Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Auteur: Rik Geuze (Pagina 1 van 8)

Geld voor jou, geld voor de overheid

Het is dit jaar herhaaldelijk een veelbesproken onderwerp geweest. De Nederlandse overheid wilde de BTW op boeken verhogen. Niet alleen kosten boeken dan meer, de overheid houdt er ook meer geld aan over.

En aardig wat geld ook. De algemene verhoging, die boeken, sport, en cultuur zou omvatten, zou 2,3 miljard euro opleveren. Geld dat de regering in tijden als deze goed kan gebruiken, zou je zeggen…

Ware het niet dat het besluit op losse schroeven staat.

Zoals jullie misschien wel doorhebben… ik heb een mening.

Dit geld is helaas niet van mij

Hoe veel geld is te veel?

Ooit gaf ik mijn verhalen uit via een print-on-demand vanity uitgever. Omdat de boeken werden gedrukt op het moment van verkoop, lag de verkoopprijs hoger. Destijds was het zo’n 25 euro voor een vrij dun boekje van zo’n 65.000 woorden. Dat was rond 2011, dus dertien jaar geleden, in de tijd dat een Horus Heresy boek zo’n 15 euro kostte.

En ook dat is nog steeds veel voor een nieuw, paperback boek. De inflatie heeft dat nog niet te pakken gekregen.

Tegenwoordig hangt het heel erg af van de originele printer en het doel van het boek. Je ziet het al heel snel als iemand hun boek zelf publiceert: de prijs ligt aanzienlijk hoger. Bij grote printers, zoals Orbit, kunnen de prijzen nog laag blijven. Een boek van The Expanse kan je voor een tientje krijgen, bijvoorbeeld.

Als het boek naar de non-fictie gaat, verandert de boel al redelijk snel. Een boek over de menselijke theorie, Surrounded by Idiots, kost al 20 euro in paperback.

En laten we nog maar zwijgen over daadwerkelijke studieboeken. Studenten zullen flink in de buidel blijven tasten voor het privilege om te leren. Jarenlange kritiek zal daar geen verandering in brengen. Het is al jaren zo en het zal ongetwijfeld nog jaren zo blijven. Hooguit de opkomst van e-readers en piraterij kan daar een zeker verschil in maken.

Gezien ik me begeef in de wereld van fictie, ga ik mijn mening daarop concentreren.

Controversie? In dit blog?

Ooit heb ik geschreven dat ik mijn blog en de politiek zo ver mogelijk van elkaar verwijderd wil houden. Ik heb geen behoefte om politieke standpunten te debatteren. Er komt gewoon nooit wat goeds uit.

Maar in dit geval is het onderwerp relevant… en is mijn mening tegen de verwachtingen in.

Ik raad mensen altijd aan om te lezen. Hoe meer je leest, hoe gelukkiger je fantasie is. Dat betekent natuurlijk dat het lezen wel mogelijk moet blijven. Lang niet iedereen heeft de financiën om een luxeproduct te kopen en laten we wel wezen – boeken zijn luxeproducten.

Maar als je kijkt naar de prijsvorming van boeken zoals die nu is, valt de schade misschien mee. Als je terugkijkt naar Abaddon’s Gate, dat ik hierboven linkte, gaat het over een boek van €10,-. Een bedrag waar mee te rekenen zou moeten zijn.

Dat boek is 109% van de prijs, dankzij de huidige BTW van 9%. Dat betekent dus dat, zonder belasting, het boek ongeveer €9,17 zou kosten (afgerond). Als we €9.17 dan vermenigvuldigen met 1.21 komen we uit op…

€11.10, wederom afgerond naar boven. Een prijsverhoging van één euro, iets dat we in de afgelopen jaren overal hebben moeten zien. Inflatie heeft het leven vele malen duurder gemaakt.

In andere woorden, de prijsverhoging zou ons zeker geld kosten, maar in de wereld van fictie… is het te overzien.

Elitair mannetje, met zijn geld

Zie je, daar begint de discussie die ik probeerde te vermijden al.

Het is onmogelijk te negeren dat zelfs een kleine prijsverhoging van een euro een groot verschil kan betekenen. Het leven is al zo veel duurder geworden. Is het dan geen klap in het gezicht als broodnodig vermaak dat ook nog eens wordt?

Maar onderaan de streep blijven boeken luxeproducten. Lezen is een fantastische tijdsbesteding, maar boeken zijn er niet strict noodzakelijk voor. Ik heb verschillende verhalen voor niets op deze website staan, bijvoorbeeld! E-readers zijn al decennia lang bezig met hun opmars en hebben allerlei voordelen. Digitale boeken staan misschien niet mooi in je kast, maar ze zijn wel goedkoop en makkelijk mee te nemen. Als ik een pil als The Way of Kings mee wil sjouwen, voel ik dat in mijn tas. Een e-reader wordt geen grammetje zwaarder en past in veel kleinere tassen.

Ook een e-reader kost geld, maar op de lange termijn maakt het prijsverschil wel zeker een verschil. En tot die tijd zijn er ook gratis smartphone apps om epubs te lezen!

Dus… belasting verhogen?

Hoe moeilijk ik het ook vind om het te zeggen… ik ben er niet op tegen. Het is niet leuk dat dingen duurder worden, maar dat is iets dat we hebben moeten leren accepteren.

De wereld wordt duurder, dus elk jaar heeft ook de regering meer geld nodig om de boeken rond te krijgen. Gezien dit in de huidige wereldeconomie onmogelijk lijkt te zijn, zijn alle duwtjes in de rug nodig. Die miljarden verdampen niet uit zichzelf, immers.

Lezers vinden wel een manier om aan hun verhalen te komen.

AI datasets bestrijden

Alweer een tijdje geleden heb ik mijn zeer uitgesproken mening over AI uiteengezet. Voor de mensen die er geen zin in hebben om dat blogje opnieuw te lezen: ik ben geen fan. Het onethische gebruik van datasets waar geen toestemming voor is gegeven is iets dat we moeten bestrijden. Alleen dan kan het gebruik van AI als tool de juiste kant op gaan. Dan hoeven we ons alleen nog maar zorgen te maken over mensen die de AI zelf verkeerd gebruiken.

Er gaan al grappen in de rondte over het pranken van bots die open AI tools gebruiken. Hoewel de gebruikte tools niet in de ‘magische woorden’ zullen trappen, is de gedachte mooi. Kunnen we AI misbruik bestrijden met een codewoord? Kan een enkele zin een verhaal beschermen tegen gebruik in AI datasets?

Is het zo eenvoudig om AI te bestrijden?

Je kan het niet voorkomen

Het simpele antwoord is deprimerend: nee. We zitten nog te wachten op een AI met een ethische gedachtengang. Op het moment zijn deze tools nog niets meer dan voorspellend. Door wat ze voorgeschoteld krijgen, leert de tool ongeveer wat voor antwoord verwacht wordt. Op basis daarvan kan het hulp bieden en je leven eenvoudiger maken. Ethische vraagstukken kan het zelf echter nog niet oplossen.

Daarom zijn de situaties in het plaatje hierboven ook volledig fictief. Hoewel we graag geloven dat een AI in zoiets simpels zou trappen, is dat niet wat er gebeurt. Hele knappe koppen verdienen een hoop geld om precies dit soort dingen te voorkomen en de tool weet niet beter. Ze houden de input tegen hun code aan en vertellen wat ze denken dat we willen horen.

Zo zit het ook met datasets waarin expliciet staat dat de dataset niet gebruikt mag worden. Het heeft ongeveer evenveel nut als een bordje met ‘niet stelen’ bij een bak vol juwelen. Iemand die daar lak aan heeft, laat zich niet tegenhouden.

En de AI? Die gebruikt de dataset wel. Ze weten niet beter.

Maar je kan het wel bestrijden

Toch is dit precies de manier waarop uitgevers nu het ongewenste gebruik van hun teksten tegen proberen te gaan. De eerste tekst in elk boek is de copyright pagina. Daarop staat een hoop legale informatie, inclusief schrijver, editor, de druk van het boek…

En bij een hoop Nederlandse boeken nu ook de melding dat het boek niet voor gebruik in datasets is.

