Niet al te lang geleden maakte ik een blogje over precies deze website. In dat blog schreef ik over mijn gevoel dat ik geen korte verhalen voor Declipse kon uploaden. Het was gewoon onmogelijk, het kon niet zonder te veel weg te geven. Het behoorde bijna tot het onmogelijke.
Vandaag, dames en heren, vertel ik jullie dat ik een leugenaar ben.
Declipse is iets dat mij ontzettend nabij staat. Ik zal het idee dat het mijn magnum opus is nooit kunnen verliezen. Al mijn schrijfwerk staat in het teken om dichter bij het publiceren van dit verhaal te komen.
Ik wil dan ook dolgraag verhalen vertellen in deze wereld… en vandaag kunnen jullie het eerste verhaal lezen. Het staat volledig los van de hoofdpersonen van Declipse. Je hoeft dit verhaal niet te lezen om de wereld te begrijpen, maar je kan dit verhaal wel lezen zonder de boeken te kennen. Toch geeft het een kleine inkijk in de worsteling die centraal staat in het verhaal. Lees dit allemaal in Declipse: Het Onmogelijke
Kijk in de wereld van Petya. Ontmoet de man die alles kwijt is, en zie wat hij wil doen om het terug te krijgen. De mensen om hem heen zijn hem misschien goed gezind, maar niet alles is wat het lijkt. Niet iedereen heeft hetzelfde einddoel voor ogen. Petya is maar een kleine speler in een stad die gevuld is met grote haaien. Hij gaat moeten zwemmen… of verdrinken.
De wereld is gevuld met hobbies en activiteiten. Je ontkomt er bijna niet aan en het is een bekende ijsbreker: wat voor hobbies heb jij zoal? Maar hobbies zijn dingen die je leuk vindt, dingen die je voor je plezier doet. Hoewel ik al eerder heb geschreven dat je jezelf soms moet dwingen, is het niet helemaal de bedoeling. Om dingen leuk te houden, is het soms handig om wat tools en hulpmiddelen te gebruiken.
Maar schrijven is wat dat betreft een wat vreemde activiteit. Waar de schilderartiest tientallen verschillende kwasten, paletten, en standaarden heeft, valt dat voor de schrijver tegen. Je schrijft toch gewoon? Met een potlood en een kladpapiertje zou je ver genoeg moeten komen.
En het is ook aangetoond dat dit genoeg kan zijn. J.K. Rowling heeft de eerste versie van Harry Potter naar geruchten handgeschreven opgeleverd op kladblaadjes en servetjes. Hoewel dit natuurlijk moeilijk te bewijzen valt, schijnen er online wel foto’s van rond te zwerven. Stukken papier zijn dus zo te vinden. Wat heb je als schrijver dan nog meer voor tools nodig dan een bureau met papier, of een tekstverwerker?
Tools die helpen met schrijven
Een computer is natuurlijk een goed begin. Hoewel het in de jaren ’90 niet heel gebruikelijk was, zijn computers tegenwoordig heel normaal. Ze doen dienst als entertainment voor talloze mensen, en voor schrijvers zijn ze als tools niet meer weg te denken. Hoewel tekstverwerkers als Word nog steeds prijzig zijn, biedt het internet talloze gratis opties om in plaats daarvan te gebruiken.
Daarnaast zijn er nog allerlei soorten software die je kunnen helpen met schrijven. Fantastische verhalen met een slordige schrijfstijl zijn immers nog steeds niet fijn om te lezen. Dit kan verholpen worden met tools als de Hemingway Editor (als app ook in het Nederlands verkrijgbaar). Dit helpt je om langdradige zinnen te ontdekken en te zien waar je misschien moet herschrijven. Het is software die je helpt met het identificeren van zwakke plekken en te leren daarmee om te gaan.
Zo zijn er tientallen verschillende soorten software die allemaal focusen op grammatica en zinsverloop. Ook kan je denken aan tekstverwerkers die alle opmaakopties wegnemen en je enkel een leeg canvas geven. Met behulp van AI zijn er zelfs al tools die je promts geven. Deze prompts zijn niets meer dan korte voorstelen van wat je zou kunnen schrijven, een beginnetje voor iets groters. Een aanzet naar de roem.
Maar ondertussen kijk je nog steeds jaloers naar de tools van schilders. Dingen die je vast kan houden en kan laten zien aan vrienden en familie. Iets waarmee je aan iedereen kan laten zien dat dit is iets dat je doet. Iets waar je geld aan uitgeeft!
