Een roleplay is niets anders dan samen met je vrienden een verhaal schrijven. Er is een spelleider die de grote lijnen van het verhaal bedenkt, maar de spelers? De spelers zijn de hoofdpersonen van het verhaal. Zonder hoofdpersoon is er geen goed verhaal en een roleplay geeft je de kans om meerdere verhalen te vertellen. Hoofdpersonen die allemaal een keer belicht kunnen worden en hun eigen inbreng hebben op het verhaal.

Als spelleider is het een hele toer om die wereld coherent te houden. Je hebt een zeker verhaal, maar wat als je hoofdpersonen dat verhaal niet willen volgen? Het vereist een goede band met je vrienden en een goede grip op je wereld om dat vol te houden.

Dus… is je eigen, al uitgeschreven wereld dan niet perfect?

Een essentieel onderdeel voor een goeie roleplay!

Wat heeft een wereld nodig voor een roleplay?

Een heleboel dingen die je in een goed boek vindt, kan je ook in een goeie roleplay vinden. Een doel voor de hoofdpersonen om naar te streven, vaak het stoppen van het kwaad. Verschillende bijpersonen die de hoofdpersonen helpen, of geholpen moeten worden… of ze juist tegenwerken. Een tegenstander… en een twist.

Als je puur naar de ingredienten kijkt, is het schrijven van een boek bijna hetzelfde als een roleplay. Toch kan je dit onmogelijk zeggen… want als schrijver heb je één voordeel.

Je hebt je hoofdpersonen onder controle en ze zijn tevreden met wat je ze geeft.

Een roleplay speel je samen, als groep. De verhalenverteller heeft echter een unieke verantwoordelijkheid: iedereen moet een keer in het zonnetje staan. Elke speler heeft een hoofdpersoon en het is niet leuk om alleen naar de anderen te kijken. Ook heeft elke speler een mening en een mogelijke manier om een probleem aan te vliegen. Niet iedereen vindt je eerste mening of idee een goed idee… en daar heb je geen controle over.

Er gaan genoeg verhalen de rondte van spelleiders die hun spelers geen ruimte gunnen. Spelleiders die hun eigen hoofdpersonen zo fantastisch maken dat de spelers bijpersonen worden. Spelleiders waarvan wordt gezegd dat ze beter een boek kunnen schrijven. Een dergelijke spelleider wordt niet als iets goeds beschouwd.

Je eigen wereld gebruiken.

Er zijn eindeloze manieren om een roleplay te spelen. Het hele idee is dat je het gezellig maakt met je vrienden, immers!

Er zijn talloze boeken uitgegeven die werelden uitwerken om in te spelen. Wil je in Midden-Aarde spelen, met Aragorn en Gandalf? Dat kan. Ga je liever de sterren in om het universum te verkennen? Dat kan vreedzaam, gewelddadig, supergewelddadig, of tientallen vormen daar tussenin. Er zijn zelfs boeken die de hedendaagse wereld uitwerken… met een twist. Het internet is zo groot dat er vast wel iets voor je geschreven is.

Maar om dit te doen, moet je natuurlijk wel die wereld bestuderen. Je moet hem je eigen maken, begrijpen, tot een niveau dat je vragen kan beantwoorden. Het vereist een investering vóór het spel. Waarom zou je dan als schrijver niet naar materiaal grijpen dat je al hebt geschreven? Materiaal waar je al uren over hebt nagedacht en waarvoor je waarschijnlijk al een verhaal hebt verzonnen?

Het antwoord is simpel. Ik heb het ook al een beetje door laten schemeren: een roleplay is een verhaal, maar geen boek. Een boek schrijf je om de lezers door een verhaal heen te helpen. Een roleplay schrijf je om met je spelers een fantastische tijd door te maken. Je wil dat je spelers de mysteries ontrafelen en de keuzes maken. Je kan ze motiveren en naar bepaalde keuzes toe duwen, maar als ze een andere keuze maken, staat je wereld op zijn kop.

Een goeie roleplay moet daar tegen bestand zijn. Een spelleider kan zich aanpassen en improviseren, zodat hun verhaal zinnig blijft. De spelers willen impact hebben en de wereld moet zich naar hun acties vormen. Het is een van de dingen die het meeste misgaan, als ik het internet mag geloven.

