In dit derde autobiografische bericht wijd ik verder uit hoe Declipse tot stand is gekomen. Het heeft een lange reis doorstaan. Van een vluchtig bij elkaar gegooid karakter voor een roleplay, tot een hoofdpersoon van een verhaal. Of, dat was het plan. Ondanks het feit dat er jaren voorbij zijn gegaan, had ik nog steeds geen idee van de tegenstanders voor mijn hoofdpersoon.

Of een naam. Ze hadden ook nog steeds geen naam.

Eerst de tegenstanders.

Wat had ik wel? Tegen de tijd dat ik mijn korte stripje had geschreven, wist ik wat Declipse was. Het was een mysterieuze onafhankelijke militaire organisatie die de wereld ging redden. Ze waren verscholen van het oog van de samenleving en waren klaar om iedereen te helpen. Het enige wat ik nog vast moest stellen, was waar tegen ze iedereen moesten beschermen.

Het was een tijd dat ik veel films keek. Ik ging regelmatig naar de bioscoop en werd veel blootgesteld aan allerlei soorten thema’s. De mysterieuze organisatie met een ondergrondse basis was geïnspireerd door xXx, bijvoorbeeld. Ik wilde dat ze bedreigd werden door iets waarvan iedereen het eens was dat het een probleem was.

Tijdens een eerste iteratie waren het simpelweg terroristen. Vergeet niet: Declipse werd midden in de War on Terror geboren. In Nederland waren we veilig, maar terrorisme was iets waar we elke dag wel van te horen kregen. Het was bijna vanzelfsprekend om een terroristische organisatie te verzinnen… en ik begon te schrijven.

Het werkte niet.

Ik weet niet waarom, maar het klikte niet met me. Een willekeurige terroristische dreiging was spannend, maar gaf me niet de inspiratie die ik zocht. Misschien was het zelfs wel te eenvoudig in die tijd, omdat we er elke dag mee te maken hadden. Het sprak niet tot de verbeelding en het wierp blokkades op die ik niet kon, of niet durfde, te nemen. Wat als het te realistisch was, of iemand zich er te veel in zou herkennen?

Het waren dingen waar ik me mee bezighield. Ik weet niet goed waarom. De actualiteiten zijn immers iets waar veel over geschreven wordt.

Een volledige ommekeer

Als de actualiteiten me niet konden helpen, dan zou de science fiction dat misschien wel kunnen. Op een gegeven moment besloot ik dat menselijke tegenstanders te alledaags waren en dat iets bijzonderders nodig was. Ik besloot te kijken naar buitenaardse wezens en andere monsters. In een van mijn eerste schetsen kwam de ‘multidimensionale kip’ voor, iets dat absoluut tot de verbeelding sprak.

Nee, ik ben niet sarcastisch, dat lijkt maar zo.

Ooit, in een ver, ver verleden, heb ik twee of drie hoofdstukken geschreven met dit concept. Het klikte nog minder goed dan de terroristische dreiging deed. Ik kon geen motivatie bedenken, geen reden voor het verschijnen van deze dreiging. Het was te absurd, te vreemd, en Declipse was in mijn hoofd te geaard in de echte wereld. De monsters en buitenaardse wezens vielen zo ontzettend uit de toon dat ik het niet over mijn hart kon krijgen om er over te schrijven.

Ook dit idee werd opzij gezet, hoewel het nog wel is blijven leven voor andere verhalen. Mijn hoofdpersoon bleef iemand zonder drijfveer, zonder conflict om hem een reden tot bestaan te geven.

De meest voorkomende tegenstanders

Uiteindelijk, na lang nagedacht te hebben, kwamen we toch weer uit bij de grootste vijand van de mensheid.

Andere mensen.

Ik was in een Westerse samenleving opgegroeid, in een Europa dat verwoed probeerde om zich te verenigen. Amerika werd op school aan ons geïntroduceerd als de grote broer die iedereen veilig hield. Het was een avontuur om naar dat enorme, welvarende land te gaan.

Aan de andere kant van Europa was Rusland, en daar was het allemaal koek en ei mee. Ja, er was op een gegeven moment een hoop spanning, maar… dat behoorde allemaal tot het verleden. De wereld was verder gegaan en we waren vrienden geworden.

Sommige dingen kunnen zo snel veranderen.

Toch besloot ik uiteindelijk een greep te doen in de oude verhalen. De boeken en films van vóór 1990, die wild speculeerden over van alles en nog wat. Het was een veelbesproken onderwerp…

En een spel dat ik veel speelde, Call of Duty 4, gebruikte de Russische bevolking als een prominente mede- en tegenstander.

Gesterkt door een vlaag van inspiratie en een Command & Conquer fanfictie besloot ik deze wereld uit te schrijven. Destijds schreef ik voor een verhaalwebsite die ik vandaag niet meer terug kan vinden. Alles werd in Word geschreven, dus zelfs die eerste versie staat nog…

Ergens.

Ik gooi nooit wat weg.

En de naam?

De naam van mijn hoofdpersoon is door een paar iteraties heen gegaan. Ze begonnen natuurlijk simpelweg als ‘Gamma 2’. Helaas was die naam niet bestand tegen een groep nieuwsgierige tieners, dus moest ik snel denken.

Door de wijze waarop de scènes destijds in mijn hoofd ontstonden, had ik de neiging om mezelf in te beelden als hoofdpersoon. Deze hoofdpersoon kreeg geidealiseerde trekjes van mezelf mee en het duurde niet lang voor ze naar mijn forum avatar vernoemd werden. ‘Rikko’, is hoe ik mezelf destijds noemde.

Kijk of je nog iets van me terug kan vinden. Ik ben benieuwd.

Maar dat is een naam die niet werkte in het Nederlands. Ik heb een tijdje geprobeerd om de self-insert volledig te omarmen en deze hoofdpersoon ‘Rik’ te noemen. Voor Darren O’Shaughnessy werkte het immers ook fantastisch en hij schreef uitstekende boeken.

Ik kon het echter niet. Voor mij voelde het vreemd en pretentieus. Ik heb mezelf door een paar iteraties van het verhaal heen geduwd en heb het uiteindelijk opgegeven.

Uiteindelijk viel de naam op ‘Alex’. Ver genoeg verwijderd van mijn naam om het idee van een self-insert opzij te kunnen zetten…

Maar net als ‘Gamma’ terug is blijven komen in de Declipse verhalen, is het nog steeds een verwijzing waar het vandaan kwam. De mensen die mij al langer kennen, weten waarom.

Volgende week

Deze kleine introspectie gaat nog één week volhouden. Dan heb ik een maand lang teruggekeken. Volgende week zal ik de meest recente iteraties langsgaan en een greep doen in de feedback die ik kreeg. Daarna wordt het weer tijd om vooruit te kijken.

Tot dan!