Waar de wereld van Declipse tot leven komt

Maand: december 2023

Schrijven in mijn andere hobbies

Het zal geen verrassing zijn dat schrijven tot mijn hobbies behoort. Ik doe het al mijn hele leven en ik geniet er van om mijn fantasieën op papier te zetten. Er gaat aardig wat tijd in zitten, maar ik vind dat het de tijd waard is.

Dat betekent echter niet dat het ook mijn enige hobby is. Het zou een saai, saai leven zijn als ik al mijn vrije tijd hier aan zou besteden. Nu zeg ik niet dat ik geen saai leven heb, maar…

Nou ja, laten we die kant maar niet op gaan.

Het mooie aan hobbies is dat de ene kan leiden tot de andere. Toen ik begon met roleplaying, bijvoorbeeld, ben ik dankzij die hobby het schilderen van miniaturen in gerold. Miniaturen waren relevant voor de roleplaying hobby, immers! Via het schilderen ben ik een paar jaar later aan het 3d-printen geslagen. Individuele miniaturen zijn duur, maar de bestanden en de resin voor het printen zijn weer goedkoop. Er is een wereld voor me open gegaan dankzij die hobbies.

Een voorbeeld van mijn andere hobbies

3D geprint, handgeschilderd

Maar hoe past schrijven in die hobbies?

De meest voor de hand liggende hobby waarin schrijven relevant is, is natuurlijk het roleplayen. Met een groep speel je een verhaal uit. De spelleider schrijft het verhaal en de spelers zijn de hoofdrolspelers in dat verhaal. Het is dus aan de spelleider om een leuk verhaal te schrijven voor de spelers om doorheen te spelen.

In 2011 ben ik zelf begonnen met het schrijven van sessies. Dit waren korte verhalen waar de spelers in een middagje doorheen konden. Dat is uiteindelijk geëscaleerd naar een volledige campagne: een groot verhaal dat drie jaar heeft geduurd om uit te spelen. Deze campagne speelde zich, uiteraard, af in de wereld van Declipse. De spelers namen de rol aan van medewerkers van het titulaire bedrijf die er op uit werden gestuurd om problemen het hoofd te bieden.

Schrijven voor een roleplaying campagne is heel anders dan het schrijven van een boek. Je moet rekening houden met wat de spelers willen – zij zijn immers de hoofdpersonen in het verhaal. Het kan zomaar gebeuren dat je het verhaal schrijft met de verwachting dat de spelers A doen, maar dat ze op het moment dat ze hun keuze mogen maken, B doen. Dat is iets dat bij het spelletje hoort en waar je als schrijver het verhaal naar kan bijstellen. Het is een oefening in improvisatie voor zowel de spelers als de spelleider.

En als speler?

Ik ben zelf nog steeds een spelleider, maar ik ben ook speler in twee andere campagnes. Als speler word je vooral uitgedaagd om te improviseren, vooruit te denken, en je in te leven in het verhaal. Je speelt een karakter in dit verhaal, een verlenging van jezelf, iemand met dromen en wensen. Het is niet ongebruikelijk om gehecht te raken aan deze karakters en hun toekomst stilletjes uit te plannen. Het is dan zaak om door het verhaal heen te komen om te zien hoe ver je komt met die toekomst.

Een speler schrijft dus ook in zekere zin tijdens het spel. Ze leven zich in hun karakter in en bepalen hoe ze reageren, wat ze doen. Ook is er tussen spelsessies door vaak tijd om te bepalen wat je karakter doet in de tussentijd. Ik ben als speler vooral actief tijdens deze periode met de dingen die ik voor mijn karakters wil bereiken.

Het is een goeie oefening. Met een spelleider die ook van schrijven houdt kan ik veel schrijven tussen twee sessies of verhaallijnen.

Lezen.

Geloof het of niet, maar mijn schrijfhobby komt ook van pas bij het lezen. Ik lees elke dag, het liefste ’s avonds in bed of in de trein. Ik ben niet het type om notities te nemen tijdens het lezen, maar ik leer wel wat ik leuk vind. Ook herken ik eenvoudiger wat ik minder leuk vind, iets waarvan ik dus weet dat ik het moet ontwijken. Als ik iets leuk vind, is het natuurlijk mijn doel om daar meer van de wereld in te helpen!