Deze zin voelt heel erg aan als het bordje bij de juwelen. Het gaat de mensen die illegale datasets samenstellen en verkopen niet tegenhouden. Ze kunnen het heel eenvoudig negeren… maar het is heel eenvoudig te detecteren. Een enkele zoekopdracht kan je zo vertellen of een dataset een dergelijke waarschuwing bevat.

Je zou het zelfs aan je AI model kunnen vragen om te achterhalen.

En zo kunnen overhoudsinstanties het ook. Gezien AI-modellen tegenwoordig openheid van zaken moeten geven over hun datasets, zijn deze te doorzoeken. De modellen die onethisch verkregen data hebben gebruikt, vallen op die manier snel genoeg door de mand. Zoals het artikel het al aangeeft: de aanbieders van de AI tool zelf kunnen daar de nodige boetes voor ontvangen. Dat is een manier van bestrijden.

Dat zal de dieven wel twee keer na laten denken.

Even realistisch, nu

Zoals altijd, is het vormen van beleid niet het einde. De wereld is al druk genoeg met serieuze zaken. Serieuzere zaken dan onethisch verkregen datasets, en er zijn een hoop manieren om legale acties te vertragen. Zelfs als er direct gehandeld wordt, zal het nog jaren duren voor bedrijven die bewust onethisch verkregen datasets gebruiken worden aangepakt. Op de korte termijn zal het zelfs een last zijn. AI tools met ethisch verkregen sets zullen hier hinder aan ondervinden. Reputabele bedrijven zullen misschien onnodig hun zaken op orde stellen terwijl het gajes gewoon verder gaat.

Maar het is weer een stap in de juiste richting. Een nieuw middel voor schrijvers om hun harde werk te beschermen. Bovenal: het is weer erkenning voor de schrijvers dat hun uitgeverijen achter ze staan. Een geruststelling dat er voor je gevochten wordt als schrijver, ook als je er zelf niet zo bewust van bent. Het bestrijden van onethisch gebruik, gebeurt ook op dat soort kleine manieren.

En zo wordt de wereld weer een iets fijnere plek.

En dan de conclusie

Waar elk verhaal begint met een inleiding, of een proloog, hebben ze ook een conclusie. De epiloog biedt net een iets andere kijk op het verhaal dat je hebt gelezen. Misschien krijg je een blik in de toekomst, of het beeld van een ander karakter. Hoe het ook vorm neemt, alle epilogen hebben één ding gemeen. Ze sluiten het verhaal af en bieden een conclusie.

Maar het einde van een verhaal hoeft niet altijd het einde van de serie te zijn.

's Werelds meest bekende conclusie.

Conclusie met een twist

Het gevaar is geweken. De helden hebben gewonnen en de mensen in gevaar zijn gered. Niemand hoeft zich ooit nog zorgen te maken over wat er gebeurd is.

Toch?

Tenzij het gevaar in het boek slechts een klein puzzelstukje in een groter geheel blijkt te zijn. In de conclusie wordt het duidelijk dat er nog iets gaande is. De epiloog concentreert zich niet op wat de helden doen, maar hoe de kwaden reageren. Je krijgt een tipje van de sluier, een blik achter het gordijn, en ziet wat er nog meer gaande is.

En dat is niets goeds.

Vooral boeken in een doorlopende serie kunnen profiteren van dit soort veranderingen van perspectief. Je krijgt niet alleen een blik op het grotere plaatje, maar ook op de entiteiten die dat plaatje propageren. De lezer krijgt een idee van wat er komen gaat. Hopelijk worden ze ook enthousiast gemaakt voor de rest van de serie.

In mijn eigen series opent het verhaal bijna altijd met een karakter dat naast de hoofdpersonen staat. Een bijpersoon die een significante rol speelt, maar niet altijd even duidelijk is. Je leert alvast wat leden van de cast kennen, op een hopelijk positieve wijze. In de epiloog reageert een antagonist op het verhaal. Misschien hebben de hoofdpersonen ze naar de hand gewerkt en zijn ze tevreden met wat er gebeurt is. Mogelijk broeden ze op veranderingen in hun plannen. Linksom of rechtsom: je krijgt net genoeg mee om een einddoel bij elkaar te puzzelen.

Alternatief: een warm einde

Hoewel recente uitspraken het onderwerp moeilijk maken, is Harry Potter een uitstekend voorbeeld van een warm einde. Het avontuur is voorbij en de helden hebben gewonnen. Er zijn offers gemaakt en de wereld is voor eeuwig veranderd, maar één ding is duidelijk: er is een toekomst.

En hoe kan die toekomst beter worden geïllustreerd dan een blik in de toekomst? Hoe zoetsappig en cliché het ook kan zijn, worden we niet allemaal vrolijk van een blij einde? Hebben de hoofdpersonen niet genoeg geleden voor ons vermaak?

Laten we eerlijk zijn: het is fijn om te zien dat iedereen op zijn of haar pootjes terecht komt. Om te weten dat er een toekomst is voor die mensen die we gevolgd hebben…

En om te weten dat er potentie is voor een vervolg. De originele karakters hebben hun uitdagingen gehad. Wat voor noodlotten staan hun kinderen te wachten?

De Red Rising serie kan zo beschreven worden. Als je een verhaal met een goede, positieve conclusie wil lezen, lees je enkel de eerste trilogie.

Als je alles van die trilogie daarna kapot wil zien gaan, nou ja, dan lees je verder.

Zeker een conclusie waar mensen blij van worden.

Naar je conclusie toe werken

Het einde is meestal het eerste dat je schrijft. Misschien schrijf je het niet woord voor woord uit, maar je weet wel waar je verhaal af gaat lopen.

Meestal, in ieder geval. Soms kijk je gewoon waar je hoofdpersonen het verhaal naartoe brengen.

Een gepland verhaal heeft daar echter geen last van. Je begint ergens, je eindigt ergens, en kleurt alles ertussenin op een interessante wijze in. Hopelijk zonder je conclusie onderweg te vergeten, want uiteindelijk moet je er wel aankomen.

De truc is om die reis bevredigend te maken. Om ervoor te zorgen dat je conclusie niet uit de lucht komt vallen, alsof God zich ermee bemoeit. Door hier en daar hints te verspreiden en het pad duidelijk te maken. Een goed verhaal leidt tot een conclusie die klopt. Die conclusie kan episch en nagelbijtend spannend zijn, maar aan het einde… moet het de verwachtingen volvullen.

Je verhaal staat in het teken van de conclusie, net zoals je conclusie in het teken van het verhaal staat. Als dat goed gaat… kunnen mensen er nog jaren over praten.

Concluderend

De conclusie is net zo belangrijk als de rest van je verhaal. Als het hele verhaal ijzersterk is, maar het eindigt teleurstellend, is alles daardoor getekend.

Televisieschrijvers hebben dit aan den lijve mogen ondervinden.

Maar of het nou je doel is om een mysterie te creëren, of om een mooie afsluiting te schrijven, denk er goed over na. Ga niet gewoon schrijven om te kijken waar je uitkomt. Dan kom je voor een uitdaging te staan en vraag je je uiteindelijk af hoe je het verhaal af gaat ronden.

En we houden allemaal van een goed einde.

Complete serie

Kan je een serie beoordelen op het eerste verhaal? Is aflevering één van seizoen één tekenend voor hoe goed het geheel is? Het duurt 15 uur om een 600 pagina’s tellend boek uit te lezen. Als je dat hebt geïnvesteerd, kan je dan wel stoppen na dat eerste boek?

Als je bent zoals ik, dan is het antwoord op al die vragen ‘nee’. Een serieel verhaal wordt niet in één boek of één aflevering afgerond. Als iemand een serie aanprijst, dan ben je het ze verschuldigd om het niet direct op te geven.

Neem bijvoorbeeld Black Mirror. De eerste aflevering was een fout en zal veel kijkers hebben weggejaagd. Zo vreemd en afschrikwekkend was hij, dat je vaak de waarschuwing hoort om de eerste aflevering over te slaan. Die mensen hebben gelijk: de rest van het eerste seizoen is ijzersterk.

