Het is een tijdloos ritueel: de handtekening van je idool vergaren. Spelers signeerden honkbalkaartjes, artiesten krijgen prints onder hun neus om te ondertekenen… en zo schrijvers ook. Op conventies is de aanwezigheid van artiesten en schrijvers vaak zeer gewild: fans willen graag iets ondertekend zien.
Verzamelaars beschouwen een handtekening als een waardeverhogende eigenschap. Het idee dat de originele schrijver of artiest een object heeft vastgehouden en bekrast maakt het meer gewenst. Hierdoor duurt het ook niet lang voor dit soort objecten doorverhandeld worden. Afhankelijk van de populariteit wisselen gesigneerde exemplaren voor honderden euro’s van handen.
Maar wat betekent dit aan de andere kant van de tafel?
Een handtekening is niet makkelijk
Een handtekening is iets persoonlijks. Het is iets dat betekent dat jij een document hebt gezien en dat je het er mee eens bent. Het mag niet eenvoudig te vervalsen zijn, omdat het gebruikt kan worden om je instemming te bewijzen.
(Daar zitten trouwens nog wel wat haken en ogen aan. De details daarvan wil ik in dit blogje niet op ingaan, maar het is wel belangrijk te benoemen)
Inmiddels heb ik door dat er voor artiesten twee belangrijke eigenschappen zijn voor een handtekening:
- Het moet herkenbaar zijn;
- Het moet snel te zetten zijn.
De twee eigenschappen lijken elkaar direct tegen te spreken. Een handtekening die herkenbaar is als zijnde van jou afkomstig, moet bijna wel iets van je naam bevatten. Dat maakt het echter heel moeilijk om ze snel te zetten: je moet immers wat schrijven.
Nou is dat normaal gesproken geen probleem. Hoe vaak zet je als een ‘normaal persoon’ je handtekening? Over het algemeen niet heel vaak, hooguit bij grote aankopen en overeenkomsten. Misschien onder een contract. Het gebeurt nooit genoeg dat snelheid echt van belang is, toch?
Toch?
Tientallen keren hetzelfde zetten
Denk je eens in dat je tien keer achter elkaar je handtekening moet zetten. Nu dat je het honderd keer moet doen. En nu, als allerlaatste keer, dat je het duizend keer moet doen. Het hoeft niet allemaal in één keer, maar het moet wel gebeuren.
Dit is waar populaire artiesten en schrijvers mee moeten dealen. Op conventies staat er een rij met mensen die ongeduldig wachten om iets ondertekend te krijgen. Schrijvers hebben signeersessies om nieuwe boeken te promoten als een ‘meet and greet’. Sommigen bieden zelfs vooraf gesigneerde boeken aan op hun eigen webwinkels.
Ik heb het wel vaker over hem, maar Brandon Sanderson heeft zelfs een podcast voor de handtekeningen. Hij moest wat te doen hebben tijdens het signeren voor de verkoop, dus is de podcast opgezet. Mede dankzij die podcast zijn nieuwe boeken de verkoop in gegaan met duizenden gesigneerde kopieën voorbereid.
Niet dat die boeken lang overbleven. Je moest er snel bij zijn om een handtekening te krijgen.
Een handtekening is kunst
Je kan je wel indenken dat deze handtekeningen geen heel uitgebreide werken zijn. Het zijn tekeningen die met twee bewegingen van de pols gezet worden. Verzamelaars weten precies hoe hun beoogde handtekening er uit moet zien.
Maar dit betekent wel dat de krabbel wegdrijft van je identiteit. Het is minder eenvoudig om af te leiden van wie het daadwerkelijk af komt, tenzij je weet hoe het er uit moet zien. Daarnaast is het makkelijker na te maken. Iemand met voldoende tijd en motivatie kan alle tijd nemen om je handtekening te oefenen. Hij is eenvoudig genoeg, immers!
Betekent dit dat het perfect is? Kunnen mensen met kwade bedoelingen een boek kopen, er een handtekening in zetten, en het duurder verkopen?
Waarschijnlijk wel!
Maar juist omdat het zo moeilijk is, zo veel werk kost om te perfectioneren, maakt de handtekening het waard. Een handtekening is een kunstwerkje dat een al bestaand werk verbetert. Mensen zijn bereid om daar voor te betalen en dat is hun goed recht. Ik snap het wel.
Als ik de kans krijg om een getekend exemplaar te bemachtigen, doe ik dat immers ook!
Hoe kom je hier zo op?
Ik keek laatst weer eens door mijn kast heen en opende voor de grap mijn eigen verhalen. Ik herinnerde me nog de moeite die ik destijds had gedaan voor die boeken. De eerste vijftien of twintig exemplaren kocht ik zelf, zodat ik ze kon uitdelen aan vrienden. Al die exemplaren waren destijds genummerd en voorzien van een persoonlijke tekst.
Ik vond mezelf al heel wat, destijds. Zo veel dat ik zelfs voor mezelf een exemplaar ondertekend had.
Toen ik in de twee boeken die in mijn kast staan keek, stond ik echter voor een verrassing. Death’s Messengers heb ik een mooie tekst voor verzonnen. ‘Een krabbel voor een boek die je in je eigen kast zet <3’.
Je hoeft het me niet te vertellen. Ik was een ware woordsmit.
In Bright Dawn stond echter een heel andere naam. De naam van iemand waar ik al meer dan tien jaar geen contact meer mee heb. Iemand waar ik in de tijd dat het boek naar de drukkers ging opeens contact mee verloor. We slaagden er simpelweg niet meer in om afspraken te plannen. Drie jaar later verloren we zelfs contact over Facebook – het grootste verlies.
Dus wat was er met mijn eigen kopie gebeurd? Ik kan wel verklaren waarom ik zijn ‘gereserveerde’ verhaal nog heb, maar degene voor mezelf? Ergens herinner ik me nog wel dat ik een kopie bij iemand in de brievenbus had gedaan. Iemand waar ik mee in de klas zat, of mee werkte, en die toevallig in de buurt woonde. Hoogstwaarschijnlijk heb ik daar destijds per ongeluk ‘mijn’ kopie voor gepakt, in plaats van een andere.
En nu?
Waar dat boek heen is, weet niemand. Ik weet niet eens meer bij wie het in de bus is gegaan. Heel lyrisch waren ze dus niet over het resultaat, anders had ik ze wel gehoord.
Natuurlijk is het jammer dat mijn verhaaltje voor mezelf verloren is gegaan. Maar zoals een goede vriend van me zegt: of je slaagt, of je hebt een mooi verhaal. In dit geval heb ik er een mooi verhaal aan overgehouden.
Ik ga er dan ook niets mee doen! Ik hoop dat, wie ‘mijn’ boek heeft, ze ervan genieten.
En misschien komt het ooit wel weer naar boven…
0 reacties
1 pingback