Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Categorie: Declipse (Pagina 2 van 4)

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

Een andere taal, zoals Engels?

Soms ga ik wat te hard. Toen ik met dit blog begon had ik voor mezelf een tiental concepten aangemaakt op basis van mijn eerste ideeën. Onderwerpen om over te schrijven. Het idee was dat ik die eerst uit zou werken. Daarna kon ik wel nadenken waar ik dan over zou schrijven. Een blogje over de Engelse taal was één van die eerste ideeën.

Nu, 27 blogs later (28 als je deze meetelt), zijn nog steeds niet alle originele concepten verwerkt. Ik werd opgeslokt in mijn ideeën en schreef wat van toepassing was, of wat mijn interesse had. Is dat een goede vorm van planning? Nee. Heeft het me naar inmiddels bijna een half jaar aan bloggen gebracht?

Ja.

Vandaag keek ik eens naar mijn concepten en heb ik een keuze gemaakt. Ik heb besloten om over de Engelse taal te gaan schrijven. Ik heb een pot thee gezet, dus laten we er eens lekker voor gaan zitten!

Hoogst noodzakelijk om te praten over de Engelse taal!

Dacht je dat ik een grapje maakte?

Schrijven in een andere taal

Veel mensen vinden het al niets om in een andere taal te moeten lezen. Talen waar je niet elke dag mee te maken hebt, zijn immers moeilijker te doorgronden. Niet alle betekenissen komen over en je moet harder werken om te begrijpen wat er precies gebeurt. Voor iemand als ik, die maar twee talen spreekt, is het zelfs nog uitdagender.

Het punt is wel dat ik er voor heb gezorgd dat ik allebei die talen goed spreek.

Engels zit al sinds jaar en dag in mijn bloed. Toen ik op mijn zesde naar Amerika ging, begonnen mijn ouders me het al bij te brengen. Ik ben dus duidelijk geen natuurlijk spreker – het is niet mijn eerste taal – maar ik kom verdomd in de buurt!

Toch is het anders. Engels is een taal met andere regels, andere gebruiken, en andere stijlen. Een zin die in het Engels stoer of uitdagend klinkt, is knullig en schattig in het Nederlands. Een één op één vertaling is dan lang niet altijd zo eenvoudig als mensen denken. Voor je het weet zijn je ‘Mistborn’ vertaald naar ‘Nevelaars’.

Maar het kan wel

Het kan zeker. Ik lees het liefste boeken in het Engels. Dit komt deels doordat lang niet alles naar het Nederlands wordt vertaald. Wat wel wordt vertaald, is sporadisch en incompleet. Ik ga mijn grote voorbeeld er weer bij halen. Van Brandon Sanderson zijn meer werken niet naar het Nederlands vertaald dan wel. Ik zou een enorme wereld missen als ik die verhalen niet in het Engels zou lezen.

Ik heb het voordeel dat Engels me goed afgaat. In 2011 schreef ik voor NaNoWriMo mijn eerste Engelse werk: Physokinetic. Destijds koos ik er voor om het in het Engels te schrijven, omdat ik veel tijd doorbracht op internationale forums. Het was makkelijker om met mijn vrienden daar te praten over mijn werk als ze het ook konden begrijpen.

Tijdens het schrijven van dat verhaal liep ik tegen aardig wat hindernissen aan. Van Freudiaanse tikfouten tot zinnen die voor geen meter liepen, Physokinetic was geen literair hoogstandje. Toch was het een van de eerste verhalen waar ik echt lekker in wegzakte. Ik heb er twee vervolgen op geschreven, ‘Tamer’ en ‘Hangman’s Daughter’. Er is nog een losstaand verhaal geweest, ‘Desert Sand’. En dit jaar ben ik full circle gegaan. Mijn NaNoWriMo project is in het Engels geschreven, zodat mijn Engelssprekende collega’s het kunnen lezen.

En een andere taal?

Een andere taal gaat nooit gebeuren. We kennen allemaal wel Duolingo, maar dat maakt je niet vloeiend. Mijn collega’s hebben wel eens gevraagd of ik mijn verhalen wil laten vertalen naar hun taal, maar…

Dat is vrij prijzig.

Ik houd het bij Nederlands en Engels. Mocht ik ooit groot worden, dan zal ik aandringen op vertalingen naar andere talen.

Maar eerst maar één stap tegelijk zetten.

Tussendoor: hoe gaat het met 2024?

Ik heb het best druk, deze maanden. Meerdere schrijfwedstrijden en ook nog mijn eigen projecten om voor te schrijven!

Voor Januari zou ik twee korte verhalen schrijven en de uitlijn van een verhaal, inclusief een paar hoofdstukken. Op dit moment heb ik feedback terug over de uitlijn van het verhaal. Het korte verhaal gaat morgen naar mijn vrienden… maar ik kan maar zo veel van ze vragen. Het korte verhaal dat ik voor mezelf schrijf, gaat helaas niet de goede kant op. Daar hoop ik voor het weekend verandering in te brengen!

Het is in het Engels!

Eind deze maand hoop ik het op de website te kunnen zetten. Ik laat natuurlijk een (kort) blogje vallen als het zo ver is.

Voor Februari heb ik nog bijna niets gedaan, helaas. Daar krijg ik het nog druk mee. Voor Maart, April, en Mei heb ik ook al een aantal wedstrijden geselecteerd. Kleinere wedstrijden, gelukkig, die maar 3000 woorden vereisen.

Dus ongeveer 3 keer dit blogje. Dat kan ik wel.

Misschien doe ik er daar ook een van in de Engelse taal.

Wedstrijden

Er zijn wedstrijden voor elke vorm van inspanning en creativiteit waarin beoefenaars het tegen elkaar opnemen. Voor het schilderen van miniaturen is er bijvoorbeeld de Golden Demon competitie. De Olympische Spelen zijn niemand onbekend, en er zijn zelfs kampioenschappen voor Office-applicaties. Je kan het zo gek niet bedenken, of er is wel een wedstrijd voor.

Zo kent de schrijfwereld ook talloze wedstrijden en competities. Er zijn tienduizenden mensen op de wereld die graag schrijven en uitgegeven willen worden. Lang niet iedereen zal dus in staat zijn om dat te bereiken, maar via deze competities kan verstopt talent toch een weg naar buiten banen. Vaak kan iedereen zich inschrijven voor een schrijfwedstrijd, waardoor ook onbekenden in het daglicht kunnen komen te staan.

Toen een van mijn vrienden aan mij suggereerde om eens aan een wedstrijd mee te doen, heb ik onderzoek gedaan. Ik heb gekeken wat ik kon vinden en heb geconcludeerd: er zijn er een heleboel. In het dagelijks leven krijg je hier niet veel mee te maken. Een schrijfwedstrijd is niet gevuld met spanning en sensatie. Je kijkt niet live mee terwijl zes schrijvers op een rij hun verhaal uitkloppen. Er is geen commentator direct verslag levert. Alles is… best beschaafd.

Zeker als je naar de dingen kijkt die wel eens bij voetbal gebeuren.