Zo gaat het ook bij boekenseries. Schrijvers ontwikkelen zichzelf en leren van hun oude werk… maar er zijn nog meer voordelen.

Geen serie te bekennen in deze kasten...

Een serie is gewoon mooi

Er zijn maar weinig dingen mooier dan een volle boekenkast. Toch kan ik me een voorbeeld indenken van iets dat nóg mooier is.

Een georganiseerde boekenkast.

Als je oplet bij het kopen van series, kan je zien dat veel uitgeverijen hier liefde in steken. Je kan de boeken van één serie naast elkaar en op volgorde zetten, om één geheel te vormen. Kijk bijvoorbeeld naar de Orbit serie van de Dresden Files, waarvan de ruggen als een plaatje op een rijtje staan.

Ervan uitgaande dat de uitgeverij hier op heeft gelet, natuurlijk. Voor veel van mijn soort mensen is het belangrijk. Zo belangrijk, zelfs, dat ik boeken opnieuw bestel als ze van een ander formaat zijn dan de rest. Ik meet regelmatig mijn boeken op, zodat ik zeker weet dat de boeken die ik bestel in de rij passen.

Bedrijven zijn zich hier van bewust. Ze maken hier graag misbruik van met speciale edities en kaften, puur voor de verzamelaars. Verzamelaars die er graag overdreven bedragen voor neertellen, al helemaal als er een handtekening in staat.

Maar het resultaat mag er wezen. Als de serie eenmaal op een rijtje staat… is het een kunstwerk.

FOMO

FOMO, of Fear of Missing Out, is een erkend en gedefinieerd fenomeen. In de marketingwereld wordt het breed toegepast en op veel van de schimmigere webwinkels zie je het langskomen. Op verkooppagina’s staat dat een product in de aanbieding is, maar de aanbieding loopt snel af. Een teller vertelt je hoe veel tijd er nog over is voor de aanbieding.

Nergens staat dat de teller gewoon reset als je de pagina opeens laadt. Toch word je aangemoedigd om niet na te denken, maar snel te kopen. Iedereen wil toch korting?

Hetzelfde gebeurt bij een serie, met een sterke overlap met de Sunk Cost Fallacy. Je hebt al aardig wat tijd geïnvesteerd in het eerste boek, genoeg om in het verhaal te raken. Nu wil je ook weten hoe de rest van de serie gaat. Misschien was het eerste deel wel niet zo sterk, maar misschien stop je wel vlak voor het beter wordt!

En wat nou als anderen de serie ook al gelezen hebben? Je wil wel met ze mee kunnen praten, ook over dingen die later in het verhaal gebeuren. Hierdoor zijn series als de Dresden Files zo’n investering. Het zijn zeventien boeken, negentien als je de korte verhalenbundels meerekent, met nog acht in de making.

Zou je halverwege boek zes nog besluiten dat de serie toch niet voor jou is? Of wil je dan toch doorzetten, ondanks wat schoonheidsfoutjes en problemen?

Je weet het zelf natuurlijk het beste, maar tussen jullie en mij?

Mensen die een serie halverwege neerleggen zijn psychopaten.

De serie bijhouden

Dit alles is natuurlijk prachtig. Als je een mooie serie hebt, die goed op je boekenplank past, moet je het wel bijhouden.

Je weet namelijk nooit wanneer boeken niet meer beschikbaar zijn. Het is niet onredelijk om te verwachten dat een boekenserie altijd te koop zal zijn. Vandaag de dag wordt er zo veel gedrukt en ingeslagen, dat het bijna niet fout kan gaan.

Toch ben ik er in geslaagd om dit mis te laten gaan.

Tijdens mijn studententijd ben ik aan de Horus Heresy begonnen. Het kwam uit terwijl ik studeerde, dus regelmatig ging ik langs de American Book Center voor het laatste deel. Dan had ik weer wat te lezen in de trein van en naar de universiteit. Heel wat uren heb ik op die manier doorgebracht.

Maar na mijn studie hield het lezen op. De serie ging verder, maar ik volgde het niet meer zo nauw. Het voelde alsof het eindeloos door zou gaan, dus ik liet het maar gaan. Ooit zou ik wel inhalen.

Toen de leeskriebel weer op kwam, waren we acht jaar verder. De Siege of Terra, de afsluitende verhaallijn van de serie, was net begonnen. Ik wilde de serie weer inhalen, dus ik ging op mijn favoriete verkoopsites op zoek naar de boeken.

Enkel om er achter te komen dat maar enkele van de boeken een tweede printrun hebben gekregen. 90 procent van de inmiddels 64 boeken tellende serie is uitverkocht langs alle officiële kanalen. Als je uit bent op een volledige serie in de kast… is er enkel nog de tweedehands markt.

En daar liggen de prijzen hoog. Ooit zal ik een goedkopere versie van The Silent War vinden.

Concluderend

Ik denk dat het duidelijk is naar welke conclusie ik aan het werken ben geweest. Series zijn meestal de moeite waard. Series maken je leven (en je boekenkast) mooier en geven je prachtige werelden om te beleven.

Geniet van je leven. Lees een serie.

Achteruit kijken om vooruit te gaan

Ik heb het al een paar keer laten vallen: ik heb aardig wat oude fantasieën om uit te putten. Alle verhalen die ik ooit heb verzonnen, staan nu klaar voor een frisse blik. Alles dat ik hoef te doen, is achteruit te kijken en te bedenken hoe dingen ook alweer gingen. Daarbij kan muziek helpen om de herinneringen weer op te wekken. Des te eenvoudiger is het om achteruit te gaan.

Maar enkel achteruit kijken is niet altijd genoeg. Je eigen werk is natuurlijk fantastisch en het beste werk dat je ooit hebt gezien, maar er zijn ook anderen. We zijn allemaal wel eens geïnspireerd door dat wat we zien, lezen, of leuk vinden. We emuleren de verhalen van anderen en geven er een draai aan. Sommigen passen deze inspiratie toe op hun eigen verhalen. Weer anderen schrijven fanfictie, verhalen in de wereld van een ander, met de karakters van een ander.

En soms… gaan ze daar wat verder in.

Als ik achteruit kijk, zie ik spandex...

Is achteruit kijken net zo goed?

Ik was vroeger een grote fan van de Power Rangers. De vijf (tot het er zes werden) technicolor helden in spandex die rubberen monsters te lijf gingen. Met een hoop schoppen, slaan, en geschreeuw leerden we de kracht van teamwork en vriendschap.

En we leerden dat slaan pas echt effectief was als de vonken er vanaf sprongen. Al het andere was niet belangrijk en hoefde je niet mee te rekenen.

Elke dag was ik weer aan de tv gekluisterd in een poging om de avonturen te volgen. In Nederland werd de serie natuurlijk niet op de juiste volgorde uitgezonden, dus het was niet eenvoudig. Gelukkig waren die eerste seizoenen beperkt genoeg dat het niet heel veel uitmaakte. Net als een andere populaire sci-fi serie, werd er gebouwd op een status quo. De aflevering begon vredig, iets verstoorde die vrede, en na twintig minuten was iedereen weer terug in hun fijne leven.

Het was zo bekend, dat het een term kreeg: het monster van de week. Ook was elke pre-tiener van mening dat zij de rode ranger waren.

Maar dat kon natuurlijk niet, want dat was ik al.

De herinneringen zijn aardig rooskleurig. De fantastische avonturen waren inspirerend en iedereen geniet er wel van om de held te zijn. Ik lieg niet als ik zeg dat het achteruit kijken naar deze afleveringen veel scènes in mijn verhalen heeft beïnvloed. Ik dacht eigenlijk dat het allemaal goud was…

Tot ik Linkara’s History of Power Rangers tegenkwam.

Een andere tijd

Ik vond het leuk om te zien. De nostalgia trof me vol in mijn gezicht en ik wilde terugkijken naar mijn jeugd. Een samenvatting gepaard met sterke meningen was precies waar ik naar op zoek was.

Of… dat dacht ik tenminste.

Wat ik was vergeten, waren de dingen die ik destijds als kind over het hoofd zag. De dingen die je niet zag, omdat je te druk bezig was met op en neer te stuiteren van plezier.

Daar zijn kinderen goed in, kan ik je vertellen!

