Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Maand: maart 2024

Tortured Artist: Making of a Monster

In the beginning of this year, I had promised myself that I would write a short story every month. In the same period, I also started competing in writing competitions. One of these competitions got me something tangible: writing lessons.

This short story is the first time I’m trying to put the lessons I’m learning into use. The style may be a little different than I’m used to, so let me know what you think!

The world of Tortured Artist (definitely a working title) has been in my head for a while. Which world isn’t? It started out as a shameless self insert, for it is a world in which creativity brings out magic. Some people can use this magic and a hidden society has formed around these people. Writers and artists summon, musicians and dancers generate power, and so forth. The applications are thousandfold.

Unfortunately, a story without villain is no good. As I try to use these short stories to practice and try new things, this is one of these stories. The villain origin story is a classic, after all, so it felt nice to use this as an introduction to the world. Even for me, this was an experience, after all.

Follow Ray Miller as he deals with teachers, friends, and foes alike. He will be surprised by what is to find him and what is to meet him. Will he come out the same as he goes into this story?

Read the story itself, or download it as .pdf or .epub here!

Beter goed gejat…

Eerder heb ik het al gehad over dingen die mij inspireren, in een poging om voorbeelden van inspiratie te noemen. Het was een goeie poging, maar ik heb ook een bekentenis gemaakt in dat bericht. Ik steel wat los en vast zit. Het kopje waarin ik dat toegaf, had zelfs dezelfde naam als deze post! Stelen hoef je duidelijk niet alleen bij een ander te doen.

Is het acceptabel om dingen van een ander te gebruiken en het ‘inspiratie’ te noemen? Je zou zeggen dat ik dat al een beetje heb prijsgegeven dat ik het okay vind. Toch is het in mijn vorige blogje wel duidelijk geworden dat een meer genuanceerde mening zeker mogelijk is. Hoe gaat dat bij stelen?

Er zijn allerlei vormen van stelen. Digitaal stelen.

Nee, stelen is niet okay

Als jij iets schrijft en ik ga er mee aan de haal, dan is dat stelen. Het betekent dat ik profiteer van jouw inzet, zonder er zelf iets voor te doen. Als ik claim dat het mijn werk is, steel ik misschien zelfs omzet die jij zou kunnen maken. Het is niet eerlijk en het is fout. Geen nuance mogelijk.

Als ik jouw werk neem, maar alle namen verander en het op mijn eigen manier naschrijf? Dat is nog steeds niet okay, maar derivatief. Het betekent nog steeds dat ik jouw moeite heb gepakt en van mij heb gemaakt.

Wat ben ik toch een rotzak.

Al het bovenstaande heeft één ding gemeen. Zodra ik beter word van jouw moeite, is er een probleem. Het is iets dat we al sinds de basisschool leren, maar het kan geen kwaad om het te herhalen.

Is er iets wel okay?

Er zijn verschillende vormen van stelen die wel okay zijn. Verwijzingen, bijvoorbeeld, zie je vaak langskomen. Let maar eens op hoe vaak urban fantasy verwijst naar een magiër die in het telefoonboek staat. Tel hoe vaak celnummer 2187 relevant is en hoe vaak de lengte van een bewaker relevant is. Kennen we trouwens nog een ander soort spion dan charmant en goedgekleed?

De literaire wereld staat vol met dit soort verwijzingen. Mensen noemen ze shout-outs. Het gaat puur om verwijzingen die fans herkennen, maar anderen missen.

Daarnaast zijn er natuurlijk dingen die zo veel voorkomen in fictie dat er geen origine is aan te wijzen.

Is het ook okay om een sprituele opvolger te maken? Een serie die gaat over de crew van een sterrenschip, op reis door het heelal, die met Aliens in aanraking komt en steeds maar weer in politiek gevoelige situaties terechtkomt? Klinkt dat bekend in de oren? Klinkt dat als Star Trek?

Of klinkt dat als The Orville, de serie die werd geschreven op basis van de formule van Star Trek. Je kan een concept zien en denken dat je het zelf beter kan. De kern van een verhaal kan verschillende kanten op gaan. Dat is immers wat ‘inspireren’ is: een idee pakken en er je eigen draai aan geven.

Stelen in privékringen

Schrijven doe je niet alleen voor anderen, voor de massa’s, of om aan te verdienen. De reden dat ik dit blogje was gaan schrijven was omdat een van mijn vrienden mij inspireerde:

Also, I want to emphasize that a lot of lore is heavily inspired by other fiction. So if you’re ever watching a show or playing a game and you’re thinking “Wait a second-“, please don’t blame me too much.

