Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Maand: mei 2024

HELMET: Crash and Burn

When I wrote my first NaNoWriMo in the world of HELMET, I improvised a lot. I think it was one of the most unhinged ones, if only because it was all built from daydreams. Putting it to paper was a nightmare…

So, naturally, it was perfect for publication! I remember that I printed the story of Exile out on the lowest quality setting of my printer, put it in a folder, and just sat on the couch, manually picking out about half of the spelling and grammar mistakes. I was proud of myself when the print-on-demand publisher accepted it.

It never sold, even though I published a followup story not much later. I blamed everyone but myself, not even considering the fact that it may not have been that great. I kept writing, and writing, and, eventually… The interest in Exile just withered. A whole third story was written, but died on the editing floor. I was unhappy with it all, so I left it where it was.

When I started working to get published for real, this time, I started looking back at those books. I have always jokingly called them my ‘old shames’, despite my friends telling me to be proud of them. Now, I look at them as something that I achieved, even though I still get annoyed at the ‘publisher’ when I think about them.

The itch came back. I decided to write in the universe again, though Exile and his friends were a no-go. I needed to write about someone else in the HELMET universe where everyone went by their callsigns. The slightly silly and edgy quirk I gave to this world, where names like Exile, Black Widow, and Nuts and Bolts where acceptable.

That’s how Crash and Burn came to life. I didn’t set out to write a specific kind of story. I just wanted to practice and to write in my old world.

Enjoy!

Find and read or download the story here!

Alles bewaren

Ik heb al eens geschreven over mijn tijd op de middelbare school. Het was een vreemde tijd, een tijd waarin je documenten niet zomaar kon bewaren op de schoolcomputers. Als je op de mediatheek iets wilde schrijven en opslaan, kon je een floppydisk kopen bij de balie. Alternatief kon je er zelf een meenemen, maar iets op de harde schijf opslaan was uit den boze. Andere mensen moesten die computers immers ook gebruiken!

We hadden destijds al internet in de mediatheek. Verschillende varianten van webmail bestonden al, maar dat was lang niet altijd toegestaan. Je kon dus technisch gezien iets naar jezelf mailen… als je tegen de 2MB opslaglimiet kon. Soms was het kiezen of delen: is mijn werk goed genoeg om te bewaren?

Hier kan je 1,44MB aan verhaal op bewaren

Kiezen wat te bewaren?

Het is moeilijk om te geloven, maar ooit was 1,44MB een heleboel opslagruimte. Tegenwoordig is een SSD van 1 Terabyte al voor €67,19 te koop en die prijs gaat alleen maar omlaag. Het is dus niet moeilijk om grote hoeveelheden data op te slaan.

In verhouding wordt het gemiddelde Word bestand in de kB’s gemeten. Declipse: Revolutie was uiteindelijk 477kB en zou dus een paar keer op een dergelijke floppydisk passen. Declipse: Revolutie was ook 171.000 woorden, dus je kan je wel inbeelden hoe veel woorden op een floppydisk gaan.

Maar ik was me er constant van bewust dat mijn ruimte beperkt was. Die floppydisk kon maar beter niet te vol raken, want anders kon ik misschien iets niet opslaan. Ik was bang voor het moment dat mijn magnum opus niet op de floppydisk zou passen.

Maar ik schreef wel een heleboel. Lang niet alles was even goed als al het andere. Soms zat er een pareltje tussen, relatief gezien voor mijn werk van de tijd, maar er was ook genoeg rotzooi. Achteraf gezien heb ik waarschijnlijk meer werk vernietigd dan ik heb opgeslagen.

Destijds keek ik geen moment achterom. Altijd vooruit, altijd door.

Of toch delen?

En wat een spijt! Wat heb ik een ontzettende spijt van alles dat ik heb weggegooid!

De mapjes met mijn oude verhalen hebben namen als ‘old shame’ en ‘rejected’. Ik heb een periode gehad dat ik het woord ‘revisie’ graag gebruikte. De mapjes zijn een zooitje.

Als ik terugkijk naar dat werk, schaam ik me kapot voor wat ik op papier heb durven zetten. Het was afschuwelijk werk… maar het was ook werk vol van fantasie en inspiratie. Misschien was ik niet goed in het op papier zetten van mijn oude dagdromen, maar ze waren zeker… uniek.