Ik stoorde me er niet aan dat het acteerwerk onprofessioneel was en de kwaliteit tussen shots wisselde. Ik zag niet dat stemmen over Japanse beelden waren nagesynchroniseerd. Er was een moraal voor elke aflevering. Deze moraal lag er vaak driedubbeldik bovenop en was halverwege de derde minuut te voorspellen. De rubberen pakken waren niet van rubber, maar waren de huid van walgelijke monsters. De fantasie van een kind is snel geprikkeld, immers. Daar hoorde achteruit kijken gewoon niet bij.

De vraag komt dan toch bij je op: was het allemaal wel zo goed? Met een volwassen blik kan je zien dat het weinig intelligent ontwerp was. De Japanse bronbeelden dicteerden een hoop van de dingen die gebeurden. Daardoor ontstaat al snel de vraag: hoe origineel was het nou eigenlijk?

Achteruit kijken op originaliteit

Het korte antwoord is: het maakt voor de markt niet uit. De serie was wijd populair en het speelgoed dat er bij kwam verkocht goed. Alles werd uitgebracht in speelgoedwinkels, van poppen, tot replica’s van de rekwisieten in de serie. Ik had zelfs een AM/FM radio in de vorm van de helm van de rode ranger.

Het was heel belangrijk dat ik de rode ranger had. Vergeet niet: dat was degene die ik belichaamde. De leider, de trotse en onfeilbare held. Dat was ik, vond ik.

Maar zelfs als je het commerciële succes even opzij zet, is er nog steeds de populariteit zelf. Als je achteruit kijkt naar de middelen die beschikbaar waren, zie je de moeite die is gedaan.

Alle beelden met de superheldenpakken waren bijvoorbeeld Japans. Daardoor konden de Amerikaanse acteurs niet worden getoond in de pakken, omdat die nog in Japan lagen. Pas later werd er een deal gesloten om de pakken naar Amerika te sturen. Hoe maak je dan duidelijk dat de helden degenen in de pakken zijn?

Met een hoop computerwerk, waardoor het lijkt alsof de mensen transformeerden naar hun pakken, natuurlijk. Daarnaast werden de daadwerkelijke speeltjes en 90’s CGI gebruikt als er specifieke beelden nodig waren.

Toen de Japanse beelden op waren, was creativiteit al helemaal noodzakelijk. Beelden hergebruiken ging maar zo lang goed, maar er werd werk van gemaakt. Ze verzonnen een unieke vijand. De originele grote vijand werd opnieuw gecast met een Amerikaanse actrice. De verandering viel niet op, omdat de grote slechterik haar make-up in een scène uitgebreid aan het bijwerken was. Uiteindelijk grepen de mensen van Saban zelfs naar de originele makers om specifiek materiaal te schieten voor de Amerikaanse serie.

Zelfs de Japanse moraliteiten kwamen niet altijd overeen met de doelen van de Amerikaanse schrijvers. Waar nodig werden hele verhalen omgedraaid, puur door de tekst te veranderen.

Alles om maar zo veel mogelijk rek te halen uit de zo populaire serie.

Maar waar wil je naartoe, Rik?

Normaal gesproken heb ik niet zo veel moeite om naar een conclusie te komen. Even een stapje achteruit zetten om die wel te bereiken.

Power Rangers was een ambitieuze serie die met unieke uitdagingen om is gegaan. De makers hebben geen stap achteruit gezet, ondanks uitdagingen. Ook was het verschil van perspectief duidelijk. Waar de een over struikelt, kan de ander simpel overheen stappen.

Dit had ik eerder al geobseerveerd. De schrijfkunst heet zo met een reden: het is volledig subjectief. Zelf ben ik niet getrokken tot romantische verhalen, maar elk tweede boek op Kickstarter is er een. Als ik verward word door verhaalelementen, lees ik door in de verwachting dat alles wel duidelijk wordt. Anderen gaan dan juist achteruit in het verhaal, op zoek naar opheldering. Ze pakken hun schriftje met notities erbij om na te kijken wat ze hadden gezien.

Maar ik kom maar zelden iemand tegen die niet houdt van superhelden in spandex die tegen rubberen monsters vechten. Er worden zelfs boeken door geïnspireerd!

Misschien kan ik ook iets in die wereld schrijven…

Schrijven is schrappen

Of je schrijver bent of niet, je hebt de uitspraak ongetwijfeld wel eens langs zien komen. Schrijven is schrappen. Eerst schrijf je iets en daarna ga je er op los om van alles weg te halen. Schrijven is immers de kunst van het weglaten – je moet genoeg schrijven om de fantasie te prikkelen. Alles dat meer is, moet weggehaald worden.

Natuurlijk is dit een algemene vuistregel. Ik heb me nooit door de beroemde verhalen van een beroemde schrijver kunnen werken, dankzij zijn uitgebreide beschrijvingen. Toen de beschrijving van een berg de vijfde pagina in ging, legde ik het boek toch maar weer weg. Toch is Lord of the Rings een van ’s werelds beroemdste verhalen.

De Peter Jackson films hebben daar ongetwijfeld bij geholpen.

Het is een onderwerp waar ik gemengde gevoelens bij heb. Veel van de schrijvers waar ik van geniet zijn juist beschrijvend. Ze leggen de gevoelens en achtergrondinformatie vast, waardoor je een idee hebt van de gedachtengang van de hoofdpersonen. Toch kreeg ik, toen ik begin dit jaar met het schrijfcoachingstraject begon, te horen dat daar verandering in moest komen. Ik moest gaan schrappen.

Hoe meer je schrijft, hoe meer je kan schrappen

Schrappen om meer te bereiken

Probeer je in te denken dat je hoofdpersoon over straat loopt. Ze zijn onderweg, maakt niet uit waarnaartoe, als hun naam opeens geroepen wordt.

Wat is op dat moment belangrijker? Wil je als schrijver de omgeving beschrijven, de kleuren van de auto’s en de kleding van de mensen? Dat is het meest dynamische, immers!

Zijn blik verstrakte op de rode trui van de vrouw die op hem af kwam lopen toen zijn naam van achter hem kwam. De vrouw had de uitroep niet gehoord, haar blik nog steeds op haar mobiel gericht…

Wat heeft deze vrouw met het verhaal te maken? Waarschijnlijk helemaal niets. Het is enkel interessant als je een woordenaantal probeert te halen. Tenzij de vrouw een belangrijk onderdeel van het verhaal is, leidt ze alleen maar af van het interessante deel. Schrappen, dus.

Maar wat is dan interessant? De gedachtengang van de hoofdpersoon, misschien? Die gaat ongetwijfeld een emotionele reis door, nadat hun naam geroepen is.

Zijn blik verstrakte. Waarom vandaag? Na al die jaren had hij niet verwacht die stem nog te horen. Niet meer sinds ze elkaar voor het laatst gesproken hadden, zo lang geleden, op de stranden van de Costa del Sol…

Maar op dat moment ben je aan het vertellen, in plaats van te laten zien. Waarom zou je alles vertellen over de eigenaar van de stem, als je het ook kan laten zien? Dat is veel interessanter voor de lezer, zodat zij hun eigen oordeel kunnen vellen.

Dus in plaats daarvan…

Zijn blik verstrakte. Zijn handen balden zich tot vuisten toen hij de stem herkende. Met een ruk draaide hij zich om naar de eigenaar van de stem. “Jolene,” perste hij tussen opeengeklemde tanden door, “wat doe jij hier?”
Haar grijns was onveranderd. Haar opgetrokken wenkbrauw trok het bloed onder zijn nagels vandaan terwijl ze een kop koffie omhoog hield.
“Niet schrikken,” zei ze, “maar je bent in gevaar.”

In één ruk is er een hoop duidelijk. Onze hoofdpersoon is geen fan van Jolene. Ooit hebben ze elkaar eerder gekend, en ze is verschenen met een reden. Vanaf daar kan je doorborduren. Waarom is de hoofdpersoon in gevaar? Hoe past Jolene hier in? Hoe kennen Jolene en de hoofdpersoon elkaar? De vragen beginnen al op te stapelen en de lezer schreeuwt om antwoorden.