Vasthouden
Een typemachine is iets dat je niet veel meer ziet. Het is een verouderd stuk gereedschap dat al lang geleden is ingehaald door technologie. Het is echter wel iets dat veel mensen nog steeds waarderen. Mechanische toetsenborden emuleren nog steeds het geratel van een typemachine, en de kracht waarmee je moet aanslaan. Het is lang niet meer zo zwaar of luid, maar veel mensen prefereren het nog steeds over de alternatieven.
Met dat in het achterhoofd zijn de goede mensen van Freewrite aan de slag gegaan. Ze hebben de meest minimalistische computers gemaakt, puur om verhalen op te schrijven. Je bent vrij van afleiding en kunt letterlijk overal zitten, en dankzij het kleine scherm kan je maar moeilijk teruglezen. Dat voorkomt dat je al actief gaat redigeren terwijl je nog met je creatieve proces bezig bent. En onder dat scherm? Een zwaar mechanisch toetsenbord dat lekker aanslaat.
Dit is onmiskenbaar een van de tools voor schrijvers. Dankzij een langdurige batterij en e-inkt kan je zelfs in het openbaar gaan schrijven. Eventuele voorbijgangers kunnen maar één ding concluderen: dit is iemand die aan het schrijven is.
Tools voor inspiratie
Daarnaast zijn er nog hulpmiddelen voor inspiratie. De schrijversprompts die ik hierboven heb beschreven zijn daar één van, maar er zijn ook fysieke opties.
Veel bordspellen kunnen worden omgezet naar creatieve duwtjes. Denk bijvoorbeeld aan Dixit en haar vele uitbreidingen. Het spel is gevuld met kaarten met allerlei vreemde en inspirerende tekeningen. Aan de hand van een woord of een prompt, speel je een kaart die je daarmee het sterkste identificeert. Daarna is het een kwestie van raden wie welke kaart heeft gespeeld.
Het is een heel fijn gezelschapsspel, maar de kaarten zelf kunnen voldoende inspiratie bieden. Zit je vast? Trek een kaart en kijk naar de tekening. Waar doet het je aan denken? Waar stuurt het je naartoe?
Zo kan je spelenderwijs een vastgeroeste scène losweken.
Ook kan je kijken naar creatieve dagboeken, zoals The Severed Moon, van Leigh Bardugo (Shadow and Bone). Het staat vol met uitdagingen of prompts die je aanmoedigen om simpelweg te schrijven. Ik heb ooit meegedaan aan een alternatief hierop met behulp van Kickstarter: The Wishing Sigil. Aan de hand van een serie prompts word je door elke dag een stapje verder door een verhaal geleid dat je zelf schrijft. Elke dag vul je het verhaal aan en ga je verder door de gebeurtenissen heen. Het is een creatieve oefening, een waarmee je de creatieve spieren flink kan oefenen.
De gouwe ouwe
Een heel kort kopje voor de belangrijkste tool die elke schrijver in hun arsenaal kan hebben. Ik heb er al over geschreven… maar toch is het onmisbaar.
Het is een schrift.
Hoewel je misschien sneller typt dan dat je schrijft, is een schrift nooit overbodig. Voor een schrift heb je geen batterij nodig. Het enige dat je nodig hebt is een pen, of een potlood.
Tijdens een vorig blogje heb ik het al eens verteld: inspiratie slaat nooit op een gelegen moment toe. Daarom kan je het beste altijd een schriftje bij je dragen. Willekeurige notities, kleine ideetjes… ik gebruik het mijne voor van alles. Wat vandaag een idee is voor een roleplaying sessie, kan morgen schrijfinspiratie zijn.
Het is misschien wel duidelijk en vanzelfsprekend, maar ik wil het toch geschreven hebben.
Geen van de hierboven beschreven producten hebben me betaald om over ze te schrijven. Sterker nog: ik heb veel van die producten niet eens in mijn bezit.
Ik heb flink onderzoek gedaan voor dit blogje. De zoektocht naar toepasselijke tools duurde lang en het zoeken naar recensies van die tools nog langer. Met dat in het achterhoofd heb ik mezelf dan ook beperkt tot het schrijven over dingen die mij enthousiast maakten. Daarom is dit een bijzonder positief blogje geworden. Dit is niet vanwege een sponsorschap.