Net zoals er verschillende vormen van voetbal bestaan, zijn er ook verschillende competities voor het schrijven. Wat voor wedstrijden kan ik zo opnoemen en, misschien wel interessanter, waar zou ik aan meedoen?

Verschillende soorten wedstrijden

Zoals ik al eerder heb laten vallen, doe ik elk jaar weer mee met NaNoWriMo. Dit is een stevige wedstrijd met een vooraf vastgesteld tijdvak. Je krijg een maand de tijd om een volledige roman te schrijven van 50.000 woorden. Vorige week heb ik al laten vallen dat dit ruim binnen de normen van een ‘roman’ valt.

NaNoWriMo is uniek, omdat alle regels eigenlijk voor de sier zijn. Je werkt volgens een eresysteem, omdat er geen bevestiging is van je werk. Niemand controleert of je zo veel hebt getypt als je zegt dat je hebt gedaan. Er is geen controle of je een verhaal hebt geschreven, of simpelweg 50.000 woorden willekeurig achter elkaar hebt gezet. Een Lorem Ipsum generator zou het werk in vijf minuten af kunnen hebben en niemand zou je er op afrekenen.

Maar dat is niet waar de wedstrijd voor is. NaNoWriMo is er om je te motiveren, niet om iets te winnen. De dingen die je wint zijn dan over het algemeen ook niet tastbaar. Je krijgt een kortingsbon, om je boek tegen kostprijs te laten printen. Je wint 20% korting op een wiki-tool. Dat zijn de dingen die je kan winnen bij wedstrijden als NaNoWriMo. De echte prijs heb je immers zelf al op je computer staan.

Ook voor wedstrijden moet je ergens beginnen!

Wat voor andere competities zijn er?

De zoektocht naar andere wedstrijden bracht me naar schrijvenonline.org. Deze website concentreert zich volledig op, je raadt het al, schrijvers! Voor mensen die graag schrijven is het de resource, dus ik kijk er wel eens rond.

Zo hebben ze ook een pagina enkel voor schrijfwedstrijden, waar ik een aantal andere suggesties vond.

Volledige romans

Ik struikelde bijvoorbeeld over de wedstrijd van Evander Schrijfcoaching. In deze wedstrijd schrijf je geen verhaal, maar de uitlijn van een verhaal. Aan de hand van die uitlijn en een paar uitgewerkte hoofdstukken wint de beste de hoofdprijs: een jaar schrijfcoaching! Het doel is om het geplande verhaal uit te werken en klaar voor publicatie te maken.

Een variant hierop is de YA Fantasy wedstrijd van uitgeverij Moon. Hiervoor dien je 8.000 tot 10.000 woorden in, de lengte van een kort verhaal, die later uitgewerkt kunnen worden tot een roman.

Natuurlijk ben ik al druk bezig met mijn inzendingen. Als het niets wordt, heb ik weer iets om over te schrijven. Als het wel iets wordt… heb ik zeker iets om over te schrijven!

Korte verhalen

Ook zijn er verschillende competities waarvoor je korte verhalen in mag sturen. Het doel van deze wedstrijden is dat er een verzamelwerk komt met de beste inzendingen. Je inzending is dus ook gelijk je manuscript! Vaak zijn deze competities naar een bepaald thema, zoals ook veel van dit soort verzamelwerken zijn. Vorig jaar, bijvoorbeeld, heb ik een Kickstarter project ondersteund voor een vergelijkbaar boek. Alle verhalen waren geschreven met ‘winter’ als thema en het boek zal uiteindelijk uitgegeven worden. Het staat vast mooi op mijn plank.

Hele korte verhalen

Maar korte verhalen zijn niet de enige verhalen waar wedstrijden voor zijn. Ik struikelde over 55 Verhalen 55 Woorden, wat precies is wat de naam suggereert. Een week lang mag iedereen elke dag een verhaal inzenden. Het verhaal moet, inclusief de titel, exact 55 woorden lang zijn. De 55 beste verhalen worden gebundeld en uitgegeven. Dit soort eisen zijn uniek en uitdagend. Ik ben benieuwd hoe veel ik er uit weet te kloppen!

Heb je interesse in al deze wedstrijden?

Ja.

Okay, iets uitgebreider. Ik ben van plan om mee te doen aan alle wedstrijden die ik hierboven heb beschreven en gelinkt. Dat betekent echter niet dat het daarmee afgedaan is.

Op de wedstrijdpagina van schrijvenonline.org heb ik ook een hoop wedstrijden links laten liggen. Zo zijn er meerdere wedstrijden voor gedichten en poëzie, een literaire vorm die mij niet zo ligt. Een enkele vraagt slechts om een citaat, of een gesproken woord. Er zijn wedstrijden waarvan het thema me niet aanspreekt, of die inschrijfgeld vragen. Ook heb ik verschillende wedstrijden links laten liggen… omdat het er te veel zijn! Ik heb ook mijn eigen goede voornemen om aan te denken, immers. Januari wordt er niet jonger op!

Betekenen deze redenen dat het slechte wedstrijden zijn? Natuurlijk niet! Ik trek mijn neus er niet voor op… ze zijn slechts niet voor mij weggelegd.

Een druk begin van het jaar

Heel druk. Terwijl ik dit aan het typen was, begon het me te dagen dat het misschien te veel is. Ik wil niet te veel hooi op mijn vork nemen, zeker gezien ik ook andere hobbies heb. Januari staat bekend als de maand waarin beloftes gebroken worden. Ik moet er voor waken dat ik mijn beloftes langer volhoud dan dat.

Dus ik perk mezelf in. Dat kan ik het beste doen door alles op een rijtje te zetten, dus bij deze:

Januari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • De planning voor een boek, plus een uitgewerkt hoofdstuk of twee (2.500 tot 5.000 woorden).
  • Een kort verhaal met een horrorthema (4.000 tot 8.000 woorden).
  • De eerste 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

Februari:

  • Een kort verhaal voor mezelf (5.000 tot 10.000 woorden).
  • Een ‘spannend’ kort verhaal (maximaal 7.500 woorden).
  • De opzet voor een groter fantasy-verhaal (8.000 tot 10.000 woorden).
  • Twee à drie stuks flitsfictie (exact 55 woorden elk).
  • De tweede 10 hoofdstukken van A Cage for Horrors nagelezen en notities gemaakt voor revisies.

In Maart staan er (nog) geen wedstrijden gepland. Dan kan ik me dus beter concentreren op A Cage for Horrors!

Heb ik een plan?

Eén dag tegelijk.

Geloof het of niet, maar de plannen voor de korte verhalen staan al op het moment dat ik dit schrijf. Het uitwerken ervan kost een dag of drie, waarna er nog gereviseerd moet worden. De boekplanning is al uitgewerkt en de hoofdstukken voor die wedstrijd staan al klaar voor feedback. Ik zit niet stil!

Er is een goeie kans dat ik dingen moet laten vallen. Dat is niet erg… het is maar een hobby!

Het is 2024!