Ik houd er niet van om anderen zwart te maken, dus ik zal geen namen noemen. Leerzame momenten zijn de momenten dat ik moeite heb om door een boek heen te komen. Dat zijn de verhalen waarbij ik extra op moet letten en voor mezelf moet nagaan waarom iets niet werkt voor mij. Het is een kans om te leren, immers.

Maar het is ook een kans om te oefenen. Ik ga niet andermans werk herschrijven, maar het is een goeie oefening om te bedenken hoe het wel zou werken. Als ik weet wat ik in een ander verhaal beter zou willen zien, kan ik het ook op mezelf toepassen. Ik ben mijn eigen grootste criticus, maar iets slecht vinden en weten hoe het beter kan, zijn twee verschillende dingen.

Nu heb ik natuurlijk ook verhalen gelezen die reddeloos zijn, of in ieder geval zo lijken. Verhalen die puur op testosteron draaien en van het ene conflict naar het andere lopen. Verhalen waarin het hoofdpersoon alleen kan zoenen of schieten en waarin elk ander karakter wordt beoordeeld op hoe geschikt ze zouden zijn als partner, of hoe inferieur ze zijn aan het hoofdpersoon.

Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort verhalen nooit gepubliceerd zouden worden… maar toch is het zo. In een ver verleden heb ik heb ook zelf dat soort verhalen geschreven, maar ik heb geleerd en heb mezelf aangepast.

Ik wil geloven dat dat ‘groei’ genoemd wordt. Het helpt dat ik vergelijkingsmateriaal opzoek als onderdeel van mijn hobbies.

Behoort dit blog tot mijn hobbies?

Ik denk het wel!

Ik ben begonnen met blogs te schrijven voor mijn werk. Daardoor kwam ik er achter kwam dat dit een leuke oefening is, iets waar ik van kan genieten. Die blogs voor mijn werk zijn om verschillende redenen nooit gepubliceerd, maar er is wel iets goeds uit gekomen.

Ik heb geleerd wat er nodig is voor een blog. Hoe het gestructureerd moet worden en hoe ik wat simpele SEO kan toepassen. Zelfs als ik geen verhaal schrijf, ben ik aan het schrijven. Het dwingt me om elke week een paar uur te besteden aan puur typen. Ik doe het nodige onderzoek, zodat ik geen onzin uitkraam op een website met mijn naam er boven. Het motiveert me dat ik elke week weer iets kan neerzetten om beoordeeld te worden.

Het feit dat ik er positieve feedback op krijgt, helpt natuurlijk enorm! Mijn lijst met hobbies is daardoor verder uitgebreid, zoals ik hierboven al beschreef.

En er is nog veel om naar te groeien!

Waar komt mijn snelheid vandaan?

Tijdens November krijg ik vaak de vraag hoe ik mijn snelheid haal. Veel mensen krijgen hun hoofd er niet omheen dat ik in November meer dan 5000 woorden per dag schrijf. In context vinden mensen het vaak nog bijzonderder: Harry Potter and the Philospher’s stone is 76.944 woorden lang. In theorie zou ik de Steen der Wijzen dus in 15 dagen schrijven.

Waar haal ik dat tempo vandaan? Daar heb ik een paar trucjes voor!

Typen

Schrijven is typen en typen met snelheid is schrijven op tempo. Typen is me niet altijd zo eenvoudig afgegaan: op de basisschool maakte ik mijn werkstukken op de computer, maar snel ging het niet. Ik zocht van letter naar letter, waardoor langere stukken een eeuwigheid duurden. Soms was ik een dag bezig met een pagina en ik raakte die ‘k’ steeds maar kwijt.

Je onthoudt soms de gekste dingen.

Mijn vader was heel erg van de computers, dus het werd aangemoedigd om dit vol te houden. Mijn werkstukken staken met kop en schouders boven de rest uit met hun WordArt titels… alleen het uitwerken duurde zo lang! Uiteindelijk hebben mijn ouders me op een cursus gezet. In de tijd dat we nog regelmatig met floppydiscs werkten, ging ik één keer per week naar school.