Herschrijven is dankzij die oude verhalen bijna net zo natuurlijk als het verzinnen van nieuwe dingen. Als de inspiratie even tegenzit en alle andere methodes niet werken, open ik die oude folders. Ik kijk naar wat ik vroeger schreef, waar kleine Rik zijn gedachten heen liet wandelen. Die werelden zijn het herbeleven altijd wel weer waard.

Regelmatig denk ik terug aan wat ik had kunnen bewaren, maar niet heb gedaan. Dan probeer ik me te herinneren wat had kunnen zijn.

Dus, alles bewaren?

Het heeft even geduurd, maar ik begrijp eindelijk waarom mijn moeder alles van mij heeft bewaard. Alle werkstukken, hele fotoboeken, dingen die ik ooit heb gemaakt. Niks is weggegooid, maar alles is in een map gestoken, of in een doos, of een fotoboek…

Het is allemaal terug te kijken.

Ik ben niet nostalgisch ingesteld. Vakantiefoto’s negeer ik en ik neem amper foto’s of video’s op concerten. Het zijn de herinneringen waar ik het voor doe, niet de bewogen en onderbelichte foto’s of filmpjes met slecht geluid.

Maar voor mijn creatieve werk maak ik een uitzondering. Mijn geheugen is duidelijk niet goed genoeg, want er zijn genoeg verhalen die ik me niet meer herinner. Concepten en ideeën die door de tijd zijn opgeslokt, om nooit meer terug te keren. Ze hebben ruimte gemaakt voor nieuwe dingen, maar wie weet wat voor goudmijnen er verloren zijn gegaan.

Je kan het beste alles bewaren. Om de ruimte hoef je het toch niet te doen.

Kritiek geven op anderen

Eerder heb ik al een blogje geschreven over het ontvangen van kritiek. Het is naar mijn mening een van de moeilijkste dingen om te krijgen. Kritiek dwingt je om naar je werk te kijken en problemen te erkennen. Hierdoor is het pijnlijk om te ontvangen en moeilijk om er positief op te reageren. We geloven allemaal natuurlijk graag dat we alles goed doen, immers.

Zelf ben ik ook niet goed in het geven van feedback. Ik heb de neiging om ‘ik vond het wel goed’ te zeggen en het daar bij te laten. Een people pleaser, iemand die niet graag op een negatieve manier met iemand praat. Dat zijn namelijk moeilijke gesprekken.

Maar wat als het wel moet?

Kritiek geven als je ergens echt niet blij mee bent. Is dat handig?

Kritiek op iets dat verbetering nodig heeft

Niet al te lang geleden heb ik aan een aantal projecten op Kickstarter meegedaan. Ik heb zelfs een blogje geschreven over de boeken die ik van Kickstarter heb. Daarin heb ik ook uitgelegd waarom ik mijn boeken niet op die manier zal publiceren.

Toch ben ik een beetje jaloers op die mensen. Zij bereiken wat ik ook wil: hun boeken zijn gedrukt en in de handen van lezers. Toch heb ik in die verhalen ook gezien waar ik zelf voor vrees.

Het waren geen fantastische verhalen. Er zaten een paar degelijke verhalen tussen, maar dat was wel het beste dat ik er over kon zeggen.

Van de eerste set verhalenbundels heb ik dit geaccepteerd. Het waren bundels en de verzamelaar had een andere smaak dan ik. Toen ik echter een science fiction verhaal vond waar ik daadwerkelijk enthousiast over was, was ik wel redelijk teleurgesteld. De opzet van het verhaal had potentie en ik had het gevoel dat die niet was benut. De schrijver was in valkuilen gevallen waar ik vroeger ook in viel. Er waren veel te veel karakters die allemaal belicht moesten worden in één enkel boek, waardoor er geen band met ze ontstond. De schrijver was goed in dynamische gevechtsscènes, maar daar waren er zo veel van dat ze saai werden. Op het moment dat één van die scènes tot een dramatische dood leidde, kwamen die problemen samen.