Niels

Vrienden onder elkaar, collega’s, en andere kennissen en metgezellen. Onderling kan je prima alles jatten dat los en vast zit. Je verdient er immers niets aan. Het is een conclusie die ik vorige week ook trok en waar ik zelf ook naar heb gehandeld.

Ik zou liegen als ik zei dat ik geen halve Roleplaying campagne heb gestolen van videogames. Het heeft vermaak opgeleverd voor mezelf en mijn vrienden.

Het wordt echter rommelig als je ideeën van diezelfde kringen overneemt. Binnen kringen worden vaak genoeg verhalen gepitched. Ik heb hele synopsises aan mijn vrienden voorgelegd in goed vertrouwen dat ze daar niet mee aan de haal gaan. Ik vertrouw mijn vrienden daar mee.

Het is zelfs niet ongehoord dat een proeflezer van een schrijver de verhaallijn pakt en zelf een boek publiceert. Als ze maar snel genoeg zijn, kunnen ze eerder zijn en is de originele schrijver opeens de dief.

Vertrouwen gaat een heel eind, maar het kan beter niet misplaatst worden.

Is er een conclusie over stelen?

Stelen is slecht.

Ik heb me laten inspireren door een uitspraak van mijn vrienden. Het uiteindelijke resultaat is meer een uitwerking van mijn mening dan iets informatiefs.

Ooit ga ik terug naar blogjes over mijn schrijfwerk. Ik beloof het.

AI gebruik in de creatieve wereld

Generatieve AI, zoals ChatGPT, is de laatste jaren steeds groter en geavanceerder geworden. Vroeger keken we nog met angst naar films als Terminator en beschouwden we het als een waarschuwing. Daar stond natuurlijk weer de KITT van Knight Rider tegenover, een fantastische hulp. De voorbeelden en suggesties van wat kunstmatige intelligentie kunnen zijn al vele malen langs gekomen.

Maar in de ‘werkelijke’ versie, de AI die we vandaag de dag zien, zijn deze beide concepten nog niet te zien. De systemen die we momenteel verkennen denken nog niet voor zichzelf. Ze zijn getrained om de output te geven die het denkt dat we verwachten op onze input. Van denken is nog geen sprake… maar toch wordt er al veel over gesproken.

Ik ga niet eens proberen om de legale mogelijkheden en potentiële problemen te verkennen. In Europa zijn we pas net begonnen met het reguleren van dit soort systemen, maar ze worden al veel toegepast. Of het nu is voor het herkennen van patronen, of voor het nakijken van je sollicitatiebrief.

Nu met gratis AI stock foto!

Wat zie je dan wel bij AI?

Ik zie een paar dingen. Er zijn ethische implicaties in het gebruik en het trainen van AI. Ik zie potentie voor ondersteuning met worstelende creatieven. Zelfs voor mensen die bepaalde vaardigheden niet beheersen zijn er opties. Het is goedkoop en eenvoudig, zelfs voor een leek…

Maar ik heb er moeite mee.

Ethiek en Kunstmatige Intelligentie

Ik heb generatieve AI zo lang mogelijk ontweken en heb nog steeds geen ChatGPT account… maar het is moeilijk. Het concept komt steeds vaker terug en er wordt ook bijna verwacht dat je het gebruikt. Het is de eerste vraag die je bij online marketing krijgt. De kracht van de tool is bijna niet te ontkennen.

Maar als je teruggaat naar mijn eerste alinea, kan je zien dat het geen daadwerkelijke intelligentie is. Je kan de AI input geven en het geeft je een resultaat op basis van die input. Stel een vraag, de AI zoekt op het internet en geeft een antwoord. Geef het artikelen en je kan een samenvatting op verschillende leesniveau’s krijgen. Dit is allemaal prima.

Het probleem is voor mij eerder ontstaan. In het geval van AI die afbeeldingen genereert is het zelfs al breed verspreid: bij de training van het systeem. Op het moment dat de AI geleerd kreeg hoe ze antwoorden moet geven

Er is vaak geen onderscheid gemaakt in wat de AI gebruikte om te trainen. Generatieve AI werd bekritiseerd, omdat het geen toestemming had voor het gebruik van bepaalde afbeeldingen. AI kon opeens de stijl van artiesten genereren, terwijl zij geen toestemming hadden gegeven voor de training op hun kunst. Het is zelfs zo ver gegaan dat er tutorials beschikbaar kwamen om kunst ongeschikt te maken voor AI training.