Tenminste, een andere school dan ik gewend was. Daar kreeg ik wekelijks een typecursus die ‘Beide Pinken Interactief‘ heette. Zoals de naam suggereert was het een cursus om alle vingers aan het werk te zetten tijdens het typen. Met een blaadje dat ons vertelde welke vinger voor welke letter was gingen we aan de slag. De eerste letter was de F. Alles daarna… is vanzelf gekomen.

Het haalde zeker de nodige resultaten. Ik kon uiteindelijk blind typen, waardoor mijn eerste schrijfneiging aangewakkerd werd. Omdat het geen eeuwigheid meer duurde, kon ik opeens meer schrijven. Ik kon aan de slag gaan om alles dat in mijn hoofd zat er uit te werken.

Het tempo kwam vanzelf. Ik kon typen zonder te kijken, ik herkende het zelfs wanneer ik een foute aanslag maakte. Het enige dat ik hoefde te doen was daar snelheid in krijgen. Dat was een kwestie van oefenen.

Voorwerk werkt snelheid in de hand

Vroeger schreef ik het eerste dat in me op kwam. Er was geen planning en er waren geen draden die later bij elkaar zouden komen. Mijn snelheid van 5000 woorden per dag komt uit die tijd: ik moest vaak stoppen om na te denken. Het is dan ook geen toeval dat ik in die tijd nog werkeloos was, of nog studeerde. Ik had de tijd om hele dagen te besteden aan het schrijven van die 5000 woorden.

Tegenwoordig piep ik echter wel anders. Afgelopen NaNoWriMo heb ik, ondanks een fulltime baan, dezelfde doelen gehaald. Ik heb al mijn avonden besteed aan schrijfwerk, maar ik had niet half zo veel tijd om te twijfelen.

Al het twijfelen, nadenken, en overwegen had ik vóór November al gedaan. Het document met mijn gehele verhaallijn bestond al weken voor November begon. Ik heb al eerder over dergelijke documenten geschreven. Per hoofdstuk beschrijf ik de belangrijke punten die aangestipt moeten worden, zodat het nadenken tot een minimum beperkt hoeft te worden. Met die materialen en mijn eigen tempo zijn 1000 woorden per half uur opeens haalbaar. Dat komt neer op ongeveer 2,5 uur per dag, wat netjes in een avond past.

Enthousiasme

Dat tempo is wel slopend. Het moet volgehouden worden, of je valt al snel af. Die 5000 woorden per dag zijn niet haalbaar als ik het verhaal niet voel.

In 2014 en 2015 schreef ik twee boeken waar ik niets voor voelde. Desert Sand, in 2014, lukte niet, ik voelde de karakters niet, en het klikte gewoon niet met mij. Ik had toen de volle 30 dagen nodig voor 80.000 woorden.

Het jaar daarop schreef ik Fireteam, een spirituele opvolger op Death’s Messengers, met nieuwe karakters. Het was een duister verhaal met hoofdpersonen die ik actief haatte. Ik haalde het absolute minimum van 50.000 woorden maar net: 50.627. Ik moest vechten voor elk woord. Het verhaal dat ik uiteindelijk neergezet heb is gevuld met machismo, testosteron, en afkeer voor alles dat leeft. Het haalt geen heel hoog niveau.

Voor A Cage for Horrors heb ik mezelf daarentegen opgezweept. Ik heb nagedacht, gefantaseerd, en de karakters in mijn hoofd tot leven laten komen. Cadence en Darryl hoefden geen persoonlijkheid meer te krijgen, die hadden ze al. Ik was enthousiast en ik voelde dat ik er klaar voor was.

En toch was ik tegen het einde bijna klaar om de handdoek in de ring te gooien. Mijn enthousiasme was opgepeuzeld door de uitputtingsslag van November.

Maar is deze snelheid goed?

Nee.