2024 is ingeluid met een knal!

2024 is begonnen, een nieuw jaar gevuld met kansen en mogelijkheden. Een nieuw jaar betekent dat ik de kans heb om dingen te proberen en om het anders te doen. Er zijn kansen om te pakken, mogelijkheden om uit te lokken, en gewoon een goede tijd om te hebben. NaNoWriMo is nog maar 10 maanden van ons verwijderd en daar ga ik me goed op voorbereiden.

Natuurlijk betekent het feit dat de kalender is omgetikt niet dat al die dingen opeens zijn ontstaan. Al die potentie was er natuurlijk al, maar een nieuw jaar is een mooi moment om nieuwe dingen te doen. Goeie voornemens bestaan immers met een reden!

Goeie voornemens voor 2024

Toen mijn vrienden me vroegen hoe ik 2024 voor me zag, had ik daar om te beginnen geen antwoord op. Ik heb wel dingen die ik wil verbeteren, maar ik wil over lang niet alles super open zijn. Persoonlijke verbeterdoelen zijn precies dat: persoonlijk.

Maar er zijn ook dingen die ik wel graag wil delen! Ik zou geen blog hierover schrijven als ik niet een paar highlights heb, immers.

Verbeteren

Aan het einde van November 2023 had ik afwijzingen binnen van alle uitgevers die ik heb benaderd met Declipse: Revolutie. Het was een klap in mijn zelfvertrouwen, zo veel is duidelijk. Nu ik die klap verwerkt heb, ben ik echter weer met volle moed vooruit aan het kijken. Mijn eerste stap is achterhalen waarom: wat had ik anders moeten doen?

Helaas bieden uitgevers geen tekst en toelichting bij een afwijzing. Ze krijgen simpelweg te veel manuscripten toegestuurd om alles inhoudelijk te behandelen. Zeker aangezien ze met emotionele mensen te maken hebben, is het te intensief om iedereen persoonlijk te behandelen. Dat betekent echter ook dat ik geen idee heb waar ze op afknapten: is mijn proza te kinderlijk, is er iets mis met mijn verhaallijn, of is er iets anders? Ik ga er achter moeten komen voor ik er aan kan werken.

Dit jaar wil ik dan ook kijken of ik een agent wil vinden. Iemand met verstand van uitgevers die mensen helpt om zichzelf te verbeteren en uitgegeven te worden.

Hoe?

Ik heb nog geen idee. Dat wordt de eerste stap.

Google lijkt me een prima begin.

Groeien

Kijken naar het verleden is een uitstekend begin, maar dat is een begin. Ik wil ook vooruit kijken. Dit jaar ga ik mijn schrijfervaring laten groeien.

En die groei kan alleen maar plaatsvinden met oefening. Ik heb mijn toch al beperkte vrije tijd verder volgepland voor die oefening. Jullie zullen de vruchten van die oefening gaan plukken: ik ben van plan om alles op deze website te zetten!

Op die manier groeit mijn ervaring, maar ook mijn portfolio.

Elke maand wil ik een kort verhaal schrijven. Hierbij zal ik variëren in thema, wereld, en taal, om variatie te bieden. De ene maand kan het een deel van Declipse omvatten, de volgende een deel van A Cage for Horrors. Misschien is het ook wel een heel andere wereld, of een heel ander concept.

Het doel is dat ik mezelf uitdaag en nieuwe dingen probeer. Ik wil kijken of ik ergens over struikel dat me óók ligt. Misschien vind ik wel een onverwachte passie!

Ook wil ik handpalmverhalen proberen. Ik weet nog niet wat ik daar van vind… maar daarom ga ik het proberen!

Wat is een handpalmverhaal? Dat behandel ik in mijn volgende blogje… en meer!

2023 volhouden in 2024

De laatste belangrijke stap is het goede vol te houden. Toen ik in Augustus begon met het schrijven van blogjes, had ik niet verwacht dat het zo’n passie zou worden. Ik geniet van het schrijven van elk blog en het verzinnen van de onderwerpen. Elke keer als ik weer een ‘eureka’ moment heb, is het weer genieten. De wekelijkse blogjes gaan dan ook door!

2024 zal gevuld worden met nieuwe onderwerpen. Van blikken terug, op de oorsprong van Declipse, tot blikken vooruit, naar de nieuwe plannen. Ik ga schrijven over technieken, nieuwe dingen, en andere processen. Het wordt mijn kleine dagboek in de aanloop naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.

Daarnaast zal ik ook meer ervaring opdoen met SEO en de leesbaarheid van mijn blogs. Het blijft een leerproces, maar ik hoop hier ook onderzoek naar te kunnen doen!

En, natuurlijk, als laatste…

Herzien, herschrijven, en voorbereiden voor NaNoWriMo 2024!

Mijn werk van November 2023 ga ik herzien. Ik heb in December gerust en mezelf toegestaan om te herstellen van de uitputtingsslag van November. Het verhaal is weer fris in mijn hoofd, dus in Januari ga ik beginnen met het reviseren. Eerst ga ik alles lezen en notities maken en daarna ga ik dat wat ik anders wil zien herschrijven.

Daarmee is dan de Hemingway Versie af. Deze maak ik beschikbaar voor iedereen die het maar wil lezen!

Voor NaNoWriMo dit jaar heb ik twee doelen. Ik wil wederom een nieuw verhaal schrijven en ik wil het dit jaar beknopter houden. Mijn ervaring van dit jaar vertelde me dat ik te hard wil gaan. Ik wil te veel schrijven en een langer verhaal is niet noodzakelijk een beter verhaal. Dit jaar wil ik dus weer terug naar de lengte van mijn voorgaande verhalen: twaalf tot zestien hoofdstukken lang. Dat betekent dat ik in theorie in twee weken klaar kan zijn, waardoor ik ook meer tijd voor mezelf overhoud.

In augustus en september ga ik dit voorbereiden. Tot die tijd kan ik naar oude verhalen en tekeningen kijken. Dat is waar ik de inspiratie voor A Cage for Horrors vandaan heb gehaald, immers!

Grootse plannen

Al deze dingen heb ik niet aan mijn vrienden verteld. Sommige dingen verzin je pas later, als je er echt over nadenkt. Naast mijn persoonlijke doelen vind ik dat ik het hiermee druk genoeg zal hebben. Ik heb een roleplaying campagne om af te ronden en een nieuwe om te beginnen. Mijn broertje komt nog steeds regelmatig langs om te gamen en ik wil mijn vrienden ook nog wel eens zien. Er zijn concerten en conventies waar ik naar toe wil.

En mijn baas wil me ook nog wel eens op kantoor zien.

Het leven is druk. Ik moet er zelf wat leuks van maken, maar 2024 belooft fantastisch te worden!

Schrijven in mijn andere hobbies

Het zal geen verrassing zijn dat schrijven tot mijn hobbies behoort. Ik doe het al mijn hele leven en ik geniet er van om mijn fantasieën op papier te zetten. Er gaat aardig wat tijd in zitten, maar ik vind dat het de tijd waard is.