Dit, en meer, zijn allemaal problemen die ik eerder als feedback heb ontvangen. Daardoor ben ik gegroeid en ben ik aan het leren om die problemen op te vangen. Sterker nog, mijn laatste korte verhaal was een poging om dat toe te passen. Het was dan ook aan mij deze schrijver te helpen te leren wat ik al heb geleerd. Het is misschien wat arrogant om er zo over te denken, maar alleen zo kunnen we allemaal groeien.

Moeilijke dingen doen

Zoals ik hierboven al schreef, ik houd er niet van om kritiek te geven. Toch had ik mezelf de moeilijke taak gegeven om dit alsnog te doen. Dat betekende dat er wat te leren viel.

Mijn eerste instinct was om alles dat ik minder vond aan het verhaal in één keer uit te kotsen. Toen ik het voor mezelf had opgeschreven, zag ik al direct dat het een slecht verhaal was. Hoewel alles wel klopte (naar mijn mening), leek het bijna alsof ik de schrijver zelf haatte. Het was alles dat ik naar vond aan het ontvangen van feedback.

Het moest anders.

Ik dacht terug aan een moment dat ik een van mijn vrienden feedback zag ontvangen. Het ene negatieve punt na het andere werd opgenoemd, met nog wat uitspraken die rustig als beledigend konden worden omschreven er tussendoor. Toen ik hem er later over sprak, liet hij de woorden ‘bad news burger’ vallen. Hij had gewenst dat die meer was aangehouden, in plaats van de stortvloed van negativiteit. Het idee was me niet vreemd, dus ik besloot dit ook te doen.

Kritiek verwerken op een vriendelijke manier?

Eerst schreef ik over het goede. De schrijfstijl was dynamisch, er waren herkenbare en minder herkenbare situaties, en het geheel was vermakelijk. De hoofdstukken waren maar een paar pagina’s lang. Je kon dus een paar pagina’s lezen zonder midden in een hoofdstuk te eindigen.

Daarna kwam het negatieve. Het was veruit het grootste deel van mijn bericht aan de schrijver. Alles dat ik minder vond, werd verwerkt in de dikste hamburger die ik ooit heb gezien. Het luchtte lekker op.

Als laatste sloot ik af met nog wat positiviteit. Ongeacht wat ik van de inhoud vond: het boek staat mooi in mijn kast. Ze hebben het einddoel gehaald en daar ben ik jaloers op. De schrijver had wat harde wetenschap gebruikt die heel mooit terugkwam in het verhaal.

Wat vonden ze van deze kritiek?

Ik was best nerveus nadat ik mijn bericht op Kickstarter verstuurd had. Ik had het in het openbaar gedaan: geen stiekem gedoe. Alles stond in de comments sectie, zodat de schrijver het kon lezen. Ook konden anderen er op in haken, als ze daar behoefte aan hadden.

Maar het stond er, in al zijn glorie. Ik keek een paar dagen lang elke zoveel uur naar die comment sectie in afwachting van een reactie. Uiteindelijk stonder daadwerkelijk ook iets.

De schrijver was redelijk kortaf. Hij concentreerde zich vooral op de positieve punten van mijn reactie, in plaats van de negatieve. Ook erkende hij dat hij zichzelf open heeft gezet voor reacties, inclusief de negatieve. Of hij er nog iets mee gaat doen? Dat heb ik niet aan hem kunnen onttrekken, maar voor mij was het ook een leerproces. Ik ben gegroeid, ook al was het maar een klein beetje.

Af en toe kijk ik nog naar het bericht, om te zien of er nog anderen op in zijn gegaan. Niemand heeft verder gereageerd. Misschien vonden ze het genoeg, maar waarschijnlijk is er niemand die het ziet. De comments van Kickstarter zijn niet fantastisch gestructureerd.

Was dit een goed idee?

Ik heb de bad news burger toegepast zonder er echt onderzoek naar te doen. Mijn bericht was een stuk vriendelijker toen ik het had toegepast, dus ik was tevreden. Ook de schrijver reageerde zo positief als ik had verwacht. Alles leek mooi.

