rikgeuze.com

Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Pagina 4 van 8

Actualiteiten in Fictie

Tijdens de afgelopen maand heb ik meerdere blogjes besteed aan het herinneren van de weg die Declipse heeft afgelegd. Het is een product van liefde, maar tijdens het derde blogje kwam er een pijnlijk punt naar boven. De actualiteiten hadden mijn fictie ingehaald.

Om te herhalen wat ik destijds heb geschreven: Europa kende een relatieve vrede. We waren enigszins tevreden met elkaar en er hing weinig dreiging boven ons hoofd van onze directe buren. Natuurlijk waren er meer dan genoeg verhalen van geweld in het nieuws, maar dat was allemaal niet in Europa. Voor iemand die de wereldkaart niet goed kende, had het net zo goed op een andere planeet kunnen gebeuren. Enkel op het nieuws kwam het nog regelmatig terug.

Actualiteiten zijn overal te vinden en ze zijn nooit je vrienden.

De actualiteiten haalden me in

Dat is allemaal veranderd. Het is inmiddels bijna niet weg te denken uit het nieuws. Het is moeilijk te geloven dat er al twee jaar een oorlog woedt in Europa, maar toch is het zo. We hebben ons altijd als vooruitstrevend beschouwd, zoekend naar vrede. Een oorlog op Europees grondgebied was ondenkbaar. Er was een annexatie die achteraf gezien minder vriendelijk was dan ik destijds begreep, maar verder…

Ik voelde me dan ook gesterkt in mijn idee om een klassieke vijand te nemen. De Russische grootmacht was al een tijd lang niet meer in de actualiteiten geweest. In tientallen, misschien wel honderden verhalen waren ze al de vijand. Een verhaal extra kon geen kwaad, toch?

Jarenlang heb ik geschreven met dit in het achterhoofd. Het was allemaal leuk, onschuldig, en, misschien wel het belangrijkste, verre van de realiteit. Langzaam maar zeker verwerkte ik fantasie tot verhalen en structuren. Mijn magnum opus begon vorm te nemen. Ik maakte plannen om het allemaal tot één groot geheel te verwerken. Ik had er vertrouwen in.

En toen was het februari 2022. Het was opeens onmogelijk om beelden van een grootscheepse aanval op het nieuws te vermijden. De actualiteiten werden gevuld met beelden van een front dat elke dag dodelijker en venijniger werd.

Mijn fantasieën leken opeens niet meer zo onschuldig.

De reacties van anderen

Ik heb mezelf tijdens het schrijven en reviseren meerdere keren moeten verzekeren dat wat ik deed… niet verkeerd was. De brede lijnen van het verhaal van Declipse waren al lang vóór die gebeurtenissen uitgewerkt. Er waren geen banden tussen mijn slechterikken en de mensen in de actualiteiten… maar toch.

Als mensen me vroegen te vertellen waar mijn verhaal over ging, kreeg ik vreemde blikken. Het maakte mensen ongemakkelijk om het onderwerp van een instabiel Rusland te bespreken. Er werden conclusies getrokken en ik heb meerdere gespannen gesprekken gevoerd.

Ik kan het aantal mensen dat me indirect beschuldigde van het verheerlijken van de oorlog niet op één hand tellen. Ik kon me hier wel tegen verdedigen – zie de punten die ik hierboven maakte – maar het maakte elk gesprek geladen. Achteraf gezien had dat misschien een hint moeten zijn dat mijn timing niet perfect was.

Maar ik had net de motivatie ontwikkeld en het verhaal geschreven. Ik was gehamerd om het door te zetten en het alsnog te proberen.

Waren de actualiteiten tot last?

Uiteindelijk heeft geen enkele uitgever mijn afgemaakte manuscript geaccepteerd. Ik kan niet met zekerheid zeggen of deze problemen daadwerkelijk tot die afwijzingen hebben geleid. Geen enkele uitgever heeft me daadwerkelijk een reden gegeven… maar het idee leeft wel in mijn hoofd. Uitgevers zullen je nooit vertellen waarom ze je manuscript afwijzen, daar hebben ze het gewoon te druk voor.

Ergens in mijn achterhoofd wil ik niet geloven dat het nieuws de reden van afwijzen was. Hoe graag ik ook geloof dat de versie van Declipse die ik uiteindelijk ingediend perfect was, niets is minder waar. Het zit vol met fouten in stijl en verhaal, ook al was het weer een stap in de juiste richting. Dat is waarom ik momenteel aan het oefenen ben.

Het verhaal van gisteren bevatte weer een hoop veranderingen in mijn stijl. Valt het op?

Wat kan ik hier aan doen?

Niet veel. De actualiteiten zullen altijd actueel blijven en de dingen die momenteel gebeuren zullen nog lang in het geheugen blijven. Hoewel Declipse haar eigen verhaal heeft, zal het wel herinneringen en vergelijkingen uitlokken. Betekent dit dat ik weer terug moet naar de tekentafel? Moet ik alles omgooien, vanwege de dingen die momenteel in de wereld gebeuren?

Pierce Brown kreeg zijn razend populaire Red Rising serie pas aan de man toen hij een Hunger Games element had toegevoegd. Dat was wat op dat moment populair was en daarvoor heeft hij aanzienlijke delen van zijn verhaal veranderd. Brandon Sanderson is op dit moment toe aan het slaan met deluxe ‘Prime’ versies van zijn boeken. De eerdere vormen van zijn grootste hits. Deze versies lijken niets op de versies die uiteindelijk zijn uitgegeven en laten alleen maar zien hoe veel werk hij heeft verzet. Hij heeft alles veranderd vóór hij razend populair werd.

Kortom: teruggaan naar de tekentafel hoort er bij. Of ik dat voor Declipse ga doen, moet ik nog bekijken. Er zijn nog genoeg andere verhalen waar ik naar kan kijken vóór Declipse weer om de hoek komt. Ik kan altijd gaan nadenken over dingen die ik wil veranderen, of wil houden. Een frisse wind heeft soms wat tijd nodig om te waaien, immers!

De tijd zal het leren.