Dat betekent echter niet dat het ook mijn enige hobby is. Het zou een saai, saai leven zijn als ik al mijn vrije tijd hier aan zou besteden. Nu zeg ik niet dat ik geen saai leven heb, maar…

Nou ja, laten we die kant maar niet op gaan.

Het mooie aan hobbies is dat de ene kan leiden tot de andere. Toen ik begon met roleplaying, bijvoorbeeld, ben ik dankzij die hobby het schilderen van miniaturen in gerold. Miniaturen waren relevant voor de roleplaying hobby, immers! Via het schilderen ben ik een paar jaar later aan het 3d-printen geslagen. Individuele miniaturen zijn duur, maar de bestanden en de resin voor het printen zijn weer goedkoop. Er is een wereld voor me open gegaan dankzij die hobbies.

Een voorbeeld van mijn andere hobbies

3D geprint, handgeschilderd

Maar hoe past schrijven in die hobbies?

De meest voor de hand liggende hobby waarin schrijven relevant is, is natuurlijk het roleplayen. Met een groep speel je een verhaal uit. De spelleider schrijft het verhaal en de spelers zijn de hoofdrolspelers in dat verhaal. Het is dus aan de spelleider om een leuk verhaal te schrijven voor de spelers om doorheen te spelen.

In 2011 ben ik zelf begonnen met het schrijven van sessies. Dit waren korte verhalen waar de spelers in een middagje doorheen konden. Dat is uiteindelijk geëscaleerd naar een volledige campagne: een groot verhaal dat drie jaar heeft geduurd om uit te spelen. Deze campagne speelde zich, uiteraard, af in de wereld van Declipse. De spelers namen de rol aan van medewerkers van het titulaire bedrijf die er op uit werden gestuurd om problemen het hoofd te bieden.

Schrijven voor een roleplaying campagne is heel anders dan het schrijven van een boek. Je moet rekening houden met wat de spelers willen – zij zijn immers de hoofdpersonen in het verhaal. Het kan zomaar gebeuren dat je het verhaal schrijft met de verwachting dat de spelers A doen, maar dat ze op het moment dat ze hun keuze mogen maken, B doen. Dat is iets dat bij het spelletje hoort en waar je als schrijver het verhaal naar kan bijstellen. Het is een oefening in improvisatie voor zowel de spelers als de spelleider.

En als speler?

Ik ben zelf nog steeds een spelleider, maar ik ben ook speler in twee andere campagnes. Als speler word je vooral uitgedaagd om te improviseren, vooruit te denken, en je in te leven in het verhaal. Je speelt een karakter in dit verhaal, een verlenging van jezelf, iemand met dromen en wensen. Het is niet ongebruikelijk om gehecht te raken aan deze karakters en hun toekomst stilletjes uit te plannen. Het is dan zaak om door het verhaal heen te komen om te zien hoe ver je komt met die toekomst.

Een speler schrijft dus ook in zekere zin tijdens het spel. Ze leven zich in hun karakter in en bepalen hoe ze reageren, wat ze doen. Ook is er tussen spelsessies door vaak tijd om te bepalen wat je karakter doet in de tussentijd. Ik ben als speler vooral actief tijdens deze periode met de dingen die ik voor mijn karakters wil bereiken.

Het is een goeie oefening. Met een spelleider die ook van schrijven houdt kan ik veel schrijven tussen twee sessies of verhaallijnen.

Lezen.

Geloof het of niet, maar mijn schrijfhobby komt ook van pas bij het lezen. Ik lees elke dag, het liefste ’s avonds in bed of in de trein. Ik ben niet het type om notities te nemen tijdens het lezen, maar ik leer wel wat ik leuk vind. Ook herken ik eenvoudiger wat ik minder leuk vind, iets waarvan ik dus weet dat ik het moet ontwijken. Als ik iets leuk vind, is het natuurlijk mijn doel om daar meer van de wereld in te helpen!

Ik houd er niet van om anderen zwart te maken, dus ik zal geen namen noemen. Leerzame momenten zijn de momenten dat ik moeite heb om door een boek heen te komen. Dat zijn de verhalen waarbij ik extra op moet letten en voor mezelf moet nagaan waarom iets niet werkt voor mij. Het is een kans om te leren, immers.

Maar het is ook een kans om te oefenen. Ik ga niet andermans werk herschrijven, maar het is een goeie oefening om te bedenken hoe het wel zou werken. Als ik weet wat ik in een ander verhaal beter zou willen zien, kan ik het ook op mezelf toepassen. Ik ben mijn eigen grootste criticus, maar iets slecht vinden en weten hoe het beter kan, zijn twee verschillende dingen.

Nu heb ik natuurlijk ook verhalen gelezen die reddeloos zijn, of in ieder geval zo lijken. Verhalen die puur op testosteron draaien en van het ene conflict naar het andere lopen. Verhalen waarin het hoofdpersoon alleen kan zoenen of schieten en waarin elk ander karakter wordt beoordeeld op hoe geschikt ze zouden zijn als partner, of hoe inferieur ze zijn aan het hoofdpersoon.

Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort verhalen nooit gepubliceerd zouden worden… maar toch is het zo. In een ver verleden heb ik heb ook zelf dat soort verhalen geschreven, maar ik heb geleerd en heb mezelf aangepast.

Ik wil geloven dat dat ‘groei’ genoemd wordt. Het helpt dat ik vergelijkingsmateriaal opzoek als onderdeel van mijn hobbies.

Behoort dit blog tot mijn hobbies?

Ik denk het wel!

Ik ben begonnen met blogs te schrijven voor mijn werk. Daardoor kwam ik er achter kwam dat dit een leuke oefening is, iets waar ik van kan genieten. Die blogs voor mijn werk zijn om verschillende redenen nooit gepubliceerd, maar er is wel iets goeds uit gekomen.

Ik heb geleerd wat er nodig is voor een blog. Hoe het gestructureerd moet worden en hoe ik wat simpele SEO kan toepassen. Zelfs als ik geen verhaal schrijf, ben ik aan het schrijven. Het dwingt me om elke week een paar uur te besteden aan puur typen. Ik doe het nodige onderzoek, zodat ik geen onzin uitkraam op een website met mijn naam er boven. Het motiveert me dat ik elke week weer iets kan neerzetten om beoordeeld te worden.

Het feit dat ik er positieve feedback op krijgt, helpt natuurlijk enorm! Mijn lijst met hobbies is daardoor verder uitgebreid, zoals ik hierboven al beschreef.

En er is nog veel om naar te groeien!

Waar komt mijn snelheid vandaan?

Tijdens November krijg ik vaak de vraag hoe ik mijn snelheid haal. Veel mensen krijgen hun hoofd er niet omheen dat ik in November meer dan 5000 woorden per dag schrijf. In context vinden mensen het vaak nog bijzonderder: Harry Potter and the Philospher’s stone is 76.944 woorden lang. In theorie zou ik de Steen der Wijzen dus in 15 dagen schrijven.

Waar haal ik dat tempo vandaan? Daar heb ik een paar trucjes voor!