Maar toen ik op zoek ging naar een plaatje voor hierboven… bleek dat niet zo te zijn. De bad news burger is een methode die veel wordt bekritiseerd. Er zijn verschillende manieren om naar te kijken, maar de meest populaire lijkt de professionele te zijn. Toegegeven, in de context van de werkvloer moet je misschien directer naar elkaar zijn. Je moet met elkaar werken en er moet iemand zijn die het laatste woord heeft. Iemand die de manager is, de eindverantwoordelijke, moet duidelijk maken wanneer er negatieve feedback is. Hoewel emoties gespaard kunnen blijven, kan het ook verwarren. Is er nou iets positiefs of iets negatiefs?

In de creatieve wereld van Kickstarter kan het echter niet zo zijn. Ik ben niks voor de schrijver, een enkele potentiële lezer die kritiek had. In de creatieve wereld is dat niets nieuws, je zal altijd iemand hebben die je werk niets vindt. Een paar gladde schouders is dan ook belangrijk, maar dat betekent ook dat daadwerkelijke feedback gemist kan worden. Dat is het gevaar van harde kritiek.

Of de schrijver er wat mee gaat doen? Dat weet ik niet. Ik weet wel dat ze een trilogie gepland hadden, waarin dit boek het eerste was. Het volgende boek zal absoluut weer via Kickstarter beschikbaar worden gesteld. Ik vind dat ik de schrijver wel een kans moet geven, dus aan die Kickstarter zal ik ook zeker meedoen. Dat ben ik aan ze verschuldigd, nu!

De Grote Verliezer

Aan het begin van dit jaar had ik het goede voornemen om korte verhalen te schrijven. Ik moest mijn schrijfspieren getraind houden en de creatieve poel uitdiepen. Elke maand zou ik een kort verhaal schrijven. Hiermee kon ik alleen maar winnen: ervaring, een portfolio… alleen maar goeie dingen.

Toen een van mijn beste vrienden daar over hoorde, was hij enthousiast. Hij stelde aan mij voor om aan wedstrijden mee te doen, om een doel te hebben voor mijn schrijfwerk. Het heeft me flink in de problemen gebracht, omdat ik mezelf zonder rem op de wedstrijden stortte. In januari en februari had ik amper de tijd voor andere dingen, zo veel schreef ik. Andere hobbies moesten wijken en mijn avonden werden gedomineerd door getik op een toetsenbord.

Inmiddels zijn we bijna halverwege het jaar en is mijn deelname aan wedstrijden alweer opgedroogd. De energie zat er niet meer in, de focus begon te slippen. Winnen was nog nooit zo onbelangrijk.

Maar wat heb ik wel bereikt?

Je kan niet alles winnen

Is het nog gelukt iets te winnen?

In het kort: ja! Maar niet op de manier dat je misschien denkt.

Nee, ik heb geen enkele wedstrijd gewonnen. In totaal heb ik aan vier wedstrijden meegedaan, twee voor publicatie van korte verhalen en twee voor uitgeefcontracten.

Soort van.

(Shoutout voor schrijvenonline.org voor het verzamelen van alle schrijfwedstrijden)

De twee wedstrijden voor korte verhalen waren allebei geen succes. Zoals bij de meeste uitgeverijen kwam hier ook geen directe feedback voor terug. Na een paar maanden wachten heb ik de website nog eens bezocht en zag ik de namen van de winnaars staan. Gefeliciteerd! Ongetwijfeld dat het mooie verhalen waren en als ik terugkijk, zie ik dat het ook niet mijn beste werken waren.

Jammer, gezien de hele reden van het doen van wedstrijden juist was om wel mijn beste werk neer te zetten.

Deze verliezen kon ik echter lijden. Correctie: alle verliezen kan ik lijden, niet enkel deze. Het is goed voor mijn moraal, maar immers geen verplichting.

En de contracten?

De andere twee wedstrijden hadden een grotere pot: een contract. Voor de eerste werd schrijfbegeleiding beloofd, en voor de tweede een contract voor het ingezonden werk. Vooral die tweede vond ik interessant: een contract is immers nog steeds mijn droom. Het was een YA fantasy wedstrijd en ik had een heel magiesysteem verzonnen voor dit verhaal. Het was iets waar ik echt zin in had gekregen, tot het punt dat ik met AI mijn hoofdpersonen vormgaf, omdat ze in mijn hoofd zaten. Ze moesten er uit, al was dat het laatste dat ik zou doen!