Zoals de laatste paragraaf suggereert, was ik op. Aan het einde van November, na 25 dagen geen rust te hebben gekend, wilde ik niet meer. Mijn productiviteit tijdens de laatste dagen was merkbaar lager dan aan het begin.

Ik verwacht dat ik de laatste vijf hoofdstukken volledig ga moeten herschrijven. Waarschijnlijk schrap ik de helft. 150.000 woorden schrijven in 30 dagen is geen pretje.

Toevallig las ik vandaag de State of the Sanderson. Het is de jaarlijkse terugblik van Brandon Sanderson op wat hij heeft bereikt, en wat hij gepland heeft voor de nabije toekomst. Dit jaar schreef hij dat hij, in een goed jaar, ongeveer 300.000 woorden schrijft.

Dit komt van de man die stiekem vier extra boeken had geschreven. De man die al 18 jaar succesvol boeken uitgeeft en goed leeft van zijn schrijfwerk. Hij is door en door ervaren.

Hij schrijft kwaliteit, niet kwantiteit.

Het is leuk dat ik zo veel kan schrijven, maar het is niet realistisch. Het is iets waar ik aan ga werken… vooral omdat November er wel gewoon weer aan komt.

Ieder jaar leer je meer. Dit blog heeft me tot nu toe een hoop inzichten gegeven. Inzichten die ik ga gebruiken!

Vloeken in verhalen

Vloeken is iets waar mensen verschillende meningen over kunnen hebben. Bijna iedereen doet het wel eens, maar er zijn maar weinig mensen die het echt waarderen. Voor velen is vloeken dan ook helemaal niet nodig. Vloeken komt zo veel voor dat een wereld zonder gevloek bijna ongeloofwaardig is.

Ik hoor bij de groep mensen die het liefste een verhaal leest waarin het niet nodig is. Ik kan gevloek alleen waarderen als het voor effect wordt gebruikt. Het is vermoeiend om een verhaal dat gevuld is met ‘fucks’ en ‘shits’ te lezen. Dat, terwijl een goeie vloek op het juiste moment nou net zo veel kracht bij kan zetten.

Goed vloeken bestaat.

Een vloek is een uitroep van frustratie, of een versterker. Een braverik, die altijd hun best doet om netjes te doen, die opeens vloekt, valt direct op. Wanneer een karakter onverwachts getroffen wordt, kan een vloek hun onvrede of schok duidelijk maken. Als er eindelijk een druppel is die de emmer doet overlopen, kan een serie vloeken het einde van het geduld aanduiden.

Ik ben vooral van die laatste een fan. Een uitspraak versterken met een vloek trekt de aandacht. Dit is iets dat je regelmatig terug ziet komen, ook in dagelijks gebruik. ‘Dat is fucking slecht’, bijvoorbeeld. Veel mensen kijken hier op neer, maar je ziet het elke dag.

Vloeken leren we al van kinds af aan.

Met dank aan Target

Wat hierboven staat is een ander voorbeeld. Donald Duck staat bekend om driftbuien, die met veilige combinaties van leestekens worden weergegeven. Ik heb het nooit gewaardeerd, omdat het de kracht van zijn driftbuien onderuit haalt. De woedeaanvallen hebben geen kracht meer, omdat je ze drie of vier keer in een uitgave ziet gebeuren. Het gebeurt en we zijn er aan gewend. Het is een karaktereigenschap. In zijn geval zou het eerder opvallen als hij een moeilijke situatie kalm en rationeel te lijf gaat. Je vraagt je dan af wat er mis is.

Het is het exacte tegenovergestelde effect, maar toch is het effectief.

Wat doe je met een fantasiewereld?

Je ziet vaak dat vloeken ontstaan door de samenleving waarin je opgroeit. Elke taal doet het weer anders. Ik noem geen voorbeelden, maar ik denk dat we het allemaal wel in kunnen denken.

Met dat in het achterhoofd, is het vreemd om een karakter in een fantasiewereld onze vloeken te zien gebruiken. De samenleving waar we over lezen heeft misschien nooit besloten dat een ziekte een goeie, versterkende uitroep zou kunnen zijn. Deze mensen hebben misschien nooit gekozen om seks te gebruiken voor hun uitingen van woede. Uitwerpselen zijn nooit een teken van frustratie geweest.