Typen

Schrijven is typen en typen met snelheid is schrijven op tempo. Typen is me niet altijd zo eenvoudig afgegaan: op de basisschool maakte ik mijn werkstukken op de computer, maar snel ging het niet. Ik zocht van letter naar letter, waardoor langere stukken een eeuwigheid duurden. Soms was ik een dag bezig met een pagina en ik raakte die ‘k’ steeds maar kwijt.

Je onthoudt soms de gekste dingen.

Mijn vader was heel erg van de computers, dus het werd aangemoedigd om dit vol te houden. Mijn werkstukken staken met kop en schouders boven de rest uit met hun WordArt titels… alleen het uitwerken duurde zo lang! Uiteindelijk hebben mijn ouders me op een cursus gezet. In de tijd dat we nog regelmatig met floppydiscs werkten, ging ik één keer per week naar school.

Tenminste, een andere school dan ik gewend was. Daar kreeg ik wekelijks een typecursus die ‘Beide Pinken Interactief‘ heette. Zoals de naam suggereert was het een cursus om alle vingers aan het werk te zetten tijdens het typen. Met een blaadje dat ons vertelde welke vinger voor welke letter was gingen we aan de slag. De eerste letter was de F. Alles daarna… is vanzelf gekomen.

Het haalde zeker de nodige resultaten. Ik kon uiteindelijk blind typen, waardoor mijn eerste schrijfneiging aangewakkerd werd. Omdat het geen eeuwigheid meer duurde, kon ik opeens meer schrijven. Ik kon aan de slag gaan om alles dat in mijn hoofd zat er uit te werken.

Het tempo kwam vanzelf. Ik kon typen zonder te kijken, ik herkende het zelfs wanneer ik een foute aanslag maakte. Het enige dat ik hoefde te doen was daar snelheid in krijgen. Dat was een kwestie van oefenen.

Voorwerk werkt snelheid in de hand

Vroeger schreef ik het eerste dat in me op kwam. Er was geen planning en er waren geen draden die later bij elkaar zouden komen. Mijn snelheid van 5000 woorden per dag komt uit die tijd: ik moest vaak stoppen om na te denken. Het is dan ook geen toeval dat ik in die tijd nog werkeloos was, of nog studeerde. Ik had de tijd om hele dagen te besteden aan het schrijven van die 5000 woorden.

Tegenwoordig piep ik echter wel anders. Afgelopen NaNoWriMo heb ik, ondanks een fulltime baan, dezelfde doelen gehaald. Ik heb al mijn avonden besteed aan schrijfwerk, maar ik had niet half zo veel tijd om te twijfelen.

Al het twijfelen, nadenken, en overwegen had ik vóór November al gedaan. Het document met mijn gehele verhaallijn bestond al weken voor November begon. Ik heb al eerder over dergelijke documenten geschreven. Per hoofdstuk beschrijf ik de belangrijke punten die aangestipt moeten worden, zodat het nadenken tot een minimum beperkt hoeft te worden. Met die materialen en mijn eigen tempo zijn 1000 woorden per half uur opeens haalbaar. Dat komt neer op ongeveer 2,5 uur per dag, wat netjes in een avond past.

Enthousiasme

Dat tempo is wel slopend. Het moet volgehouden worden, of je valt al snel af. Die 5000 woorden per dag zijn niet haalbaar als ik het verhaal niet voel.

In 2014 en 2015 schreef ik twee boeken waar ik niets voor voelde. Desert Sand, in 2014, lukte niet, ik voelde de karakters niet, en het klikte gewoon niet met mij. Ik had toen de volle 30 dagen nodig voor 80.000 woorden.

Het jaar daarop schreef ik Fireteam, een spirituele opvolger op Death’s Messengers, met nieuwe karakters. Het was een duister verhaal met hoofdpersonen die ik actief haatte. Ik haalde het absolute minimum van 50.000 woorden maar net: 50.627. Ik moest vechten voor elk woord. Het verhaal dat ik uiteindelijk neergezet heb is gevuld met machismo, testosteron, en afkeer voor alles dat leeft. Het haalt geen heel hoog niveau.

Voor A Cage for Horrors heb ik mezelf daarentegen opgezweept. Ik heb nagedacht, gefantaseerd, en de karakters in mijn hoofd tot leven laten komen. Cadence en Darryl hoefden geen persoonlijkheid meer te krijgen, die hadden ze al. Ik was enthousiast en ik voelde dat ik er klaar voor was.

En toch was ik tegen het einde bijna klaar om de handdoek in de ring te gooien. Mijn enthousiasme was opgepeuzeld door de uitputtingsslag van November.

Maar is deze snelheid goed?

Nee.

Zoals de laatste paragraaf suggereert, was ik op. Aan het einde van November, na 25 dagen geen rust te hebben gekend, wilde ik niet meer. Mijn productiviteit tijdens de laatste dagen was merkbaar lager dan aan het begin.

Ik verwacht dat ik de laatste vijf hoofdstukken volledig ga moeten herschrijven. Waarschijnlijk schrap ik de helft. 150.000 woorden schrijven in 30 dagen is geen pretje.

Toevallig las ik vandaag de State of the Sanderson. Het is de jaarlijkse terugblik van Brandon Sanderson op wat hij heeft bereikt, en wat hij gepland heeft voor de nabije toekomst. Dit jaar schreef hij dat hij, in een goed jaar, ongeveer 300.000 woorden schrijft.

Dit komt van de man die stiekem vier extra boeken had geschreven. De man die al 18 jaar succesvol boeken uitgeeft en goed leeft van zijn schrijfwerk. Hij is door en door ervaren.

Hij schrijft kwaliteit, niet kwantiteit.

Het is leuk dat ik zo veel kan schrijven, maar het is niet realistisch. Het is iets waar ik aan ga werken… vooral omdat November er wel gewoon weer aan komt.

Ieder jaar leer je meer. Dit blog heeft me tot nu toe een hoop inzichten gegeven. Inzichten die ik ga gebruiken!

Vloeken in verhalen

Vloeken is iets waar mensen verschillende meningen over kunnen hebben. Bijna iedereen doet het wel eens, maar er zijn maar weinig mensen die het echt waarderen. Voor velen is vloeken dan ook helemaal niet nodig. Vloeken komt zo veel voor dat een wereld zonder gevloek bijna ongeloofwaardig is.

Ik hoor bij de groep mensen die het liefste een verhaal leest waarin het niet nodig is. Ik kan gevloek alleen waarderen als het voor effect wordt gebruikt. Het is vermoeiend om een verhaal dat gevuld is met ‘fucks’ en ‘shits’ te lezen. Dat, terwijl een goeie vloek op het juiste moment nou net zo veel kracht bij kan zetten.

Goed vloeken bestaat.

Een vloek is een uitroep van frustratie, of een versterker. Een braverik, die altijd hun best doet om netjes te doen, die opeens vloekt, valt direct op. Wanneer een karakter onverwachts getroffen wordt, kan een vloek hun onvrede of schok duidelijk maken. Als er eindelijk een druppel is die de emmer doet overlopen, kan een serie vloeken het einde van het geduld aanduiden.