Zoals jullie misschien wel kunnen gokken: ik heb niets meer gehoord. Toen ik op de bonnefooi ging zoeken, vond ik de longlist op de website. Hij was op 1 mei al gepubliceerd en… ik stond er helaas niet op.

Gezien er bijna 200 inzendingen waren, geloof ik graag dat ik op nummer 21 van de 20 stond.

En de schrijfbegeleiding? Die heb ik ook niet gewonnen. Wel stond ik op de longlist, en daarna op de shortlist. Ik mocht een webinar bijwonen, maar uiteindelijk werd toch een andere naam geroepen.

Dus wat was er wel gewonnen?

Ik heb er stiekem al een blog over geschreven. De schrijfbegeleiding had 50% korting op zijn diensten aangeboden. Hoewel het nog steeds een hoop geld was, kreeg ik van iedereen die ik erover sprak dezelfde mening.

Het zou dom zijn om deze kans te laten schieten.

Dus ik heb contact gezocht en de afspraken gemaakt. In de afgelopen paar maanden heb ik schrijfoefeningen gedaan en een synopsis geschreven. Het echte werk lijkt nu te gaan beginnen. Het is spannend. Ik ga kritiek krijgen waar ik niet blij van word. Mijn eerste werk, mijn Hemingway Draft, gaat afgekraakt worden… en ik ga er van leren.

Ga ik nog wat winnen dit jaar?

Als ik heel eerlijk moet zijn? Ik heb geen idee.

Sterker nog, ik verwacht eigenlijk van niet. Er doen meer mensen mee aan schrijfwedstrijden dan ik had verwacht en er kan er maar één winnen. Daarnaast verwacht ik dat de meeste energie in de toekomst naar Haar Geliefde Dood zal gaan.

Want dat heeft de hoogste prioriteit, naast dit blogje, mijn roleplays, en een lading andere hobbies.

Maar ik houd mijn ogen open! De verzamelpagina van schrijvenonline zal niet verdwijnen. Misschien komt er een vlaag van inspiratie en energie.

En de verhalen die verloren hebben?

De korte verhalen plaats ik op deze website! Net als de andere korte verhalen die ik dit jaar schrijf, kan iedereen ze lezen. Ik ontvang graag feedback!

De langere verhalen… misschien ga ik daar nog wat van maken! Die houd ik nog even voor mezelf, wie weet wordt het nog wat!

Een Roleplay in de wereld van je Boek?

Een roleplay is niets anders dan samen met je vrienden een verhaal schrijven. Er is een spelleider die de grote lijnen van het verhaal bedenkt, maar de spelers? De spelers zijn de hoofdpersonen van het verhaal. Zonder hoofdpersoon is er geen goed verhaal en een roleplay geeft je de kans om meerdere verhalen te vertellen. Hoofdpersonen die allemaal een keer belicht kunnen worden en hun eigen inbreng hebben op het verhaal.

Als spelleider is het een hele toer om die wereld coherent te houden. Je hebt een zeker verhaal, maar wat als je hoofdpersonen dat verhaal niet willen volgen? Het vereist een goede band met je vrienden en een goede grip op je wereld om dat vol te houden.

Dus… is je eigen, al uitgeschreven wereld dan niet perfect?

Een essentieel onderdeel voor een goeie roleplay!

Wat heeft een wereld nodig voor een roleplay?

Een heleboel dingen die je in een goed boek vindt, kan je ook in een goeie roleplay vinden. Een doel voor de hoofdpersonen om naar te streven, vaak het stoppen van het kwaad. Verschillende bijpersonen die de hoofdpersonen helpen, of geholpen moeten worden… of ze juist tegenwerken. Een tegenstander… en een twist.

Als je puur naar de ingredienten kijkt, is het schrijven van een boek bijna hetzelfde als een roleplay. Toch kan je dit onmogelijk zeggen… want als schrijver heb je één voordeel.

Je hebt je hoofdpersonen onder controle en ze zijn tevreden met wat je ze geeft.

Een roleplay speel je samen, als groep. De verhalenverteller heeft echter een unieke verantwoordelijkheid: iedereen moet een keer in het zonnetje staan. Elke speler heeft een hoofdpersoon en het is niet leuk om alleen naar de anderen te kijken. Ook heeft elke speler een mening en een mogelijke manier om een probleem aan te vliegen. Niet iedereen vindt je eerste mening of idee een goed idee… en daar heb je geen controle over.