Het is moeilijk te geloven, maar het is bijna een jaar geleden sinds het begin van dit blog. Dat is echter niet het moment dat ik daadwerkelijk begon met deze website. Recentelijk werd ik er door de goede mensen van Strato op gewezen dat mijn nieuwe factuur klaar stond. Dat betekent dat, in tegenstelling tot dit blog, deze site al meer dan een jaar oud is!
Ik had wat opstarttijd nodig, dat is alles.
Destijds tijd had ik een beeld van hoe deze website er uit zou komen te zien. Heeft dat wat er is neergezet het ook maar een beetje benaderd?
Het bouwen van een website
Er zijn meer dan genoeg mensen die hun geld verdienen met het bouwen van websites voor andere mensen. Het is dan ook niet eenvoudig om een webpagina op te zetten. Je moet een doel hebben, een visie, en het vooral niet te groot willen maken. Dat vereist studie, om te bepalen wat wel en niet belangrijk is, en een hoop ervaring.
Ik… heb geen van die dingen.
Ooit heb ik wel voor een vriend met CSS gerommeld, voor hun forum. Het was niet heel veel om aan te zien, maar het was een persoonlijke stijl. Ze waren er blij mee en we hebben het forum voor een lange tijd met veel plezier gebruikt. In ieder geval tot ze het op slot zetten en het wachtwoord vergaten.
Op een gegeven moment heb ik voor een baas een paar opzetjes voor een website gemaakt. Ze wisten niet zo goed wat ze met me aanmoesten en ze kregen een subsidie voor me. Daardoor was er wat meer vrijheid met wat er met mijn tijd kon worden gedaan. Het leek daardoor een zinnige tijdsbesteding en ik heb flink aangerommeld in WordPress. De websites hebben nooit het daglicht gezien, en misschien maar goed ook.
Wat heb ik geleerd van die ervaringen?
Dat er meer dan genoeg templates beschikbaar zijn en dat er geen schaamte bestaat in het gebruiken daarvan. Waarom zou ik zelf iets bij elkaar brokkelen, als ik ook iets kan gebruiken dat een ander aanbiedt? De enige prijs is de naam die onderaan de pagina staat…
Maar dat is geen prijs. De ontwerper verdient het om in de schijnwerper gezet te worden.
WordPress?
Je ontkomt er tegenwoordig niet meer aan. Elke aanbieder van webspace geeft het praktisch weg bij je abonnement. Het is dankzij WordPress zelfs voor de grootst mogelijke leek mogelijk om een website in elkaar te zetten. Je klikt en sleept de boel gewoon bij elkaar.
Het voelt aan als de McDonald’s van de websites, maar je zou verbaasd staan. Er zijn ontelbare websites die gemaakt zijn met WordPress. Er zijn ontwerpers die zich specialiseren in WordPress… en het werkt gewoon lekker.
Al zijn bepaalde templates makkelijker om mee te werken dan anderen. Sommigen bieden opties die anderen niet bieden. Is het nodig om iets groots en ingewikkelds in elkaar te zetten?
Ik denk het niet.
Een website voor iets specifieks
Mijn originele intentie voor deze site was om Declipse te promoten. Het verhaal was afgerond en ik was druk bezig met het nakijken en herschrijven. Ik wilde het proces uitwerken, de reis documenteren, en alles eindigen met een succesverhaal.
We weten inmiddels dat dit niet is wat is gebeurd. Toch heb ik al vroeg besloten: ongeacht wat er gebeurt, zet ik dit allemaal door.
Mijn originele opzet was om de wereld van Declipse uit te diepen. Ik wilde kleine stukjes van specifieke onderdelen opzetten. Er was de ambitie om talloze kleine verhalen neer te zetten… maar toen werd het manuscript afgewezen.
Ik zag geen heil in het verraden van de opzet van Declipse door korte verhalen te schrijven. De bedoeling was om lezers eerst kennis te laten maken met de wereld. Daarna zou ik het kunnen verbreden met de korte verhalen. De kleine avontuurtjes die niet in het boek pastten, maar wel geschreven konden worden. Die de wereld vorm en volume zouden geven. Verhalen die niet noodzakelijk zijn voor de boeken, maar de wereld wel verder uitdiepen.