Datzelfde is gebeurd met schrijvers. Tienduizenden, honderdduizenden bronnen zijn gebruikt om de Kunstmatige Intelligentie te trainen. Lang niet al die bronnen zijn legaal geweest. Waarschijnlijk is er geen opzet geweest, maar toch zijn er schrijvers wiens werk ongewenst is gebruikt. Mensen die geen toestemming hebben gegeven, maar die AI nu toch kan kopiëren.

Zijn er positieve kanten?

Als ik alle negativiteit opzij zet, kan ik toch ook goede kanten belichten. Voor iemand als ik, die weinig artistiek talent heeft, is het fantastisch. Ik kan mijn eigen hoofdpersonen laten uittekenen door een kunstmatige intelligentie. Als ik over een karakter in mijn roleplay nadenk, kan ik ze laten genereren. Het helpt me om een karakter te leren kennen en over ze na te denken.

Ik genereer het uiterlijk van de hoofdpersonen van mijn korte verhalen. Het helpt me om in hun huid te kruipen en te denken zoals zij denken. Als ik echt gehecht ben aan een karakter, kan ik ermee naar een echte artiest gaan. Zij verdienen het om er geld aan te verdienen, iets waar deze mensen nog steeds moeite mee hebben.

In de professionele wereld helpt de generatieve AI enorm. Van het opbouwen van eerste drafts tot het nakijken van geschreven stukken. Spellings- en grammaticaregels kent een AI als geen ander. Motivatiebrieven en CV’s zijn te genereren op basis van je eigen input en een vacature. Allemaal vervelende klussen waarbij het fijn is om er een computer op los te laten. We doen het al met de automatisering van een hoop werk, dus waarom niet een stap verder?

Al met al kan het mensen helpen om te bereiken wat ze anders niet kunnen bereiken. Als ze het maar op een wat acceptabelere manier hadden getraind…

Is het acceptabel om AI te gebruiken?

Wat mij betreft hangt het af van hoe je het gebruikt. Ik kan zelf niet goed tekenen, maar ik vind het wel fijn om afbeeldingen van karakters en dergelijke te hebben. Het geeft me iets om me op te concentreren. Natuurlijk kan je artiesten betalen om voor je te tekenen en hier zijn hele communities omheen gebouwd. Er gaat veel geld in om en ik heb het zelf meerdere keren gedaan.

Maar voor een focus van je creativiteit is het misschien wat duur. Ik zou wel iets kunnen tekenen, maar een echt gedetailleerde tekening geeft naar mijn idee betere focus. Het is een manier om je karakters leven in te blazen voor jezelf.

Hetzelfde kan je indenken voor het moment dat je als schrijver vast zit. Een generatieve AI kan suggesties bieden over de volgende stappen in je verhaal. Het zijn niet noodzakelijk goede ideeën en ze zullen geheid derivatief zijn… maar ze kunnen inspiratie bieden. Ze kunnen suggesties geven die je aan kan passen om jezelf dat duwtje te geven.

Hier is AI perfect voor. Het is alleen voor privégebruik. Zolang het voor eigen gebruik is en niet voor commercieel gebruik, kan een programma fantastisch helpen. Als ik de afbeeldingen die ik bijvoorbeeld voor Tull: Terug naar School heb gegenereerd hier zou gebruiken, zou dat verkeerd zijn. Daar trek ik voor mezelf dan ook de grens.

Een slecht voorbeeld

Niet al te lang geleden was er in Glasgow een ‘Willy Wonka Experience’. Deze experience liep niet al te goed, met een lege entreehal en amper snoepgoed voor de kinderen. Het was een dode bedoening die, niet onterecht, een hoop mensen heeft teleurgesteld. De organisatie had met AI onhaalbare reclameposters gemaakt en scripts voor de artiesten gegenereerd. Deze scripts schijnen, naar zeggen van de artiesten, onnavolgbaar te zijn geweest.

Wat heeft dit met AI in de creatieve wereld te maken?

Vandaag zag ik een nieuwsbericht over de initiatiefnemer langskomen. Het resultaat van de ervaring achtervolgt hem. Vrienden en familie hebben hem laten vallen en het internet doet wat het zo goed doet. Dingen uit het verband trekken.