De Contracthouders: Demonische Verrader

Als vakkenvuller bij de Albert Heijn heb je meer dan genoeg tijd om te dagdromen. Product na product ben je de vakken aan het bijvullen, een proces dat niet direct enerverend is. Tijdens die hersendodende uren (en ik heb er een tijd gewerkt) werden de eerste zaadjes geplant voor de Contracthouders. Vreemd genoeg was mijn eerste beeld dat van een krijger die een lading vruchten schilde door ze in de lucht te werpen en de tijd stop te zetten. De vruchten vielen daardoor in een oogwenk geschild en gesneden op hun plek.

Ik werkte in een Albert Heijn. Ik was omringd met groenten en fruit. Kan je het me kwalijk nemen?

Het is een wereld die ik nooit heel goed heb uitgewerkt, maar altijd achterin mijn hoofd is blijven hangen. Ooit heb ik er een (heel) kort verhaal voor geschreven dat meer gebruikt werd om een beëindigde relatie te verwerken, maar meer ook niet. Ondanks die achtergrond was het wel een grondlegging voor wat ik wilde bereiken. De essentiële onderdelen waren er. Er was een geheime oorlog, die stilletjes achter de schermen werd uitgevochten. De hoofdpersonen behoorden tot één van de strijdende zijdes en probeerden nieuwe krijgers te ronselen.

Het korte verhaal voor April heeft hierdoor ook meer tijd doorgebracht in de planning dan anderen. Ik heb besloten om de wereld eerst wat vlees te geven, voor ik er echt in zou schrijven. De geheime oorlog moest een reden krijgen, de strijdkrachten aan beide zijdes een motivatie. Hoewel ik die reden maar amper heb belicht in dit verhaal, zijn de beide kanten goed tot hun recht gekomen.

Volg deze maand Else, een studente in Business en Marketing en een van de Contracthouders. Haar baas heeft een opdracht voor haar die haar loyaliteit en vaardigheden zullen testen. Als Else er achter komt wie ze tegenover zich heeft staan… is niets meer zeker.

Lees of download het verhaal hier!

Uiteindelijk heb je Declipse

Na letterlijk jaren geschreven te hebben, kom je uiteindelijk uit bij de hedendaagse tijd. De geschiedenis duurt maar zo lang, immers, en de tijd laat niet op zich wachten. Vorige week beschreef ik het proces waarmee we uiteindelijk bij de bekendste vijand in fictie ooit uitkwamen. De weken ervoor over het prille begin en de eerste kunstwerkjes. Deze week wil ik uitwijden over de allerlaatste pogingen. De iteraties waarvan ik er zeker was dat ze het waren.

Gezien de boeken nog niet in de winkel liggen, denk ik dat de conclusie al vaststaat. Ook deze iteraties mochten het niet zijn.

Hard werk geeft uiteindelijk resultaat

Zoals ik wel eens eerder heb verteld, doe ik regelmatig mee met NaNoWriMo. Het doel is om in een maand tijd een verhaal van 50.000 woorden te schrijven. Tijdens verschillende jaren… ben ik daar nogal overheen gegaan. Tot ik mijn schrijfstijl aan begon te passen, haalde ik eenvoudig 1000 woorden per half uur. Mijn hoofdstukken waren destijds tussen de 5000 en 10.000 woorden lang. Uiteindelijk kom je bij een gemiddeld boek dan uit op zo’n 12 hoofdstukken.

In 2019 kwam ik tot de conclusie dat een jaar 52 weken heeft. Als je de (ruwweg) vier weken van november daar van aftrekt, blijven er 48 over. 48 is door twaalf te delen, wat op vier neerkomt… en ik had vier boeken van Declipse gepland.

Uiteindelijk kom je op een logische verdeling uit.

Ik was trots op deze logica.

In de eerste week van januari begon ik met schrijven. Eén hoofdstuk per week zou uiteindelijk, tegen het einde van maart, naar het eerste boek leiden. Het zou de Hemingway Versie zijn, maar het was in ieder geval een verhaal. De tweede en derde boeken werden op dezelfde manier geschreven. Enkel het vierde boek werd kort onderbroken… omdat november midden in het schrijfproces viel.

Dat was raar.

Een verhaal met problemen

Het was een versie die vol zat met onregelmatigheden en problemen van verschillende vormen en maten. Een romantisch subplot werd uitgewerkt op hetzelfde tempo als ik het eerder had gedaan voor een schrijfwebsite, maar op die website lag het tempo heel anders. Daar schreef ik doelloos, zonder echt over een plot na te denken, maar de romance kreeg in ieder geval de tijd om te groeien.

In deze versie hield ik hetzelfde moment voor de romance aan, maar lag het tempo hoger. Alex en zijn partner waren halverwege het eerste boek al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Helaas (of misschien gelukkig) bleek dit naast onwaarschijnlijk, ook zeer onbevredigend.

Daarnaast had ik een roleplay geleid in dit verhaal en was ik er op gehamerd om de acties van de spelers terug te laten komen in de boeken. Helaas deed ik dat onhandig en ongestructureerd, waardoor een lading nieuwe karakters opeens onaangekondigd in het vierde boek verscheen.

En ik had veel te veel karakters. Ik had een handjevol hoofdpersonen, maar ruim veertig bijpersonen die ik onmogelijk allemaal kon belichten. Toch probeerde ik elk van hen een emotioneel gewicht mee te geven.

Dit lukte dan ook niet.

Al in al was het een heel ruwe versie van een uiteindelijke visie. Ik heb dingen wel eens beter aangepakt, maar er kwam ook iets goeds uit: ik vroeg feedback. Een van mijn vrienden heeft elk verhaal bijna religieus gelezen en bekritiseerd. Hij heeft zich als een soldaat door alle spellings- en grammaticafouten heen gewerkt. De rommelige schrijfstijl, de grove verhaallijn… en hij heeft ongezouten kritiek gegeven.

Aan het einde van het jaar had ik wel wat bereikt. Ik had mijn Hemingway versie. Ik had feedback. Het was een kwestie van deze feedback meenemen.

Uiteindelijk moet je gaan verwerken.