Ik ben vooral van die laatste een fan. Een uitspraak versterken met een vloek trekt de aandacht. Dit is iets dat je regelmatig terug ziet komen, ook in dagelijks gebruik. ‘Dat is fucking slecht’, bijvoorbeeld. Veel mensen kijken hier op neer, maar je ziet het elke dag.

Vloeken leren we al van kinds af aan.

Met dank aan Target

Wat hierboven staat is een ander voorbeeld. Donald Duck staat bekend om driftbuien, die met veilige combinaties van leestekens worden weergegeven. Ik heb het nooit gewaardeerd, omdat het de kracht van zijn driftbuien onderuit haalt. De woedeaanvallen hebben geen kracht meer, omdat je ze drie of vier keer in een uitgave ziet gebeuren. Het gebeurt en we zijn er aan gewend. Het is een karaktereigenschap. In zijn geval zou het eerder opvallen als hij een moeilijke situatie kalm en rationeel te lijf gaat. Je vraagt je dan af wat er mis is.

Het is het exacte tegenovergestelde effect, maar toch is het effectief.

Wat doe je met een fantasiewereld?

Je ziet vaak dat vloeken ontstaan door de samenleving waarin je opgroeit. Elke taal doet het weer anders. Ik noem geen voorbeelden, maar ik denk dat we het allemaal wel in kunnen denken.

Met dat in het achterhoofd, is het vreemd om een karakter in een fantasiewereld onze vloeken te zien gebruiken. De samenleving waar we over lezen heeft misschien nooit besloten dat een ziekte een goeie, versterkende uitroep zou kunnen zijn. Deze mensen hebben misschien nooit gekozen om seks te gebruiken voor hun uitingen van woede. Uitwerpselen zijn nooit een teken van frustratie geweest.

Toegegeven, misschien heeft die samenleving wel nooit besloten om te vloeken. Dat is echter niet het punt waar ik naar toe aan het werken ben.

In verschillende werelden zijn er verschillende indrukken. Deze zijn op verschillende manieren te vinden en ik ben er in het werk voor A Cage for Horrors in gedoken.

Noem eens wat voorbeelden.

De boeken van Brandon Sanderson bieden meerdere voorbeelden. In zijn Skyward serie vind je het woord ‘Scud’, wat op verschillende manieren wordt gebruikt. ‘Scud’ is een uitroep op zich, maar wordt ook vervoegd tot ‘scudding’ ter versterking. Het betekent niets, maar je weet dat het een vloek is. Een ander karakter, dat opgegroeid is in een andere samenleving, gebruikt ‘scrud’. Het is een beetje anders, maar toch is het direct duidelijk dat het van een vergelijkbaar soort mens komt.

In de Stormlight Archive heb je ‘Storming’, naar de storm die constant door het land raast. Het is allemaal van toepassing op wat de karakters kennen. Ze leven onder de druk van deze storm, die ze ook als een god beschouwen. Het afroepen van de storm heeft een religieuze betekenis voor deze mensen.

En dat brengt me naar Gaunt’s Ghosts, van Dan Abnett, in het universum van Warhammer 40K. De mensen van Tanith gebruiken ‘Feth’ in elke vorm en vervoeging. Je ziet ‘Feth’ langskomen, ‘Fething’ als een versterker… maar ook een belediging in ‘Fethwipe’ en ‘Fether’. Het is een heel veelzijdig woord met allerlei vervoegingen. Later in de serie leer je dat ‘Feth’ de naam van de godin van hun planeet is, een letterlijke verwensing. Dat laat je misschien wel nadenken over de beledigende vormen…

Als laatste voorbeeld zijn er de Dresden Files, de boeken die ik op dit moment actief lees. Deze boeken spelen zich af in modern Chicago, maar toch heeft Jim Butcher gekozen om de boeken ‘netjes’ te houden. De vloeken in deze boeken zijn meer verwensingen: ‘Hell’s bells’, ‘Stars above’ en ‘Empty night’. Het zijn uitroepen die karakters in woede of frustratie maken, in plaats van versterkende woorden. Die vallen alleen in uitzonderlijke gevallen.

En hoe vloeken mijn mensen?

Afhankelijk van mijn verhaal, vloeken mijn karakters verschillend. Declipse speelt zich af in onze samenleving (het verhaal begint in 2017) en de hoofdpersonen zijn hoofdzakelijk tieners, dus ik hoef niet heel origineel te zijn. Ze vloeken zoals ik dat zes jaar geleden ook deed, hoewel zij een stuk netter gebekt zijn. Af en toe valt er wel een ‘shit’, als Alex echt verrast wordt, maar verder valt er niet heel veel.

Voor A Cage for Horrors heb ik echter besloten dat dat niet volstaat. Ik maakte het mijn doel om wat origineler te zijn dan dat en heb mijn voorbeelden er bij gepakt. De voorbeelden die ik hierboven beschreef waren mijn grootste leidraad voor mijn originele vloek, dus:

  1. Het mag geen directe betekenis hebben in ‘onze’ samenleving;
  2. Het moet goed te vervoegen zijn voor verschillende doelen;
  3. Eén enkele vloek volstaat niet. Er moeten meer dingen zijn;
  4. Verwensingen zijn ook toegestaan.

Uiteindelijk ben ik op twee dingen uitgekomen, een vloek en een verwensing.

Het woord ‘Klug’ schoot mij op een gegeven moment in de douche te binnen. Het bekt lekker, je kan het agressief uitspugen, en het laat zich goed vervoegen. Bijna elke variant van ‘Feth’ van hierboven is ook op ‘Klug’ toe te passen. Het enige dat ik echt jammer vind, is dat ik (nog) geen goeie uitleg voor het woord heb kunnen geven. Het staat nog open voor allerlei mogelijkheden, in ieder geval tot ik die kans heb gepakt.

Daarnaast had ik een verwensing die ik heel goed kon uitleggen. ‘Saints above and Demons below’ valt regelmatig, ook met verschillende permutaties. De religie die dat suggereert heeft een zekere invloed op het verhaal en vormt een leidraad voor enkele karakters. Ik leg op toepasselijke momenten in het verhaal de uitroep en elementen van de religie uit. De verwensing is daardoor een stuk meer gaan leven in mijn verhaal dan de vloek, die soms wat geforceerd overkomt.

Concluderend

Vloeken is moeilijk. Het is onmogelijk om te winnen, omdat mensen het niet waarderen als ze het lezen, maar het missen als het er niet is. Het is de basgitaar van de literaire wereld.

Maar verdomme, we doen het graag.

Wat als het niet lukt om met Declipse te slagen?

Declipse is mijn baby. Ik heb het eerder gezegd en ik zal het blijven herhalen. Met Declipse hoop ik er in te slagen om de wereld te bereiken. Ik verwacht niet dat ik de volgende J.K. Rowling zal zijn, of Tom Clancy, Brandon Sanderson, of wie dan ook. Uitgegeven worden is goed genoeg voor mij.