Maar wat mij schokte, was dat deze man niet alleen AI heeft gebruikt voor promotie en scriptschrijven. Hij heeft ook in één zomer 16 boeken gepubliceerd op Amazon die allemaal met AI gegenereerd zijn.

Dit is het soort gebruik van generatieve kunstmatige intelligentie waar ik op tegen ben. Het verzadigen van de markt met gegenereerd werk waar geen moeite in is gaan zitten. Verhalen waar niet over is nagedacht en waarvan de kans groot is dat er rijm noch rede in zit.

Dit is het soort AI gebruik dat ik afkeur.

Concluderend

Ik ben geen authoriteit. Ik ben maar een jongen met een website en een blog, met een droom om uitgegeven te worden. Wat ik hier heb opgeschreven is niet meer dan een mening en het resultaat van mijn eigen onderzoek.

AI is iets dat nog volop in de groeifase zit. Het kan nog alle kanten op gaan en we leren er elke dag een hoop meer over. Zelfs een negatieveling als ik heeft inmiddels een Midjourney AI account.

Zoals we vroeger ook al over het internet zeiden: dat gaat nog eens heel groot worden!

Waarom geen Crowdfunding?

Als iemand die al sinds 2010 meedoet aan het fenomeen Kickstarter, is het concept ‘crowdfunding’ mij niet vreemd. Het idee is simpel: je kan je idee pitchen aan de massa om een startkapitaal bij elkaar te krijgen. Tienduizend euro in je eentje ophoesten is immers moeilijk, maar met vijfduizend anderen niet. Verschillende beroemde producten zijn via Kickstarter de wereld in geholpen. De Pebble Smartwatch, bijvoorbeeld, of verschillende Wyrmwood producten. Momenteel heeft Brandon Sanderson de grootste Kickstarter ooit op zijn naam staan, met 41 miljoen dollar verzameld.

Ja, ik grijp elke kans om hem te noemen aan.

Een van de bekendste crowdfunding platformen ter wereld.

Via Kickstarter zijn er een hoop dingen mogelijk, en zo ook het publiceren van boeken. Er is een hele categorie puur bedoeld voor mensen die zelf hun boek willen uitgeven. Sommigen doen dat, omdat ze het in eigen beheer willen doen. Anderen omdat ze geen uitgever in de arm willen nemen die hun werk misschien wil veranderen. Weer anderen kunnen misschien geen uitgever vinden en besluiten het daarom op eigen houtje te doen. Er zijn verschillende redenen te bedenken.

Declipse staat momenteel op een warmhoudvuurtje. Waarom zou ik geen crowdfunding toepassen om het in eigen beheer uit te geven?

Daar heb ik verschillende redenen voor.

Crowdfunding is zwaar werk

Het proces van crowdfunding is bijna een fulltime baan. Niet alleen moet je idee uitgewerkt worden, het moet worden gepresenteerd, aangeprezen, en doorlopen. Tijdens het hele proces ben je constant bezig met mensen te engageren en aan te moedigen. Je moet nieuwe mensen vinden, maar ook de mensen die al achter je staan bij je houden. Dat betekent dat je in de loop van de campagne constante updates moet geven. Je moet discussieforums beantwoorden en critici tevreden stellen… en dat naast het voorbereiden op het einde van de campagne!

Niets is dodelijker voor een succesvolle crowdfunding dan een zwakke afhandeling. Je belooft de mensen die je geld geven een product voor hun inleg. Als je dat product niet levert op, of rond, de geschatte datum is de wereld al snel te klein. Critici worden alleen maar luider als je de geschatte deadlines meer en meer overtreedt. Je naam kan al verpest zijn vóór je de wereld in gaat. De verwachting is ook dat je nog steeds updates geeft en reageert, zelfs na de campagne.

De constante eis van aandacht ligt naast de werkzaamheden die vervolgens komen bij het afronden van de Kickstarter. Voor een boek betekent dit dat je mensen in de arm gaat nemen. Een editor, een artiest voor de kaft en illustraties, iemand die het boek in de juiste layout giet. Daarna moet iemand het geheel nog printen en opsturen…

En dat moet allemaal in goede banen geleid worden terwijl je wel je crowdfunders op de hoogte houdt.

Praktische redenen

Daar komt naast dat je ook zelf verantwoordelijk bent voor de verkoop. Als ik niet verkoop, komt het boek niet de wereld in. Via webwinkels is dat tegenwoordig goed te doen, maar er zit wel een eis aan vast.

Je moet een voorraad kunnen houden.