Tijd om de antwoorden te verkennen.

Balans slaan

Maar we willen graag schrijven. We denken wel na over wat we schrijven, maar dat woordenaantal lonkt ook. Het is veel spannender om te zeggen dat je 150.000 woorden hebt geschreven. 50.000 woorden is ook prima, maar… in ons primatenbrein is meer absoluut beter.

En we verwachten ook een zekere hoeveelheid woorden. In Nederland wordt een Roman beschreven als ‘meer dan 40.000 woorden‘. We willen dus wel wat kwantiteit, hoewel kwaliteit altijd belangrijker is dan kwantiteit.

En, vergeet niet, om te kunnen schrappen… moet er eerst geschreven worden.

Toch is het moeilijk om, als je altijd heel beschrijvend hebt geschreven, de details te laten vallen. Mijn verhalen van nog geen jaar geleden zagen er anders uit dan ze er nu uit zien. Kijk vooral nog eens naar de korte verhalen die dit jaar gepubliceerd zijn. Vergelijk de eerste twee met de laatste, voor… de blokkade.

Zoek de verschillen en trek je conclusies.

Kill your darlings

Aanvankelijk beeldde ik me dit blog heel anders in. Ik wilde het hebben over mijn favoriete onderwerp: mijn arme hoofdpersonen en hun (nood)lotten. De uitspraak waar ik alles op baseerde betekende uiteindelijk wat anders, maar…

Ik wil het er toch graag over hebben. Vergeef me terwijl ik nog wat langer doortyp.

Vorige week schreef ik nog over verliefd worden op je bijpersonen. Hoe gehechter je aan ze raakt, hoe groter de kans dat ze terugkomen. Je moet er links of rechts soms wel een paar schrappen, om ruimte te houden voor de hoofdpersonen. Een van mijn vrienden zei het heel mooi: als je vaak een willekeurig karakter nodig hebt, gebruik dan steeds dezelfde. Dat is interessanter.

Waarom heeft één persoon steeds schijnbaar willekeurige taken en baantjes? Daar is vast een reden voor te bedenken!

Maar om een karakter daadwerkelijk, grondig te schrappen… moeten ze soms de grond in. Tussen zes planken. Achter de schuur met de shotgun.

Oftewel: dood.

Het is echter niet altijd even eenvoudig om een geliefd karakter te doden. Je hebt er tijd en emotie in gestoken om dat karakter vorm te geven. Elk karakter neemt een stukje van jou over, immers, en je wil ze graag verder uitbreiden.

Maar de onverwachte dood van een karakter kan allerlei gevolgen hebben. Gevolgen die misschien spannender en interessanter zijn dan hun voortbestaan had kunnen zijn. Het levert motivatie en kan een vijand bestempelen als kwaadaardig.

Dodelijk schrappen

Pierce Brown deed dat in zijn eerste Red Rising boek. Een van de leden van de retinue van de hoofdpersoon sneuvelde op de handen van een grote tegenstander. Het tekende elke interactie met dat karakter in de vervolgen.

Het kon meneer Brown duidelijk niet schelen wie het was. Hij bepaalde wie het loodje ging leggen aan de hand van een dobbelsteenrol. Slechts twee personen liepen geen risico: de hoofdpersoon, en zijn liefdesinteresse. De rest, inclusief de beste vriend, inclusief de twijfelachtige vijand, was een optie.

De community speculeert graag over wat er was gebeurt als een ander karakter het loodje had gelegd.

Toen ik ditzelfde probeerde toe te passen, maakte ik de grote fout om de liefdesinteresse op de lijst te zetten. Natuurlijk was het de partner van mijn hoofdkarakter wiens nek op het hakblok kwam te liggen. Maar zelden heb ik zo veel moeite gehad met het schrijven van een synopsis, laat staan het hoofdstuk zelf. Ik was zo verdrietig voor mijn arme hoofdpersoon dat ik op het laatste moment nog de boel wilde omschrijven.

Uiteindelijk is er niets gebeurd met het verhaal in kwestie. Het is geschreven, maar nooit wat mee gedaan. Dingen zullen ongetwijfeld anders gaan als ik er nog eens langs kom. Als de beslissing is genomen om een karakter permanent te schrappen, kan je gewoon niet meer terug.

Soms moet je gewoon doorzetten, hoe moeilijk het ook is.

Tot Tien Tellen

Soms is het verleidelijk om te beginnen met het toevoegen van karakters en gewoon niet op te houden. Om je hoofdpersoon te begraven in talloze bijkarakters die de lezer ongetwijfeld bij kan houden – toch? Als ze maar een schriftje hebben en goed kunnen tellen, komt het vast goed. De wereld is immers gevuld met mensen, dus moeten onze boeken dat ook zijn.

Maar is dat wel zo? Is het leuk voor een lezer om zich af te vragen of ze iemand al moeten kennen? En blijft dat leuk, ook als een stortvloed aan namen volgt waarvan geen echt lang blijft?

Tellen begint bij 1

Ervaring met tellen

Ik heb eerder al de iteraties van Declipse uitgelegd. Iets waar ik destijds geen aandacht aan besteed had, was de hoeveelheid bijpersonen. De hoofdpersoon was onderdeel van een groep van tweeëndertig jonge mannen en vrouwen. Allemaal waren ze voorzien van namen, een uiterlijk, een persoonlijkheid… en meer. Iedereen kwam wel eens langs om ‘hallo’ te zeggen. Ik had ze destijds allemaal uitgetekend, waardoor het makkelijk is om ze te tellen. Alles heb ik op mijn Deviantart geplaatst, wat de perfecte plaats is voor een dergelijk naslagwerk.

Die afbeeldingen zijn niet meer terug te vinden in de 47 pagina’s tellende gallerij.

Ik hield er destijds geen rekening mee dat een dergelijke cast onmogelijk te volgen is. Naast de 32 waren er nog tientallen kleinere rolletjes. Tientallen namen die op de lezer af kwamen met weinig tot geen consequentie. Het waren er verreweg te veel om ze allemaal uit te kunnen werken, al probeerde ik het wel.

Ik geloof graag dat ik leer van eerder gemaakte fouten. Het duurt misschien wat langer, maar uiteindelijk kom ik er wel. In de meest recente iteratie moesten dan ook significant minder karakters langskomen. Hoewel Alex, de hoofdpersoon, nog steeds met een vergelijkbare groep werkt, is de focus flink smaller gelegd. Voor Alex waren er uiteindelijk ‘slechts’ zeven mensen in zijn directe omgeving die regelmatig langskwamen. De mensen waarvan het de bedoeling was dat je ze uiteindelijk leerde kennen.

Natuurlijk waren er nog anderen op de achtergrond. Er zijn zeker meer mensen aanwezig… maar het kliekje van acht man is waar de focus op ligt. De rest spelen bijrollen en het is duidelijk dat ze er niet zijn om onthouden te worden.

Het werkt. Het is fijner om te lezen… en het maakt de andere hoofdpersonen draaglijker.

Er zijn namelijk nog twee hoofdpersonen die grote rollen spelen, elk met hun eigen cirkels. Het boek was immers in drie verhalen gesplitst, met een zekere overlap. Het is nog verre van perfect… maar we komen er wel. Hopelijk hoeven mensen niet op hun vingers én tenen te tellen bij het lezen van Declipse, uiteindelijk.

Het is een veelvoorkomend ding

Vooral in epic fantasy lijkt het snel te gebeuren. Tientallen karakters die de revue passeren en mee kunnen tellen, maar ook onbelangrijk kunnen zijn. De Stormlight Archive heeft tien hoofdpersonen: voor elk boek een om centraal te staan. Er zijn daarnaast nog meer dan genoeg namen om langs te komen. Hoewel de literaire lat laag ligt bij Sanderson, heb je een hoop om te onthouden.

Ook is het een klacht die ik heb gehoord over de Sword of Truth boeken. Het is een dikke serie boeken met een stevige schrijfstijl. Dat maakt het zeer moeilijk om te volgen, heb ik me laten vertellen. Zelf heb ik al tijden Stone of Tears op mijn bureau op kantoor liggen… het tweede boek in de serie. Misschien begin ik er ooit aan.