Er gaan genoeg verhalen de rondte van spelleiders die hun spelers geen ruimte gunnen. Spelleiders die hun eigen hoofdpersonen zo fantastisch maken dat de spelers bijpersonen worden. Spelleiders waarvan wordt gezegd dat ze beter een boek kunnen schrijven. Een dergelijke spelleider wordt niet als iets goeds beschouwd.

Je eigen wereld gebruiken.

Er zijn eindeloze manieren om een roleplay te spelen. Het hele idee is dat je het gezellig maakt met je vrienden, immers!

Er zijn talloze boeken uitgegeven die werelden uitwerken om in te spelen. Wil je in Midden-Aarde spelen, met Aragorn en Gandalf? Dat kan. Ga je liever de sterren in om het universum te verkennen? Dat kan vreedzaam, gewelddadig, supergewelddadig, of tientallen vormen daar tussenin. Er zijn zelfs boeken die de hedendaagse wereld uitwerken… met een twist. Het internet is zo groot dat er vast wel iets voor je geschreven is.

Maar om dit te doen, moet je natuurlijk wel die wereld bestuderen. Je moet hem je eigen maken, begrijpen, tot een niveau dat je vragen kan beantwoorden. Het vereist een investering vóór het spel. Waarom zou je dan als schrijver niet naar materiaal grijpen dat je al hebt geschreven? Materiaal waar je al uren over hebt nagedacht en waarvoor je waarschijnlijk al een verhaal hebt verzonnen?

Het antwoord is simpel. Ik heb het ook al een beetje door laten schemeren: een roleplay is een verhaal, maar geen boek. Een boek schrijf je om de lezers door een verhaal heen te helpen. Een roleplay schrijf je om met je spelers een fantastische tijd door te maken. Je wil dat je spelers de mysteries ontrafelen en de keuzes maken. Je kan ze motiveren en naar bepaalde keuzes toe duwen, maar als ze een andere keuze maken, staat je wereld op zijn kop.

Een goeie roleplay moet daar tegen bestand zijn. Een spelleider kan zich aanpassen en improviseren, zodat hun verhaal zinnig blijft. De spelers willen impact hebben en de wereld moet zich naar hun acties vormen. Het is een van de dingen die het meeste misgaan, als ik het internet mag geloven.

Of je zet de spelers op rails.

Ik heb zo’n roleplay gespeeld.

Ik heb de wereld van Declipse op verschillende manieren vorm gegeven, maar de roleplay was wel een van de interessantste. Het dwong me om anders te kijken naar de wereld van Declipse, omdat anderen een ander beeld hadden. De spelers waren mijn vrienden en hadden al aardig wat gelezen, maar ze hadden hun eigen beeld. Ze hadden hun eigen ideeën van hoofdpersonen die in die wereld pasten.

Hadden mijn vrienden het fout? Hadden ze gewoon geen behoefte om mijn fantastische verhaal te respecteren? Of kwam dit misschien doordat iedereen een verhaal op zijn of haar eigen manier ziet? Door de visie van anderen op mijn verhaal kon ik de zwakke en sterke kanten beter zien… en daardoor kon ik itereren.

Een roleplay kan allerlei karakters bevatten, maar de spelers en de spelleider moeten daarvoor wel samenwerken!

Pasten de karakters die mijn vrienden wilden spelen in Declipse? Niet voor honderd procent. Moesten ze honderd procent passen?

Nee. Een roleplay speel je met zijn allen. In de loop van het spelletje voelden de karakters steeds meer alsof ze onderdeel waren van het meubilair van Declipse.

Ook al hadden ze nog steeds kritiek op bepaalde keuzes die ik had gemaakt. Ze openden mijn ogen voor zwakke punten in mijn verhaal. Dingen die ik niet meer aan kon passen, maar in latere iteraties zeker in het achterhoofd zou houden.

En het verhaal?

