders. Engels is een taal met andere regels, andere gebruiken, en andere stijlen. Een zin die in het Engels stoer of uitdagend klinkt, is knullig en schattig in het Nederlands. Een één op één vertaling is dan lang niet altijd zo eenvoudig als mensen denken. Voor je het weet zijn je ‘Mistborn’ vertaald naar ‘Nevelaars’.

Maar het kan wel

Het kan zeker. Ik lees het liefste boeken in het Engels. Dit komt deels doordat lang niet alles naar het Nederlands wordt vertaald. Wat wel wordt vertaald, is sporadisch en incompleet. Ik ga mijn grote voorbeeld er weer bij halen. Van Brandon Sanderson zijn meer werken niet naar het Nederlands vertaald dan wel. Ik zou een enorme wereld missen als ik die verhalen niet in het Engels zou lezen.

Ik heb het voordeel dat Engels me goed afgaat. In 2011 schreef ik voor NaNoWriMo mijn eerste Engelse werk: Physokinetic. Destijds koos ik er voor om het in het Engels te schrijven, omdat ik veel tijd doorbracht op internationale forums. Het was makkelijker om met mijn vrienden daar te praten over mijn werk als ze het ook konden begrijpen.

Tijdens het schrijven van dat verhaal liep ik tegen aardig wat hindernissen aan. Van Freudiaanse tikfouten tot zinnen die voor geen meter liepen, Physokinetic was geen literair hoogstandje. Toch was het een van de eerste verhalen waar ik echt lekker in wegzakte. Ik heb er twee vervolgen op geschreven, ‘Tamer’ en ‘Hangman’s Daughter’. Er is nog een losstaand verhaal geweest, ‘Desert Sand’. En dit jaar ben ik full circle gegaan. Mijn NaNoWriMo project is in het Engels geschreven, zodat mijn Engelssprekende collega’s het kunnen lezen.

En een andere taal?

Een andere taal gaat nooit gebeuren. We kennen allemaal wel Duolingo, maar dat maakt je niet vloeiend. Mijn collega’s hebben wel eens gevraagd of ik mijn verhalen wil laten vertalen naar hun taal, maar…

Dat is vrij prijzig.

Ik houd het bij Nederlands en Engels. Mocht ik ooit groot worden, dan zal ik aandringen op vertalingen naar andere talen.

Maar eerst maar één stap tegelijk zetten.

Tussendoor: hoe gaat het met 2024?

Ik heb het best druk, deze maanden. Meerdere schrijfwedstrijden en ook nog mijn eigen projecten om voor te schrijven!

Voor Januari zou ik twee korte verhalen schrijven en de uitlijn van een verhaal, inclusief een paar hoofdstukken. Op dit moment heb ik feedback terug over de uitlijn van het verhaal. Het korte verhaal gaat morgen naar mijn vrienden… maar ik kan maar zo veel van ze vragen. Het korte verhaal dat ik voor mezelf schrijf, gaat helaas niet de goede kant op. Daar hoop ik voor het weekend verandering in te brengen!

Het is in het Engels!

Eind deze maand hoop ik het op de website te kunnen zetten. Ik laat natuurlijk een (kort) blogje vallen als het zo ver is.

Voor Februari heb ik nog bijna niets gedaan, helaas. Daar krijg ik het nog druk mee. Voor Maart, April, en Mei heb ik ook al een aantal wedstrijden geselecteerd. Kleinere wedstrijden, gelukkig, die maar 3000 woorden vereisen.

Dus ongeveer 3 keer dit blogje. Dat kan ik wel.

Misschien doe ik er daar ook een van in de Engelse taal.

Wedstrijden

Er zijn wedstrijden voor elke vorm van inspanning en creativiteit waarin beoefenaars het tegen elkaar opnemen. Voor het schilderen van miniaturen is er bijvoorbeeld de Golden Demon competitie. De Olympische Spelen zijn niemand onbekend, en er zijn zelfs kampioenschappen voor Office-applicaties. Je kan het zo gek niet bedenken, of er is wel een wedstrijd voor.