Ik probeerde in 2020 enthousiast te beginnen met herschrijven. Het romance subplot werd omgegooid en Alex en zijn partner eindigden het eerste boek als goede vrienden, in plaats van als partners halverwege het boek. Onnodige bijpersonen werden geschrapt. Een tweede versie van het eerste boek is zelfs afgerond…

Maar ik verloor motivatie tijdens het herschrijven van het tweede boek. Hele hoofdstukken werden geschrapt. De tijdlijn werd van de grond af opnieuw opgebouwd… maar ik hield te strak vast aan mijn twaalf hoofdstukken. Het was mijn leidraad, mijn houvast, en uiteindelijk mijn ondergang. Uiteindelijk had ik een aanzienlijk deel van een hoofdstuk in het midden weggekopieerd, zodat ik het aan het einde kon gebruiken. Significante delen daarvan moesten herschreven worden, maar als ik bij het einde kwam, kon ik ook aardig wat hergebruiken.

Daar ben ik alleen nooit gekomen. Ik heb het enorme project opzij gelegd en ging me op iets anders concentreren. Na anderhalf jaar vond ik dat ik het wel verdiend had. Het enige dat jammer is, is dat ik het vervolgens niet meer op heb gepakt.

Tijdens NaNoWriMo schreef ik nog wel voor Declipse, maar voor de vervolgboeken. Het verhaal dat ik voorzichtig aan het uitwerken was en dat op het viertal boeken zou volgen. In 2020 en 2021 schreef ik daar ook twee verhalen voor, hoewel ze nog steeds niet helemaal klikten.

En toen, in 2022… kreeg ik het op mijn heupen.

De laatste versie

In maart van 2022 kreeg ik een idee voor het eerste deel van Declipse. De laatste paar versies van het verhaal hadden ruwweg dezelfde lijnen gevolgd en ik kreeg het gevoel dat ik vast zat. Ik moest het opschudden, er moest verandering in komen.

Ik besloot dat te doen door de aanblik te veranderen. Sommige punten kon ik loslaten, maar ik introduceerde ook twee nieuwe hoofdpersonen. Yelena en Danil konden een blik op de Russische kant van het verhaal werpen terwijl Alex de Declipse kant belichtte. Om ze allemaal een gelijke hoeveelheid ‘schermtijd’ te geven, heb ik hun verhalen heel hard opgesplitst. Elk hoofdstuk belichtte ik eerst de ene, daarna de volgende, en daarna de derde. Het vierde hoofdstuk begon weer bij de eerste.

Deze structuur was ook niet zonder problemen. Omdat het eerste boek vooral was bedoeld om een opzet te geven, liepen de drie verhalen nogal los van elkaar. Als het drie verschillende boeken waren geweest, hadden de verhalen net zo goed gewerkt. Ze hadden allemaal hun eigen begin, midden, en eind. Allemaal hadden ze een spanningsboog en een climax. Er waren wel wat verwijzingen tussen de verhalen, maar daar was het wel mee gezegd. Tijdens volgende boeken zouden deze hoofdpersonen elkaar tegen moeten komen, maar in dit eerste boek leefden ze langs elkaar heen.

Daarnaast had ik minder tijd om het verhaal te vertellen dan ik gewend was. De originele Declipse verhalen waren elk twaalf hoofdstuken en concentreerden zich volledig op Alex. Nu moest ik drie hoofdpersonen belichten, dus zou ik maar vier hoofdstukken hebben. Ik besloot het boek dan ook uit te breiden naar 30 hoofdstukken, om iedereen tien hoofdstukken te geven. Daarmee hadden alle karakters minstens 50.000 woorden om mee uitgewerkt te worden.

Het werkte. Ik liet al mijn heilige huisjes in elkaar storten en maakte een opzet voor een compleet nieuwe Declipse. Een nieuwe generatie van het verhaal, een volgende opzet.

Uiteindelijk werd dit monster van een verhaal tijdens NaNoWriMo 2022 geschreven.

Wat is uiteindelijk het resultaat?

Het resultaat… is dit blog. Ik had zo veel vertrouwen in deze versie van Declipse, dat ik het hele proces ben gaan beschrijven. Na een controleronde en een feedbackronde ging het manuscript eind 2023 naar uitgevers.

Het is afgewezen door elke uitgever die ik het heb aangeboden.

Dit is wat er gebeurt als je als amateur denkt dat je een meesterwerk neerzet. Soms heb je een parel, maar de meeste amateurs zijn precies dat: mensen die maar wat doen.

2024 heeft me echter een hoop geleerd en we gaan door. Hoewel Declipse even op de warmhoudvlam is gezet, ben ik het niet vergeten. Ik concentreer me nu alleen even op andere projecten.

Projecten die misschien uiteindelijk wel resultaat gaan bieden.

De tijd zal het leren.

De Tegenstanders van Declipse

In dit derde autobiografische bericht wijd ik verder uit hoe Declipse tot stand is gekomen. Het heeft een lange reis doorstaan. Van een vluchtig bij elkaar gegooid karakter voor een roleplay, tot een hoofdpersoon van een verhaal. Of, dat was het plan. Ondanks het feit dat er jaren voorbij zijn gegaan, had ik nog steeds geen idee van de tegenstanders voor mijn hoofdpersoon.

Of een naam. Ze hadden ook nog steeds geen naam.

Eerst de tegenstanders.

Wat had ik wel? Tegen de tijd dat ik mijn korte stripje had geschreven, wist ik wat Declipse was. Het was een mysterieuze onafhankelijke militaire organisatie die de wereld ging redden. Ze waren verscholen van het oog van de samenleving en waren klaar om iedereen te helpen. Het enige wat ik nog vast moest stellen, was waar tegen ze iedereen moesten beschermen.

Het was een tijd dat ik veel films keek. Ik ging regelmatig naar de bioscoop en werd veel blootgesteld aan allerlei soorten thema’s. De mysterieuze organisatie met een ondergrondse basis was geïnspireerd door xXx, bijvoorbeeld. Ik wilde dat ze bedreigd werden door iets waarvan iedereen het eens was dat het een probleem was.