Ooit, als mijn TBR-lijst een beetje geslonken is. Ik moet weer eens tellen hoe veel boeken ik nog te gaan heb…

Maar ook in Science Fiction gebeurt het. Vorige week schreef ik nog over de Gaunt’s Ghosts serie, waarin je beter niet kan beginnen met tellen. De namen stapelen redelijk snel op, maar ze verdwijnen net zo snel weer. De wereld van Warhammer 40.000 er is niet een waarin je een lange levensverwachting kan genieten. Vele namen halen het einde van het verhaal waarin je ze ontmoet niet.

Op je tellen passen

Het is beangstigend eenvoudig om je groep belangrijke bijpersonen ongemerkt te laten groeien. Jim Butcher, bekend van de Dresden Files, schreef een karakter die maar één taak in één boek had. Tien verhalen later draagt de beste man een zwaard van god, gemaakt van een van de nagels van het kruis. Hij komt iets regelmatiger terug dan om te beginnen bedoeld was.

Dat is wat er gebeurt als je als schrijver verliefd wordt op je karakters… en allemaal doen we dat wel. Je leeft hun leven en hun strijd. Het is moeilijk om niet gehecht aan ze te raken.

Maar dit zorgt er wel voor dat je serie moeilijker en moeilijker wordt om te volgen. Naar mijn smaak is tien hoofd- en bijpersonen die regelmatig terugkomen een mooie maatstaaf. Natuurlijk kunnen er wel meer mensen langskomen in een verhaal, maar dat is de crew die je daadwerkelijk volgt. De mensen waar je mee betrokken bent en wiens lot belangrijk voor je is.

En als er dan na vijf boeken iemand dramatisch opnieuw geïntroduceerd wordt, kan er wel een samenvatting worden toegevoegd.

Vooraan opnieuw beginnen

Het klinkt zo vanzelfsprekend. De rij begint vooraan, bij de ingang. Iedereen sluit achter de voorste aan, maar één persoon staat aan het begin. In een supermarkt pak je het artikel dat vooraan staat, netjes gespiegeld. Tenzij je natuurlijk op de houdbaarheidsdatums let. Als je aan een verhaal begint, begin je ook aan het begin, bij boek één. Hoe moet je anders weten waar alles over gaat, zonder alle context die er bij hoort?

Allemaal vanzelfsprekende dingen. Toch is er iets voor te zeggen om niet vooraan te beginnen.

Vooraan beginnen, begin bij nummer één!

Begrijp een verhaal door vooraan te beginnen

Recentelijk heb ik mijn handen weten te leggen op The Victory: Part 2. Het is de laatste, mogelijk afsluitende, omnibus van de Gaunt’s Ghosts serie. Een 16-delige serie in de wereld van Warhammer 40.000. Ooit, als prille twintiger, ben ik aan de serie begonnen uit interesse voor het universum. Ik had de eerste drie omnibussen gekocht, duidelijk vooraf al overtuigd van hun kwaliteit, en begon te lezen.

Het duurde lang voor ik begreep waarom de eerste omnibus, The Founding, me niet trok. Ik begon aan het eerste boek, probeerde er in te komen, maar raakte al snel verdwaald. Het boek verschoof herhaaldelijk van de kast naar mijn bureau en weer terug. Ik kwam er gewoon niet in en raakte herhaaldelijk de draad kwijt door desinteresse.

Ik leerde later waarom ik zo veel moeite had om in het verhaal te komen. Schijnbaar waren de eerste twee boeken verzamelingen van korte verhalen die aan elkaar zijn geknoopt. Er waren wel zeker karakters die terug bleven komen, maar het was moeilijk om te begrijpen wie belangrijk was. Met dat in het achterhoofd ben ik nog eens vooraan begonnen. Het was bevrijdend om te weten dat de eerste twee boeken niet zo belangrijk zijn. Voor ik het wist was ik bij het derde boek en kon het daadwerkelijke verhaal beginnen.

Een paar jaar later kwam The Victory: Part 1 uit. Ik wist dat de eerste boeken goed waren, dus ik kocht de omnibus. Het was alweer een paar jaar geleden… dus ik begon weer van voren af aan.

En opeens waren de eerste twee boeken een stuk beter. Hoewel ik er klaar voor was om ze irritant en onsamenhangend te vinden, was dat niet het geval. Ik wist al wie de belangrijke mensen waren en op wie ik een oogje moest houden. Binnen no time zat ik weer midden in het verhaal en kon ik de nieuwe boeken lezen.

Boeken waarvan ik al wist dat ze een paar van de sterkste boeken in de serie waren.

De derde keer is beter

Ik hield het internet in de gaten, want een Part 1 suggereert dat er een Part 2 volgt. Het duurde vier jaar, maar uiteindelijk werd het toch gepubliceerd. Helaas kwam ik er pas twee jaar later achter.

Uiteindelijk verscheen Part 2 bij mij thuis en verschoof The Founding weer naar mijn nachtkastje. Met elke avond een uurtje begon ik weer… en kon ik het gevoel niet kwijtraken. Die eerste twee boeken? Ik kon zonder ze. Ik wilde ze overslaan, ook al heb ik ze wel gelezen. Pas bij het derde boek, Necropolis, begonnen de namen weer daadwerkelijk sentimentele gevoelens op te roepen. Die namen waren bekend en ik wist al wat er met ze ging gebeuren, en hoe. Toch wilde ik weer van vooraan weten hoe hun reis verliep.

Had ik bij The Victory: Part 2 kunnen beginnen? Ik denk het wel. De reis van de titulaire Ghosts wordt nu weer opgefrist in mijn hoofd, maar ik had zonder gekund. Alle relevante plotpunten en karakters zouden ongetwijfeld uitgelegd worden. Toch voelt het goed… om nu weer bij Necropolis aan te zijn gekomen.

Vooraan beginnen is niet altijd nodig

Ooit keek ik serieus naar anime. De verhalen waren leuk en de stijl was goed, maar het was moeilijk te combineren. Ik zat op school en moest me eigenlijk concentreren op huiswerk.

Niet dat dat goed ging, maar dat is niet het onderwerp van dit verhaal.

Dus wat deed ik? Ik probeerde me te concentreren op wat ik moest, met een video naast mijn werk open. Ik geloofde graag dat het goed te doen was, hoewel de realiteit toch naar een andere uitkomst wijst.

Het nadeel aan het kijken van een Japanse serie is dat je wel op moet letten. Ik spreek geen Japans, dus ik moest wel op de ondertiteling letten. Dat betekende dat mijn interesse uiteindelijk verdampte en ik me op andere dingen ging concentreren.

Wat heeft dit te maken met vooraan beginnen? Een van mijn vrienden probeerde me aan The Melancholy of Haruhi Suzumiya te krijgen. Het was een serie die de nodige artistieke ideeën had, zowel in de boeken als in de anime. Als je het eerste seizoen op volgorde van uitzending kijkt, krijg je een verhaal met fillers die soms wat verwarrend liepen, maar wel met een goedgebouwde spanningsboog en een sterke conclusie aan het einde van het seizoen.

Je krijgt alleen niet het verhaal op chronologische volgorde, waardoor de karakters heen en weer springen.

Ik koos ervoor om de serie op chronologische volgorde te kijken. Ik begon niet vooraan, maar bij aflevering twee. De seizoensfinale was op aflevering vijf, en de rest van het seizoen… voelde vreemd. Er was geen conclusie. Was ik vooraan begonnen, bij aflevering één, dan zou de conclusie bevredigender zijn geweest. Toch sta ik nog steeds achter mijn keuze.

En elke aflevering had een absolute banger van een afsluiter. Dat is ook wat waard.

Concluderend

Ik zou hier graag een grapje willen schrijven. Een uitspraak als ‘als je vooraan was begonnen, dan zou je mijn conclusie al weten’. Het zou een prima afsluiter zijn… maar helaas is het onderwerp niet zo simpel. Net als veel conflicten zijn er verschillende factoren in het spel. Daardoor is het vormen van een mening of conclusie niet zo eenvoudig als je graag zou willen.

En dat is de meest politiek geladen tekst die ik ooit op dit blog zal plaatsen. Beloofd.