Zo kent de schrijfwereld ook talloze wedstrijden en competities. Er zijn tienduizenden mensen op de wereld die graag schrijven en uitgegeven willen worden. Lang niet iedereen zal dus in staat zijn om dat te bereiken, maar via deze competities kan verstopt talent toch een weg naar buiten banen. Vaak kan iedereen zich inschrijven voor een schrijfwedstrijd, waardoor ook onbekenden in het daglicht kunnen komen te staan.

Toen een van mijn vrienden aan mij suggereerde om eens aan een wedstrijd mee te doen, heb ik onderzoek gedaan. Ik heb gekeken wat ik kon vinden en heb geconcludeerd: er zijn er een heleboel. In het dagelijks leven krijg je hier niet veel mee te maken. Een schrijfwedstrijd is niet gevuld met spanning en sensatie. Je kijkt niet live mee terwijl zes schrijvers op een rij hun verhaal uitkloppen. Er is geen commentator direct verslag levert. Alles is… best beschaafd.

Zeker als je naar de dingen kijkt die wel eens bij voetbal gebeuren.

Net zoals er verschillende vormen van voetbal bestaan, zijn er ook verschillende competities voor het schrijven. Wat voor wedstrijden kan ik zo opnoemen en, misschien wel interessanter, waar zou ik aan meedoen?

Verschillende soorten wedstrijden

Zoals ik al eerder heb laten vallen, doe ik elk jaar weer mee met NaNoWriMo. Dit is een stevige wedstrijd met een vooraf vastgesteld tijdvak. Je krijg een maand de tijd om een volledige roman te schrijven van 50.000 woorden. Vorige week heb ik al laten vallen dat dit ruim binnen de normen van een ‘roman’ valt.

NaNoWriMo is uniek, omdat alle regels eigenlijk voor de sier zijn. Je werkt volgens een eresysteem, omdat er geen bevestiging is van je werk. Niemand controleert of je zo veel hebt getypt als je zegt dat je hebt gedaan. Er is geen controle of je een verhaal hebt geschreven, of simpelweg 50.000 woorden willekeurig achter elkaar hebt gezet. Een Lorem Ipsum generator zou het werk in vijf minuten af kunnen hebben en niemand zou je er op afrekenen.

Maar dat is niet waar de wedstrijd voor is. NaNoWriMo is er om je te motiveren, niet om iets te winnen. De dingen die je wint zijn dan over het algemeen ook niet tastbaar. Je krijgt een kortingsbon, om je boek tegen kostprijs te laten printen. Je wint 20% korting op een wiki-tool. Dat zijn de dingen die je kan winnen bij wedstrijden als NaNoWriMo. De echte prijs heb je immers zelf al op je computer staan.

Ook voor wedstrijden moet je ergens beginnen!

Wat voor andere competities zijn er?

De zoektocht naar andere wedstrijden bracht me naar schrijvenonline.org. Deze website concentreert zich volledig op, je raadt het al, schrijvers! Voor mensen die graag schrijven is het de resource, dus ik kijk er wel eens rond.

Zo hebben ze ook een pagina enkel voor schrijfwedstrijden, waar ik een aantal andere suggesties vond.

Volledige romans

Ik struikelde bijvoorbeeld over de wedstrijd van Evander Schrijfcoaching. In deze wedstrijd schrijf je geen verhaal, maar de uitlijn van een verhaal. Aan de hand van die uitlijn en een paar uitgewerkte hoofdstukken wint de beste de hoofdprijs: een jaar schrijfcoaching! Het doel is om het geplande verhaal uit te werken en klaar voor publicatie te maken.

Een variant hierop is de YA Fantasy wedstrijd van uitgeverij Moon. Hiervoor dien je 8.000 tot 10.000 woorden in, de lengte van een kort verhaal, die later uitgewerkt kunnen worden tot een roman.

Natuurlijk ben ik al druk bezig met mijn inzendingen. Als het niets wordt, heb ik weer iets om over te schrijven. Als het wel iets wordt… heb ik zeker iets om over te schrijven!