Tijdens een eerste iteratie waren het simpelweg terroristen. Vergeet niet: Declipse werd midden in de War on Terror geboren. In Nederland waren we veilig, maar terrorisme was iets waar we elke dag wel van te horen kregen. Het was bijna vanzelfsprekend om een terroristische organisatie te verzinnen… en ik begon te schrijven.

Het werkte niet.

Ik weet niet waarom, maar het klikte niet met me. Een willekeurige terroristische dreiging was spannend, maar gaf me niet de inspiratie die ik zocht. Misschien was het zelfs wel te eenvoudig in die tijd, omdat we er elke dag mee te maken hadden. Het sprak niet tot de verbeelding en het wierp blokkades op die ik niet kon, of niet durfde, te nemen. Wat als het te realistisch was, of iemand zich er te veel in zou herkennen?

Het waren dingen waar ik me mee bezighield. Ik weet niet goed waarom. De actualiteiten zijn immers iets waar veel over geschreven wordt.

Een volledige ommekeer

Als de actualiteiten me niet konden helpen, dan zou de science fiction dat misschien wel kunnen. Op een gegeven moment besloot ik dat menselijke tegenstanders te alledaags waren en dat iets bijzonderders nodig was. Ik besloot te kijken naar buitenaardse wezens en andere monsters. In een van mijn eerste schetsen kwam de ‘multidimensionale kip’ voor, iets dat absoluut tot de verbeelding sprak.

Nee, ik ben niet sarcastisch, dat lijkt maar zo.

Ooit, in een ver, ver verleden, heb ik twee of drie hoofdstukken geschreven met dit concept. Het klikte nog minder goed dan de terroristische dreiging deed. Ik kon geen motivatie bedenken, geen reden voor het verschijnen van deze dreiging. Het was te absurd, te vreemd, en Declipse was in mijn hoofd te geaard in de echte wereld. De monsters en buitenaardse wezens vielen zo ontzettend uit de toon dat ik het niet over mijn hart kon krijgen om er over te schrijven.

Ook dit idee werd opzij gezet, hoewel het nog wel is blijven leven voor andere verhalen. Mijn hoofdpersoon bleef iemand zonder drijfveer, zonder conflict om hem een reden tot bestaan te geven.

De meest voorkomende tegenstanders

Uiteindelijk, na lang nagedacht te hebben, kwamen we toch weer uit bij de grootste vijand van de mensheid.

Andere mensen.

Ik was in een Westerse samenleving opgegroeid, in een Europa dat verwoed probeerde om zich te verenigen. Amerika werd op school aan ons geïntroduceerd als de grote broer die iedereen veilig hield. Het was een avontuur om naar dat enorme, welvarende land te gaan.

Aan de andere kant van Europa was Rusland, en daar was het allemaal koek en ei mee. Ja, er was op een gegeven moment een hoop spanning, maar… dat behoorde allemaal tot het verleden. De wereld was verder gegaan en we waren vrienden geworden.

Sommige dingen kunnen zo snel veranderen.

Toch besloot ik uiteindelijk een greep te doen in de oude verhalen. De boeken en films van vóór 1990, die wild speculeerden over van alles en nog wat. Het was een veelbesproken onderwerp…

En een spel dat ik veel speelde, Call of Duty 4, gebruikte de Russische bevolking als een prominente mede- en tegenstander.

Gesterkt door een vlaag van inspiratie en een Command & Conquer fanfictie besloot ik deze wereld uit te schrijven. Destijds schreef ik voor een verhaalwebsite die ik vandaag niet meer terug kan vinden. Alles werd in Word geschreven, dus zelfs die eerste versie staat nog…

Ergens.

Ik gooi nooit wat weg.

En de naam?

De naam van mijn hoofdpersoon is door een paar iteraties heen gegaan. Ze begonnen natuurlijk simpelweg als ‘Gamma 2’. Helaas was die naam niet bestand tegen een groep nieuwsgierige tieners, dus moest ik snel denken.

Door de wijze waarop de scènes destijds in mijn hoofd ontstonden, had ik de neiging om mezelf in te beelden als hoofdpersoon. Deze hoofdpersoon kreeg geidealiseerde trekjes van mezelf mee en het duurde niet lang voor ze naar mijn forum avatar vernoemd werden. ‘Rikko’, is hoe ik mezelf destijds noemde.

Kijk of je nog iets van me terug kan vinden. Ik ben benieuwd.

Maar dat is een naam die niet werkte in het Nederlands. Ik heb een tijdje geprobeerd om de self-insert volledig te omarmen en deze hoofdpersoon ‘Rik’ te noemen. Voor Darren O’Shaughnessy werkte het immers ook fantastisch en hij schreef uitstekende boeken.

Ik kon het echter niet. Voor mij voelde het vreemd en pretentieus. Ik heb mezelf door een paar iteraties van het verhaal heen geduwd en heb het uiteindelijk opgegeven.

Uiteindelijk viel de naam op ‘Alex’. Ver genoeg verwijderd van mijn naam om het idee van een self-insert opzij te kunnen zetten…

Maar net als ‘Gamma’ terug is blijven komen in de Declipse verhalen, is het nog steeds een verwijzing waar het vandaan kwam. De mensen die mij al langer kennen, weten waarom.

Volgende week

Deze kleine introspectie gaat nog één week volhouden. Dan heb ik een maand lang teruggekeken. Volgende week zal ik de meest recente iteraties langsgaan en een greep doen in de feedback die ik kreeg. Daarna wordt het weer tijd om vooruit te kijken.

Tot dan!

De verdere Declipse geschiedenis

Vorige week ben ik begonnen met het uitwerken van de geschiedenis van Declipse. Het is een verhaal dat al sinds de middelbare school in mijn hoofd zit. Misschien was ik wat ambitieus om te stellen dat ik het hele verhaal in één blogje uitgewerkt zou krijgen. Ik maak geen beloftes over hoe lang ik hier over kan schrijven, het is gewoon te veel. Laten we kijken hoe ver we vandaag komen!