Het verhaal van het rollenspel volgde niet het verhaal van de boeken. De boeken hadden al een hoofdpersoon. Er was al van alles bepaald en er stonden al allerlei dingen vast. Het zou voor de spelers niet interessant zijn om mijn hoofdpersoon rond te volgen… dus heb ik wat nieuws geschreven. In de iteratie van Declipse die ik destijds aanhield, was er een vrij lange sprong in de tijd. Een sprong waarin de hoofdpersonen van de boeken afwezig waren en hun eigen ding deden.

Het was een veilig gebied. Een deel waar de invloed van Declipse op de wereld te voelen was. De gebeurtenissen uit de boeken waren aanwezig en karakters konden langskomen…

Maar de activiteiten van de spelers waren niet gebonden door die boeken. Niets stond vast en alles was toegestaan. Ik had destijds zelfs het idee dat de spelers wat invloed op het verhaal konden hebben. De gebeurtenissen uit de roleplay konden een verwijzing krijgen in de boeken.

Dat bleek uiteindelijk een slecht idee te zijn. Lezers hadden geen idee wie deze karakters waren en waar ze vandaan kwamen. Ze voelden vreemd aan in de verder goed gedefinieerde wereld die ik had uitgeschreven.

En, boven alles, ze voegden alleen maar meer namen toe aan een wereld waar al te veel karakters in rondliepen.

Maar ik had de smaak te pakken. Vier jaar later zou ik een nieuwe roleplay beginnen in de wereld van Declipse.

Kan een roleplay in je eigen wereld?

Ik raad het aan! Niemand is beter in het zien van fouten dan andere mensen. Alle vragen en opmerkingen over de wereld zijn opbouwende kritiek. Je leert er van…

En je leert het ook los te laten. Het beeld van anderen gaat nooit helemaal overeenkomen met je eigen beeld. Je kan proberen om dat te corrigeren en je spelers naar je mal te vormen… of je kan accepteren. In de echte wereld zijn er ook geen twee mensen hetzelfde. Iedereen steekt op zijn of haar eigen manier uit en valt op. Het maakt het spelletje interessanter en het geeft unieke mogelijkheden. Wil je echt met iemand ruzieën om die mogelijkheden weg te nemen?

Natuurlijk niet!

Ik heb er een hoop van geleerd. Declipse is erdoor gegroeid en geëvolueerd. De meest recente iteratie zal nooit worden uitgegeven, maar reflecteert wel al de lessen die ik heb geleerd.

En zo groeien we langzaam verder…

Actualiteiten in Fictie

Tijdens de afgelopen maand heb ik meerdere blogjes besteed aan het herinneren van de weg die Declipse heeft afgelegd. Het is een product van liefde, maar tijdens het derde blogje kwam er een pijnlijk punt naar boven. De actualiteiten hadden mijn fictie ingehaald.

Om te herhalen wat ik destijds heb geschreven: Europa kende een relatieve vrede. We waren enigszins tevreden met elkaar en er hing weinig dreiging boven ons hoofd van onze directe buren. Natuurlijk waren er meer dan genoeg verhalen van geweld in het nieuws, maar dat was allemaal niet in Europa. Voor iemand die de wereldkaart niet goed kende, had het net zo goed op een andere planeet kunnen gebeuren. Enkel op het nieuws kwam het nog regelmatig terug.

Actualiteiten zijn overal te vinden en ze zijn nooit je vrienden.

De actualiteiten haalden me in

Dat is allemaal veranderd. Het is inmiddels bijna niet weg te denken uit het nieuws. Het is moeilijk te geloven dat er al twee jaar een oorlog woedt in Europa, maar toch is het zo. We hebben ons altijd als vooruitstrevend beschouwd, zoekend naar vrede. Een oorlog op Europees grondgebied was ondenkbaar. Er was een annexatie die achteraf gezien minder vriendelijk was dan ik destijds begreep, maar verder…

Ik voelde me dan ook gesterkt in mijn idee om een klassieke vijand te nemen. De Russische grootmacht was al een tijd lang niet meer in de actualiteiten geweest. In tientallen, misschien wel honderden verhalen waren ze al de vijand. Een verhaal extra kon geen kwaad, toch?