Daar is een website ideaal voor, maar het past gewoon niet. Niet tot de boeken in de winkels liggen. Het enige op deze website dat op Declipse wijst, is een vage teaser van het eerste boek.
Dus wat doe je dan?
De visie was even verdwenen. Voor een paar moment was alles stuurloos, tot het begin van dit jaar. Ik heb mezelf immers voorgenomen om een kort verhaal per maand te schrijven. Elke maand in een andere wereld die in mijn fantasie leeft.
De korte verhalen die ik in de loop van het jaar schrijf worden trouw verzameld. De look en feel van de website zijn daardoor aan een update toe. De focus ligt immers niet meer op Declipse, maar op alle verhalen die in mijn hoofd ronddwalen.
Ik haal altijd graag mijn voorbeeld aan. Op zijn website is ook te zien wat je kan doen met een bredere portfolio aan werken. Natuurlijk heeft hij ook de boeken om die portfolio kracht bij te zetten, maar je moet ergens beginnen. Mijn Kickstarter van meerdere miljoenen komt vanzelf nog wel.
Helaas ben ik maar één man. Ik ben geen ontwerper en van webdesign heb ik geen kaas gegeten. Er gaat een moment komen dat ik deze website op de schop neem en het Declipse thema weghaal. Natuurlijk betekent dat niet dat de Declipse droom komt te vervallen!
Het maakt alleen ruimte voor andere dingen. Voor een toekomstbestendigere website.
Ik heb het al meerdere keren geschreven: schrijven is een creatieve vaardigheid. Het is als zingen, tekenen, dansen, en zo veel andere creatieve uitingen. Dat betekent dat je het kan oefenen en er beter in kan worden. Je creativiteit is een spier en die spier groeit en wordt sterker met gebruik. Dat is een van de redenen dat ik mijn goede voornemen van dit jaar had genomen. Ik wilde meer oefenen met simpelweg zitten en schrijven.
Maar is het zo simpel? Kan je gewoon gaan zitten, een leeg Word document openen, en beginnen? Is het mogelijk om met jezelf af te spreken ‘vandaag ga ik een boek beginnen’?
Hier zijn meningen over. Vandaag ga ik praten over een paar van die meningen… en natuurlijk wat ik daarvan denk!
Jezelf dwingen om te gaan zitten
Recentelijk las ik een stukje waarin een van mijn favoriete schrijvers hard taalgebruik neerzette. Hierin geeft hij aan dat je een planning moet maken – en je er aan moet houden. Als je jezelf voorneemt om elke dag tussen zeven en acht te gaan zitten en schrijven, dan doe je dat. Schrijf en bewaar je werk. Dwing jezelf om te schrijven, als het nodig is.
Dat is iets waar ik van schrok. Tijdens bepaalde maanden ben ik zeker in staat om mezelf te dwingen. Wat ik niet kan, is dat consequent doen. Als ik mezelf zou dwingen om elke dag, elk vrij uur, te besteden aan schrijven, zou ik gek worden.
Maar is dat wel zo?
Professionele schrijvers leven van hun creatieve werk. Het is een voorzichtige droom van mij om dat punt ooit te bereiken, al vereist het nog veel werk. Dat betekent ook dat een consequente output van een zeker belang is.
De hoeveelheid werk die Brandon Sanderson elk jaar weer neerzet, is misschien wat hoog gegrepen. Hij geeft aan dat hij consequent elke dag ongeveer 2500 nieuwe woorden schrijft. Daarnaast doet hij revisiewerk en correspondentie met partners en uitgevers. Alles bij elkaar komt het neer op zo’n 5000 woorden per dag.
Maar je wil ook voorkomen dat je bekend komt te staan als de volgende Patrick Rothfuss, of George RR Martin. Schrijvers die inmiddels berucht zijn, omdat hun volgende werk maar uit blijft. In verschillende kringen worden ze al belachelijk gemaakt en dreigen ze de nieuwe Duke Nukem Forever te worden. Hun volgende boek moet voldoen aan zulke hoge verwachtingen, dat ze alleen nog maar kunnen teleurstellen.
Dat is iets om te ontwijken. Door elke dag te schrijven en consequente output te bereiken, doe je dat. Daar heb je wel een sterke creatieve spier voor nodig!