Korte verhalen

Ook zijn er verschillende competities waarvoor je korte verhalen in mag sturen. Het doel van deze wedstrijden is dat er een verzamelwerk komt met de beste inzendingen. Je inzending is dus ook gelijk je manuscript! Vaak zijn deze competities naar een bepaald thema, zoals ook veel van dit soort verzamelwerken zijn. Vorig jaar, bijvoorbeeld, heb ik een Kickstarter project ondersteund voor een vergelijkbaar boek. Alle verhalen waren geschreven met ‘winter’ als thema en het boek zal uiteindelijk uitgegeven worden. Het staat vast mooi op mijn plank.

Hele korte verhalen

Maar korte verhalen zijn niet de enige verhalen waar wedstrijden voor zijn. Ik struikelde over 55 Verhalen 55 Woorden, wat precies is wat de naam suggereert. Een week lang mag iedereen elke dag een verhaal inzenden. Het verhaal moet, inclusief de titel, exact 55 woorden lang zijn. De 55 beste verhalen worden gebundeld en uitgegeven. Dit soort eisen zijn uniek en uitdagend. Ik ben benieuwd hoe veel ik er uit weet te kloppen!

Heb je interesse in al deze wedstrijden?

Ja.

Okay, iets uitgebreider. Ik ben van plan om mee te doen aan alle wedstrijden die ik hierboven heb beschreven en gelinkt. Dat betekent echter niet dat het daarmee afgedaan is.

Op de wedstrijdpagina van schrijvenonline.org heb ik ook een hoop wedstrijden links laten liggen. Zo zijn er meerdere wedstrijden voor gedichten en poëzie, een literaire vorm die mij niet zo ligt. Een enkele vraagt slechts om een citaat, of een gesproken woord. Er zijn wedstrijden waarvan het thema me niet aanspreekt, of die inschrijfgeld vragen. Ook heb ik verschillende wedstrijden links laten liggen… omdat het er te veel zijn! Ik heb ook mijn eigen goede voornemen om aan te denken, immers. Januari wordt er niet jonger op!

Betekenen deze redenen dat het slechte wedstrijden zijn? Natuurlijk niet! Ik trek mijn neus er niet voor op… ze zijn slechts niet voor mij weggelegd.

Een druk begin van het jaar

Heel druk. Terwijl ik dit aan het typen was, begon het me te dagen dat het misschien te veel is. Ik wil niet te veel hooi op mijn vork nemen, zeker gezien ik ook andere hobbies heb. Januari staat bekend als de maand waarin beloftes gebroken worden. Ik moet er voor waken dat ik mijn beloftes langer volhoud dan dat.

Dus ik perk mezelf in. Dat kan ik het beste doen door alles op een rijtje te zetten, dus bij deze:

Januari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • De planning voor een boek, plus een uitgewerkt hoofdstuk of twee (2.500 tot 5.000 woorden).
  • Een kort verhaal met een horrorthema (4.000 tot 8.000 woorden).
  • De eerste 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

Februari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • Een ‘spannend’ kort verhaal (maximaal 7.500 woorden).
  • De opzet voor een groter fantasy-verhaal (8.000 tot 10.000 woorden).
  • Twee à drie stuks flitsfictie (exact 55 woorden elk).
  • De tweede 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

In Maart staan er (nog) geen wedstrijden gepland. Dan kan ik me dus beter concentreren op A Cage for Horrors!

Heb ik een plan?

Eén dag tegelijk.

Geloof het of niet, maar de plannen voor de korte verhalen staan al op het moment dat ik dit schrijf. Het uitwerken ervan kost een dag of drie, waarna er nog gereviseerd moet worden. De boekplanning is al uitgewerkt en de hoofdstukken voor die wedstrijd staan al klaar voor feedback. Ik zit niet stil!

Er is een goeie kans dat ik dingen moet laten vallen. Dat is niet erg… het is maar een hobby!

Het is 2024!

2024 is ingeluid met een knal!