Jarenlang heb ik geschreven met dit in het achterhoofd. Het was allemaal leuk, onschuldig, en, misschien wel het belangrijkste, verre van de realiteit. Langzaam maar zeker verwerkte ik fantasie tot verhalen en structuren. Mijn magnum opus begon vorm te nemen. Ik maakte plannen om het allemaal tot één groot geheel te verwerken. Ik had er vertrouwen in.

En toen was het februari 2022. Het was opeens onmogelijk om beelden van een grootscheepse aanval op het nieuws te vermijden. De actualiteiten werden gevuld met beelden van een front dat elke dag dodelijker en venijniger werd.

Mijn fantasieën leken opeens niet meer zo onschuldig.

De reacties van anderen

Ik heb mezelf tijdens het schrijven en reviseren meerdere keren moeten verzekeren dat wat ik deed… niet verkeerd was. De brede lijnen van het verhaal van Declipse waren al lang vóór die gebeurtenissen uitgewerkt. Er waren geen banden tussen mijn slechterikken en de mensen in de actualiteiten… maar toch.

Als mensen me vroegen te vertellen waar mijn verhaal over ging, kreeg ik vreemde blikken. Het maakte mensen ongemakkelijk om het onderwerp van een instabiel Rusland te bespreken. Er werden conclusies getrokken en ik heb meerdere gespannen gesprekken gevoerd.

Ik kan het aantal mensen dat me indirect beschuldigde van het verheerlijken van de oorlog niet op één hand tellen. Ik kon me hier wel tegen verdedigen – zie de punten die ik hierboven maakte – maar het maakte elk gesprek geladen. Achteraf gezien had dat misschien een hint moeten zijn dat mijn timing niet perfect was.

Maar ik had net de motivatie ontwikkeld en het verhaal geschreven. Ik was gehamerd om het door te zetten en het alsnog te proberen.

Waren de actualiteiten tot last?

Uiteindelijk heeft geen enkele uitgever mijn afgemaakte manuscript geaccepteerd. Ik kan niet met zekerheid zeggen of deze problemen daadwerkelijk tot die afwijzingen hebben geleid. Geen enkele uitgever heeft me daadwerkelijk een reden gegeven… maar het idee leeft wel in mijn hoofd. Uitgevers zullen je nooit vertellen waarom ze je manuscript afwijzen, daar hebben ze het gewoon te druk voor.

Ergens in mijn achterhoofd wil ik niet geloven dat het nieuws de reden van afwijzen was. Hoe graag ik ook geloof dat de versie van Declipse die ik uiteindelijk ingediend perfect was, niets is minder waar. Het zit vol met fouten in stijl en verhaal, ook al was het weer een stap in de juiste richting. Dat is waarom ik momenteel aan het oefenen ben.

Het verhaal van gisteren bevatte weer een hoop veranderingen in mijn stijl. Valt het op?

Wat kan ik hier aan doen?

Niet veel. De actualiteiten zullen altijd actueel blijven en de dingen die momenteel gebeuren zullen nog lang in het geheugen blijven. Hoewel Declipse haar eigen verhaal heeft, zal het wel herinneringen en vergelijkingen uitlokken. Betekent dit dat ik weer terug moet naar de tekentafel? Moet ik alles omgooien, vanwege de dingen die momenteel in de wereld gebeuren?

Pierce Brown kreeg zijn razend populaire Red Rising serie pas aan de man toen hij een Hunger Games element had toegevoegd. Dat was wat op dat moment populair was en daarvoor heeft hij aanzienlijke delen van zijn verhaal veranderd. Brandon Sanderson is op dit moment toe aan het slaan met deluxe ‘Prime’ versies van zijn boeken. De eerdere vormen van zijn grootste hits. Deze versies lijken niets op de versies die uiteindelijk zijn uitgegeven en laten alleen maar zien hoe veel werk hij heeft verzet. Hij heeft alles veranderd vóór hij razend populair werd.

Kortom: teruggaan naar de tekentafel hoort er bij. Of ik dat voor Declipse ga doen, moet ik nog bekijken. Er zijn nog genoeg andere verhalen waar ik naar kan kijken vóór Declipse weer om de hoek komt. Ik kan altijd gaan nadenken over dingen die ik wil veranderen, of wil houden. Een frisse wind heeft soms wat tijd nodig om te waaien, immers!

De tijd zal het leren.

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