Een groot deel van het startkapitaal gaat over het algemeen in het printen van de eerste oplage. Die kosten gaan omlaag als je meer kopieën bestelt, maar die kopieën moet je ergens opslaan.

En boeken zijn niet klein. Of licht.

Hoe graag ik ook een kopie van mijn eigen verhalen in de kast wil hebben, ik heb geen ruimte voor 20.000 kopieën. Het is voor mij niet mogelijk om dat ergens op te slaan, niet zonder opslagkosten op te lopen. Je kan rekening houden met die kosten tijdens de crowdfunding, maar dan wordt je doelbedrag hoger en de kans dat je slaagt kleiner.

Persoonlijke beperkingen bij crowdfunding

Ik heb in de afgelopen 34 jaar een hoop over mezelf geleerd. Ik heb geleerd dat er dingen zijn die ik kan, en dingen die ik niet kan.

Een van de dingen die ik niet kan, is verkopen. Ik ben heel slecht in het aanprijzen van producten, ook al is het iets waar ik mijn hart en ziel in heb gelegd. Dat betekent dan ook dat het verkopen waar ik het net over had zeer moeizaam zou gaan. De verkoop is immers het hele idee achter het uitgeven van je eigen boek!

Daarnaast heb ik ook geen echt talent met afbeeldingen. De covers van Bright Dawn en Death’s Messengers heb ik zelf ontworpen en… nou ja.

Ik zou ze nu niet meer oppakken.

Dit zijn problemen waar ik in mijn eentje niet overheen ga komen. Opnieuw zijn het uitdagingen waarvoor ik anderen in de hand wil nemen.

Twijfelachtige keuzes

Ik haal mijn neus niet op voor boeken die door crowdfunding in het leven zijn geholpen. Toch zit er een iets andere smaak aan: het is het product van een amateur. Er is geen professionele uitgeverij bij gemoeid geweest. Het is duidelijk dat bepaalde keuzes zijn gemaakt die helemaal meer kunnen.

Wanneer heb je bijvoorbeeld voor het laatst een boek in Times New Roman gezien? Ik eerder dit jaar nog, in het resultaat van een crowdfunding. Vroeger schreef ik al mijn verhalen in Times New Roman… maar tegenwoordig is het een verouderd lettertype. Calibri is het nieuwe normaal.

Er zijn meer van dat soort voorbeelden. Stukken tekst die duidelijk niet zijn nagekeken, slordige opmaak, afbeeldingen die je niet in het openbaar wil laten zien…

En hoewel er ook een heleboel fantastische parels van verhalen zijn, zou dat toch het eerste zijn waar ik aan denk. Het eerste dat ik zie in het rijtje waar mijn boek ook bij zou komen.

Natuurlijk kunnen traditionele uitgevers dat ook laten gebeuren. Ik heb afschuwelijke verhalen gelezen. Verhalen waarvan ik me afvraag hoe ze ooit gedrukt hadden kunnen worden die toch van grote uitgevers komen.

Ik zal dan ook niet beweren dat mijn idee volledig rationeel is.

Dit alles kan ontweken worden

Traditionele uitgevers hebben het grootste deel hiervan al uitgezocht. Zij hebben een magazijn, een printer, en een kaftartiest. Via die uitgevers gaat er marketing uit en worden boeken aangeprezen. Zij zorgen er voor dat alles geregistreerd wordt en in webwinkels verschijnt.

Het nadeel is dan weer dat het moeilijk is om bij traditionele uitgevers binnen te komen. Daar werk ik aan… en ik heb er goed vertrouwen in dat we er gaan komen. Vroeger of later, met hard werk en de juiste connecties. Er zitten een hoop verhalen in mijn hoofd die er uit willen…

Dus ik ga maar weer aan het schrijven!

Je stijl wijzigen

Een stijl is iets dat je ontwikkelt. Terwijl je bezig bent, vind je dingen die goed voor je werken, en minder goed voor je werken. Alles bij elkaar genomen komt daar een min of meer consistent geheel uit met elementen die terugkomen. Als het opvallend genoeg is, zullen mensen het snel genoeg gaan herkennen. Denk bijvoorbeeld aan de schilderstijl van Vincent van Gogh. De gitaarklanken van de Red Hot Chili Peppers, of de gele vormen van The Simpsons. Je hoeft niet verteld te krijgen dat een schilderij van Van Gogh was. Het is herkenbaar genoeg. Niemand zal moeite te hebben om Homer Simpson te plaatsen. Bij de openingsakkoorden van Snow zal iedereen direct herkennen wie speelt.