2024 is begonnen, een nieuw jaar gevuld met kansen en mogelijkheden. Een nieuw jaar betekent dat ik de kans heb om dingen te proberen en om het anders te doen. Er zijn kansen om te pakken, mogelijkheden om uit te lokken, en gewoon een goede tijd om te hebben. NaNoWriMo is nog maar 10 maanden van ons verwijderd en daar ga ik me goed op voorbereiden.

Natuurlijk betekent het feit dat de kalender is omgetikt niet dat al die dingen opeens zijn ontstaan. Al die potentie was er natuurlijk al, maar een nieuw jaar is een mooi moment om nieuwe dingen te doen. Goeie voornemens bestaan immers met een reden!

Goeie voornemens voor 2024

Toen mijn vrienden me vroegen hoe ik 2024 voor me zag, had ik daar om te beginnen geen antwoord op. Ik heb wel dingen die ik wil verbeteren, maar ik wil over lang niet alles super open zijn. Persoonlijke verbeterdoelen zijn precies dat: persoonlijk.

Maar er zijn ook dingen die ik wel graag wil delen! Ik zou geen blog hierover schrijven als ik niet een paar highlights heb, immers.

Verbeteren

Aan het einde van November 2023 had ik afwijzingen binnen van alle uitgevers die ik heb benaderd met Declipse: Revolutie. Het was een klap in mijn zelfvertrouwen, zo veel is duidelijk. Nu ik die klap verwerkt heb, ben ik echter weer met volle moed vooruit aan het kijken. Mijn eerste stap is achterhalen waarom: wat had ik anders moeten doen?

Helaas bieden uitgevers geen tekst en toelichting bij een afwijzing. Ze krijgen simpelweg te veel manuscripten toegestuurd om alles inhoudelijk te behandelen. Zeker aangezien ze met emotionele mensen te maken hebben, is het te intensief om iedereen persoonlijk te behandelen. Dat betekent echter ook dat ik geen idee heb waar ze op afknapten: is mijn proza te kinderlijk, is er iets mis met mijn verhaallijn, of is er iets anders? Ik ga er achter moeten komen voor ik er aan kan werken.

Dit jaar wil ik dan ook kijken of ik een agent wil vinden. Iemand met verstand van uitgevers die mensen helpt om zichzelf te verbeteren en uitgegeven te worden.

Hoe?

Ik heb nog geen idee. Dat wordt de eerste stap.

Google lijkt me een prima begin.

Groeien

Kijken naar het verleden is een uitstekend begin, maar dat is een begin. Ik wil ook vooruit kijken. Dit jaar ga ik mijn schrijfervaring laten groeien.

En die groei kan alleen maar plaatsvinden met oefening. Ik heb mijn toch al beperkte vrije tijd verder volgepland voor die oefening. Jullie zullen de vruchten van die oefening gaan plukken: ik ben van plan om alles op deze website te zetten!

Op die manier groeit mijn ervaring, maar ook mijn portfolio.

Elke maand wil ik een kort verhaal schrijven. Hierbij zal ik variëren in thema, wereld, en taal, om variatie te bieden. De ene maand kan het een deel van Declipse omvatten, de volgende een deel van A Cage for Horrors. Misschien is het ook wel een heel andere wereld, of een heel ander concept.

Het doel is dat ik mezelf uitdaag en nieuwe dingen probeer. Ik wil kijken of ik ergens over struikel dat me óók ligt. Misschien vind ik wel een onverwachte passie!

Ook wil ik handpalmverhalen proberen. Ik weet nog niet wat ik daar van vind… maar daarom ga ik het proberen!

Wat is een handpalmverhaal? Dat behandel ik in mijn volgende blogje… en meer!

2023 volhouden in 2024

De laatste belangrijke stap is het goede vol te houden. Toen ik in Augustus begon met het schrijven van blogjes, had ik niet verwacht dat het zo’n passie zou worden. Ik geniet van het schrijven van elk blog en het verzinnen van de onderwerpen. Elke keer als ik weer een ‘eureka’ moment heb, is het weer genieten. De wekelijkse blogjes gaan dan ook door!