Ik zeg altijd dat ik een positieve attitude wil houden. Het is moeilijk voor een pessimist als ik, maar ik ga uit van succes. Declipse moet mijn grote einddoel worden en het schip waarmee ik de wereld in reik. Ik geloof graag dat het me gaat lukken.

Maar wat als je er niet mee kan slagen?

Het is een vraag die in mijn achterhoofd blijft hangen. Optimistisch zijn brengt je maar zo ver, immers, en op een gegeven moment moet je realistisch worden. Soms moet je accepteren dat je niet gaat kunnen slagen met wat je hebt geleverd.

Met die gedachte in je achterhoofd is het soms moeilijk om er goede moed in te houden. Als Declipse, een verhaal dat ik al vijftien jaar in mijn hoofd heb, niet goed genoeg is…

Wat dan wel?

Ik heb mezelf voorgenomen om de moed niet zo eenvoudig in mijn schoenen te laten zakken. Als ik kijk naar een aantal van mijn grote schrijvers, dan zie je wel hoe moeilijk het is om uitgegeven te worden. Brandon Sanderson heeft meerdere verhalen gearchiveerd die het nooit hebben gehaald en die hij nu enkel nog gebruikt om andere verhalen te inspireren. Ze werden gewoon niet goed genoeg gevonden, maar toch heeft hij vorig jaar de grootste Kickstarter ooit gehouden. Pierce Brown’s ‘Red Rising’ kwam pas in trek bij de uitgevers toen hij er een ‘Hunger Games’ draai aan had gegeven, omdat die serie net populair was toen hij uitgegeven probeerde te worden. Ook hij is tientallen keren, honderden keren, afgewezen geweest met verschillende verhalen.

De realist in mij vertelt me dat dit ook is wat mij te wachten staat. Sterker nog, op het moment van schrijven heb ik mijn eerste twee afwijzingen al binnen. Ik paste toch niet zo goed in het fonds van de uitgever als ik dacht. Declipse is mijn baby, maar er is een goeie kans dat niemand het met me eens is. Ik maak er vrede mee, want wat kan ik anders?

De negativiteit verslaan.

Ik weiger bij de pakken neer te gaan zitten. Als er iets is dat ik heb geleerd van mijn helden, dan is het wel dat doorzetten loont. Mijn kans op slagen wordt beter als ik blijf leren en blijf groeien.

Ik ben dan ook niet van plan om het op te geven.

In een eerder blog heb ik al uit de doeken gedaan wat ik eerder heb geschreven. Het zijn verhalen die ik nu, met meer dan tien jaar extra ervaring onder de riem, graag nog eens zou bezoeken. Verhalen die ik nu anders aan zou pakken en die ongetwijfeld anders zouden lopen als ik ze nu zou schrijven. Tijdens NaNoWriMo dit jaar heb ik dat ook met volle overgave gedaan. A Cage of Horrors belooft iets heel anders te zijn dan Declipse, HELMET, of alle andere verhalen.

Zo blijven we vooruit gaan. Als ik er met Declipse niet in ga slagen, dan gaat het spel weer van voren af aan beginnen.

En Declipse dan?

Voor Declipse voorzie ik in dat geval meerdere manieren om de toekomst te lijf te gaan. Ik zou Declipse in eigen beheer uit kunnen geven, een optie die veel geld en verkoopvaardigheden vereist. Twee dingen die ik niet heb.

Ook zou ik Declipse: Revolutie als .epub beschikbaar kunnen stellen. E-Readers zijn heel normaal tegenwoordig en op deze manier kan ik alsnog mensen bereiken. Hierin maak ik me echter zorgen over de toekomst.

Want optie drie is wachten. Misschien is Declipse te ambitieus en willen uitgevers daar niet mee gokken. Ik ben onbekend en een groot, ambitieus project van een onbekende schrijver is te onzeker om uit te geven. Misschien moet ik eerst bekender worden voor ik met iets als Declipse kan slagen.

Als je naar grotere, meer bekende schrijvers kijkt, is het misschien beter te zien wat ik bedoel. Kijk bijvoorbeeld naar de twee covers hieronder, van Elantris, door Brandon Sanderson.

Brandon Sanderson's eerste publicatie, voor zijn slagen.

Met dank aan Wikipedia

Brandon Sanderson's eerste publicatie, nadat hij groot was geworden.

Met dank aan Amazon

Het verschil is denk ik goed te zien. De linker cover is een van de eerste edities van het boek. De rechter cover is enkele edities later, nadat Sanderson beroemd is geworden. Die cover is gemaakt nadat hij groot genoeg was om met zijn naam boeken te verkopen. Mensen kopen het boek omdat het van Sanderson is, niet omdat de titel zo aantrekkelijk klinkt.

Dus heeft de uitgever er voor gezorgd dat zijn naam goed leesbaar op de cover staat.

Het is mijn droom om zo ver te komen. Als ik er niet in ga slagen om Declipse nu uit te brengen, dan is dat de volgende stap. Dan moet ik het later, als ik me bewezen heb, weer naar boven halen. Opnieuw proberen. Een volgende iteratie.

Er zijn opties te over en stilstaan is er niet één van.

De begeleidende brief

Je kan uitgegeven worden vergelijken met een succesvolle sollicitatie. Je moet er moeite voor doen. Het is iets waarbij je jezelf van je beste kant laat zien. Aan het einde van de rit moet de andere partij overtuigd zijn dat jij de persoon bent om mee in zee te gaan. De begeleidende brief is in deze vergelijking je CV. De ontvanger kan lezen wie je bent, wat je kan, en hoe je het doet. Als je begeleidende brief vol staat met spelfouten, kan het niet anders dan dat je andere werk dit reflecteert.

Ik heb meerdere brieven geschreven in de loop van het uitgeefproces dat ik tot nu toe heb doorlopen. Voor de meeste uitgevers maakte de lengte niet heel veel uit. De enige eis voor mij was dat de brief redelijk in een email zou passen, omdat dat was hoe de brief zou worden opgestuurd. Die uitgevers zouden de synopsis en het manuscript digitaal ontvangen, dus ik wilde dat ze als eerste mijn boodschap zagen. Voor de uitgever die alles fysiek geprint wilde krijgen, was het echter wel belangrijk. Daarvoor heb ik er op gelet dat het allemaal op twee kantjes paste, zodat een dubbelzijdig geprinte pagina genoeg was.

Er is al meer dan genoeg papier en inkt in gegaan, immers!

Wat zet je in een begeleidende brief?

Het is niet altijd even makkelijk om te beginnen met schrijven, maar de begeleidende brief moet precies dat zijn: een brief. Hierin leert de uitgever je kennen en krijgen ze een voorproefje van je schrijfstijl.

Daarnaast is het natuurlijk de kans om wat achtergrond te geven. Waarom ben je aan het schrijven, ben je er al lang mee bezig, en hoe veel kan de uitgever verwachten? Is dit een enkel boek, of heb je een serie gepland? Gaat het over een boek dat je altijd al hebt willen schrijven, of is het een serie die Game of Thrones zou kunnen rivaliseren?