Kan je geloven dat ik 16 was toen dat liedje uitkwam? Ik voel mijn haren grijs worden.

Kortom, een stijl maakt je wie je bent. Het maakt je herkenbaar en het brengt mensen naar je toe. Als je stijl bevalt, zullen mensen ervoor terugkomen. Aan de andere kant, als mensen het maar niets vinden, dan zal het ze ook wegdrijven.

Het is zo heerlijk subjectief, allemaal.

Een andere stijl emuleren

In de online kunstwereld is het niet ongebruikelijk om te proberen een ander na te doen. Wat werkt voor een ander, werkt ook voor ons, toch?

Toch?

Tekenaars beschouwen dit ook als een oefening, waardoor verzamelingen een ding worden. Daardoor krijg je mooie vergelijkingen, zoals deze:

De stijl van vele mensen naast elkaar.

(Getekend door Popsis15)

De verschillende stijlen zijn herkenbaar. Als je in de afgelopen 20 jaar tv hebt gekeken, zal het een en ander wel naar voren springen. We zijn immers getraind om bepaalde dingen te herkennen. De beelden springen direct in je oog.

In het geschreven woord… is dit moeilijker. Je kan niet naar een pagina kijken en zeggen ‘dit is duidelijk door Sanderson geschreven’. Het vereist meer werk, over grotere stukken tekst, om dit te kunnen bepalen.

En zo kost het ook aardig wat werk om een ander te emuleren, of om je eigen stijl te veranderen.

Training

Vorige week heb ik een schrijfcoach in de arm genomen. Iemand die echt verstand heeft van de uitgeverswereld en die me gaat helpen om wat te bereiken. Het was een van mijn goeie doelen voor dit jaar!

Hij is eerlijk. Eerlijkheid is iets dat ik altijd kan waarderen, hoe moeilijk het ook is om kritiek te slikken. Hij gaf me goed nieuws en slecht nieuws.

Het goede nieuws was dat hij absoluut heil zag in mijn werk. Ik was een zes, misschien een zeven, en hij kan me helpen om naar een acht of negen te komen. Dat zijn resultaten waar ik het voor doe!

Het slechte nieuws was dat mijn schrijfstijl niet heel geschikt is voor publicatie. Hoe pijnlijk het ook is om dat te horen… het is goed om het te horen. Ik schrijf te beschrijvend en laat te weinig aan de fantasie over. Daarom is de training van de coach begonnen met een oefening.

Het hele doel was om me te laten wennen aan een andere stijl. In plaats van ‘het was zonnig in het bos’ mocht ik ‘de zonnestralen schenen door het bladerdek heen’ schrijven…

Of, dat was mijn interpretatie van de oefening. Op het moment van schrijven heb ik hem net ingestuurd, klaar om feedback te ontvangen. Ik verwacht… een hoop feedback.

Hoe ging het schrijven in een andere stijl?

Ik heb niet volledig in een andere stijl geschreven. Wel heb ik mijn beschrijvende stijl geprobeerd te veranderen, zoals ik hierboven beschreef.

Ironisch, niet?

Het was ongeveer het moeilijkste dat ik heb moeten doen. Elke derde zin heb ik overwogen, herschreven, en weggestreept. Waar ik voorheen een half uur deed over 1000 woorden, had ik er nu twee uur voor nodig.

Gelukkig was de oefening maar voor zo’n 5000 woorden.

Gaat het me helpen? Ik hoop het.

Wil ik het ook, als dit betekent dat ik mezelf moet veranderen?

Ik beschouw het als een leerproces. Als ik altijd heb geleerd dat ik mijn auto moet parkeren door tegen een muur aan te rijden, weet ik niet beter. Het is wat ik altijd heb gedaan. Als iemand me dan vertelt dat het beter is om de handrem aan te trekken, moet ik dat advies dan ook in de wind slaan?

Een extreem voorbeeld, misschien, maar wel toepasselijk. De adviezen komen van iemand die weet hoe je uitgegeven wordt. Mijn verhalen zijn nog steeds mijn verhalen, ook al pas ik mezelf aan om ze te schrijven. Aan het einde van de dag… leer ik er misschien nog wat van, ook!

Aan de hand van de feedback die ik krijg op mijn oefening, gaan we zien wat er van komt. Als ik genoeg oefen, dan weet ik zeker dat ik wel weer op tempo kan komen.

Misschien gaat het nog wat opleveren, ook!

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