Toegegeven, misschien heeft die samenleving wel nooit besloten om te vloeken. Dat is echter niet het punt waar ik naar toe aan het werken ben.

In verschillende werelden zijn er verschillende indrukken. Deze zijn op verschillende manieren te vinden en ik ben er in het werk voor A Cage for Horrors in gedoken.

Noem eens wat voorbeelden.

De boeken van Brandon Sanderson bieden meerdere voorbeelden. In zijn Skyward serie vind je het woord ‘Scud’, wat op verschillende manieren wordt gebruikt. ‘Scud’ is een uitroep op zich, maar wordt ook vervoegd tot ‘scudding’ ter versterking. Het betekent niets, maar je weet dat het een vloek is. Een ander karakter, dat opgegroeid is in een andere samenleving, gebruikt ‘scrud’. Het is een beetje anders, maar toch is het direct duidelijk dat het van een vergelijkbaar soort mens komt.

In de Stormlight Archive heb je ‘Storming’, naar de storm die constant door het land raast. Het is allemaal van toepassing op wat de karakters kennen. Ze leven onder de druk van deze storm, die ze ook als een god beschouwen. Het afroepen van de storm heeft een religieuze betekenis voor deze mensen.

En dat brengt me naar Gaunt’s Ghosts, van Dan Abnett, in het universum van Warhammer 40K. De mensen van Tanith gebruiken ‘Feth’ in elke vorm en vervoeging. Je ziet ‘Feth’ langskomen, ‘Fething’ als een versterker… maar ook een belediging in ‘Fethwipe’ en ‘Fether’. Het is een heel veelzijdig woord met allerlei vervoegingen. Later in de serie leer je dat ‘Feth’ de naam van de godin van hun planeet is, een letterlijke verwensing. Dat laat je misschien wel nadenken over de beledigende vormen…

Als laatste voorbeeld zijn er de Dresden Files, de boeken die ik op dit moment actief lees. Deze boeken spelen zich af in modern Chicago, maar toch heeft Jim Butcher gekozen om de boeken ‘netjes’ te houden. De vloeken in deze boeken zijn meer verwensingen: ‘Hell’s bells’, ‘Stars above’ en ‘Empty night’. Het zijn uitroepen die karakters in woede of frustratie maken, in plaats van versterkende woorden. Die vallen alleen in uitzonderlijke gevallen.

En hoe vloeken mijn mensen?

Afhankelijk van mijn verhaal, vloeken mijn karakters verschillend. Declipse speelt zich af in onze samenleving (het verhaal begint in 2017) en de hoofdpersonen zijn hoofdzakelijk tieners, dus ik hoef niet heel origineel te zijn. Ze vloeken zoals ik dat zes jaar geleden ook deed, hoewel zij een stuk netter gebekt zijn. Af en toe valt er wel een ‘shit’, als Alex echt verrast wordt, maar verder valt er niet heel veel.

Voor A Cage for Horrors heb ik echter besloten dat dat niet volstaat. Ik maakte het mijn doel om wat origineler te zijn dan dat en heb mijn voorbeelden er bij gepakt. De voorbeelden die ik hierboven beschreef waren mijn grootste leidraad voor mijn originele vloek, dus:

  1. Het mag geen directe betekenis hebben in ‘onze’ samenleving;
  2. Het moet goed te vervoegen zijn voor verschillende doelen;
  3. Eén enkele vloek volstaat niet. Er moeten meer dingen zijn;
  4. Verwensingen zijn ook toegestaan.

Uiteindelijk ben ik op twee dingen uitgekomen, een vloek en een verwensing.

Het woord ‘Klug’ schoot mij op een gegeven moment in de douche te binnen. Het bekt lekker, je kan het agressief uitspugen, en het laat zich goed vervoegen. Bijna elke variant van ‘Feth’ van hierboven is ook op ‘Klug’ toe te passen. Het enige dat ik echt jammer vind, is dat ik (nog) geen goeie uitleg voor het woord heb kunnen geven. Het staat nog open voor allerlei mogelijkheden, in ieder geval tot ik die kans heb gepakt.