De eerste benoeming

‘Declipse’ viel voor het eerst in mijn gedachten op de fiets naar school. De naam betekende niks, wat naar mijn idee een perfecte naam maakt. Er zijn genoeg namen in de geschiedenis met betekenissen, maar in dit geval was het onnodig. Een betekenis voegde complexiteit toe waar dat niet nodig was. Het enige wat ik op dat moment nodig had, was een vervanging voor ‘The Centre’. Dat was immers gestolen, volgens een van mijn vrienden, en dat wilde ik niet. Ik wilde van die beschuldiging af en Declipse volstond.

Het logo, het omgekeerde oog dat ik regelmatig onder Declipse-gerelateerde posts zet, volgde snel. Wederom was het iets dat weinig uitmaakte. Iets waar geen context voor nodig was en waar geen betekenis aan hing. Hier is geen proces van iteratie na iteratie te vertellen. Ik begon met tekenen en een paar variaties verder had ik dit symbool.

Met de tekening was er echter wel iets anders dat belangrijk was. Ik had iets om aan Declipse te koppelen, een symbool dat een organisatie kon behartigen.

Een symbool dat ik in tekeningen kon laten terugkomen.

Mijn geschiedenis van tekenen

Het was een tijd dat ik veel tekende. Ik bakte er niet veel van, maar het was leuk en ik kon het stiekem doen tijdens de les. Ik tekende op van alles: overgebleven formulieren, de achterkant van handouts, in kladblokjes. Een van mijn favoriete artiesten vertelde me dat hij graag in Moleskine notebooks tekende, dus ik kocht er ook een. Het opende een wereld van gemak voor me, maar bood ook een hoop uitdagingen.

Ik was namelijk niet onder de indruk van de kwaliteit van die tekeningen als ik ze inscande. Negentig procent van mijn sociale leven bestond destijds op het internet, dus ik wilde die tekeningen delen. De Moleskine pagina’s waren echter getint, iets dat onvermijdelijk te zien was op een scan.

Daarom deed ik wat alle redelijke mensen doen: ik kocht een tekentablet. Ik was in de volle veronderstelling dat het me toe zou staan om hoge kwaliteit tekeningen te maken. Ik zou er beter mee worden en ik zou dingen neerzetten waar ik trots op kon zijn. Met een gekraakte versie van Photoshop die ik maar amper begreep ging ik aan de slag. Ik kon een strip gaan tekenen!

Het resultaat… staat hieronder.

Een blik op de visuele geschiedenis van Declipse.

De geschiedenis is niet altijd iets om trots op te zijn

Het logo komt er al in terug!

Waar keken we net naar?

Het was een periode waarin Declipse eindelijk vorm begon te krijgen. Mijn hoofdpersoon had bijkarakters en een uiterlijk dat ik vast kon zetten. Hij had een plek in de organisatie: Team Gamma, een verwijzing naar zijn prille begin. Project Gamma 2 leefde nog steeds voort in zijn team en collega’s. Het idee van een verhaal begon zich werkelijk in mijn hoofd te planten. Het logo kwam dan ook vaker en vaker in mijn tekeningen voor, ook waar mijn hoofdpersoon nergens te bekennen was. Ik tekende en fantaseerde en probeerde het allemaal in dezelfde wereld te plaatsen.

Het was de tijd dat ik op school vaker in de mediatheek te vinden was.

Het was de donkere tijd, de tijd voordat iedereen een computer tot zijn of haar beschikking had. Er werd verwacht dat je notities met de hand maakte en dat je met pen en papier aan je werk zat. Je had ringbanden vol papier en tientallen schriftjes om je tas mee te vullen…

Maar er was een mediatheek! Rijen van computers die iedereen kon gebruiken. Iedereen had een account, zodat je elkaar niet in de weg zat. Je mocht niets opslaan op je account, dat kon nog niet, maar er werden 3,5″ floppydisks verkocht achter de balie!

Mooie tijden. Tijden waarin we in de mediatheek zo min mogelijk schoolwerk deden. Een van mijn vrienden schreef aan zijn roleplay campagne, ik schreef voor Declipse. De verhalen nam ik zo mee naar huis, waar ik ze veilig op mijn computer kon opslaan.

Ik gooi bijna nooit bestanden weg.

Het waren er aardig wat en ik gooi nooit een bestandje weg.

Een geschiedenis van experimenteren

De strip heeft het niet lang overleefd. Het duurde niet lang voor mijn interesses verschoven en ik inzag dat deze tekeningen misschien niet voor mij waren. Daardoor kon ik me concentreren op wat mij makkelijker af ging: verhalen schrijven. Het waren simpele verhaaltjes, vaak niet meer dan een pagina of twee lang. Enkele honderden woorden, misschien iets meer dan duizend.

In die periode had ik mijn hoofdpersoon bepaald. Ik had zelfs al bepaald wat voor ongevallen ze zouden overkomen, wat voor lange verwondingen. Sommige dingen zouden veranderen, anderen zouden verdwijnen. In zijn eerste iteraties had hij een litteken over zijn oog dat op een gegeven moment verdwenen is. In plaats van polo’s ben ik pantsers voor ze gaan ontwerpen…

Maar ik wist nog steeds niet wat voor antagonist hij moest verslaan… en hij had nog steeds geen naam.

Dat is waar ik volgende keer tijd aan ga besteden.

De eerste iteraties van Declipse

Declipse begon zich al te vormen toen ik nog in de brugklas zat. De eerste iteraties zijn, zoals je wel verwacht, geïnspireerd door de dingen waar ik me toen mee bezig hield. Een hoop van die eerste ideeën zijn door de tijd verloren gegaan, waardoor het ophalen van die herinneringen moeilijk gaat. Toch wil ik kijken hoe ver ik kom. Het is een belangrijke geschiedenis voor mij.

We beginnen namelijk met een ongeluk.

Niet rennen in het zwembad.

Het is een uitspraak die we allemaal wel eens hebben gehoord. Het is glad in een zwembad en als je niet oppast, ga je onderuit. Dit heb ik aan den lijve ondervonden toen ik in de brugklas, tijdens een schoolkamp, besloot te rennen in het zwembad.