2024 zal gevuld worden met nieuwe onderwerpen. Van blikken terug, op de oorsprong van Declipse, tot blikken vooruit, naar de nieuwe plannen. Ik ga schrijven over technieken, nieuwe dingen, en andere processen. Het wordt mijn kleine dagboek in de aanloop naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.

Daarnaast zal ik ook meer ervaring opdoen met SEO en de leesbaarheid van mijn blogs. Het blijft een leerproces, maar ik hoop hier ook onderzoek naar te kunnen doen!

En, natuurlijk, als laatste…

Herzien, herschrijven, en voorbereiden voor NaNoWriMo 2024!

Mijn werk van November 2023 ga ik herzien. Ik heb in December gerust en mezelf toegestaan om te herstellen van de uitputtingsslag van November. Het verhaal is weer fris in mijn hoofd, dus in Januari ga ik beginnen met het reviseren. Eerst ga ik alles lezen en notities maken en daarna ga ik dat wat ik anders wil zien herschrijven.

Daarmee is dan de Hemingway Versie af. Deze maak ik beschikbaar voor iedereen die het maar wil lezen!

Voor NaNoWriMo dit jaar heb ik twee doelen. Ik wil wederom een nieuw verhaal schrijven en ik wil het dit jaar beknopter houden. Mijn ervaring van dit jaar vertelde me dat ik te hard wil gaan. Ik wil te veel schrijven en een langer verhaal is niet noodzakelijk een beter verhaal. Dit jaar wil ik dus weer terug naar de lengte van mijn voorgaande verhalen: twaalf tot zestien hoofdstukken lang. Dat betekent dat ik in theorie in twee weken klaar kan zijn, waardoor ik ook meer tijd voor mezelf overhoud.

In augustus en september ga ik dit voorbereiden. Tot die tijd kan ik naar oude verhalen en tekeningen kijken. Dat is waar ik de inspiratie voor A Cage for Horrors vandaan heb gehaald, immers!

Grootse plannen

Al deze dingen heb ik niet aan mijn vrienden verteld. Sommige dingen verzin je pas later, als je er echt over nadenkt. Naast mijn persoonlijke doelen vind ik dat ik het hiermee druk genoeg zal hebben. Ik heb een roleplaying campagne om af te ronden en een nieuwe om te beginnen. Mijn broertje komt nog steeds regelmatig langs om te gamen en ik wil mijn vrienden ook nog wel eens zien. Er zijn concerten en conventies waar ik naar toe wil.

En mijn baas wil me ook nog wel eens op kantoor zien.

Het leven is druk. Ik moet er zelf wat leuks van maken, maar 2024 belooft fantastisch te worden!

Schrijven in mijn andere hobbies

Het zal geen verrassing zijn dat schrijven tot mijn hobbies behoort. Ik doe het al mijn hele leven en ik geniet er van om mijn fantasieën op papier te zetten. Er gaat aardig wat tijd in zitten, maar ik vind dat het de tijd waard is.

Dat betekent echter niet dat het ook mijn enige hobby is. Het zou een saai, saai leven zijn als ik al mijn vrije tijd hier aan zou besteden. Nu zeg ik niet dat ik geen saai leven heb, maar…

Nou ja, laten we die kant maar niet op gaan.

Het mooie aan hobbies is dat de ene kan leiden tot de andere. Toen ik begon met roleplaying, bijvoorbeeld, ben ik dankzij die hobby het schilderen van miniaturen in gerold. Miniaturen waren relevant voor de roleplaying hobby, immers! Via het schilderen ben ik een paar jaar later aan het 3d-printen geslagen. Individuele miniaturen zijn duur, maar de bestanden en de resin voor het printen zijn weer goedkoop. Er is een wereld voor me open gegaan dankzij die hobbies.

Een voorbeeld van mijn andere hobbies

3D geprint, handgeschilderd

Maar hoe past schrijven in die hobbies?