Achter je ‘Muse’ aan
Het moment van inspiratie treft je lang niet altijd op een opportuun moment. Het is mogelijk om een hele avond naar een blanco document te staren zonder ook maar iets te bereiken. Pas de volgende dag, tijdens een meeting waarin je geen laptop bij je hebt, komt dat eureka moment dan. Precies op het moment dat het niet uitkomt. Wanhopig pen je wat steekwoorden neer en probeer je de rest te onthouden. Je dagdroomt, je fantaseert…
En als je die avond, moe van kantoor, koken, schoonmaken, en alles er omheen gaat zitten… lukt het niet.
Je inspiratie is niet af te dwingen. Als je probeert om jezelf te dwingen, ligt de lat zo veel hoger. Elke zin die je schrijft voelt verkeerd, elke dialoog houterig. Het wordt lastig en vervelend… en het gaat je tegenstaan.
Of, dat is in ieder geval mijn ervaring. Schrijven is immers (nog) niet mijn werk, het is een hobby. Ik offer waardevolle vrije tijd op om te schrijven. Als het niet wil lukken, wil ik niet het gevoel hebben dat die tijd verspild is. Zo veel vrije tijd is er immers niet in mijn leven.
Daar staat tegenover dat elk moment van inspiratie dan ook wel gegrepen moet worden. Met beide handen en volledige overtuiging. Als je inspiratie toeslaat, is dat het moment om alles te laten vallen en te schrijven. Wie weet hoe lang die inspiratie blijft, of wanneer je tegen het volgende obstakel aanloopt. Wie weet wanneer de Writer’s Block toeslaat en je bent toegewezen aan je lot.
Het is een gejaagde mentaliteit, maar het schrijfwerk is leuk en productief.
Maar is gaan zitten wel zo veel werk?
Je schrijft ongemerkt veel meer dan je verwacht. Hoewel 2500 woorden per dag veel klinkt, is het iets dat in perspectief moet worden geplaatst.
Dit blog is op dit moment 718 woorden lang. Als ik het nakijk en reviseer, klopt dat misschien niet meer, maar op het moment van schrijven wel. Ik ben inmiddels zo’n 45 minuten aan het schrijven en heb mijn schrijfwerk regelmatig onderbroken. Ik heb gezocht naar afbeeldingen, links naar QA’s, webpagina’s, en eerder geschreven blogjes. Mijn blogjes zijn meestal rond de 1000 woorden en ik schrijf ze in ongeveer een uurtje als ik er lekker voor ben gaan zitten.
Daarnaast is het zijn van een spelleider ook een schrijversrol. Hoewel ik al eerder heb uitgewijd over de verschillen tussen schrijven en roleplayen, blijft het onmiskenbaar. Je bent een verhaal aan het schrijven. Hoewel het aantal woorden dat je daarmee schrijft wat minder goed te kwantificeren is, blijft de oefening aanwezig. Je zoekt naar twists en spannende plots. De oefening is aanwezig en er is een daadwerkelijke deadline: je verhaal moet af zijn voor het volgende spelletje. Hoe lang het is maakt niet uit, als het maar bevredigend is. De spelers maken een sessie toch altijd langer dan je dacht.
De vinger op de zere plek
Ik was nog op zoek naar een bevredigende conclusie van dit blogje toen ik die laatste paragraaf schreef. Deze blogjes zijn een ontsnapping voor mij: ik schrijf waar mijn hart me heen brengt.
Daarom zijn ze soms ook wat minder samenhangend. Soms weet ik gewoon nog niet waar ik naartoe aan het werken ben.
Maar die laatste paragraaf vertelde me precies waarom je soms gewoon moet gaan zitten. De deadline.
Mijn blogjes worden elke woensdag gepubliceerd. Daardoor heb ik een motivatie om op tijd te schrijven en mezelf aan het werk te zetten. Daarnaast ben ik elke drie weken de spelleider van een roleplaying sessie. Als ik die niet op tijd af heb, kan ik de afspraak net zo goed afzeggen…
En het is al zo moeilijk om zes volwassenen tegelijk om één tafel te krijgen. Afzeggen is absoluut geen optie.
Zo hebben uitgeverijen ook hun deadlines. Zeker als ze een grote schrijver aan de haak hebben, willen ze weten waar ze aan toe zijn. Wanneer komt het manuscript?Op welke datum moet de printer uiterlijk de documenten hebben? Hoe organiseren we de logistiek rondom de distributie? Het is een spelletje van deadlines en projectmanagement. Heeft de grote schrijver hun 491.000 woorden tellende manuscript niet op tijd af? Dan kan het zomaar zijn dat de printer de vrijgekomen tijd opvult met ander werk. Niemand heeft zin in die vertragingen. Vertragingen zijn duur.