Ik denk dat ik nog mazzel heb gehad. Met alles dat kon gebeuren, heb ik enkel een gebroken voortand overgehouden aan de val. Helaas was het een van mijn permanente tanden en de verhalen van mijn collega brugklassers hielpen me niet. Ze vertelden me maar al te graag dat mijn andere tand bijgevijld zou worden om ze weer passend te maken.

De tandarts heeft het geheel in ere hersteld. Er kwam geen vijl aan te pas, zelfs!

Destijds ging ik op de fiets naar school, dus ik had veel tijd om te dagdromen op de fiets. Ik dacht aan manieren waarop ik deze afschuwelijke, traumatische gebeurtenis had kunnen voorkomen. Een pantser dat ik op kon roepen op het moment dat ik het nodig had, had mijn tand kunnen redden.

Het was een bescheiden begin, maar het gaf de aanzet voor vele volgende iteraties aan Declipse.

Eerste iteraties zijn altijd raar.

Destijds bracht ik tijd op een forum door, waar ik voor het eerst in contact kwam met roleplaying. Iedereen had wel een of meerdere karakters die ze speelden, waar ik tussen probeerde te passen. Met mijn ideeën van een automatisch pantser probeerde ik iets overtuigends te schrijven… maar het lukte niet echt. Ik beschreef een bijzonder pantser en een mysterieus persoon die er als testpersoon aan was gebonden. Hun naam? Project Gamma 2.

Wat was Gamma 1? Niemand weet het. Was er een Alfa en een Bèta? Mogelijk. Is iemand ooit achter de antwoorden op deze vragen gekomen?

Ik had er zelf geen antwoorden op. Het was een idee, maar het was mijn idee… maar het was wel een idee waar aan gewerkt moest worden.

Power Rangers?

Het was een rage in de 90’s en een inspiratie voor mij in het nieuwe millennium. Ik wist dat er nieuwe iteraties nodig waren. Wat ik had was okay, maar ik merkte wel dat anderen mijn Project Gamma 2 niet heel serieus namen.

Dus ik veranderde dingen. Het woord ‘iteraties’ was mij destijds onbekend, maar toch was dat precies wat ik deed. Ik pakte wat niet werkte en keek of ik het werkend kon maken. In dit geval had ik een onbekend persoon, die enkel bij mijn gebruikersnaam werd genoemd. Ik poogde hem motivaties te geven door hem een team van mensen te geven. Die mensen waren bedoeld om hem een achtergrond te geven en waren gebaseerd op stereotypes en typetjes.

Ze hadden stuk voor stuk meer persoonlijkheid dan mijn ‘hoofdpersoon’, destijds. Omdat ik nog steeds werkte met het idee van een pantser op afroep, hadden deze mensen natuurlijk verschillende kleuren pantser. Zo konden ze uit elkaar worden gehouden.

In de loop van een jaar of twee heb ik deze karakters gespeeld in verschillende roleplays. In die tijd werden ze nog door een mysterieuze (jullie zien misschien een thema) organisatie ondersteund: the Centre. Ik had deze naam gekozen omdat het neutraal en spannend klonk en deze eerste iteratie heeft lang voor mij gewerkt.

In ieder geval tot ik er op werd gewezen dat ’the Centre’ ook een organisatie was in The Pretender. Toen was de lol er wel van af.

Kritiek leidt tot iteraties.

Het zal inmiddels wel opvallen dat ‘Declipse’ tot nu toe nog niet gevallen is. Declipse zelf kwam ontstond onderweg naar school, terwijl ik door een park heen fietste. De naam kwam als eerste, de organisatie volgde niet veel later.

En het verhaal zelf… dat komt volgende week. Dit was het prille, prille begin. Een begin dat zelfs voor mij tot een nevelig verleden behoort. Het echte werk begon hierna pas, toen ik het nodig vond om een verhaal te schrijven.

Daar zal ik volgende keer over vertellen!

Tortured Artist: Making of a Monster

In the beginning of this year, I had promised myself that I would write a short story every month. In the same period, I also started competing in writing competitions. One of these competitions got me something tangible: writing lessons.

This short story is the first time I’m trying to put the lessons I’m learning into use. The style may be a little different than I’m used to, so let me know what you think!

The world of Tortured Artist (definitely a working title) has been in my head for a while. Which world isn’t? It started out as a shameless self insert, for it is a world in which creativity brings out magic. Some people can use this magic and a hidden society has formed around these people. Writers and artists summon, musicians and dancers generate power, and so forth. The applications are thousandfold.

Unfortunately, a story without villain is no good. As I try to use these short stories to practice and try new things, this is one of these stories. The villain origin story is a classic, after all, so it felt nice to use this as an introduction to the world. Even for me, this was an experience, after all.

Follow Ray Miller as he deals with teachers, friends, and foes alike. He will be surprised by what is to find him and what is to meet him. Will he come out the same as he goes into this story?

Read the story itself, or download it as .pdf or .epub here!

Beter goed gejat…

Eerder heb ik het al gehad over dingen die mij inspireren, in een poging om voorbeelden van inspiratie te noemen. Het was een goeie poging, maar ik heb ook een bekentenis gemaakt in dat bericht. Ik steel wat los en vast zit. Het kopje waarin ik dat toegaf, had zelfs dezelfde naam als deze post! Stelen hoef je duidelijk niet alleen bij een ander te doen.

Is het acceptabel om dingen van een ander te gebruiken en het ‘inspiratie’ te noemen? Je zou zeggen dat ik dat al een beetje heb prijsgegeven dat ik het okay vind. Toch is het in mijn vorige blogje wel duidelijk geworden dat een meer genuanceerde mening zeker mogelijk is. Hoe gaat dat bij stelen?

Er zijn allerlei vormen van stelen. Digitaal stelen.

Nee, stelen is niet okay

Als jij iets schrijft en ik ga er mee aan de haal, dan is dat stelen. Het betekent dat ik profiteer van jouw inzet, zonder er zelf iets voor te doen. Als ik claim dat het mijn werk is, steel ik misschien zelfs omzet die jij zou kunnen maken. Het is niet eerlijk en het is fout. Geen nuance mogelijk.