De meest voor de hand liggende hobby waarin schrijven relevant is, is natuurlijk het roleplayen. Met een groep speel je een verhaal uit. De spelleider schrijft het verhaal en de spelers zijn de hoofdrolspelers in dat verhaal. Het is dus aan de spelleider om een leuk verhaal te schrijven voor de spelers om doorheen te spelen.

In 2011 ben ik zelf begonnen met het schrijven van sessies. Dit waren korte verhalen waar de spelers in een middagje doorheen konden. Dat is uiteindelijk geëscaleerd naar een volledige campagne: een groot verhaal dat drie jaar heeft geduurd om uit te spelen. Deze campagne speelde zich, uiteraard, af in de wereld van Declipse. De spelers namen de rol aan van medewerkers van het titulaire bedrijf die er op uit werden gestuurd om problemen het hoofd te bieden.

Schrijven voor een roleplaying campagne is heel anders dan het schrijven van een boek. Je moet rekening houden met wat de spelers willen – zij zijn immers de hoofdpersonen in het verhaal. Het kan zomaar gebeuren dat je het verhaal schrijft met de verwachting dat de spelers A doen, maar dat ze op het moment dat ze hun keuze mogen maken, B doen. Dat is iets dat bij het spelletje hoort en waar je als schrijver het verhaal naar kan bijstellen. Het is een oefening in improvisatie voor zowel de spelers als de spelleider.

En als speler?

Ik ben zelf nog steeds een spelleider, maar ik ben ook speler in twee andere campagnes. Als speler word je vooral uitgedaagd om te improviseren, vooruit te denken, en je in te leven in het verhaal. Je speelt een karakter in dit verhaal, een verlenging van jezelf, iemand met dromen en wensen. Het is niet ongebruikelijk om gehecht te raken aan deze karakters en hun toekomst stilletjes uit te plannen. Het is dan zaak om door het verhaal heen te komen om te zien hoe ver je komt met die toekomst.

Een speler schrijft dus ook in zekere zin tijdens het spel. Ze leven zich in hun karakter in en bepalen hoe ze reageren, wat ze doen. Ook is er tussen spelsessies door vaak tijd om te bepalen wat je karakter doet in de tussentijd. Ik ben als speler vooral actief tijdens deze periode met de dingen die ik voor mijn karakters wil bereiken.

Het is een goeie oefening. Met een spelleider die ook van schrijven houdt kan ik veel schrijven tussen twee sessies of verhaallijnen.

Lezen.

Geloof het of niet, maar mijn schrijfhobby komt ook van pas bij het lezen. Ik lees elke dag, het liefste ’s avonds in bed of in de trein. Ik ben niet het type om notities te nemen tijdens het lezen, maar ik leer wel wat ik leuk vind. Ook herken ik eenvoudiger wat ik minder leuk vind, iets waarvan ik dus weet dat ik het moet ontwijken. Als ik iets leuk vind, is het natuurlijk mijn doel om daar meer van de wereld in te helpen!

Ik houd er niet van om anderen zwart te maken, dus ik zal geen namen noemen. Leerzame momenten zijn de momenten dat ik moeite heb om door een boek heen te komen. Dat zijn de verhalen waarbij ik extra op moet letten en voor mezelf moet nagaan waarom iets niet werkt voor mij. Het is een kans om te leren, immers.

Maar het is ook een kans om te oefenen. Ik ga niet andermans werk herschrijven, maar het is een goeie oefening om te bedenken hoe het wel zou werken. Als ik weet wat ik in een ander verhaal beter zou willen zien, kan ik het ook op mezelf toepassen. Ik ben mijn eigen grootste criticus, maar iets slecht vinden en weten hoe het beter kan, zijn twee verschillende dingen.

Nu heb ik natuurlijk ook verhalen gelezen die reddeloos zijn, of in ieder geval zo lijken. Verhalen die puur op testosteron draaien en van het ene conflict naar het andere lopen. Verhalen waarin het hoofdpersoon alleen kan zoenen of schieten en waarin elk ander karakter wordt beoordeeld op hoe geschikt ze zouden zijn als partner, of hoe inferieur ze zijn aan het hoofdpersoon.

Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort verhalen nooit gepubliceerd zouden worden… maar toch is het zo. In een ver verleden heb ik heb ook zelf dat soort verhalen geschreven, maar ik heb geleerd en heb mezelf aangepast.

Ik wil geloven dat dat ‘groei’ genoemd wordt. Het helpt dat ik vergelijkingsmateriaal opzoek als onderdeel van mijn hobbies.

Behoort dit blog tot mijn hobbies?

Ik denk het wel!

Ik ben begonnen met blogs te schrijven voor mijn werk. Daardoor kwam ik er achter kwam dat dit een leuke oefening is, iets waar ik van kan genieten. Die blogs voor mijn werk zijn om verschillende redenen nooit gepubliceerd, maar er is wel iets goeds uit gekomen.

Ik heb geleerd wat er nodig is voor een blog. Hoe het gestructureerd moet worden en hoe ik wat simpele SEO kan toepassen. Zelfs als ik geen verhaal schrijf, ben ik aan het schrijven. Het dwingt me om elke week een paar uur te besteden aan puur typen. Ik doe het nodige onderzoek, zodat ik geen onzin uitkraam op een website met mijn naam er boven. Het motiveert me dat ik elke week weer iets kan neerzetten om beoordeeld te worden.

Het feit dat ik er positieve feedback op krijgt, helpt natuurlijk enorm! Mijn lijst met hobbies is daardoor verder uitgebreid, zoals ik hierboven al beschreef.

En er is nog veel om naar te groeien!

Waar komt mijn snelheid vandaan?

Tijdens November krijg ik vaak de vraag hoe ik mijn snelheid haal. Veel mensen krijgen hun hoofd er niet omheen dat ik in November meer dan 5000 woorden per dag schrijf. In context vinden mensen het vaak nog bijzonderder: Harry Potter and the Philospher’s stone is 76.944 woorden lang. In theorie zou ik de Steen der Wijzen dus in 15 dagen schrijven.

Waar haal ik dat tempo vandaan? Daar heb ik een paar trucjes voor!

Typen

Schrijven is typen en typen met snelheid is schrijven op tempo. Typen is me niet altijd zo eenvoudig afgegaan: op de basisschool maakte ik mijn werkstukken op de computer, maar snel ging het niet. Ik zocht van letter naar letter, waardoor langere stukken een eeuwigheid duurden. Soms was ik een dag bezig met een pagina en ik raakte die ‘k’ steeds maar kwijt.

Je onthoudt soms de gekste dingen.

Mijn vader was heel erg van de computers, dus het werd aangemoedigd om dit vol te houden. Mijn werkstukken staken met kop en schouders boven de rest uit met hun WordArt titels… alleen het uitwerken duurde zo lang! Uiteindelijk hebben mijn ouders me op een cursus gezet. In de tijd dat we nog regelmatig met floppydiscs werkten, ging ik één keer per week naar school.

Tenminste, een andere school dan ik gewend was. Daar kreeg ik wekelijks een typecursus die ‘Beide Pinken Interactief‘ heette. Zoals de naam suggereert was het een cursus om alle vingers aan het werk te zetten tijdens het typen. Met een blaadje dat ons vertelde welke vinger voor welke letter was gingen we aan de slag. De eerste letter was de F. Alles daarna… is vanzelf gekomen.

Het haalde zeker de nodige resultaten. Ik kon uiteindelijk blind typen, waardoor mijn eerste schrijfneiging aangewakkerd werd. Omdat het geen eeuwigheid meer duurde, kon ik opeens meer schrijven. Ik kon aan de slag gaan om alles dat in mijn hoofd zat er uit te werken.

Het tempo kwam vanzelf. Ik kon typen zonder te kijken, ik herkende het zelfs wanneer ik een foute aanslag maakte. Het enige dat ik hoefde te doen was daar snelheid in krijgen. Dat was een kwestie van oefenen.