Daarnaast had ik een verwensing die ik heel goed kon uitleggen. ‘Saints above and Demons below’ valt regelmatig, ook met verschillende permutaties. De religie die dat suggereert heeft een zekere invloed op het verhaal en vormt een leidraad voor enkele karakters. Ik leg op toepasselijke momenten in het verhaal de uitroep en elementen van de religie uit. De verwensing is daardoor een stuk meer gaan leven in mijn verhaal dan de vloek, die soms wat geforceerd overkomt.

Concluderend

Vloeken is moeilijk. Het is onmogelijk om te winnen, omdat mensen het niet waarderen als ze het lezen, maar het missen als het er niet is. Het is de basgitaar van de literaire wereld.

Maar verdomme, we doen het graag.

NaNoWriMo is done. What follows next?

As you were able to read in my various posts throughout October, I quite enjoyed NaNoWriMo this year. It was refreshing to step away from my traditional Modern military novel and write something different. Now that I have a first draft, what follows next?

I have gone through this process before. After I completed Declipse, I spent a couple of months procrastinating the revisions. I was new to the process and didn’t know what to do. Now, I have learned that revisions are definitely the first thing that follows this stage of drafting.

Ernest Hemingway

Though Ernest Hemingway apparently had quite a busy life, in the literary world he is mostly remembered for one quote.

“The first draft of anything is shit.”

As his name is remembered through the generations for his literary contributions, he may have been on to something. Whether that is true or not, I already know what the state of my first draft is. I wrote A Cage of Horrors at high speed and in my second language. Even though I consider myself fluent in English, I know for certain that my draft is filled with errors.

My prose is filled with errors when I write in my native language. Even though I can type without looking at my screen, both spelling and grammar suffer when I write at speed. I will never forget the time I intended to write ‘in his hands’ and found out, during re-reading, that I wrote ‘in her pants’.

Classic.

This is, of course, just one of many examples. I want to spare the people who want to read my work these errors, so I intend to revise A Cage of Horrors first. As this is another tome of 30 chapters, I anticipate it will take a bit to get through it properly.

How long until the release follows?

It took me a long time to get to revising after writing Declipse: Revolutie. I don’t intend to let it lie until April, like I did with Declipse, but it will take a bit. I anticipate that revisions won’t start until January, maybe February. It’s all depending on the eventual progress I may have with publishing Declipse.

Regardless, the first release will be for friends, family, and colleagues. They get the Hemingway Draft and get to provide feedback. Only after that follows my decision of making it available to the public.

At the moment, I lean towards converting the file to an .epub and making it available for free. I’m not too certain that I’ll break through on the international market yet, so it can’t hurt to give something away for free. If anything, it will be a novelty, should that happen.

However, that will take a while.

Why so long?

I will wait so long with revision, because I want to give the story some time to recover. An important part of revision is re-reading everything you wrote. However, the more I recognize, the more I unconsciously skip. This means that I will skip over spelling and grammar errors, which will stay in the Hemingway Draft that way.

So, I need to let the story leave my mind. I need to let my attention move to other things, so I can rediscover myself.

Additionally, after that recovery, I need to read everything again. Just to put it in perspective, the story is roughly as long as Harry Potter and the Half-Blood Prince.

Each book that follows seems to get longer.

Picture courtesy of Amazon.com

Even though I enjoy reading and have been known to get lost in a book, that is still a lot of words to read. It is also a very different kind of reading, which changes my speed. In addition to reading, I am also correcting, reflecting, and making notes for my revisions.

All of that besides a full-time day job.

In other words, if I check a chapter per day, I’m doing well. After that follows correcting and revising. If I do a chapter or two of that per day, it’s a good tempo. These things add up.

Add to that a social life and things to do besides the revising, and we’re already looking at months of work.

And then the release follows.

It’s only expected that I announce the release of A Cage of Horrors to everyone who wants to read it. I will likely upload it to this very website, even!

A new page will be made, providing a summary and overview. I may even commission some art, who knows.

Time will tell.

© 2024 rikgeuze.com

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