Als ik jouw werk neem, maar alle namen verander en het op mijn eigen manier naschrijf? Dat is nog steeds niet okay, maar derivatief. Het betekent nog steeds dat ik jouw moeite heb gepakt en van mij heb gemaakt.

Wat ben ik toch een rotzak.

Al het bovenstaande heeft één ding gemeen. Zodra ik beter word van jouw moeite, is er een probleem. Het is iets dat we al sinds de basisschool leren, maar het kan geen kwaad om het te herhalen.

Is er iets wel okay?

Er zijn verschillende vormen van stelen die wel okay zijn. Verwijzingen, bijvoorbeeld, zie je vaak langskomen. Let maar eens op hoe vaak urban fantasy verwijst naar een magiër die in het telefoonboek staat. Tel hoe vaak celnummer 2187 relevant is en hoe vaak de lengte van een bewaker relevant is. Kennen we trouwens nog een ander soort spion dan charmant en goedgekleed?

De literaire wereld staat vol met dit soort verwijzingen. Mensen noemen ze shout-outs. Het gaat puur om verwijzingen die fans herkennen, maar anderen missen.

Daarnaast zijn er natuurlijk dingen die zo veel voorkomen in fictie dat er geen origine is aan te wijzen.

Is het ook okay om een sprituele opvolger te maken? Een serie die gaat over de crew van een sterrenschip, op reis door het heelal, die met Aliens in aanraking komt en steeds maar weer in politiek gevoelige situaties terechtkomt? Klinkt dat bekend in de oren? Klinkt dat als Star Trek?

Of klinkt dat als The Orville, de serie die werd geschreven op basis van de formule van Star Trek. Je kan een concept zien en denken dat je het zelf beter kan. De kern van een verhaal kan verschillende kanten op gaan. Dat is immers wat ‘inspireren’ is: een idee pakken en er je eigen draai aan geven.

Stelen in privékringen

Schrijven doe je niet alleen voor anderen, voor de massa’s, of om aan te verdienen. De reden dat ik dit blogje was gaan schrijven was omdat een van mijn vrienden mij inspireerde:

Also, I want to emphasize that a lot of lore is heavily inspired by other fiction. So if you’re ever watching a show or playing a game and you’re thinking “Wait a second-“, please don’t blame me too much.

Niels

Vrienden onder elkaar, collega’s, en andere kennissen en metgezellen. Onderling kan je prima alles jatten dat los en vast zit. Je verdient er immers niets aan. Het is een conclusie die ik vorige week ook trok en waar ik zelf ook naar heb gehandeld.

Ik zou liegen als ik zei dat ik geen halve Roleplaying campagne heb gestolen van videogames. Het heeft vermaak opgeleverd voor mezelf en mijn vrienden.

Het wordt echter rommelig als je ideeën van diezelfde kringen overneemt. Binnen kringen worden vaak genoeg verhalen gepitched. Ik heb hele synopsises aan mijn vrienden voorgelegd in goed vertrouwen dat ze daar niet mee aan de haal gaan. Ik vertrouw mijn vrienden daar mee.

Het is zelfs niet ongehoord dat een proeflezer van een schrijver de verhaallijn pakt en zelf een boek publiceert. Als ze maar snel genoeg zijn, kunnen ze eerder zijn en is de originele schrijver opeens de dief.

Vertrouwen gaat een heel eind, maar het kan beter niet misplaatst worden.

Is er een conclusie over stelen?

Stelen is slecht.

Ik heb me laten inspireren door een uitspraak van mijn vrienden. Het uiteindelijke resultaat is meer een uitwerking van mijn mening dan iets informatiefs.

Ooit ga ik terug naar blogjes over mijn schrijfwerk. Ik beloof het.

AI gebruik in de creatieve wereld

Generatieve AI, zoals ChatGPT, is de laatste jaren steeds groter en geavanceerder geworden. Vroeger keken we nog met angst naar films als Terminator en beschouwden we het als een waarschuwing. Daar stond natuurlijk weer de KITT van Knight Rider tegenover, een fantastische hulp. De voorbeelden en suggesties van wat kunstmatige intelligentie kunnen zijn al vele malen langs gekomen.

Maar in de ‘werkelijke’ versie, de AI die we vandaag de dag zien, zijn deze beide concepten nog niet te zien. De systemen die we momenteel verkennen denken nog niet voor zichzelf. Ze zijn getrained om de output te geven die het denkt dat we verwachten op onze input. Van denken is nog geen sprake… maar toch wordt er al veel over gesproken.

Ik ga niet eens proberen om de legale mogelijkheden en potentiële problemen te verkennen. In Europa zijn we pas net begonnen met het reguleren van dit soort systemen, maar ze worden al veel toegepast. Of het nu is voor het herkennen van patronen, of voor het nakijken van je sollicitatiebrief.

Nu met gratis AI stock foto!

Wat zie je dan wel bij AI?

Ik zie een paar dingen. Er zijn ethische implicaties in het gebruik en het trainen van AI. Ik zie potentie voor ondersteuning met worstelende creatieven. Zelfs voor mensen die bepaalde vaardigheden niet beheersen zijn er opties. Het is goedkoop en eenvoudig, zelfs voor een leek…

Maar ik heb er moeite mee.

Ethiek en Kunstmatige Intelligentie

Ik heb generatieve AI zo lang mogelijk ontweken en heb nog steeds geen ChatGPT account… maar het is moeilijk. Het concept komt steeds vaker terug en er wordt ook bijna verwacht dat je het gebruikt. Het is de eerste vraag die je bij online marketing krijgt. De kracht van de tool is bijna niet te ontkennen.

Maar als je teruggaat naar mijn eerste alinea, kan je zien dat het geen daadwerkelijke intelligentie is. Je kan de AI input geven en het geeft je een resultaat op basis van die input. Stel een vraag, de AI zoekt op het internet en geeft een antwoord. Geef het artikelen en je kan een samenvatting op verschillende leesniveau’s krijgen. Dit is allemaal prima.