Zelf zal ik altijd mijn best doen om vooraan het verhaal te beginnen. Als dat betekent dat ik bij boek drie moet beginnen, dan zij dat zo. Het begin van het verhaal is waar je begint en je leert vanzelf de inzichten van de karakters. Als ik besluit om Six of Crows vóór Shadow and Bone te lezen, dan is dat waarschijnlijk een ongelukje.

Nee, het was echt een ongelukje. Ik wist niet dat de twee met elkaar verbonden waren.

Uiteindelijk is het je eigen keuze. Ik ken mensen die hele hoofdstukken in boeken overslaan, omdat ze het centrale karakter van dat hoofdstuk niet uit kunnen staan. Missen ze daardoor delen van het verhaal? Ja. Maakt het ze gelukkiger?

Schijnbaar.

Uiteindelijk is het je eigen tijd en je eigen genot. Laat niemand je vertellen of je wel of niet vooraan moet beginnen. Als George Lucas het kan doen met een van ’s werelds meest succesvolle filmseries, kan jij het ook.

Alleen maar lezen

Het is alweer een tijdje geleden sinds ik over de Silent Book Club heb verteld. Destijds was mijn mening middelmatig, maar naar mijn eigen woord ben ik toch blijven gaan. De eerste ontmoeting werd er alleen gelezen, met achteraf nog de kans om wat na te praten. Dat ging mis, omdat ik apart was gaan zitten van de groep. Ik dacht dat er meer mensen in het café gingen zitten… maar ik was alleen met drie anderen. Het gesprek was snel afgelopen.

Bij opvolgende bijeenkomsten ben ik toch beter bij de groep gaan zitten. Ik heb hele pillen van boeken meegenomen, wat zeker de aandacht trok. Het was fijn om erover te kunnen vertellen. Zo ook toen ik wat experimentelere boeken mee begon te nemen. De afgelopen paar keren heb ik alleen maar boeken van Kickstarter of self-published verhalen meegenomen. Het is bijna een ritueel geworden om een boek te kiezen dat ik speciaal voor de boekenclub mee zal nemen.

Het is redelijk veilig om te zeggen: het is me goed gaan bevallen. Ik ben er lekker ingerold en geniet ervan om gewoon in stilte met deze mensen te lezen. Achteraf horen wat mensen hebben gelezen vergroot mijn TBR-lijst ook weer… wat alleen maar goed is!

Maar het afgelopen weekend was een bijzondere bijeenkomst. We gingen niet alleen maar lezen…

Alleen lezen heeft wel zo zijn voordelen.

Jarenlang samen alleen lezen

Afgelopen weekend was het drie jaar geleden sinds de Amsterdamse groep was opgezet. Hoewel ik er nog geen jaar aan meedoe, was ik ook van harte welkom om dit te vieren. De organisatrice had een evenement georganiseerd dat heel goed paste bij het idee van de club.

Op zaterdagmiddag, om een uur of twee, zouden we allemaal samenkomen. Niet op een locatie, maar gewoon thuis, via Kumospace. Ik wist niet dat het bestond, alleen maar dat het was waar we samen zouden praten. Het is een chatruimte waarin iedereen zijn of haar eigen blokje in een kamer kan neerzetten. Als je webcam aan staat, ben je te zien in dat blokje. De kamer voor de boekenclub was ingedeeld in leesgedeeltes, zodat iedereen zijn of haar voorkeuren duidelijk kon maken.

In die ruimte kregen we een korte inleiding en een klein praatje. We vertelden allemaal wat we van plan waren, waarna we uitlogden om de jubileumviering te beginnen.

We gingen lezen. Iedereen alleen, om in 24 uur maar zo veel mogelijk gelezen te krijgen. Ik pakte mijn stapel en verhuisde mezelf naar de bank. Met Spotify op de achtergrond en een kat op schoot pakte ik het eerste boek… en begon ik te lezen.

En wat werd er gelezen?

Ik had een serie voorbereid. Op Kickstarter had ik ooit de ‘Chronicles of the Dawnblade‘ serie ondersteund. Als een braaf jongetje ben ik op de reviews op Goodreads afgegaan. Die waren zo goed dat ik besloot dat het geen kwaad kon om de hele serie te kopen. Vijf boeken, om precies te zijn, en in paperback waren ze nog goed te betalen.

Uiteindelijk, na wat gerotzooi met de post, kwamen de boeken binnen. Ik herinner me nog wel dat ze een beetje tegen leken te vallen, grotendeels door hun formaat. Het waren dunne boekjes, in vergelijking met de 500+ pagina’s die ik normaal gesproken lees. Deze verhalen waren, ter vergelijking, ‘slechts’ zo’n 250 pagina’s lang.

(hoewel dat niets zegt over hoe lang een verhaal is)

De boeken landden stevig op de TBR-lijst en kwamen in de kast terecht. Ik was nog op zoek naar een goed moment om aan de serie te beginnen toen de readathon werd aangekondigd. Wat is een mooier moment om aan een nieuwe serie te beginnen dan een poging om zo veel mogelijk te lezen in 24 uur?

Dus ik begon rond kwart over twee, alleen met mijn katten, aan het eerste boek: The Simple Delivery.

Alleen maar lezen.

Ik had me voorbereid om deze dag niets anders te doen dan lezen. Scouting was op tijd klaar. Alle klusjes waren afgerond, of konden worden uitgesteld tot zondagmiddag. Ik had een waardebon op thuisbezorgd voor mijn favoriete Turkse restaurant en wist al wat ik zou bestellen. Mijn muzieklijst op Spotify is 16 uur lang en zou niet snel aflopen. Ik was er klaar voor.

Na vier uur, iets voor zes uur ’s avonds, was The Simple Delivery uit. Met ongeveer een pagina per minuut was ik door het boek gescheurd en ik moest toegeven: het pakte. Het verhaal rolde lekker door en zette een hoop van de vaste thema’s op zijn kop. De hoofdpersoon probeerde elke kans die hij kreeg aan te grijpen om aan het avontuur te ontsnappen. Zijn heldhaftige kameraad was al dood voor ze elkaar überhaupt hadden ontmoet en was enkel een spookachtige aanwezigheid. De woeste Ork was niet woest, maar een geleerd man.

Het was genieten.

Met het eerste boek achter de kiezen kon ik even opstaan, de benen strekken, en eten bestellen. Toen dat was gedaan, dook ik gelijk het tweede verhaal in.

Dat boek zou het einde van de avond niet halen. Om half elf kwam de achterste kaft alweer naar voren en kon ik dat boek ook wegleggen. Kort twijfelde ik nog of ik door zou zetten… maar ik had mijn zinnen gezet op een doel. Voor het einde van het weekend wilde ik vier van de vijf boeken uit hebben.

En ik wilde ook nog slapen. Slaap begon tegen die tijd toch wel aantrekkelijk te klinken. Mijn nek protesteerde en mijn benen waren ongewend geraakt aan het vele zitten en liggen op de bank. Toch zette ik door.

Pas om 1 uur zou ik richting mijn bed gaan, 110 pagina’s diep in The Odd Sea.

De afsluiter

Op zondag werd ik om acht uur wakker. Na de nodige ochtendrituelen lag ik weer op de bank, gewapend met een kop koffie en mijn boek. Ik ging door waar ik was gebleven en had maar één doel: het boek moest vóór twaalf uur uit.

Want om twaalf uur moest ik vertrekken. We zouden het laatste uur van de readathon met zijn allen op locatie doen en ik wilde erbij zijn.

Maar niet met twee boeken. Dat is vragen om schade aan je kaft en ik hecht waarde aan mijn boeken.

Het lukte allemaal. Ik kon zelfs zo’n 30 pagina’s in Wrath and Wraiths lezen voor ik richting het station moest. In de trein (je raad het nooit) werd er verder gelezen en op de bijeenkomst sloeg ik een stevige deuk in de overgebleven pagina’s. Alles wees er naar dat het boek tegen de tijd dat ik thuiskwam, die middag, uit zou zijn.