Dus wat is de beste manier om goed te gaan zitten?
Zorg er voor dat je een deadline hebt. Dat je een doel hebt waar je naartoe werkt en waar je je aan moet houden. De creativiteit vloeit dan vanzelf… en misschien kan je jezelf ook wel dwingen aan het werk te gaan.
Die paragrafen die je haat en die houterige dialogen?
Eerder dit jaar schreef ik over de dingen die mij inspireren. Muziek heeft daar altijd een grote rol in gespeeld, door de beelden die het bij mij opwekt. Het komt voor mij elke keer weer terug, of het nou direct in de tekst is, of enkel voor mij. De muziek zal altijd een belangrijk onderdeel zijn.
Maar muziek heeft ook wat controversieels. Het heeft heel lang bekend gestaan als een afleidende factor tijdens het rijden, bijvoorbeeld. Sommige mensen kunnen niets terwijl ze ergens naar luisteren, anderen werken juist beter met geluid op de achtergrond. Er zijn genoeg voorbeelden van muziek die je kan luisteren bij het studeren die ook werken bij het schrijven.
Maar… hoe gaat dat in de werkelijkheid?
Muziek voor de productiviteit
Als je bent zoals ik, dan houd je van wat achtergrondruis. Er zijn honderden video’s en generatoren die je uren aan regen geven, of de ambiance van een café. Talloze voorbeelden bestaan en je kan ze zelfs zelf mixen aan de hand van wat je wil. Met wat zoekwerk vind je het snel genoeg.
Er zijn ook mensen die streams op de achtergrond houden, voor het gevoel dat er iemand in de ruimte is. Weer anderen houden gewoon van een rustgevende stem voor achtergrondruis…
En ik heb metal aan.
Nou ja, dat is niet waar. Niet helemaal, in ieder geval.
Het is inmiddels bijna onmogelijk om niet van Spotify te hebben gehoord. De app heeft een functie waarin je elke week nieuwe muziek gesuggereerd krijgt op basis van je luistergedrag. Deze Discover Weekly lijst vind ik fantastisch om op te hebben terwijl ik aan het werk ben. Het is precies dat waar ik van geniet, maar niet zo bekend dat het mijn aandacht trekt.
Werkt dat altijd?
Nee.
Muziek staat bekend als een afleiding. Tijdens mijn rijlessen werd ik er nog op aangewezen dat het afleidend werkt tijdens het rijden. Nu heb ik daar een mening over, zeker over de momenten dat je in je eentje een lange rit maakt. Dat is echter niet waar ik hypothetisch naar toe aan het werken was.
Onbekende muziek als witte ruis, willekeurig gekozen op basis van mijn smaak, werkt voor mij perfect. Een goeie beat, wat melodie, en de vingers dansen vanzelf over het toetsenbord…
Maar als ik het nummer dat speelt ken, gaat mijn geest naar de songtekst in plaats van naar mijn schrijfwerk. Dan werkt het alleen maar afleidend. Hetzelfde gaat op voor podcasts, of streams waarin mensen daadwerkelijk praten. De afleiding is dan aanwezig. Het is dus lang niet altijd perfect, ook voor mij niet.
Geen muziek is ook goed
Alle mensen zijn uniek. Er zijn talloze verschillen tussen stijlen en voorkeuren. Sommigen houden van luisterboeken, maar ik wil echt papier in mijn hand houden, bijvoorbeeld. Er zijn mensen die een boek gewoon van kaft tot kaft lezen en er van genieten. Er zijn ook mensen die een schrift met notities bijhouden, post-its plakken, en regels markeren.
Wat ik daar van vind, kan ik beter niet opschrijven waar het tegen me gebruikt kan worden.
Maar waar ik altijd muziek op heb staan bij het lezen, zijn er ook mensen die dit totaal niet waarderen. Voor wie elk geluid een afleiding is en hun tempo vertraagt.
Wat voor mij werkt, werkt natuurlijk lang niet voor iedereen. Zoals ik al eerder typte, raad ik mensen die willen schrijven aan om te experimenteren. Zoek naar wat werkt en doe wat je comfortabel vindt.