Het probleem is voor mij eerder ontstaan. In het geval van AI die afbeeldingen genereert is het zelfs al breed verspreid: bij de training van het systeem. Op het moment dat de AI geleerd kreeg hoe ze antwoorden moet geven

Er is vaak geen onderscheid gemaakt in wat de AI gebruikte om te trainen. Generatieve AI werd bekritiseerd, omdat het geen toestemming had voor het gebruik van bepaalde afbeeldingen. AI kon opeens de stijl van artiesten genereren, terwijl zij geen toestemming hadden gegeven voor de training op hun kunst. Het is zelfs zo ver gegaan dat er tutorials beschikbaar kwamen om kunst ongeschikt te maken voor AI training.

Datzelfde is gebeurd met schrijvers. Tienduizenden, honderdduizenden bronnen zijn gebruikt om de Kunstmatige Intelligentie te trainen. Lang niet al die bronnen zijn legaal geweest. Waarschijnlijk is er geen opzet geweest, maar toch zijn er schrijvers wiens werk ongewenst is gebruikt. Mensen die geen toestemming hebben gegeven, maar die AI nu toch kan kopiëren.

Zijn er positieve kanten?

Als ik alle negativiteit opzij zet, kan ik toch ook goede kanten belichten. Voor iemand als ik, die weinig artistiek talent heeft, is het fantastisch. Ik kan mijn eigen hoofdpersonen laten uittekenen door een kunstmatige intelligentie. Als ik over een karakter in mijn roleplay nadenk, kan ik ze laten genereren. Het helpt me om een karakter te leren kennen en over ze na te denken.

Ik genereer het uiterlijk van de hoofdpersonen van mijn korte verhalen. Het helpt me om in hun huid te kruipen en te denken zoals zij denken. Als ik echt gehecht ben aan een karakter, kan ik ermee naar een echte artiest gaan. Zij verdienen het om er geld aan te verdienen, iets waar deze mensen nog steeds moeite mee hebben.

In de professionele wereld helpt de generatieve AI enorm. Van het opbouwen van eerste drafts tot het nakijken van geschreven stukken. Spellings- en grammaticaregels kent een AI als geen ander. Motivatiebrieven en CV’s zijn te genereren op basis van je eigen input en een vacature. Allemaal vervelende klussen waarbij het fijn is om er een computer op los te laten. We doen het al met de automatisering van een hoop werk, dus waarom niet een stap verder?

Al met al kan het mensen helpen om te bereiken wat ze anders niet kunnen bereiken. Als ze het maar op een wat acceptabelere manier hadden getraind…

Is het acceptabel om AI te gebruiken?

Wat mij betreft hangt het af van hoe je het gebruikt. Ik kan zelf niet goed tekenen, maar ik vind het wel fijn om afbeeldingen van karakters en dergelijke te hebben. Het geeft me iets om me op te concentreren. Natuurlijk kan je artiesten betalen om voor je te tekenen en hier zijn hele communities omheen gebouwd. Er gaat veel geld in om en ik heb het zelf meerdere keren gedaan.

Maar voor een focus van je creativiteit is het misschien wat duur. Ik zou wel iets kunnen tekenen, maar een echt gedetailleerde tekening geeft naar mijn idee betere focus. Het is een manier om je karakters leven in te blazen voor jezelf.

Hetzelfde kan je indenken voor het moment dat je als schrijver vast zit. Een generatieve AI kan suggesties bieden over de volgende stappen in je verhaal. Het zijn niet noodzakelijk goede ideeën en ze zullen geheid derivatief zijn… maar ze kunnen inspiratie bieden. Ze kunnen suggesties geven die je aan kan passen om jezelf dat duwtje te geven.

Hier is AI perfect voor. Het is alleen voor privégebruik. Zolang het voor eigen gebruik is en niet voor commercieel gebruik, kan een programma fantastisch helpen. Als ik de afbeeldingen die ik bijvoorbeeld voor Tull: Terug naar School heb gegenereerd hier zou gebruiken, zou dat verkeerd zijn. Daar trek ik voor mezelf dan ook de grens.

Een slecht voorbeeld

Niet al te lang geleden was er in Glasgow een ‘Willy Wonka Experience’. Deze experience liep niet al te goed, met een lege entreehal en amper snoepgoed voor de kinderen. Het was een dode bedoening die, niet onterecht, een hoop mensen heeft teleurgesteld. De organisatie had met AI onhaalbare reclameposters gemaakt en scripts voor de artiesten gegenereerd. Deze scripts schijnen, naar zeggen van de artiesten, onnavolgbaar te zijn geweest.

Wat heeft dit met AI in de creatieve wereld te maken?

Vandaag zag ik een nieuwsbericht over de initiatiefnemer langskomen. Het resultaat van de ervaring achtervolgt hem. Vrienden en familie hebben hem laten vallen en het internet doet wat het zo goed doet. Dingen uit het verband trekken.

Maar wat mij schokte, was dat deze man niet alleen AI heeft gebruikt voor promotie en scriptschrijven. Hij heeft ook in één zomer 16 boeken gepubliceerd op Amazon die allemaal met AI gegenereerd zijn.

Dit is het soort gebruik van generatieve kunstmatige intelligentie waar ik op tegen ben. Het verzadigen van de markt met gegenereerd werk waar geen moeite in is gaan zitten. Verhalen waar niet over is nagedacht en waarvan de kans groot is dat er rijm noch rede in zit.

Dit is het soort AI gebruik dat ik afkeur.

Concluderend

Ik ben geen authoriteit. Ik ben maar een jongen met een website en een blog, met een droom om uitgegeven te worden. Wat ik hier heb opgeschreven is niet meer dan een mening en het resultaat van mijn eigen onderzoek.

AI is iets dat nog volop in de groeifase zit. Het kan nog alle kanten op gaan en we leren er elke dag een hoop meer over. Zelfs een negatieveling als ik heeft inmiddels een Midjourney AI account.

Zoals we vroeger ook al over het internet zeiden: dat gaat nog eens heel groot worden!

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