En toevallig genoeg was het vierde boek ook een afsluiter van de eerste ‘arc’ van de serie. Het was een keerpunt voor de hoofdpersoon, die alles om hem heen meer serieus begon te nemen. Een goed punt om het weekend mee af te sluiten: een TBR-lijst die vier boeken armer was en ik een ervaring rijker.

Nu nog een goed moment vinden om dat vijfde boek open te slaan…

Vaker alleen lezen?

Ik zou dit niet regelmatig doen. Voor het jubileum van de club was het leuk – ik genoot er zeker van…

Maar het neemt wel een hap uit je planning. Op zaterdag heb ik alles bij elkaar elf uur gelezen, en op zondag nog eens zes uur. Daarna moest ik haasten om de dingen die ik tot zondagmiddag uit had gesteld geregeld te krijgen. Het leven gaat door, immers, ook als je alleen aan het lezen bent.

Hoewel dit voor evenementen zeker voor herhaling vatbaar is… gaat dit geen maandelijks evenement worden.

Zo lang is mijn TBR-lijst nou ook weer niet.

Meedoen: nog wel een goed idee?

Ik heb het in de afgelopen twaalf maanden herhaaldelijk laten vallen: NaNoWriMo. Ik heb meegedaan, mezelf uit de naad gewerkt, en meerdere keren gewonnen. Voor een groot deel van 2024 leek het bijna onontkomelijk dat ik dit jaar weer zou meedoen.

Toch is dat misschien niet zo slim meer. Het echte leven zit in de weg, immers. Nog niet al te lang geleden had ik het nog over mijn eigen worsteling met writer’s block. Ik probeer nog steeds een Hemingway Draft op tafel te krijgen. Sociale verplichtingen komen ook nog wel eens om de hoek kijken…

En dan zijn er nog de dingen die andere mensen doen.

Meedoen is leuk, maar wel veel werk!

Controversie in het meedoen?

Het begon met een video van Daniel Greene, een booktuber, over NaNoWriMo. Hij belichtte een recente statement van de organisatie achter het evenement, waarin de schrijver een voor mij gevoelig onderwerp besprak.

Het is een onderwerp dat ik al eerder heb belicht: generatieve AI. Ik heb er al een keer een blog aan besteed, dus ik zal er niet opnieuw te diep op ingaan. De samenvatting is simpel: generatieve AI is vaak onethisch en wordt te vaak misbruikt. Er zijn zeker manieren om het ‘goed’ te gebruiken, maar de slechten zijn luider dan de goeien.

Maar waarom zou een organisatie als NaNoWriMo zich bezighouden met generatieve AI? Waarom zouden ze het überhaupt verdedigen? Is het hele idee van NaNoWriMo niet simpelweg: meedoen? Er is geen controle, er is geen eer behalve je eigen trots. Hoe komt generatieve AI dan om de hoek kijken?

Het antwoord is simpel: sponsors.

De organisaties die er voor zorgen dat jij kan meedoen met de schrijfwedstrijd.

En dan in het bijzonder, ProWritingAid.

In een eerder blogje heb ik al verschillende handige tools beschreven die kunnen helpen bij de schrijfhobby. Hoewel ik het niet direct benoemd heb, is ProWritingAid er daar wel een van. Het is een tool om je te helpen grammaticale fouten te vinden en zinsstructuur te corrigeren. Op zichzelf een vrij onschuldig iets… tot je er achter komt dat er een generatieve functie is. Een ‘Spark’ die je helpt om een scène verder te zetten door tekst voor je te genereren.

En het mooiste: het is een dure functie. De gratis versie laat je hem drie keer per dag gebruiken. Een tientje per maand geeft hem vijf keer per dag, en 12 euro geeft je 50 Sparks per dag. Kunstmatige fantasie, probleemloze paragrafen, en een zielloos product.

Wat is het probleem?

Dat is het leukste! Normaal gesproken zou dit geen probleem zijn. De meeste mensen (inclusief ikzelf) zouden dit volledig gemist hebben. Lang niet iedereen kijkt naar een sponsorpagina en nog minder mensen herleiden dit soort implicaties.

Tenzij de organisatie uit het niets een statement zou maken. Een statement die het gebruik van generatieve AI niet alleen verdedigt, maar het afkeuren ervan demoniseert. Mensen die tegen AI zijn, zouden ableist (bevooroordeeld tegen mensen met beperkingen) en classist (bevooroordeeld tegen minder bedeelde mensen) zijn. In de toondove statement beschrijft de organisatie precies hoe afschuwelijk je bent als je het niet met ze eens bent.

Ik raad je aan om de video van Daniel Greene te bekijken. Hij legt uit hoe ontzettend ze de plank misslaan voor een organisatie die meedoen zo belangrijk vindt.

Inmiddels is de statement op de website aangepast. Ze konden ook niet anders, maar het internet… het internet vergeet niets.

En dan graaf je dieper

Mijn vader noemde me vroeger wel eens Remi, omdat ik helemaal van de wereld kon verdwijnen. In mijn eigen wereldje miste ik nog wel eens het een en ander, tot grote problemen aan toe. Daarom ben ik zo blij met mijn smartwatch: het is moeilijk om een trillende pols te missen. Zo blijf ik in ieder geval op de hoogte van meldingen.

Ik had dan ook volledig gemist dat de organisatie van NaNoWriMo al een paar jaar worstelt met controversie. In december van 2022 werd de organisatie gesponsord door ‘Vanity Publishers’. Dit zijn uitgevers die een kopie van je geschreven boek voor je drukken. Je kan een mooie kopie in je kast zetten, maar moet wel al je rechten wegschrijven. Gebruikers brachten de aanwezigheid van twee van die uitgevers onder de sponsors onder de aandacht op de forums.

Helaas werd er niet volwassen op gereageerd. Berichten verdwenen van de forums en de klokkenluiders ontdekten dat hun account bevroren was. De organisatie probeerde duidelijk om de kritiek de kop in te drukken. Helaas voor hen waren ze vergeten dat het over het internet ging. Het internet laat zich het zwijgen niet opleggen.

In mei van 2023 kwam naar buiten dat een moderator van die forums op minderjarigen joeg. Ze probeerden kinderen naar een fetishsite te krijgen en in contact te brengen met pedofielen. De organisatie deed maandenlang niets met de meldingen van gebruikers.

Behalve dat de fetishsite in kwestie werd schoongeveegd. De waarschuwingen en meldingen kwamen wel aan bij de dader zelf.

Opnieuw kwamen meerdere mensen met hun eigen verhalen naar voren. Opnieuw verwijderde de organistie berichten en bevoren ze accounts. Pas toen de FBI kwam meekijken gaf de organisatie een reactie, waarin ze hun kop in het zand staken. Ze gaven alle moderators de schuld en zeiden dat de berichten nooit naar de organisatie door was gespeeld.

Het is te veel om in detail op in te gaan. De organisatie oefende druk uit op minderjarigen om te doneren. Een volledig gebrek aan moderatie op de forums maakte ze onplezierig en onveilig voor iedereen die wilde meedoen. Een veel te realistisch puzzelspel waarin een terrorist dreigt om NaNoHQ op te blazen…

Hoe meer ik hier over typ, hoe groter mijn verbazing is dat de website überhaupt nog online staat. Lees een volledige samenvatting hier.

Ga ik nog meedoen?

Ik zal niet beweren dat al deze dingen de reden zijn dat ik dit jaar niet ga meedoen. Het stond dit jaar sowieso niet in de sterren, zoals ik in het begin al beschreef. Meedoen met een schrijfwedstrijd moet je alleen doen als je er ruimte voor hebt. Zeker een die zo intensief is als NaNoWriMo.

Maar voor mij is dit wel de reden om de deur dicht te doen. Ik zeg niet dat ik hem niet op een kiertje houd, maar de komende jaren ga ik het even aankijken. Kijken of de organisatie nog iets gaat doen met de dingen die opgenoemd zijn. Van wat ik heb gelezen, zijn er al genoeg lege beloftes gemaakt. Beloftes van beterschap die uiteindelijk niet uitkwamen, of om te beginnen al onrealistisch waren.

Misschien wordt het in de toekomst wel beter. Ik ben naïef genoeg om daar hoop voor vast te houden… maar voor nu ben ik kritisch.

« Oudere berichten

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