Dit moet de uitgever weten vóór ze je manuscript te lijf gaan.

Check ook of wat je wel alles hebt gedekt dat de uitgever wil zien. Het kan nooit kwaad om je voor te bereiden, bijvoorbeeld door de website van de uitgever te bezoeken. Dan zie je al snel wat voor boeken de uitgever uitgeeft en naar wat voor mensen ze op zoek zijn. Dit kan je meenemen in de brief en zo laten zien dat je weet wat je doet, dat je gemotiveerd bent om werk te steken in het proces. Met wat mazzel heeft die website ook een pagina voor het insturen van een manuscript waar instructies op staan. Als je de instructies op deze pagina al niet volgt in je begeleidende brief, wordt de kans dat je manuscript wordt afgewezen alleen maar groter.

In tegenstelling tot de synopsis, heeft de begeleidende brief wel meer vrijheid. Deze introductie behoeft geen specifieke structuur, geen koppenindeling of strategische keuze van lettertype. Laat zien dat je zelfverzekerd bent, weet wat je wil, en dat je tijd en motivatie in je werk hebt zitten. Als de redactie met een goed gevoel uit je brief komt, heb je al een streepje voor.

Maar jij hebt meerdere uitgevers benaderd, Rik!

Dat klopt!

Ik heb dan ook meerdere brieven geschreven, een voor elke uitgever.

Een eisenlijstje, inclusief de brief.

Voor het benaderen van de uitgevers heb ik mijn onderzoek gedaan. Voor elke uitgever heb ik de eisen op een rijtje gezet, waaronder ook de inhoud van de begeleidende brief, als die werd genoemd. Voorbereiding is al het halve werk!

Met die informatie kan je simpelweg aan het werk gaan. Met beperkte tijd, iets waar ik maar al te bekend mee ben, is het een kwestie van de klus in stukken opdelen. Ik heb elke avond een brief geschreven, tot ik klaar was. Elke avond was dus een kleine overwinning, een volgende stap, naar het uitsturen van mijn manuscript.

Die kleine stappen doen wonderen voor je motivatie.

Wel heb ik er op toegezien dat elke brief een verwijzing had naar mijn online aanwezigheid. Mijn LinkedIn wordt altijd benoemd, bijvoorbeeld, en als iemand deze website bezoekt zien ze gelijk hoe ik schrijf. Het is dus alleen maar in mijn voordeel om dat er ook in te zetten.

Ik ben benieuwd. Vroeger of later zal ik reacties krijgen die laten zien of mijn brieven de redactie hebben overgehaald!

Een pakkende synopsis

Bij het benaderen van een uitgever moet je verschillende dingen opsturen. De laatste versie van je manuscript is een gegeven, zodat de uitgever kan zien wat je hebt. Ook moet je jezelf een beetje proberen te verkopen, met een begeleidende brief. Deze brief is net zo belangrijk als het manuscript, maar misschien nog wel belangrijker is de synopsis.

Je schrijft een synopsis een beetje op dezelfde manier als je vroeger een boekverslag voor school schreef. In dit document lever je analyse van je eigen verhaal, zodat de uitgever goed voorbereid je manuscript in kan gaan. Hierbij hoef je geen blad voor de mond te nemen, zoals je misschien wel zou doen als je het tegen vrienden of familie over je boek hebt. Je hoeft de uitgever niet te beschermen en het verhaal voor ze verborgen te houden, immers!

De structuur van mijn synopsis.

Het doel van de synopsis is om er voor te zorgen dat de uitgever snel kan zien wat ze kunnen verwachten. Met dat in je achterhoofd, is het zaak dat de lezer eenvoudig door het document kan zoeken. Net als in deze blogjes, werk ik dus met kopjes en onderwerpen.

Het eerste kopje gaat puur over de achtergrond van het verhaal. In het geval van Declipse: Revolutie is het een korte uitleg over de iteraties en het ontstaan van het idee. Daar voeg ik nog aan toe wanneer het manuscript is geschreven, maar deze twee paragrafen zijn niet lang.

Vervolgens vat ik het verhaal samen. Dit is een stevig stuk tekst, want Declipse: Revolutie is een flink verhaal met drie verschillende hoofdpersonen. De verhalen van Alex, Danil, en Yelena krijgen alledrie een moment in de schijnwerpers. In het derde kopje worden ze alledrie als hoofdpersonen beschreven, waarbij ik dieper op hun motivaties en achtergrond in ga.

Bijpersonen zijn wat mij betreft nooit een onderdeel geweest van een goed boekverslag. Het heeft geen zin om elke naam in het boek op te sommen, maar toch stip ik kort de grootste kleinere spelers aan. Het helpt bij het beoordelen om vooraf te weten op welke namen je moet letten, dus dit doe ik voor de uitgever. Voor een lezer is het leuker om dat zelf te ontdekken, maar als je al tientallen boeken moet beoordelen…

Als laatste beschrijf ik nog kort de thema’s en het beoogde publiek voor Declipse: Revolutie. Er zijn verschillende thema’s die ik belicht in het verhaal, waardoor het ook voor een breder publiek geschikt is. Voor de nieuwsgierigen: Declipse: Revolutie (en de rest van de Declipse serie) is geschikt voor thrillseekers en mensen die van Young Adult houden.

Mijn Synopsis en Begeleidende Brief!

Is dit ook waar uitgevers naar zoeken?

Elke uitgever is anders, maar gelukkig hebben veel wel één ding gemeen. Ze hebben regels voor het insturen van een manuscript met synopsis op hun website staan. De ene uitgever wil meer zien dan de andere en dat is ook iets om rekening mee te houden. In mijn proces heb ik uitgeverijen gezien die je acht pagina’s gunnen om je synopsis in uit te werken, maar ook die maar twee pagina’s willen zien.

Deze verschillen zorgen er dan ook voor dat het onmogelijk is om één synopsis te schrijven die voor iedereen van toepassing is. Van de ene uitgever krijg je gewoon meer ruimte om alles uit te leggen dan van de andere.

Het is uitdagend, maar het is zaak om te leren schrappen. Als je minder ruimte krijgt, kan je bijvoorbeeld de samenvatting beperken. Laat bijzaken en uitleg weg en blijf bij de feitelijke opsomming van wat gebeurt in het verhaal. Vergeet de bijpersonen, leg de nadruk op de hoofdpersonen.

Ik heb van lang naar kort gewerkt. Ik maakte me geen zorgen over een maximumlengte voor de eerste versie van mijn synopsis. Daarmee had ik de ‘perfecte’ versie, waarna ik ben gaan schrappen en aanpassen waar het nodig was. Uiteindelijk kon ik de synopsis van Declipse: Revolutie precies vormen naar de eisen van de uitgevers. Iedereen heeft dat gekregen waar ze om gevraagd hebben.

De uitgevers gaan daar ongetwijfeld zelf ook een mening over hebben. Ik ben benieuwd!

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