Of je zet de spelers op rails.

Ik heb zo’n roleplay gespeeld.

Ik heb de wereld van Declipse op verschillende manieren vorm gegeven, maar de roleplay was wel een van de interessantste. Het dwong me om anders te kijken naar de wereld van Declipse, omdat anderen een ander beeld hadden. De spelers waren mijn vrienden en hadden al aardig wat gelezen, maar ze hadden hun eigen beeld. Ze hadden hun eigen ideeën van hoofdpersonen die in die wereld pasten.

Hadden mijn vrienden het fout? Hadden ze gewoon geen behoefte om mijn fantastische verhaal te respecteren? Of kwam dit misschien doordat iedereen een verhaal op zijn of haar eigen manier ziet? Door de visie van anderen op mijn verhaal kon ik de zwakke en sterke kanten beter zien… en daardoor kon ik itereren.

Een roleplay kan allerlei karakters bevatten, maar de spelers en de spelleider moeten daarvoor wel samenwerken!

Pasten de karakters die mijn vrienden wilden spelen in Declipse? Niet voor honderd procent. Moesten ze honderd procent passen?

Nee. Een roleplay speel je met zijn allen. In de loop van het spelletje voelden de karakters steeds meer alsof ze onderdeel waren van het meubilair van Declipse.

Ook al hadden ze nog steeds kritiek op bepaalde keuzes die ik had gemaakt. Ze openden mijn ogen voor zwakke punten in mijn verhaal. Dingen die ik niet meer aan kon passen, maar in latere iteraties zeker in het achterhoofd zou houden.

En het verhaal?

Het verhaal van het rollenspel volgde niet het verhaal van de boeken. De boeken hadden al een hoofdpersoon. Er was al van alles bepaald en er stonden al allerlei dingen vast. Het zou voor de spelers niet interessant zijn om mijn hoofdpersoon rond te volgen… dus heb ik wat nieuws geschreven. In de iteratie van Declipse die ik destijds aanhield, was er een vrij lange sprong in de tijd. Een sprong waarin de hoofdpersonen van de boeken afwezig waren en hun eigen ding deden.

Het was een veilig gebied. Een deel waar de invloed van Declipse op de wereld te voelen was. De gebeurtenissen uit de boeken waren aanwezig en karakters konden langskomen…

Maar de activiteiten van de spelers waren niet gebonden door die boeken. Niets stond vast en alles was toegestaan. Ik had destijds zelfs het idee dat de spelers wat invloed op het verhaal konden hebben. De gebeurtenissen uit de roleplay konden een verwijzing krijgen in de boeken.

Dat bleek uiteindelijk een slecht idee te zijn. Lezers hadden geen idee wie deze karakters waren en waar ze vandaan kwamen. Ze voelden vreemd aan in de verder goed gedefinieerde wereld die ik had uitgeschreven.

En, boven alles, ze voegden alleen maar meer namen toe aan een wereld waar al te veel karakters in rondliepen.

Maar ik had de smaak te pakken. Vier jaar later zou ik een nieuwe roleplay beginnen in de wereld van Declipse.

Kan een roleplay in je eigen wereld?

Ik raad het aan! Niemand is beter in het zien van fouten dan andere mensen. Alle vragen en opmerkingen over de wereld zijn opbouwende kritiek. Je leert er van…

En je leert het ook los te laten. Het beeld van anderen gaat nooit helemaal overeenkomen met je eigen beeld. Je kan proberen om dat te corrigeren en je spelers naar je mal te vormen… of je kan accepteren. In de echte wereld zijn er ook geen twee mensen hetzelfde. Iedereen steekt op zijn of haar eigen manier uit en valt op. Het maakt het spelletje interessanter en het geeft unieke mogelijkheden. Wil je echt met iemand ruzieën om die mogelijkheden weg te nemen?

Natuurlijk niet!

Ik heb er een hoop van geleerd. Declipse is erdoor gegroeid en geëvolueerd. De meest recente iteratie zal nooit worden uitgegeven, maar reflecteert wel al de lessen die ik heb geleerd.

En zo groeien we langzaam verder…