Voorwerk werkt snelheid in de hand

Vroeger schreef ik het eerste dat in me op kwam. Er was geen planning en er waren geen draden die later bij elkaar zouden komen. Mijn snelheid van 5000 woorden per dag komt uit die tijd: ik moest vaak stoppen om na te denken. Het is dan ook geen toeval dat ik in die tijd nog werkeloos was, of nog studeerde. Ik had de tijd om hele dagen te besteden aan het schrijven van die 5000 woorden.

Tegenwoordig piep ik echter wel anders. Afgelopen NaNoWriMo heb ik, ondanks een fulltime baan, dezelfde doelen gehaald. Ik heb al mijn avonden besteed aan schrijfwerk, maar ik had niet half zo veel tijd om te twijfelen.

Al het twijfelen, nadenken, en overwegen had ik vóór November al gedaan. Het document met mijn gehele verhaallijn bestond al weken voor November begon. Ik heb al eerder over dergelijke documenten geschreven. Per hoofdstuk beschrijf ik de belangrijke punten die aangestipt moeten worden, zodat het nadenken tot een minimum beperkt hoeft te worden. Met die materialen en mijn eigen tempo zijn 1000 woorden per half uur opeens haalbaar. Dat komt neer op ongeveer 2,5 uur per dag, wat netjes in een avond past.

Enthousiasme

Dat tempo is wel slopend. Het moet volgehouden worden, of je valt al snel af. Die 5000 woorden per dag zijn niet haalbaar als ik het verhaal niet voel.

In 2014 en 2015 schreef ik twee boeken waar ik niets voor voelde. Desert Sand, in 2014, lukte niet, ik voelde de karakters niet, en het klikte gewoon niet met mij. Ik had toen de volle 30 dagen nodig voor 80.000 woorden.

Het jaar daarop schreef ik Fireteam, een spirituele opvolger op Death’s Messengers, met nieuwe karakters. Het was een duister verhaal met hoofdpersonen die ik actief haatte. Ik haalde het absolute minimum van 50.000 woorden maar net: 50.627. Ik moest vechten voor elk woord. Het verhaal dat ik uiteindelijk neergezet heb is gevuld met machismo, testosteron, en afkeer voor alles dat leeft. Het haalt geen heel hoog niveau.

Voor A Cage for Horrors heb ik mezelf daarentegen opgezweept. Ik heb nagedacht, gefantaseerd, en de karakters in mijn hoofd tot leven laten komen. Cadence en Darryl hoefden geen persoonlijkheid meer te krijgen, die hadden ze al. Ik was enthousiast en ik voelde dat ik er klaar voor was.

En toch was ik tegen het einde bijna klaar om de handdoek in de ring te gooien. Mijn enthousiasme was opgepeuzeld door de uitputtingsslag van November.

Maar is deze snelheid goed?

Nee.

Zoals de laatste paragraaf suggereert, was ik op. Aan het einde van November, na 25 dagen geen rust te hebben gekend, wilde ik niet meer. Mijn productiviteit tijdens de laatste dagen was merkbaar lager dan aan het begin.

Ik verwacht dat ik de laatste vijf hoofdstukken volledig ga moeten herschrijven. Waarschijnlijk schrap ik de helft. 150.000 woorden schrijven in 30 dagen is geen pretje.

Toevallig las ik vandaag de State of the Sanderson. Het is de jaarlijkse terugblik van Brandon Sanderson op wat hij heeft bereikt, en wat hij gepland heeft voor de nabije toekomst. Dit jaar schreef hij dat hij, in een goed jaar, ongeveer 300.000 woorden schrijft.

Dit komt van de man die stiekem vier extra boeken had geschreven. De man die al 18 jaar succesvol boeken uitgeeft en goed leeft van zijn schrijfwerk. Hij is door en door ervaren.

Hij schrijft kwaliteit, niet kwantiteit.

Het is leuk dat ik zo veel kan schrijven, maar het is niet realistisch. Het is iets waar ik aan ga werken… vooral omdat November er wel gewoon weer aan komt.

Ieder jaar leer je meer. Dit blog heeft me tot nu toe een hoop inzichten gegeven. Inzichten die ik ga gebruiken!

« Oudere berichten

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